weekpuzzel door dr. Pluizer
/sterrenhemel
postzegels
oplossing vorige puzzel
3t
c a
li
§t(
mjBijrm
i
DENKSPORTEN/HOBBY
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 24 FEBRUAR11!
P(
De prijswinnaars van de puzzel van vorige week zijn:
Vijftien gulden:
Mevr. v. d. Post, Marnixstraat 26.2316 EZ Leiden.
Mevr. v. d. Ploeg-Koelewijn, Narcisstraat 22,2201 CE Noordwijk.
De prijzen worden binnen drie weken per cheque toegestuurd.
NR. 8
KRUISWOORDRAADSEL
Horizontaal: 1. vrouwelijk beroep;
6. werktuig; 7. orgaan v. e. vis 9.
zeilvaartuig; 10. knaagdier; 12.
beroep; 14. uiting van genegen
heid; 15. verzekeringsbewijs; 17.
wolvlokje; 19. arm v.e. rivier; 20.
gezamenlijke ministers; 22. in
houdsmaat; 24. lidwoord; 25. deel
v. h. gezicht; 26. bij voortduring;
28. ten aanzien van (afk.); 30. on
bepaald hoofdtelwoord; 31. niet
massief; 32. zangstem; 33. pro
per; 35. boksterm (afk.); 36. be
lemmering (fig 39. stijging van
de waterstand; 41. vrucht; 42.
bloem; 43. biljartstok; 45. insekt;
46. gereed; 48. lichaamsdeel; 50.
alvorens; 51. loopplaats voor kip
pen; 52. muzieknoot; 53. wijn
soort; 55. korte kous; 57. Europe
se rivier; 58. lichamelijk lijden;
59. telwoord; 61. soort gebakje;
64. hemellichaam; 65. bewoner
v.h. hoge Noorden; 67. hoofdbe
dekking; 68. boom; 69. vogelveer;
71. toiletbenodigdheid; 72. niet
bevestigd; 73. rund; 75. Spaanse
itel; 76. oorlogsvaartuig.
Verticaal: 1.afstandsmaat; 2.
aardr. afkorting; 3. Europeaan; 4.
televisie (afk.); 5. boom; 6. roof
dier; 8. kloosterlinge; 9. schou
derblok; 10. waterbewoner; 11.
metaal; 13. gewrichtsholte; 14.
huisdier; 15. duinvallei; 16.
vreemde munt; 18. gegraven diep
te; 19. korte tijdsduur; 20. koud;
21. vat; 23. deel v. e. huis; 24.
aankomend werkman; 25.
scheepskeuken; 27. innerlijk be
sef; 29. ploegleider; 31. gewelf;
34. bewijs aan een couponblad;
36. recht stuk v.e. vaarwater; 37.
geheel gevuld; 38. griezelig; 40.
vreemde titel; 44. maand v. h.
jaar; 47. tovergodin; 49. weinig
wetend; 51. geschikt om geplukt
te worden; 52. niet grof; 54. klein
vertrek; 56. deel v. e. tabakspijp;
57. kledingstuk; 58. meisjesspeel
goed; 60. houten drinkkom; 62.
zwaardwalvis; 63. gezichtseinder;
64. telwoord; 66. brandbare stof;
68. splitsingsprodukt v. e. mole
cule; 70. bovenhoek v. e. zeil; 72.
oude lap; 74. bijwoord; 75. lid
woord.
Oplossingen onder vermelding van Puzzel 8 dienen uiterlijk
woensdagmiddag met vermelding van eigen postcodenummer ir
bezit te zijn van
Leidse Courant,
Postbus 112300 AA Leiden.
Ter afwisseling van de gebruike
lijke spelbespreking volgt hier
onder een double-dummy pro
bleem, waarop de geïnteresseer
de lezer zijn, of haar, krachten
eens kan beproeven.
Degenen, die er te weinig tijd
voor kunnen vinden, wordt toch
aangeraden de oplossing goed
door te nemen. De manier waar
op zuid aan het benodigde aan
tal slagen komt is zeer leerzaam
en kan in de praktijk vaker wor
den toegepast dan men ver
moedt.
De enige eis om een dergelijk
spel tot een goed einde te
brengen, is een tamelijk nauw
keurig inzicht te hebben in de
verdeling van de kaarten bij de
tegenstanders. In het hierna vol
gende spel (dat aan de praktijk
werd ontleend, maar vervolgens
een beetje gewijzigd) opende
west met 1 harten, waardoor de
plaats van de belangrijkste
plaatjes al grotendeels bekend
werd gemaakt. Noord-zuid be
reikten vervolgens een 6 schop
pencontract en het is aan u om
nu uit te zoeken hoe zuid dat
spel kan maken. De uitkomst
was hartenheer.
