weekpuzzel door dr. Pluizer /sterrenhemel postzegels oplossing vorige puzzel 3t c a li §t( mjBijrm i DENKSPORTEN/HOBBY LEIDSE COURANT ZATERDAG 24 FEBRUAR11! P( De prijswinnaars van de puzzel van vorige week zijn: Vijftien gulden: Mevr. v. d. Post, Marnixstraat 26.2316 EZ Leiden. Mevr. v. d. Ploeg-Koelewijn, Narcisstraat 22,2201 CE Noordwijk. De prijzen worden binnen drie weken per cheque toegestuurd. NR. 8 KRUISWOORDRAADSEL Horizontaal: 1. vrouwelijk beroep; 6. werktuig; 7. orgaan v. e. vis 9. zeilvaartuig; 10. knaagdier; 12. beroep; 14. uiting van genegen heid; 15. verzekeringsbewijs; 17. wolvlokje; 19. arm v.e. rivier; 20. gezamenlijke ministers; 22. in houdsmaat; 24. lidwoord; 25. deel v. h. gezicht; 26. bij voortduring; 28. ten aanzien van (afk.); 30. on bepaald hoofdtelwoord; 31. niet massief; 32. zangstem; 33. pro per; 35. boksterm (afk.); 36. be lemmering (fig 39. stijging van de waterstand; 41. vrucht; 42. bloem; 43. biljartstok; 45. insekt; 46. gereed; 48. lichaamsdeel; 50. alvorens; 51. loopplaats voor kip pen; 52. muzieknoot; 53. wijn soort; 55. korte kous; 57. Europe se rivier; 58. lichamelijk lijden; 59. telwoord; 61. soort gebakje; 64. hemellichaam; 65. bewoner v.h. hoge Noorden; 67. hoofdbe dekking; 68. boom; 69. vogelveer; 71. toiletbenodigdheid; 72. niet bevestigd; 73. rund; 75. Spaanse itel; 76. oorlogsvaartuig. Verticaal: 1.afstandsmaat; 2. aardr. afkorting; 3. Europeaan; 4. televisie (afk.); 5. boom; 6. roof dier; 8. kloosterlinge; 9. schou derblok; 10. waterbewoner; 11. metaal; 13. gewrichtsholte; 14. huisdier; 15. duinvallei; 16. vreemde munt; 18. gegraven diep te; 19. korte tijdsduur; 20. koud; 21. vat; 23. deel v. e. huis; 24. aankomend werkman; 25. scheepskeuken; 27. innerlijk be sef; 29. ploegleider; 31. gewelf; 34. bewijs aan een couponblad; 36. recht stuk v.e. vaarwater; 37. geheel gevuld; 38. griezelig; 40. vreemde titel; 44. maand v. h. jaar; 47. tovergodin; 49. weinig wetend; 51. geschikt om geplukt te worden; 52. niet grof; 54. klein vertrek; 56. deel v. e. tabakspijp; 57. kledingstuk; 58. meisjesspeel goed; 60. houten drinkkom; 62. zwaardwalvis; 63. gezichtseinder; 64. telwoord; 66. brandbare stof; 68. splitsingsprodukt v. e. mole cule; 70. bovenhoek v. e. zeil; 72. oude lap; 74. bijwoord; 75. lid woord. Oplossingen onder vermelding van Puzzel 8 dienen uiterlijk woensdagmiddag met vermelding van eigen postcodenummer ir bezit te zijn van Leidse Courant, Postbus 112300 AA Leiden. Ter afwisseling van de gebruike lijke spelbespreking volgt hier onder een double-dummy pro bleem, waarop de geïnteresseer de lezer zijn, of haar, krachten eens kan beproeven. Degenen, die er te weinig tijd voor kunnen vinden, wordt toch aangeraden de oplossing goed door te nemen. De manier waar op zuid aan het benodigde aan tal slagen komt is zeer leerzaam en kan in de praktijk vaker wor den toegepast dan men ver moedt. De enige eis om een dergelijk spel tot een goed einde te brengen, is een tamelijk nauw keurig inzicht te hebben in de verdeling van de kaarten bij de tegenstanders. In het hierna vol gende spel (dat aan de praktijk werd ontleend, maar vervolgens een beetje gewijzigd) opende