-iDr. Hugo Villar: als arts alleen
je welzijn niet bevorderen
[taliaanse
^echters
villen daden
den tegen
^erreur
Toenadering tussen
Cuba en VS
vordert moeizaam
if
ESTRIJDER TEGEN DICTATUUR IN URUGUAY
F ren te
Amplio
/IJ WILLEN GEEN
ELDEN ZIJN,
JOCH MARTELAARS
WOENSDAG 28 FEBRUAR11979 PAGINA 11
9
j litiel
van
Begin maart zal de
Internationale VN-
Commissie voor de
Rechten van de
Mens in Genève
een zitting wijden
aan de repressie in
Uruguay. Volgens
rapporten van Am
nesty International
heeft dit Latijns-
Amerikaanse land,
dat door Amnesty
binnenskamers wel
als de folterkamer
van Zuid-Amerika
j. -wordt gekenschetst,
relatief gezien het
grootste aantal po
litieke gevangenen
van het Zuidameri-
kaanse continent.
Een op de vijfhon
derd mensen zit in
i gevangenissen en
I velen worden er
aan een of andere
vorm van marteling
onderworpen. Een
van de belangrijk
ste vertegenwoordi-
ongetwijfeld
Genève na-
r*—mens Uruguay het
\j woord zal willen
In voeren is dr. Hugo
l Villar, een arts uit
1^. Montevideo en uit
voerend secretaris
Fr en te
Amplio, het Brede
Oppositiefront in
Uruguay dat in
1971, bij de laatst
'gehouden verkiezin-
r/Q gen ontstond. Vori-
A ge week was dr.Vil-
T lar in Nederland
om aan kamerleden
journalisten te
vertellen wat er op
dit ogenblik in
Uruguay gebeurt
AMSTERDAM Hij heeft niets van een vurig strijder voor de
mensenrechten. Eerder lijkt Hugo Villar (51) op een vertwijfelde
die voor de zoveelste maal zijn verhaal vertelt. Hij doet het zon
der enige pathetiek, met een theoretische grondigheid en volle
digheid, zo eigen naar het schijnt aan Zuid-Amerikanen, zonder
iets van eigen emoties te laten doorklinken. Deze nette burger
heeft deze „baan" duidelijk niet gekozen omdat hij dit zo graag
wilde doen. Oorspronkelijk was hij arts waaronder vijftien jaar
lang directeur van het academisch ziekenhuis in de Uruguayse
hoofdstad Montevideo; hoe zet zo iemand de stap naar de poli
tiek?
„Het welzijn van het volk kun je niet bevorderen door medische
hulp alleen. Wij zijn gaan begrijpen dat dat afhankelijk is van
zaken als opvoeding, sociale zekerheid, de omgeving waarin men
leeft en het bestaan van vrijheden. Men gaat daarover nadenken
en daarom was ik in 1971 kandidaat bij de verkiezingen voor het
burgemeesterschap van Montevideo".
Dr.Villar haalde het echter niet. Het Frente Amplio, een verbond
van partijen als socialisten, christen-democraten en communisten,
bracht ruim 20 procent van de stemmen op zich, voornamelijk in
Montevideo.
Voor de militairen was dat het sein om in te grijpen en zij maak-
Dr. Hugo Villar (I) tijdens een bijeenkomst in Zwolle. In
het midden een tolk, rechts Wim Boogaart, oud-internati
onaal secretaris van de PvdA.
ten door een wetsmanoeuvre de benoeming van Villar —die de
meeste voorkeursstemmen kreeg onmogelijk.
Hugo Villar: „De repressie zette dat jaar in. Studenten en vak
bonden werden vervolgd. In juni 1973 verboden de militairen de
vakbonden en in Uruguay begon de dictatuur toen pas goed.
Meer dan dertig kranten zijn sindsdien verboden. De kerken wer
den ook onderdrukt, de verklaringen van de bisschoppen worden
gecensureerd.
Waarom gebeurde dat allemaal?
De vakbonden en het Frente Amplio hadden zich verzet tegen die
anti-rationele en anti-economische politiek van de regering. Het
huidige economische systeem is tegen het volk. In 1971 was het
traditionele tweepartijensysteem van Liberalen en Nationale Partij
aan het wankelen geslagen door de sterke opkomst van het Fren
te Amplio.
Kwamen daar ook niet de alarmerende acties bij van de Tupama-
ros (Zuidamerikaanse guerrillastrijders) die volgens de militairen
de Seguridad Nacional (nationale veiligheid) bedreigden?