HV9
B 82 N 5
A H1082 w n *>76543
o H 82 o B 1097
B9 L +:V83
A107643
V B 9
o A53
5
Oplossing:
Om twaalf slagen te kunnen
maken, moet zuid de klaverkleur
van noord vrijtroeven. Dit is op
zichzelf niet zo moeilijk, maar
door het 3—1 zitten van de
Probleem
troeven heeft noord een entree
te weinig om hier zonder speci
ale maatregelen van te profite
ren. Zuid kan dit probleem als
volgt tot een goed einde bren
gen. De eerste slag wordt in
noord met de 9 getroefd waarna
klaveraas en -heer worden ge
speeld en in zuid een harten
verdwijnt. Hierna speelt zuid een
kleine klaveren en troeft deze
met het aas! West kan weinig
beters doen dan een harten af
gooien, waarna zuid een schop
pen naar noords heer speelt.
Vervolgens speelt zuid weer kla
veren en gooit hierop zijn laat
ste harten af.
West is machteloos. Hij kan
troeven, maar moet daarna het
zij troef spelen naar noords
vrouw, zodat op de klaveren de
verliezers van zuid verdwijnen,
hetzij ruiten spelen waardoor
noord ruitenvrouw maakt, de
laatste troef weghaalt en de rest
kan incasseren, hetzij harten
spelen in de dubbele renonce.
In het laatste geval troeft zuid,
gaat met troef naar de tafel en
gooit op de vrije klaveren zijn
ruitens weg.
Voor de kritische lezer, die op
merkt dat het in de praktijk
geenszins zeker is, dat oost
maar een singleton troef heeft
zij vermeld dat het geen ver
schil maakt als oost de vierde
klaveren zou (kunnen) troeven.
Ook dan wordt het contract ge
maakt, omdat zuid ook dan zijn
laatste harten weggooit, waarna
het naspel door oost tot een
zelfde eindsituatie leidt. Speelt
oost in dat geval ruiten na, dan
neemt zuid natuurlijk met het
aas, haalt de laatste troef en
gooit op de klaveren weer zijn
verliezers af.
We hebben hier dus te maken
met een entree-creërende speel
wijze, waarbij de entree ont
staat, doordat een tegenstander
zich in troef moet inkorten.
Waterslang: lang en taai
Hydra of Waterslang is een ster
renbeeld uit de oudheid. In de
Griekse mythologie is Hydra een
zevenkoppig moerasmonster,
met de merkwaardige eigen
schap, dat, als men een kop af
sloeg, er onmiddellijk zeven
aangroeiden. Heracles, die als
onderdeel van zijn twaalf op
drachten, Hydra moest verslaan,
had daar iets op gevonden. Met
een brandende toorts schroeide
hij snel de halsstomp dicht, als
hij een kop had afgeslagen.
Als men op een avond in maart
naar het zuiden kijkt, zal men
geen moeite hebben de heldere
Kleine Hondster Procyon te ont
dekken. Procyon wordt op de
voet gevolgd door een groepje
sterren van de derde en vierde
grootte, die de kop van het lan
ge slingerende sterrenbeeld Hy
dra vormen. Qua oppervlakte is
dit sterrenbeeld het grootste
aan de hemel, maar jammer ge
noeg ook het saaiste. De enige
heldere ster, Alphard, staat heel
toepasselijk bekend als de „en
keling". Zijn plaats is eenvoudig
te vinden door een lijn te trek
ken door de sterren Castor en
Pollux in de Tweeling. Hij is
ook herkenbaar aan zijn oranje
achtige kleur. De kop van Hydra
ligt dicht bij de Kreeft (Cancer)
en de reusachtige slang kron
kelt zijn weg verder onder
Leeuw (Leo), Sextant, Corvus,
Crater en Maagd (Virgo). Onder
Hydra, langs de zuidelijke hori
zon, liggen veel sterren ver
spreid, die behoren tot de ster
renbeelden Centaur, Antlia, Vela
(Zeüan), Pyxis (Kompas) en Pup
pis (Achtersteven). Zeilen, Kom
pas en Achtersteven zijn de on
derdelen van. het schip Argo,
waarmee Jason met zijn Argo-
nauten het Gulden Vlies ging
halen. In hetzelfde gebied, maar
voor ons niet te zien, liggen
Alfa en Beta Centauri, Canopus
en het Zuiderkruis.