west met 1 harten, waardoor de plaats van de belangrijkste plaatjes al grotendeels bekend werd gemaakt. Noord-zuid be reikten vervolgens een 6 schop pencontract en het is aan u om nu uit te zoeken hoe zuid dat spel kan maken. De uitkomst was hartenheer. HV9 B 82 N 5 A H1082 w n *>76543 o H 82 o B 1097 B9 L +:V83 A107643 V B 9 o A53 5 Oplossing: Om twaalf slagen te kunnen maken, moet zuid de klaverkleur van noord vrijtroeven. Dit is op zichzelf niet zo moeilijk, maar door het 3—1 zitten van de Probleem troeven heeft noord een entree te weinig om hier zonder speci ale maatregelen van te profite ren. Zuid kan dit probleem als volgt tot een goed einde bren gen. De eerste slag wordt in noord met de 9 getroefd waarna klaveraas en -heer worden ge speeld en in zuid een harten verdwijnt. Hierna speelt zuid een kleine klaveren en troeft deze met het aas! West kan weinig beters doen dan een harten af gooien, waarna zuid een schop pen naar noords heer speelt. Vervolgens speelt zuid weer kla veren en gooit hierop zijn laat ste harten af. West is machteloos. Hij kan troeven, maar moet daarna het zij troef spelen naar noords vrouw, zodat op de klaveren de verliezers van zuid verdwijnen, hetzij ruiten spelen waardoor noord ruitenvrouw maakt, de laatste troef weghaalt en de rest kan incasseren, hetzij harten spelen in de dubbele renonce. In het laatste geval troeft zuid, gaat met troef naar de tafel en gooit op de vrije klaveren zijn ruitens weg. Voor de kritische lezer, die op merkt dat het in de praktijk geenszins zeker is, dat oost maar een singleton troef heeft zij vermeld dat het geen ver schil maakt als oost de vierde klaveren zou (kunnen) troeven. Ook dan wordt het contract ge maakt, omdat zuid ook dan zijn laatste harten weggooit, waarna het naspel door oost tot een zelfde eindsituatie leidt. Speelt oost in dat geval ruiten na, dan neemt zuid natuurlijk met het aas, haalt de laatste troef en gooit op de klaveren weer zijn verliezers af. We hebben hier dus te maken met een entree-creërende speel wijze, waarbij de entree ont staat, doordat een tegenstander zich in troef moet inkorten. Waterslang: lang en taai Hydra of Waterslang is een ster renbeeld uit de oudheid. In de Griekse mythologie is Hydra een zevenkoppig moerasmonster, met de merkwaardige eigen schap, dat, als men een kop af sloeg, er onmiddellijk zeven aangroeiden. Heracles, die als onderdeel van zijn twaalf op drachten, Hydra moest verslaan, had daar iets op gevonden. Met een brandende toorts schroeide hij snel de halsstomp dicht, als hij een kop had afgeslagen. Als men op een avond in maart naar het zuiden kijkt, zal men geen moeite hebben de heldere Kleine Hondster Procyon te ont dekken. Procyon wordt op de voet gevolgd door een groepje sterren van de derde en vierde grootte, die de kop van het lan ge slingerende sterrenbeeld Hy dra vormen. Qua oppervlakte is dit sterrenbeeld het grootste aan de hemel, maar jammer ge noeg ook het saaiste. De enige heldere ster, Alphard, staat heel toepasselijk bekend als de „en keling". Zijn plaats is eenvoudig te vinden door een lijn te trek ken door de sterren Castor en Pollux in de Tweeling. Hij is ook