„De Tupamaros waren een belangrijk excuus voor de militairen
om in te grijpen, maar in 1972 was die beweging al uit elkaar
geslagen. Toch gingen de militairen door met hun onderdrukking
smaatregelen. Mensen van de twee gevestigde partijen kwamen
niet aan bod; velen hebben zich nu bij ons aangesloten".
Villar haalt statistieken tevoorschijn om te laten zien hoe de situ
atie in het land er nu voorstaat.
„De salarissen stegen slechts met twintig procent ten opzichte van
'71, maar de prijzen zijn sindsdien dubbel zo hoog geworden. De
buitenlandse schulden zijn enorm toegenomen. De dictatuur moet
steeds meer lenen om de onderdrukking te kunnen bekostigen;
ruim zestig procent van de nationale begroting wordt daar nu
aan besteed. In plaats van scholen en ziekenhuizen neer te zetten,
bouwen ze nu gevangenissen. Ook wat het onderwijs betreft is de
situatie zeer verslechterd. Uruguay had voor de militairen ingre
pen een heel behoorlijk niveau van ontwikkeling bereikt. Onder
zoekingen aan de universiteit zijn nu gestaakt, docenten werden
om ideologische redenen weggestuurd en talrijke mensen van for
maat zijn aan de kant gezet".
De gastvrijheid die Villar in Amsterdam geniet is er om dat te
illustreren. Hij verblijft bij een Uruguese professor die nu werkt
aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, maar eens decaan was
van de natuurwetenschappelijke faculteit van Montevideo.
Martelingen
Als in alle Zuidamerikaanse landen wordt er ook in Uruguay ge
marteld. Dr. Villar vertelt daar schrijnende voorbeelden van en
laat clandestien genomen foto's zien om dat duidelijk te maken.
Villar: „De meest gangbare vorm van foltering is die waarbij
mensen mensen dagenlang in spreidstand en een zak om het
hoofd moeten blijven staan zonder eten of drinken. Of ze steken
de hoofden van gevangenen in nylon om ze een gevoel van ver
stikking te geven en het gebeurt ook dat hun hoofd onder water
wordt gehouden en er pas weer wordt uitgehaald wanneer het
punt van verstikking bijna wordt bereikt en dat wordt dan vele
malen herhaald. We weten met zekerheid dat door die praktijken
al meer dan zestig mensen om het léven zijn gekomen.
Er is geen enkele instantie in Uruguay die voor deze mensen op
komt, noch voor hun familieleden. In Chili mag de kerk in het
kader van het Jaar voor het Kind hulp aan kinderen en familiele
den van gevangenen verstrekken. We proberen door internationale
druk te bereiken dat de kerk of het Rode Kruis ook zoiets kan
doen in Uruguay. Of desnoods het Frente Amplio".
Met dat „Brede Front" blijft dr.Villar die in Madrid verblijft
als veel Uruguezen is hij van Spaanse afkomst —in geregeld con
tact. „Het geeft geheime publicaties uit en men belegt geregeld
vergaderingen. Ik fungeer als verbindingsman tussen het Frente
en Uruguezen in het buitenland, waaronder Nederland". 1
Hugo Villar gelooft vast dat het militaire bewind eens zal ver
dwijnen. „De dictatuur wordt steeds zwakker, de volksbeweging
tegen het bewind steeds breder en sterker. Er is geen enkele re
gering die zich op die manier lang kan handhaven. De militairen
houden de schijn op van een fatsoenlijke burgerlijke regering,
maar het is een gevel die niemand bedriegt. Er is een burgerlijke
president, tachtig jaar oud, volslagen onbekend voor de meeste
Uruguezen, die slechts een marionet is van de militairen.
Toen de vorige president, Bordaberry, zelf iets wilde beslissen,
werd hij prompt Ontslagen. De oppositie tegen het bewind is de
laatste jaren vrijwel volledig geworden. Er is geen enkele partij
meer die achter het bewind staat. Niet allen het Frente Amplio,
maar ook de Liberalen en de Nationale Partij zijn tegen de mili
tairen, dat wil dus zeggen de overgrote meerderheid van de be
volking.
PAUL VAN VELTHOVEN
In Italië nemen
de rechters - het
niet langer.
Steeds vaker
komt het voor
dat zij wegens
de veroordeling
van terroristen
worden neerge
schoten. Zij ei
sen van de Itali
aanse staat dat
zij nu eindelijk
bij de uitoefe
ning hun beroep
effectief worden
beschermd. We
willen geen hel
den zijn, noch
martelaren, aldus
de rechters.