Hydra bevat behalve veel zwak
ke sterren, een galactische clus
ter, NGC 2548, twee bolvormige
clusters NGC 4590 en NGC
5694, twee planetaire nevels
NGC 2610 en NGC 3242 en een
aantal melkwegstelsels. Van de
variabele sterren is R Hydra van
belang door zijn rode kleur.
Deze ster neemt in een periode
van 388 dagen in magnitude toe
van 11.0 tot 3.0 en is dus met
het ongewapende oog zichtbaar.
De ster 17 Crt is een dubbelster
met componenten van bijna de
zelfde magnitude, namelijk 5.8
en 5.9. Zij zijn allebei geel van
kleur. Zij bewegen zich geza
menlijk door de ruimte en beho
ren waarschijnlijk tot hetzelfde
fysische systeem. Hun onderlin
ge afstand is 9 boogseconden.
HOOFDSTERREN:
vis- afstand
naam magn. abs. (lichtjaar)
a. Alphard 1.98 -1.03 130
b. (d) 4.40 -0.19 270
c. 3.33 0.32 130
d. 4.18 1.17 130
e. (d) 3.48 0.36 137
f. 3.30 0.40 124
4.32
-1.11
3.32 042
3.72 0.23
3.48 1.32
DUBBELSTERREN:
afstand
naam 1-vis, magn.-2 (boogsec)
17 6.91 6.67 4.3
b. 4.80 5.60 1.2
17Crt. 5.80 5.90 9.0
VARIABELE
STERREN
periode
naam max-vis. magn.-min (dagen)
RT 7.00 11.00 253
AK 7 80 8.20 112?
Y 8.30 1200 3028
U 7.00 9.20 450
FF 8.20 10 30 20
7.50
3.00
9.50
6.95
11.00 388
Astronomische
gebeurtenissen in
de maand MAART.
1 maart 18h Satumus in oppositie.
5 maart 07h Aldebaran (Stier) 0.2°
ten zuiden van de maan.
5 maart 16h Eerste Kwartier van de
8 maart 01 h Mercurius bereikt
grootste oostenlijke elongatie (18°).
9 maart 12h Jupiter 5° ten noorden
van de maan.
10 maart 10h De maan staat in het
apogee.
12 maart 21 h Satumus 3° ten oorden
van de maan.
13 maart 21 h Volle maan; gedeeltelij
ke maansverduistering.
14 maart 15h Mercurius stationair.
18 maart 11 h Uranus 4° ten zuiden
van de maan.
20 maart 18h Neptunus 4° ten zui
den van de maan.
21 maart 05h Equinox. (Zie hieron
der).
21 maart 11 h Laatste kwartier van
22 maart 23h Juno in conjunctie met
de zon.
23 maart 10h Neptunus stationair.
24 maart 14h Mercurius in beneden-
conjunctie.
25 maart 09h Venus 2° ten zuiden
van de maan.
26 maart 01 h Jupiter stationair.
26 maart 06h De maan staat in het
perigee.
27 maart 02h Mars 07° ten zuiden
van de maan.
28 maart 03h Nieuwe maan
Maansverduistering:
In de nacht van 13 op 14 maart zal
er in ons land weer een gedeeltelijke
maansverduistering zichtbaar zijn. D
eclips begint om 20h29 (Nederlandse
tijd) en zal een maximum bereiken
om 22h08. De verduistering eindigt
om 23h47. De magnitude van de
eclips is 0.858 d.w.z. dat tijdens het
maximum 86% van de maanschijf
verduisterd zal zijn.
Equinox:
De snijpunten van de ecliptica (de
baan die de zon bij haar jaarlijkse
beweging tussen de sterren be-
schnjft), en de hemelequator heten
de dag- en nachteveningspunten of
equinoxen. De term equinox wordt
gegeven aan beide equinoctische
punten en ook aan de dagen waarop
de zon deze punten bezet. Op deze
twee dagen gaat de zon precies in
het oosten op en gaat zij precies in
het westen onder. Ook duren de dag
en de nacht op deze twee dagen
exakt even lang Het snijpunt dat de
zon in maart passeert heet het voor-
jaars dag- en nachteveningspnt of
lentepunt, het andere het herfstpunt.
