Japan gaat nieuwe toekomst tegemoet in het rijksmuseum voor volkenkunde Logopedist met .gouden' nadruk op zwijgen Subtiel woordspel in Fons Jansen 5 Contracten verlengd Sé eidse aalvoetbaltitel oor Sjardin Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer-van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen [■MM ^iTAD/REGIO LEIDSE COURANT DINSDAG 27 FEBRUAR11979 PAGINA 5 LEIDEN —«Fons Jansen heeft iets van een ijverig kantoorbe ambte die op late leeftijd ontdekte dat hij eigenlijk hele leuke woordspelingen maakte en redelijke pantomime speel de. Het was op een personeelsavond; sinds die tijd is Jansen cabaretier. Het is Jan sens kracht en zwakte. Zijn kracht, omdat hij nog altijd de bescheidenheid, innemendheid en quasi-verlegenheid van de beginnend artiest heeft weten te houden, zelfs nog in zijn „Fons Jansen 5", gisteravond in de Schouwburg. Jansen is nergens grof, blijft altijd Fijntjes scherp. Hij is iemand op wie je eigenlijk nooit boos kan worden. Maar zijn klerken-(en kerken)uitstraling is tegelijkertijd Jan- sens zwakte, omdat zijn programma werkelijke kracht mist Het heeft geen stuwing; zijn optreden ontbreekt het aan hef tigheid en climax. Wanneer „Fons Jansen 5" éénmaal begonnen is, blijft de voor stelling de hele avond op hetzelfde niveau doorglijden. Fraaie typen met ouderwets-degelijke woordspelingen volgen elkaar in een schier eindeloze rij. Jansen zet ze voortreffelijk neer. Zijn woordspel blijft subtiel en aangepast aan het gespeelde perso nage. Af en toe zingt Jansen een lied - gelukkig niet te vaak; hij kent zijn zwakte -. Het klinkt niet fraai maar wel gemeend. Zo blijkt „Fons Jansen 5" een avond beschaafd plezier met nu eens een druppeltje azijn dan weer een lepeltje suiker. Jansen zelf is dokter, doodgraver, pastoor, camera-man, kleuter, schooljongen en huisvrouw. Maar de ware Jansen krijgen wé niet te zien. Of het zou in zijn klerkelijke ingetogenheid moe ten zijn. PAUL VAN DER PLANK (Van onze sportredactie) LEIDEN Twee verenigingen hebben de voetballoze winter periode toch goed kunnen benutten. Zowel Meerburg als Al- phense Boys (beide zondagvierdeklassers) verlengden de con tracten van hun oefenmeesters met een jaar. Helmuth van Veen en Ruud Halewijn dus nog een jaar Meerburg, Tamérus nog een seizoen Alphense Boys. -Azië roert zich, deze gen. We denken dan teteen aan de verschillende ,'hinese invasies, zowel die Vietnam als de vloedgolven lie op de westerse iversiteiten gericht zijn. zijn, geloof ik, nog nooit Chinezen in ons land als het laatste half jaar. de zonen en dochters de weet-ik-welke- olutie komen ook in [ederland hun licht opsteken. Ooit hebben we ik herinner me nog de :orgen daaromtrent van een ournalistieke principaal, lie, met het oog op Peking, "s aan slapeloze nachten 1) de hoofden vol gehad net het denkbeeld: „de hinezen komen!" Welnu, ze 'jn inmiddels gekomen, üleen tot dusver op een idere manier dan werd jevreesd. Maar China is iet het enige Morgenland lat het Westen beroert met 'n verkennende adem en irgierige interesse. Ook apan is dichterbij dan u oudt denken. Weer in ndere omstandigheden »ezien kunnen we :onstateren, dat ook het and van de Rijzende Zon liet onwelgevallig neerziet ip de „Chinezen van ïuropa", zoals wij, lollanders, eens genoemd verden. )e „tenno", de keizer van apan, mag aan [oddelijkheid hebben iipgsfcgeboet, z'n gespitste |||f»nderdanen hebben, sinds WË jMacArthur in de naoorlogse laren namens Uncle Sam ^yrt stempel drukte op de te ïeropvoeden Japanse tructuren, zich ontplooid een meer dan litgekookte concurrent van e mogendheden van het (vondland. En dan nog: er s altijd een wakker beeld ran de culturele koloniaal Ion Siebold, een Duitse lederlander die in het legin der vorige eeuw „the )utch" als enige luropeanen Japanse grond nder de voeten verschafte ioor zijn liefde voor Japan n zijn niet minder sterke erzamelwoede. Een paar i spri reken terug werden egelnfcostbare specimina van itestefapanse grafiek en de Hchilderingen (uit de vert ameuze Von ?rwei iieboldcollectie) in Gem&recieuze boekvorm at de verhandigd aan de en a apanse ambassadeur in het lspiti [aagje. De bron van deze en g oede zaken was het -en Rijksmuseum voor Zetyoikenkunde in Leiden, dat :eers$ch in onze occidentale I daa(rindstreken handhaaft als en Japanlievend bolwerk, dat „Volkenkunde" dan ele a evindt zich een Japanse aars< fdeling. Sinds de eerste irken elft der 19e eeuw de iet cc akermat van dit museum besptjis eerste tentoonstellende tgaai^stelling van Europa. Von lelijk iebold, roemrijker arlen agedachtenis. Nog steeds, g mofceen Japanner komt naar De alteiden (en het zijn er nogal trekv rat), 0f hij vraagt naar n wa r0n Siebold. Soms is de het elangstellingdermate.dat e gedachte aan een sterk oorleef de en be-leefde rocreatie van de zijde van 'hilip Franz von Siebold, ünnaar van zoveel iziatisch schoons, zich pwerpt Niets is minder raar: Von Siebold had wel rat anders aan zijn hoofd, n hoofdzaak ermenigvuldigden zich zijn cunstschatten. En de emiddelde Japanner weet n Ey n de r Vai agenb Van onze sportredactie rWIJK De nieuwe Ivoetbalkampioen van Lei- heet Sanitair Sjardin. De lenaars wonnen met 5-7 het Katwijkse BMW Van Plas en werden door die "winning onbereikbaar de verzamelde concur- .Me. Oegstgeest stelde zich Hnitief veilig voor degra- |Pe. Het team van coach der Valk keek tefen zlj wel tweemaal tegen een terstand aan, maar sloeg de slotfase van het aan- kelijke treffen beslissend 4-5. Sanitair Sjardin de zaal- Jbaltitel 1979 voor zich zou ftotwl? °Peisen was al weken een duidelijke zaak. 'din startte het zaalseizoen - wel erg matig, het herstel J™ «te spoedig. En zelfs zo haf ^00r ^at *or" ia,-, Jie een riante koppositie bewerkstelligen. De zes iscus ld w vdA langs imst (tege film ten achterstand van num- - twee, het Rijnsburgse ..„'hergen de Best zegt wat jpetreft voldoende, rigens verdiende Sjardin bijna afgelopen seizoen het predicaat „mooi voet- mde ploeg". De combina- tussen routine (Cees de de, Wim Visser, Cock Belandt allen met VS al diverse malen Leids kampioen) en jeugdig talent (Bles Zuma, Bart van der Wêijden, Ger Nachtegeller), mocht dan wel garant staan voor effectief, doeltreffend zaalvoetbal, echt mooi was het slechts bij vlagen. Vlagen waarin de formatie van coach Honsbeek zich wel uitsluitend tot voetbal bepaalde, en zich niet onledig hield met te har de acties en teveel becom mentariërend werk op de di verse scheidsrechters. Vlagen die ook gisteravond in de Katwijkse Cleyn Duinhal te sporadisch aanwezig wa ren. De snel tegen Van der Plas opgelopen 2-0 achter stand (treffers van Lourens Mouter) werkte Leidse irrita tie in de hand en Sjardin mocht zich dan ook gelukkig prijzen dat scheidsrechter Uphoff zich nogal