De begrafenis van de neergeschoten Romeinse rechter Calvosa liep
in het afgelopen najaar uit op een publieke demonstratie tegen het
terrorisme.
VEte
De rechters in Italië zijn op
oorlogspad. Zij hebben genoeg
de „onverschilligheid van de po-
ci" tegenover het terrorisme en zij
in een aan de groeiende terreur
gepaste wet, die ze in de gelegen-
stelt doeltreffend op te treden,
e niets doet tegen een reeks echte
ilitaire organisaties geeft blijk
een ontstellend gebrek aan ver-
woordelijkheidsgevoel", zo wordt
r de rechters opgemerkt,
de meeste gerechtshoven is de stil-
ivoede die al enige tijd groeiende
naar een hoogtepunt gestegen,
vindt zijn oorzaak in de recente
;rd op rechter Emilio Alessandrini.
was de zevende in de rij van rech-
die in de afgelopen drie jaar door
(risten zijn vermoord. Een vereni-
waarvan rechters en gerech-
ynbtenaren lid zijn heeft laten we-
dat „een politieke uitdaging steeds
politiek antwoord dient te krij-
üilaan, een haard van terroristisch
ild, kreeg een advocaat die in zijn
dooi een reeks algemeenheden
terreur verkondigde de wind van
i. „Wij zijn de toespraken beu,
willen daden", was het antwoord
de rechters. Deze schroomden er
niet voor om van hun rechterlijke
Is af te dalen en met hun griever
traat op te gaan. p
lome lichtten de boze rechters bij-
etterlijk de deuren van het presi-
ieel paleis uit de hengsels om een
>rek met de hoogste autoriteit af
dwingen. In veel gerechtshoven
den geregeld spontane demonstra-
vergaderingen gehouden en som-
rechters zijn zelfs met korte sta-
en begonnen. Op de deur van hun
laten zij dan een briefje aehter
met de mededeling „wegens sterfgeval
gesloten".
De protesten en de acties worden in
geschreven door de bij de rechters
heersende angst voor répresailles van
de karit van terreurgroepen. Na de
moord op rechter Alessandrini zei
diens collega en persoonlijke vriend
Ferdinando Pomarici: „Op dit moment
zit iedereen nog als verlamd op zijn
plaats, maar als deze terreur voort
gaat, zal het land te maken krijgen
met een golf van ontslagen en aanvra
gen om overplaatsing van rechters".
De angst bij de magistratuur is al te
merken aan de vacatures bij de rech
terlijke macht in Milaan. Al meer dan
een jaar weigeren voor overplaatsing
naar Milaan in aanmerking komende
rechters daaraan mee te werken, zelfs
als een standplaats in die stad een
aanzienlijke financiële verbetering of
een bevordering betekende. Het gevolg
is dat zeer jonge juristen, gemiddeld
26 jaar oud, tot plaatsvervangers bij
de rechtbanken worden benoemd om
de vacatures voorlopig op te vullen.
Deze jonge rechtsgeleerden zijn wel
vol goede wil, maar ze missen erva
ring als het om terreurzaken en ande
re problematische gevallen gaat.
De rechterlijke macht is vooral zeer
gebelgd over het optreden van de re
gering. Zij vindt dat het ministerie
van justitie veel te weinig geld krijgt,
hetgeen zich wreekt in een schreeu
wend tekort aan personeel en moder
ne apparatuur.
Tussen neus en lippen door eisen de
rechters ook nog een verhoging van
hun wedden. Zij wijzen er daarbij op
dat die sinds 1972 niet meer zijn ver
hoogd, ondanks de grote inflatie. Dat
de rechters in Italië goed-betaald wor
den, kan niet gezegd worden. De ver
moorde Alessandrini, die toch een van
de prominentste rechters was, verdien
de nóg geen tweeduizend gulden per
maand.
De rechters willen dat processen inza
ke terreur niet meer door willekeurig
welke rechtbank worden behandeld,
waardoor de rechter die zo'n zaak te
behandelen krijgt het risico loopt het
voorbeeld van zijn zeven vermoorde
collega's te volgen. Zij stellen voor'
drie speciale rechtbanken te vormen,
een in het centrum, een in het noor
den en een in het zuiden van het
land, die zich uitsluitend met het be
strijden en bestraffen van terrorisme
moeten bezighouden. De rechters wil
len ook meer bevoegdheden voor de
politie, hoewel zij daarbij toegeven dat
een dergelijke eis in een democratisch
land eigenlijk een schande is. De rech
tbanken moeten door wetsaanpassin-
gen in de gelegenheid worden gesteld
aanzienlijk langere gevangenisstraffen
op te leggen aan personen die zich
aan terreuraanslagen hebben schuldig
gemaakt.