Men kan het lentepunt ook als volgt
definieren: nl. als de plaats die de
zon inneemt op het ogenblik dat
haar declinatie (hoekafstand van een
objekt t.o.v. de evenaar; voor
noord. - voor zuid) van negatief po
sitief wordt.
door
C. J. de Feijter
Herhalingsoefening
Enkele brieven van lezers nopen
mij op herhalingsoefeningen te
gaan. Eerst maar eens over dat
pionnen-eindspel van Lilja. Hier
over schreef J.M. te W. en ver
klaarde dat wit niet kon winnen
maar met slechts remise er uit
sprong. Ik vermeld nog even de
stand mét de oplossing.
H. Lilja. 3e prijs Suomen Shakki
1950.
Wit: Kb7; pion: a2 - Zwart: Kh7;
pionnen: c7, f6, f7.
Wit begint en wint.
Ik herhaal de oplossing met al
leen de opmerking bij de zesde
zet: 1. Kc6, f5 2. Kd5, f4 3. Ke4,
f5+! 4. Kf4: ,Kg6 5. a4, c5 6.
Ke3!,.. Anders loopt een van de
zwarte pionnen door.
(zie diagram nr. 1).
Wit: Ke3; pion: a4.
Zwart: Kg6; pionnen: c5, f5.
Zwart moet nu spelen.
De inzender zegt hier dat wit
niet kan winnen en toont dat
dan aan door te spelen: 6. a4-
a5, c5-c4 7. a6, c3 8. Ke3, f4+
9. Kd3, f2 10. a7, f ID 1.1. a8D
met remise.
Hierin heeft hij gelijk, maar
waarom zou wit op de zesde
zet een slechtere zet spelen dan
in de oplossing was aangege
ven? Daar stond toch bij aange
geven dat wit indien hij anders
speelt die zwarte pionnen niet
kon tegenhouden?
We houden ons dus toch maar
aan de winnende zet: 6 .Kf4-e3l,
Kg5 7. a5, f4+ 8. Kd3!, f3 9.
Ke3!. Kg4 10. a6, Kg3 11. a7, f2
12 Ke2, en wint, want de zwar
te koning kan het veld g2 niet
betreden wegens schaak door-
:13.a8D+.
Een andere lezer, C.J. v. B. dH.,
die zijn sporen in de schaakwe
reld al heeft verdiend, zond me
een hele dikke brief over die
studie van Puhakka, uit de prijs-
wedstrijd van begin januari. Ik
noemde die studie een „natuur
lijke" naar Weenink, vanwege
m si ai
diagram nr. 1
de partijstand. v. B. zou deze
studie liever een „analitische
studie" noemen. Omdat, zegt
hij, deze studie meer een voor
beeld en een bijdrage tot de
eindspeltheorie is dan dat het
verloop vanaf de beginstelling
de naam eindspelstudie recht
vaardigt.
Ik ben het daarmede niet eens.
De eindspeltheorie zegt ons dat
een koning remise kan houden
tegen een loper en een randpi-
on wanneer hij met zijn koning
het promotieveld beheerst. De
loper mag dan niet op de kleur
staan van dat promotieveld. In
de studie van Puhakka is dat
het geval, maar de strijd spitst
zich toe op het feit dat het wit
gelukt door zeer subtiel spet de
zwarte koning uit die remise-
hoek te houden en daarbij te
verhinderen dat de witte pion
wordt afgeruild of naar de h-lijn
wordt getransporteerd. Deze stu
die verwierf niet meer dan een
derde bijzondere vermelding en,
hoewel het mij niet past, als
prijsrechter voor de F.I.D.E.,
mede prijsrechters te kapittelen,
moet ik toch zeggen dat naar
mijn smaak deze studie veel te
laag is geplaatst. Inzender was
niet in de gelegenheid geweest
zijn oplossing in tè zenden,
maar toen hij de oplossing in
de schaakrubriek zag speet hem
dat. Te meer omdat hij dacht
een remisevariant te hebben ge
vonden. Daarom lopen we nog
eens de gehele oplossing door,
waarbij dan meteen die ver
meende inkorrektie kan worden
aangehaald.