herkenbaar aan zijn oranje achtige kleur. De kop van Hydra ligt dicht bij de Kreeft (Cancer) en de reusachtige slang kron kelt zijn weg verder onder Leeuw (Leo), Sextant, Corvus, Crater en Maagd (Virgo). Onder Hydra, langs de zuidelijke hori zon, liggen veel sterren ver spreid, die behoren tot de ster renbeelden Centaur, Antlia, Vela (Zeüan), Pyxis (Kompas) en Pup pis (Achtersteven). Zeilen, Kom pas en Achtersteven zijn de on derdelen van. het schip Argo, waarmee Jason met zijn Argo- nauten het Gulden Vlies ging halen. In hetzelfde gebied, maar voor ons niet te zien, liggen Alfa en Beta Centauri, Canopus en het Zuiderkruis. Hydra bevat behalve veel zwak ke sterren, een galactische clus ter, NGC 2548, twee bolvormige clusters NGC 4590 en NGC 5694, twee planetaire nevels NGC 2610 en NGC 3242 en een aantal melkwegstelsels. Van de variabele sterren is R Hydra van belang door zijn rode kleur. Deze ster neemt in een periode van 388 dagen in magnitude toe van 11.0 tot 3.0 en is dus met het ongewapende oog zichtbaar. De ster 17 Crt is een dubbelster met componenten van bijna de zelfde magnitude, namelijk 5.8 en 5.9. Zij zijn allebei geel van kleur. Zij bewegen zich geza menlijk door de ruimte en beho ren waarschijnlijk tot hetzelfde fysische systeem. Hun onderlin ge afstand is 9 boogseconden. HOOFDSTERREN: vis- afstand naam magn. abs. (lichtjaar) a. Alphard 1.98 -1.03 130 b. (d) 4.40 -0.19 270 c. 3.33 0.32 130 d. 4.18 1.17 130 e. (d) 3.48 0.36 137 f. 3.30 0.40 124 4.32 -1.11 3.32 042 3.72 0.23 3.48 1.32 DUBBELSTERREN: afstand naam 1-vis, magn.-2 (boogsec) 17 6.91 6.67 4.3 b. 4.80 5.60 1.2 17Crt. 5.80 5.90 9.0 VARIABELE STERREN periode naam max-vis. magn.-min (dagen) RT 7.00 11.00 253 AK 7 80 8.20 112? Y 8.30 1200 3028 U 7.00 9.20 450 FF 8.20 10 30 20 7.50 3.00 9.50 6.95 11.00 388 Astronomische gebeurtenissen in de maand MAART. 1 maart 18h Satumus in oppositie. 5 maart 07h Aldebaran (Stier) 0.2° ten zuiden van de maan. 5 maart 16h Eerste Kwartier van de 8 maart 01 h Mercurius bereikt grootste oostenlijke elongatie (18°). 9 maart 12h Jupiter 5° ten noorden van de maan. 10 maart 10h De maan staat in het apogee. 12 maart 21 h Satumus 3° ten oorden van de maan. 13 maart 21 h Volle maan; gedeeltelij ke maansverduistering. 14 maart 15h Mercurius stationair. 18 maart 11 h Uranus 4° ten zuiden van de maan. 20 maart 18h Neptunus 4° ten zui den van de maan. 21 maart 05h Equinox. (Zie hieron der). 21 maart 11 h Laatste kwartier van 22 maart 23h Juno in conjunctie met de zon. 23 maart 10h Neptunus stationair. 24 maart 14h Mercurius in beneden- conjunctie. 25 maart 09h Venus 2° ten zuiden van de maan. 26 maart 01 h Jupiter stationair. 26 maart 06h De maan staat in het perigee. 