lankmoedig over de Katwijkse vloer bleef bewegen. Mede daardoor be hield Sjardin de volle spelers- sterkte in het veld en kon de achterstand in een 5-2 voor sprong bij rust worden omge bogen. Ger Nachtegeller, schotvaardige Bart van der Weijden (driemaal) en Cockie van Weerlee scoorden, een winnende marge die in het tweede speldeel niet zonder moeite gehandhaafd bleef. Nachtegeller (strafschop) en Cees de Roode doelpuntten in die fase nog voor Sjardin; Adrie Pluimgraaff (2x) en Jan van der Plas voor de Katwij- kers. Het treffen tussen EKL en Oegstgeest begon uitstekend voor de leesportefeuilleploeg. Eerst was het Ronald van der Pot die een vloeiende een twee met Frans Sjardin rustig 'afrondde, vervolgens Ben de Roo die een solo hoog en hard afwerkte. Oegstgeest, vorige week nog een moeilijke tegenstander voor kampioen Sjardin, leek geklopt, maar kwam ijzer- sterk terug. Binnen drie mi nuten lieten de Oegstgeestena- ren evenzoveel treffers het le venslicht zien. Arie Koppen- hol en Ron van der kolk pas seerden doelman Van der Steen ,laag en zuiver, Daan Vreeken werkte een fraaie combinatie met Peter Wieman en Ron van der Kolk af: 2-3. Direct na de hervatting was het woord weer aan EKL.- Ron van der Kolk had net voor twee minuten het veld moeten ruimen, toen „good- old" Gijs Collé echt op dreef raakte. Twee doelpunten en een 4-3 voorsprong voor EKL waren het resultaat. Nadat Peter Wieman die achterstand weer had genivelleerd, leek het woord weer aan EKL. Be nnie de Roo slaagde er even wel niet in een strafschop achter gelegenheids-doelman Van der Kolk te plaatsen, waardoor Oegstgeest volledig in de race bleef. Daan Vree- ken, tenslotte, bewees dat door drie minuten voor tijd een hoekschop van Ton Wer ner tot doelpunt te promove ren. GERT-J AN ONVLEE Schatbewaarder van deze naar Nederland overgewaaide Japanse kunstrijkdom is drs. Willem van Gulik, conservator van de Japanse afdeling van „Volkenkunde". Een erudiete knaap aan het einde van zijn twintiger jaren. Zoon van een Chinese moeder en een Nederlandse vader, Robert van Gulik genaamd, wiens diplomatieke roem als ambassadeur (in Beiroet, Kuala Lumpur en Tokio) wedijverde met z'n faam als bijna mystiek schrijver van de Rechter Tie-verhalen. Schrijver, artiest en gastronoom, dat was Robert van Gulik, in '67 overleden. „De 17 titels van zijn romans komen weer in herdruk bij Elsevier; er zijn er nu twee van verschenen", vertelt zijn zoon Willem, die sinds '71 in „Volkenkunde" de Japanse scepter zwaait Willem van Gulik is bepaald niet de man van twaalf ambachten en dertien ongelukken. Maar hij doorliep wel dertien scholen, omdat z'n vader zo ambulant was. Hij leerde op kostscholen in de Ver. Staten, Maleisië, India, Japan, in Nederland (af en aan) en in het Midden- Oosten. Zó is de zoon van de vader; een stukje mysterie in zichzelf en passend in de merkwaardige sfeer van de mystieke Boeddha-zaal van „Volkenkunde". Willem gedijde en ontplooide zich: studeerde een j aar rechten in Leiden en ging verder in de Oosterse talen, de Oostaziatische cultuur en kunstgeschiedenis. In „Volkenkunde" heeft de jonge Van Gulik zich thuisgevoeld, in acht jaar arbeid. „Het werken in een museum als dit heeft enorr veel aantrekkelijke kantel en je kunt dat bezigzijn hier ook in veel vrijheid benutten". Willem van Gulik, die na de eerste oriëntatiejaren in het museum „in het