De moeilijkheid van deze studie
is, dat zwart een heel goede
verdediging heeft door een re
misemogelijkheid op het midden
van het bord, die wit moet om
zeilen. Dat heeft te maken met
oppositie en als we het moeilijk
willen maken met „toegevoegde
velden". Dat was voor een veer
tigtal jaren een soort hobby van
vele komponisten maar sinds
Halberstadt en Duchamp een
boek hebben geschreven onder
de titel „Oppositie en toege
voegde velden zijn verzoend" is
dat geluwd. Het is natuurlijk
mooi om die schema's van toe
gevoegde vélden er meteen bij
te krijgen, maar als je de oplos
sing zelf moet zien te vinden,
moet je wel even eerst aan de
hand van de oppositieregels de
oplossing op papier zetten om
daarna de toegevoegde velden
in een schema te kunnen on
derbrengen. Hier volgt de stand
en daarna de oplossing
Studie van E. Puhakka. 3e B.V.
Problem 1958/59.
Wit: Kal; Lg6, pion: g4 - Zw
Ke6, pionnen d4, h6. Wit bei
en wint.
Al direkt komt het er op aani
juiste eerste zet te vinden.
leen 1. Kb2!,... is juist. En:
het antwoord: 1..., Kf6 is all4
2. Le8! winnend. En dat 1
eist dan blijkbaar toch nog t
ge toelichting. Want als witi
rekt: 2. Lh5?,... speelt, kan 1
niet meer winnen bij kori)
spel, en daarvoor geef ik j
het hiervolgende diagram:
(Zie diagram nr. 2).
Wit: Kb2, pion g4Lh5.
Zwart: Kfé, pionnen d4, h6.
Zwart houdt dan als volgt rei
2... Ke5! 3. Kei. d3! 4. Kdl,
Ke1, Ke5, 6. Kf2, Kf4 7,tft t
Ke5 8. Kd2, Ke4!,.. en wit
niet winnen. Op: 6. Kf1, Ke%
Kg2, d2 8. Lg6 Kf4 ook 1
se. Maar wit is niet gedwoni^
met: 4... Kd5 de ver-oppositie^
nemen. Direkt: 4... Kf4 5.
Ke3 is ook al remise.
N<* a Kc2, Ke4 4. Kdl, KdJT
Kei, Ke3 is er voor wit Lr
niets te bereiken. incj
Dus nog eens de auteursopL
sing: 1. Kb2. Kf6 2. Le8!, Ke{_
Lh5!, Kf4 4. Kc1!, Ke4 5. N
Ke3 6. Kd1, Kd3 7. Kei. Kel^
Kf 1Kf4. Even een zijsprtrt j
naar de remisepoging van vL
8..., d3 9. Ke1, d2+ 10. wLn
Kd3 11. Le8, Ke3 12. Lg6,..fcnser
is de weerlegging. 12..., Kf4 Lg v
Lh5, Ke3 14. Kc2... en het
uit! Na:
Kf2, Ke4
op een
d2 12. I
doel
pion
de witte pion wordt voorkomen]
Nogmaals deze studie
eigenlijk te moeilijk, maarl
meen dat te hebben goedf
maakt door tóch het uitgeloa
boek te hebben verloot.
In de week voor Kerst is in Isra
ël de eerste interlandserie Ne
derlandIsraël gespeeld. De 15-
jarige Noordhollandse jeugdkam-
pio :n Eran Binenbaum reisde
me -• en kwam voor Israël uit. Er
we den drie wedstrijden ge
speeld, twee in de kibboets Ke-
far Menachem en een in Jeruza
lem.
De Israëlische dambond staat
nog in de kinderschoenen. Hij
steunt op de organisatorische
bekwaamheden van Borochov
en de inbreng van vele ex-Rus
sen. Financieel kan de bond
evenmin bokkesprongen maken.
De Nederlanders betaalden zelf
de reiskosten en de hotelkosten
van de laatste dag in Jeruzalem.
De borden waarop de partijen
werden gespeeld waren door de
Nederlanders meegenomen en
geschonken aan de tegenstan
der.
Nadat Israël, bij het kampioen
schap van Europa nummer drie
geworden was, achter Nederland
en Rusland, in de eerste ont
moeting redelijk partij had gege
ven (137 verlies), volgden gro
te nederlagen in de beide ande-
Koninginnezegel in groot formaat
Op 13 maart zal de Nederlandse
PTT een bijzondere zegel in de
waarde van 55 cent uitgeven ter
gelegenheid van de 70ste ver
jaardag van koningin Juliana.