„Wij wensen geen helden te zijn, noch
martelaars. Wij willen alleen ons be
roep kunnen uitoefenen en wij weige
ren tegen windmolens te vechten.
Door de schuld van de politieke over
heid is het gerecht een openbare
dienst geworden, die al zijn geloof
waardigheid verliest. Er zijn grenzen
aan onze onpartijdige inzet", aldus de
magistraten.
Voorstellen om de rechters die gevaar
lopen lijfwachten te verschaffen heb
ben zij.-/van de hand gewezen. Zelfs
rechter Emilio Alessandrini, die her
haaldelijk met de dood was bedreigd,
heeft steeds een lijfwacht geweigerd.
Kort voor zijn dood zei hij hierover:
„De ontvoering van Aldo Moro en de
moord op twee procureurs-generaal
hebben aangetoond dat een lijfwacht
nutteloos is. Bovendien brengt zo'n re
geling het leven van een aantal politie
mensen nodeloos in gevaar".
Vorig jaar deden zich in Italië 'twee
keer zoveel daden van terrorisme voor
als in 1977. Daden van terreur eisten
in 1978 het leven van dertig personen,
onder wie oud-premier Aldo Moro en
diens vijf lijfwachten. Het aantal aan
slagen groeide van veertienhonderd in
1977 tot 2.300 in 1978. De belangrijkste
doelwitten waren politiebureaus, kan
toren van politieke partijen, woningen
van militante politici of vakbondslei
ders en talrijke malen de knieschijven
van prominente zakenlieden en politi
ci.
Het meest actief waren dè „Brigate
Rosse" (Rode Brigades), die zich ver
antwoordelijk stelden voor de ontvoe
ring van en de moord op Aldo Moro
en een indrukwekkende reeks andere
aanslagen. Zij werden gevolgd door
„Prima Linea", eveneens van uiterst
linkse signatuur, met vier aanslagen.
Daarna komt een hele rij „proletari
sche" en „revolutionaire" bewegingen,
die zich allemaal links noemen.
In Italië bestaat ook een aantal recht
se illegale organisaties. Deze zijn voor
al actief geweest in de jaren 1969 en
1974. Een ervan, de „ondergrondse or
ganisatie van het strijdbare fascisme"
verklaarde onlangs dat zij verantwoor
delijk was voor enkele eind vorig jaar
gepleegde aanslagen.
Op het Italiaanse ministerie van justi
tie schijnt evenwel weinig of geen nei
ging te bestaan om aan de eisen en
voorstellen van de rechters tegemoet
te komen. Men wil niets weten van
speciale a^iti-terreurwetten.
Een militaire parade in Havanna. Tegen het flatgebouw een afbeelding van de
Zuidamerikaanse revolutionair Che Guevara.
Twintig jaar na het aan de macht komen van Castro
(Van onze correspondent Dick
(Toet)
WASHINGTON - Cuba en het
zuidelijkste puntje van de Verenig
de Staten (in Florida) zijn nog
geen 145 kilometer van elkaar ver
wijderd. Je kunt het bijna zwem
men, zoals twee pronte Amerikaan
se dames onlangs op een haar na
hebben bewezen. Maar de wereld
van verschil tussen beide landen is
immens groot. Althans sedert 1959.
Voor die tijd was Cuba de speel
tuin van de welgestelde Amerika
nen. Sinds 1959, toen de corrupte
dictator Batista ten val werd ge
bracht door de jonge revolutionair
Fidel Castro, wordt Cuba wel aan
geduid als „het communistische
pistool op de borst van de Vere
nigde Staten". Eenmaal, in 1962
tijdens de rakettencrisis, was de
vinger al aan de trekker.
Toen president Carter bijna twee jaar gele-
den bezit nam van het Witte Huis was een
van zijn vaste voornemens om de relatie
met Cuba te herstellen of in ieder geval te
verbeteren. Maar Carter merkte al snel dat
bijna twintig jaar van uitgesproken vijandig
heid niet zo maar op te heffen zijn. Toch
worden er vorderingen gemaakt. In het af
gelopen jaar zijn er meer Amerikanen in
Cuba geweest, dan in de negentien jaar
daarvoor. Castro heeft enige tijd geleden en
kele duizenden politieke gevangenen vrij ge
laten.