27 maart 02h Mars 07° ten zuiden van de maan. 28 maart 03h Nieuwe maan Maansverduistering: In de nacht van 13 op 14 maart zal er in ons land weer een gedeeltelijke maansverduistering zichtbaar zijn. D eclips begint om 20h29 (Nederlandse tijd) en zal een maximum bereiken om 22h08. De verduistering eindigt om 23h47. De magnitude van de eclips is 0.858 d.w.z. dat tijdens het maximum 86% van de maanschijf verduisterd zal zijn. Equinox: De snijpunten van de ecliptica (de baan die de zon bij haar jaarlijkse beweging tussen de sterren be- schnjft), en de hemelequator heten de dag- en nachteveningspunten of equinoxen. De term equinox wordt gegeven aan beide equinoctische punten en ook aan de dagen waarop de zon deze punten bezet. Op deze twee dagen gaat de zon precies in het oosten op en gaat zij precies in het westen onder. Ook duren de dag en de nacht op deze twee dagen exakt even lang Het snijpunt dat de zon in maart passeert heet het voor- jaars dag- en nachteveningspnt of lentepunt, het andere het herfstpunt. Men kan het lentepunt ook als volgt definieren: nl. als de plaats die de zon inneemt op het ogenblik dat haar declinatie (hoekafstand van een objekt t.o.v. de evenaar; voor noord. - voor zuid) van negatief po sitief wordt. door C. J. de Feijter Herhalingsoefening Enkele brieven van lezers nopen mij op herhalingsoefeningen te gaan. Eerst maar eens over dat pionnen-eindspel van Lilja. Hier over schreef J.M. te W. en ver klaarde dat wit niet kon winnen maar met slechts remise er uit sprong. Ik vermeld nog even de stand mét de oplossing. H. Lilja. 3e prijs Suomen Shakki 1950. Wit: Kb7; pion: a2 - Zwart: Kh7; pionnen: c7, f6, f7. Wit begint en wint. Ik herhaal de oplossing met al leen de opmerking bij de zesde zet: 1. Kc6, f5 2. Kd5, f4 3. Ke4, f5+! 4. Kf4: ,Kg6 5. a4, c5 6. Ke3!,.. Anders loopt een van de zwarte pionnen door. (zie diagram nr. 1). Wit: Ke3; pion: a4. Zwart: Kg6; pionnen: c5, f5. Zwart moet nu spelen. De inzender zegt hier dat wit niet kan winnen en toont dat dan aan door te spelen: 6. a4- a5, c5-c4 7. a6, c3 8. Ke3, f4+ 9. Kd3, f2 10. a7, f ID 1.1. a8D met remise. Hierin heeft hij gelijk, maar waarom zou wit op de zesde zet een slechtere zet spelen dan in de oplossing was aangege ven? Daar stond toch bij aange geven dat wit indien hij anders speelt die zwarte pionnen niet kon tegenhouden? We houden ons dus toch maar aan de winnende zet: 6 .Kf4-e3l, Kg5 7. a5, f4+ 8. Kd3!, f3 9. Ke3!. Kg4 10. a6, Kg3 11. a7, f2 12 Ke2, en wint, want de zwar te koning kan het veld g2 niet betreden wegens schaak door- :13.a8D+. Een andere lezer, C.J. v. B. dH., die zijn sporen in de schaakwe reld al heeft verdiend, zond me een hele dikke brief over die studie van Puhakka, uit de prijs- wedstrijd van begin januari. Ik noemde die studie een „natuur lijke" naar Weenink, vanwege m si ai diagram nr. 1 de partijstand. v. B. zou deze studie liever een „analitische studie" noemen. Omdat, zegt hij, deze studie meer een voor beeld en een bijdrage tot de eindspeltheorie is dan dat het verloop vanaf de beginstelling de naam eindspelstudie recht vaardigt. Ik ben het daarmede niet eens. De eindspeltheorie zegt ons dat een koning remise kan houden tegen een loper en een randpi- on wanneer hij met zijn koning het promotieveld beheerst. De loper mag dan niet op de kleur staan van dat promotieveld. In de studie van Puhakka is dat het geval, maar de strijd spitst zich toe op het feit dat het wit gelukt door zeer subtiel spet de zwarte koning uit die remise- hoek te houden en daarbij te verhinderen dat de witte pion wordt afgeruild of naar de h-lijn wordt