Het formaat van deze zegel is
groter dan gebruikelijk, n.l. 45
x 31.71 mm. De zegel beeldt
het portret van de koningin uit
dat naar voren komt uit een
achtergrond waarin het silhouet
van de koningin in goud zicht
baar is. De zegel is verder uit
gevoerd in de kleuren rood,
blauw en zwart, en draagt de
tekst „70 Juliana". Deze zegel
zal uiterlijk tot en met 27 april
verkrijgbaar zijn, al geldt deze
beperking niet voor filatelieloket-
ten en de filatelistische dienst
van de PTT. De geldigheid is
onbeperkt. De zegel de 84ste
waarop de beeltenis van de ko
ningin voorkomt is ontwor
pen door Otto Treuman, en
wordt gedrukt bij Joh. Enschedé
en Zonen.
Israël
re ontmoetingen, respectievelijk
164 en 18—2. Twee Nederlan
ders verloren hun partij en wel
Rob Clerc (tegen Palaria) en
Frank Drost (van Galperin). Jan
nes van de Wal en Sjoerd Vis
ser scoorden als enigen zes
punten. De overige resultaten:
Wiersma, Sijbrands, Hermelink,
De Ruiter en Schotanus vijf
punten. Clerq en Jansen vier
punten en Drost twee punten.
Duivelskunstenaar Gendlerman
hield Wiersma en Sijbrands op
remise, maar verloor in de laat
ste partij toch van Wiersma. De
wereldkampioen boekte daarmee
de eerste zege op de ex-Rus.
Verdediger Gendlerman kreeg
tegen de aanvallende Wiersma
(zwart) geen kans; zie het partij
verkoop:
1. 32-28 18-23, 2. 34-29 23x32,
3. 37x28 12-18, 4. 41-37 16-21,
5. 37-32 21-26, 6. 47-41 26x37,
7. 42x31 8-12, 8. 41-37 17-21, 9.
31-26 21-27, 10. 32x21 18-23, 11.
29x18 12x41, 12. 46x37 13-18,
13. 21-16 11-17, 14. 40-34 1 9-23,
15. 45-40 14-19, 16. 50-45 9-13,
17. 38-32 10-14, 18. 34-29 23x34,
198. 39x30 19-23, 20. 44-39 14-
19, 21. 30-25 4-9, 22. 25x14
9x20, 23. 40-34 20-25, 24. 43-38
5-10, 25. 48-43 17-22, 26. 49-44
6-11. 27. 44-40 11-17, 28. 34-30
25x34, 29. 40x29 23x34, 30.
39x30 Gendlerman probeert
door een dubbele ruil wat lucht
te krijgen. Het is echter duide
lijk dat zijn stelling door de
grote hoeveelheid randschijven
weinig kan inbrengen. 30. 10-
14, 31. 30-24 19x30, 32. 35x24.
Lijkt heel wat. Als zwart met 14-
19 achterloop neutraliseert Ge
ndlerman met 32-28-23, maar
riant
lel n
voel
ldoei
eerh.
erwi
lliTl
tel li li a
1 rdh
iUdc
11 n P n" m
iiL.sf o, sLj
fsTjEi 'S
iH
hel
^elpui
v, r of
Spa
;rad
S de
-•Tistar
f mi
SCHOTANUS
32. 3-8, natuurlijk, de
poot 2-8-13 maakt 24 onschfy
lijk en brengt zwart nog
terreinvoordeel. 33. 37-31
34. 45-40 14-20. 35. 31-27
36. 33x24 22x31, 37. 36x27
23, 38. 37-31 13-19. 39. 2
8x19, 40. 38-33 15-20, 41.
20-24, 42. 39-34 2-8, 43.
8-13, 44. 33-218 1-7, 45.
23x32, 46. 27x38 19-23, 47,
30 13-19, 48. 30-25 23-28,
35-30 24x35, 50. 25-20 19-24U7u*:
20x29 35-40, 52. 29-24 4044
24-20 44-50, 54. 20-14 50-45
Gendlerman geeft zich gi
nen; er dreigt 28-33 en het
ren van 38 plus 14-10
evenmin: 7-11 16x18 45xz1
Schotanus. Jammer dat de
ëliërs nog veel blundert
zoals Belkin tegen Schoti
Na 13-19 van Belkin (zie
gram) won Schotanus onmid
lijk door 34. 29-24 20x29,
27-21. Het gedwongen 2(
wordt immers gevolgd door
3329x2731x24. Belkin.
BtVE
jaai
4mÜo
ei in
'Pril
tpro
apri
irs—
apr:
levllika;
$nber
apri
"Sum
I 'gh—
mei