Cuba is het grootste Caribische eiland, bijna
drie keer zo groot als Nederland. Op dit
moment telt Cuba bijna tien miljoen inwo
ners. Het paart een schitterende natuur aan
een kostelijk klimaat en was sedert de Ame
rikanen Cuba in 1898 van het Spaanse juk
bevrijdden dan ook het meest geliefde va
kantieoord van veel Amerikanen. Suiker, ta
bak en de Amerikaanse toeristen verschaf
ten het eiland een behoorlijke welvaart.
Van enige verdeling van die welvaart kwam
onder vrijwel onafgebroken dictatoriale regi
mes niets terecht. Batista, die in 1935 het
roer overnam, maakte van het eiland een
paradijs voor een kleine groep schatrijken
en een hel voor vele miljoenen armen. De
goed florerende gokindustrie b.v. was com
pleet in handen van de Amerikaanse maffia.
Toen de jonge advocaat Fidel Castro in
1959 een geslaagde greep naar de macht
deed, slaakte de overgrote meerderheid van
de Cubaanse bevolking een zucht van ver
lichting. Ook veel Amerikanen waren blij
van de gehate Batista af te zijn. De omme
keer kwam toen al vrij snel bleek, dat Cas
tro niet alleen communistische sympathieën
had, maar Cuba wilde veranderen in een
communistische staat en wilde aansturen op
nauwe banden met de Sowjet-Unie.
Een groot aantal Cubanen, die Castro had
den gesteund, keerden hem de rug toe. Ze
vluchtten naar de V.S. of trachtten tever
geefs een anti-Castro-beweging op touw te
zetten. De ontsteltenis in de V.S. was
enorm. President Kennedy zat nog maar
nauwelijks in het Witte Huis of hij had al
een CIA-plan voor zich liggen om met be
hulp van gevluchte Cubanen een invasie op
touw te zetten. Hoewel Kennedy al te opval
lende militaire steun verbood, liet hij zich in
de „operatie Varkensbaai" ompraten. De in
vasie, in april 1961, werd een volledige mis
lukking. Het was tevens de grootste politie
ke nederlaag, die Kennedy tijdens zijn korte
presidentschap leed. Een jaar eerder al had
de CIA met behulp van met de Maffia ver
bonden figuren een moordaanslag op Castro
gepland.
Castro zat in ieder geval stevig in het zadel,
toen Cuba eind 1962 de inzet werd van de
gevaarlijkste crisis, die de wereld sedert de
tweede wereldoorlog heeft gekend. Ameri
kaanse verkenningsvliegtuigen kwamen te
rug met onheilspellend nieuws. Op Cuba
werden Russische raketinstallaties gebouwd,
waarmee zo nodig bijna elke Amerikaanse
stad zou kunnen worden weggevaagd. Ken
nedy speelde het spel hoog. Hij liet een
blokkade aanleggen, zodat geen enkel schip
Cuba nog ongemerkt kon bereiken. Hij
dreigde de Sowjet-Unie elke verdere leve
rantie van oorlogsmateriaal te zullen tegen
houden. De wereld hield de adem in. Na
een paar dagen van ongelooflijke spanning
haalde Chroetsjev bakzeil. De Russische
schepen, die de blokkade al dicht waren ge
naderd, wendden de steven. De raketinstal
laties werden ontmanteld.
Sindsdien is de verhouding tussen Cuba en
de V.S. slecht gebleven. Sporadisch kwamen
er berichten in het nieuws, dat Castro wel
eens betrokken geweest zou kunnen zijn bij
de moord op president Kennedy, maar enig
bewijs in die richting is nooit geleverd. An
derzijds waren er ook meermalen geruchten,
dat de CIA meerdere malen heeft getracht
Castro uit te schakelen. Cubaanse bronnen
hebben wel eens gemeld, dat aanwijzingen
zijn gevonden voor meer dan twintig aansla
gen op het leven van Castro. Het regime is
nog steeds dictatoriaal, maar het levenspeil
is voor de meeste Cubanen aanzienlijk voor
uitgegaan ten opzichte van Batista.
Gevangenen
De schattingen over het aantal politieke ge
vangenen, dat sedert 1959 de Cubaanse ge
vangenissen bevolkt, lopen sterk uiteen.
Meer dan 80.000 zijn het er waarschijnlijk
niet geweest. Een groot aantal is in de loop
der jaren vrijgelaten. De meesten van hen
moeten zich maandelijks melden en komen
slechts in aanmerking voor laag betaalde
banen. De behandeling wordt over het alge
meen redelijk zo niet behoorlijk genoemd.