zadel" kwam, is geen typische „museumman" zoals men zich die zou kunnen voorstellen, grijzend, enigszins krom en wat dor in zijn reacties. Niets daarvan: Van Gulik toont een open oog voor de „museale" behoeften van deze tijd. „Ik ben een museumman met onderdelen: fotograaf, timmerman, een expert op het gebied van inrichten, iemand die omgang moet Het team van Sanitair Sjardin dat gisteravond de Leidse zaalvoetbaltitel voor zich opeiste. Volgens welingelichte kringen is een „logopedist" een „stem- en spraakkundige". In de minder ontwikkelde streken in ons land aangaande het spraakgebruik valt voor logopedisten, al dan niet gesubsidieerd, bijna een fortuin te verdienen, althans gemeten naar de duidelijke behoefte. Er liggen vele terrein braak, en zeker op spraakgebruikelijk gebied. Daarom alleen al is het publiekelijk optreden van een logopedist zeer te loven, want op de één of andere manier kun je er altijd je voordeel mee doen. Dat zou ik ook zo graag willen met het optreden van de logopedist J. Luypen uit Den Haag, komende woensdag 28 februari (de laatste kans van de maand), in gebouw „Ontmoeting" in Sassenheim. Toch sta je vreemd te kijken als je verneemt, dat J. Luypen gaat spreken over het onderwerp „Spreken is zilver, zwijgen is goud". Hier wordt een voorkeur uitgesproken zou je kunnen zeggen voor een gedragslijn die linea recta in tegenstelling staat tot het beoogde doel. Het spreken moet op de voorgrond worden gesteld, maar dat is slechts zilver. Het zwijgen blijft goud, binen deze causerie die „in het belang kan zijn van allen die nader tot elkaar kunnen komen en daardoor moeten leren naar elkaar te luisteren", zoals de convocatie het doel samenvat Als het allemaal goed is, zal het een tamelijk dooie boel worden, daar in „Ontmoeting". Zwijgen is beter dan spreken, dus „breek me de bek niet open". Omdat het „goud" is, zal na afloop „een iegelijk" (de bijeenkomst is belegd door het „Open-Deur"-werk van de gezamenlijke protestantse kerken van Sassenheim) een „vruchtbare avond" worden toegewenst. Hollandse vogelverschrikker. Het is bij elkaar een esthetisch ingerichte zaak, zo'n Japanse tuin. Wat zegt het timmerende en zagend personeel van „Volkenkunde" van deze nieuwe „Japanse" toekomst? „Dit wordt de mooiste afdeling van ons hele museum. Dit gaat nieuwsgierigheid uitlokken!" Inderdaad, als je Van Gulik mag geloven en dat doe ik zeker wordt het een afdeling, die een smaakmaker wil zijn, een afdeling die wil stimuleren, een „aperitief', dat dwingt naar een behoorlijk middengerecht En dat in een spectaculaire opstelling die meteen „pakt" en uitnodigt tot een verder speuren in een vreemde maar boeiende wereld. In de nabijheid van de „Samurai", de spreekwoordelijke Japanse ridder, die eertijds meer te zeggen had dan de keizer, wordt een pakkende Japanse cultuur in scène gezet. De zwaargepantserde heeft al macht over dit kijkspel. In zijn schaduw ligt een hoekje van „de grote traditie", een dwarsdoorsnede van een traditioneel Japans huis, met een transparante doorkijk op de tuin. Willem van Gulik zelf poseert voor de fotograaf binnen het interieur van een boerenhuis, dat ook een plattelandswinkeltje zou kunnen zijn, met de nadruk op (Japanse) wijnflessen. In Von Siebold's tijd zag het er allemaal precies eender uit. Bij het beschouwen van deze prent mag men zich koesteren in de rust die van Van Gulik