getransporteerd. Deze stu die verwierf niet meer dan een derde bijzondere vermelding en, hoewel het mij niet past, als prijsrechter voor de F.I.D.E., mede prijsrechters te kapittelen, moet ik toch zeggen dat naar mijn smaak deze studie veel te laag is geplaatst. Inzender was niet in de gelegenheid geweest zijn oplossing in tè zenden, maar toen hij de oplossing in de schaakrubriek zag speet hem dat. Te meer omdat hij dacht een remisevariant te hebben ge vonden. Daarom lopen we nog eens de gehele oplossing door, waarbij dan meteen die ver meende inkorrektie kan worden aangehaald. De moeilijkheid van deze studie is, dat zwart een heel goede verdediging heeft door een re misemogelijkheid op het midden van het bord, die wit moet om zeilen. Dat heeft te maken met oppositie en als we het moeilijk willen maken met „toegevoegde velden". Dat was voor een veer tigtal jaren een soort hobby van vele komponisten maar sinds Halberstadt en Duchamp een boek hebben geschreven onder de titel „Oppositie en toege voegde velden zijn verzoend" is dat geluwd. Het is natuurlijk mooi om die schema's van toe gevoegde vélden er meteen bij te krijgen, maar als je de oplos sing zelf moet zien te vinden, moet je wel even eerst aan de hand van de oppositieregels de oplossing op papier zetten om daarna de toegevoegde velden in een schema te kunnen on derbrengen. Hier volgt de stand en daarna de oplossing Studie van E. Puhakka. 3e B.V. Problem 1958/59. Wit: Kal; Lg6, pion: g4 - Zw Ke6, pionnen d4, h6. Wit bei en wint. Al direkt komt het er op aani juiste eerste zet te vinden. leen 1. Kb2!,... is juist. En: het antwoord: 1..., Kf6 is all4 2. Le8! winnend. En dat 1 eist dan blijkbaar toch nog t ge toelichting. Want als witi rekt: 2. Lh5?,... speelt, kan 1 niet meer winnen bij kori) spel, en daarvoor geef ik j het hiervolgende diagram: (Zie diagram nr. 2). Wit: Kb2, pion g4Lh5. Zwart: Kfé, pionnen d4, h6. Zwart houdt dan als volgt rei 2... Ke5! 3. Kei. d3! 4. Kdl, Ke1, Ke5, 6. Kf2, Kf4 7,tft t Ke5 8. Kd2, Ke4!,.. en wit niet winnen. Op: 6. Kf1, Ke% Kg2, d2 8. Lg6 Kf4 ook 1 se. Maar wit is niet gedwoni^ met: 4... Kd5 de ver-oppositie^ nemen. Direkt: 4... Kf4 5. Ke3 is ook al remise. N<* a Kc2, Ke4 4. Kdl, KdJT Kei, Ke3 is er voor wit Lr niets te bereiken. incj Dus nog eens de auteursopL sing: 1. Kb2. Kf6 2. Le8!, Ke{_ Lh5!, Kf4 4. Kc1!, Ke4 5. N Ke3 6. Kd1, Kd3 7. Kei. Kel^ Kf 1Kf4. Even een zijsprtrt j naar de remisepoging van vL 8..., d3 9. Ke1, d2+ 10. wLn Kd3 11. Le8, Ke3 12. Lg6,..fcnser is de weerlegging. 12..., Kf4 Lg v Lh5, Ke3 14. Kc2... en het uit! Na: Kf2, Ke4 op een d2 12. I doel pion de witte pion wordt voorkomen] Nogmaals deze studie eigenlijk te moeilijk, maarl meen dat te hebben goedf maakt door tóch het uitgeloa boek te hebben verloot. In de week voor Kerst is in Isra ël de eerste interlandserie Ne derlandIsraël gespeeld. De 15- jarige Noordhollandse jeugdkam- pio :n Eran Binenbaum reisde me -• en kwam voor Israël uit. Er we den drie wedstrijden ge speeld, twee in de kibboets Ke- far Menachem en een in Jeruza lem. De Israëlische dambond staat nog in de kinderschoenen. Hij steunt op de organisatorische bekwaamheden van