Sinds tien jaar zijn er geen meldingen meer
gemaakt van martelingen. De meeste van de
nu nog gedetineerde politieke gevangenen
krijgen een redelijk loon voor geleverd werk
en mogen elke zes weken drie dagen op
verlof.
Grootste probleem naast de onvrijheid is de
onderscheiding in talloze families. Een groot
aantal Cubanen heeft familieleden in de
V.S., waar de Cubaanse gemeenschap, met
name in Florida, een aanzienlijke invloed
heeft. Ongeveer 56 pet. van de bevolking
van Miami (totaal circa 370.000) bestaat uit
Cubanen.
Castro beloofde al vele jaren de meeste po
litieke gevangenen, waarvan er enkele al
sinds 1959 vast zitten, vrij te laten. De be
loften zijn nu waargemaakt, ook al zijn de
Amerikaanse inspanningen om ze vrij te
krijgen, nooit erg overtuigend geweest. Ame
rika had het te druk met de oorlog in Viet
nam en de subversieve activiteiten van een
aantal anti-Castro-groeperingen in de V.S.
hadden het image van de Cubaanse banne
ling geen goed gedaan. Maar ook toen het
klimaat wat rustiger werd, is er door Nixon
en Ford niet erg hard aan de kwestie van
de politieke gevangenen getrokken. De Cu
baanse steun aan de Angolese bevrijding
sbeweging MPLA, begin 1976, bracht boven
dien nieuwe spanningen teweeg.
Over andere boeg
Ondanks die inspanningen begon Carter in
1977 met serieuze pogingen de kwestie over
een andere boeg te gooien. Direct na zijn
beëdiging in januari liet hij de spionage-
vluchten boden Cuba stoppen en al begin
juni 1977 werd een basisovereenkomst geslo
ten ten aanzien van een toekomstige norma
lisering van de betrekkingen. Sedertdien
heeft een stroom van Amerikaanse missies
met dezelfde regelmaat als waarmee meldin
gen over steeds grotere Cubaanse bemoeiie-
nis in Afrika binnenkwamen. Op de NAVO-
topconferentie, die vorig jaar mei in Was
hington werd gehouden, stond de Russisch-
Cubaanse dreiging in Afrika centraal. Meer
gedwongen door de publieke opinie dan uit
eigen persoonlijke aandrift, besloot Carter
tot krachtige uitspraken in de richting van
de Sowjet-Unie en Cuba. De geruchtmaken
de dissidentenprocessen, die in Rusland
plaatsvonden, maakten de sfeer er niet be
ter op. Vooral vanuit het Amerikaanse Con
gres klonken weer stemmen op, die herin
nerden aan de hoogtijdagen van de „Koude
oorlog"..
Hoewel Carter aan Castro te verstaan gaf,
dat van een echte normalisatie van de be
trekkingen geen sprake kon zijn, zolang Cu
baanse militairen massaal aan deze strijd in
Afrika zouden deelnemen, werd het toenade
ringsproces op ambtelijk en semi-officieel
niveau voortgezet. Er werd zelfs al gespro
ken van een mogelijke snelle opheffing van
de economische boycot van Cuba.
Eind vorig jaar deed zich echter opnieuw
een incident voor in de nog breekbare ver
houding. De Russen hadden de Cubanen
twintig supersnelle Mig-23 gevechtsvliegtui
gen geleverd van een type dat ook atoom
koppen kan vervoeren. „Een nieuwe raket
tencrisis?", vroegen de Amerikaanse media
zich al onthutst af. De verkenningsvluchten
werden hervat, maar vlak daarop kon Car
ter verklaren, dat van nuclaire bewapening
niets is gebleken. Het vliegtuigenincident
speelde zich vrijwel tegelijk af met het be
zoek van een delegatie Cubaanse ballingen
aan Castro. Zij kregen van hem te horen,
dat hij bereid was 3000 politieke gevange
nen vrij te laten. Circa zestig procent heeft
zich nu in de V.S. gevestigd. Bovendien
heeft Castro vrije toegang beloofd voor fa
milieleden van Cubaanse burgers. Volgens
Castro heeft hij al eerder dergelijke aanbie
dingen gedaan, maar hebben diverse Ameri
kaanse regeringen nooit echte belangstelling
getoond. Carter noemde hij de eerste
Amerikaanse president, die zich niet vijan
dig heeft opgesteld tegenover hem en
Cuba".