uitgaat Of is het de stilte vóór de storm? Zoiets weet je nooit bij die lieden, waar de zon eerder opgaat dan bij ons. Conservator Willem van Gulik in zijn Japanse boerenhuis; traditioneel en steeds weer aantrekkelijk kunnen onderhouden met andere mensen". Zo is de jeugdige „vader" van de Japanse afdeling vap „Volkenkunde". Nog steeds met dank aan Von Siebold. Maar daar heeft Van Gulik al het nodige aan gedaan, tot in Japan aan toe. „Japan" is de zwaarste afdeling van het „huis", voor driekwart op een internationaal publiek gericht Waarvan dan weer de sluikogigen het leeuwendeel uitmaken. Willem van Gulik mag dan op het moment bezig zijn aan z'n promotie „voorzover ik er de tijd voor kan vinden" hij blijft alert op wat zich in zijn afdeling afspeelt. Eens zal zijn dissertatie (maar dat is helemaal buiten de dienstverlenende taak om) zich bezighouden met bijvoorbeeld een aantal aquarellen uit Von Siebolds verzameling. Dat zijn waterverf schilderij en van de hand van een Japanse „Rembrandt", de kunstenaar Hokusai, die leefde omtrent 1825 hoewel, uiteraard, nog wat vóór- en nadien. Werkelijk een „Rembrandt"; geen „waterverf' dus. Van Gulik mag zich een vis in z'n element voelen, want behalve „Volkenkunde" zijn er op het Japanse terrein niet veel meer andere mogelijkheden in ons land. Nog even en ik maak me sterk, dat we 's ochtends Willem (Tie) Van Gulik opbellen met de vraag „hoe het ermee staat". De recente ontwikkelingen werken iets dergelijks alleen maar in de hand. Als je Van Gulik vraagt, hoe „dat nou allemaal met China moet", glimlacht hij even en verwijst dan door naar de portier, die een sleutelpositie in het museum inneemt „Brittania rules the waves" is allang, sinds Elgar, een tot in hooguit het British museum teruggedrongen slogan. Maar wat er met China te gebeuren staat kunnen we alleen maar gissen. En dan. soms, ben ik bang dat mijn journalistieke principaal van weleer het beangstigend gelijk aan zijn zijde krijgt Dan kun je altijd nog de Completen gaan zingen, maar dat zal bar weinig helpen, tegen die tijd, ben ik bang. Niettemin gaan in Leiden, met het oog op de toekomst, spijkers met Japanse koppen worden geslagen. Ook al is Willem van Gulik zich er best van bewust, dat „je niet over Japan kunt spreken, zonder China erbij te betrekken, want die relaties zijn al duizenden jaren zeer nauw verwant". De Japanse afdeling van „Volkenkunde" bestaat al sinds 1837. Veel later werd, in het gebouw aan de Steenstraat, „Japan" in een apart jasje geholpen. Nu, voor het eerst sinds 25 jaar, gaat die afdeling helemaal in het nieuw haar diensten verlenen. Rond 1 april wordt de nieuwe accommodatie opengesteld. Willem van Gulik:.Minder ruimte is er opengebleven, maar we krijgen een veel smaakvoller presentatie die bovendien erg attractief zal zijn, met een audio-visueel accent, met dia-kasten die in woord en met muziek zullen vertellen over het Japanse leven op het platteland. Het wordt een afdeling met een „evocatieve" opstelling: drie dimensionaal, om het publiek nauwer te betrekken bij wat men ziet. Zo kan men zich ook beter inleven in de situatie van een vreemde cultuur". Er komen ook geluidseffecten vogelgeluidjes in een tuin van een traditioneel Japans huis. Geluiden ook van druppelend water op uitgeholde bamboestokken, wat dienst doet als een

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 5