Borochov en de inbreng van vele ex-Rus sen. Financieel kan de bond evenmin bokkesprongen maken. De Nederlanders betaalden zelf de reiskosten en de hotelkosten van de laatste dag in Jeruzalem. De borden waarop de partijen werden gespeeld waren door de Nederlanders meegenomen en geschonken aan de tegenstan der. Nadat Israël, bij het kampioen schap van Europa nummer drie geworden was, achter Nederland en Rusland, in de eerste ont moeting redelijk partij had gege ven (137 verlies), volgden gro te nederlagen in de beide ande- Koninginnezegel in groot formaat Op 13 maart zal de Nederlandse PTT een bijzondere zegel in de waarde van 55 cent uitgeven ter gelegenheid van de 70ste ver jaardag van koningin Juliana. Het formaat van deze zegel is groter dan gebruikelijk, n.l. 45 x 31.71 mm. De zegel beeldt het portret van de koningin uit dat naar voren komt uit een achtergrond waarin het silhouet van de koningin in goud zicht baar is. De zegel is verder uit gevoerd in de kleuren rood, blauw en zwart, en draagt de tekst „70 Juliana". Deze zegel zal uiterlijk tot en met 27 april verkrijgbaar zijn, al geldt deze beperking niet voor filatelieloket- ten en de filatelistische dienst van de PTT. De geldigheid is onbeperkt. De zegel de 84ste waarop de beeltenis van de ko ningin voorkomt is ontwor pen door Otto Treuman, en wordt gedrukt bij Joh. Enschedé en Zonen. Israël re ontmoetingen, respectievelijk 164 en 18—2. Twee Nederlan ders verloren hun partij en wel Rob Clerc (tegen Palaria) en Frank Drost (van Galperin). Jan nes van de Wal en Sjoerd Vis ser scoorden als enigen zes punten. De overige resultaten: Wiersma, Sijbrands, Hermelink, De Ruiter en Schotanus vijf punten. Clerq en Jansen vier punten en Drost twee punten. Duivelskunstenaar Gendlerman hield Wiersma en Sijbrands op remise, maar verloor in de laat ste partij toch van Wiersma. De wereldkampioen boekte daarmee de eerste zege op de ex-Rus. Verdediger Gendlerman kreeg tegen de aanvallende Wiersma (zwart) geen kans; zie het partij verkoop: 1. 32-28 18-23, 2. 34-29 23x32, 3. 37x28 12-18, 4. 41-37 16-21, 5. 37-32 21-26, 6. 47-41 26x37, 7. 42x31 8-12, 8. 41-37 17-21, 9. 31-26 21-27, 10. 32x21 18-23, 11. 29x18 12x41, 12. 46x37 13-18, 13. 21-16 11-17, 14. 40-34 1 9-23, 15. 45-40 14-19, 16. 50-45 9-13, 17. 38-32 10-14, 18. 34-29 23x34, 198. 39x30 19-23, 20. 44-39 14- 19, 21. 30-25 4-9, 22. 25x14 9x20, 23. 40-34 20-25, 24. 43-38 5-10, 25. 48-43 17-22, 26. 49-44 6-11. 27. 44-40 11-17, 28. 34-30 25x34, 29. 40x29 23x34, 30. 39x30 Gendlerman probeert door een dubbele ruil wat lucht te krijgen. Het is echter duide lijk dat zijn stelling door de grote hoeveelheid randschijven weinig kan inbrengen. 30. 10- 14, 31. 30-24 19x30, 32. 35x24. Lijkt heel wat. Als zwart met 14- 19 achterloop neutraliseert Ge ndlerman met 32-28-23, maar riant lel n voel ldoei eerh. erwi lliTl tel li li a 1 rdh iUdc 11 n P n" m iiL.sf o, sLj fsTjEi 'S iH hel ^elpui v, r of Spa ;rad S de -•Tistar f mi SCHOTANUS 32. 3-8, natuurlijk, de poot 2-8-13 maakt 24 onschfy lijk en brengt zwart nog terreinvoordeel. 33. 37-31 34. 45-40 14-20. 35. 31-27 36. 33x24 22x31, 37. 36x27 23, 38. 37-31 13-19. 39. 2 8x19, 40. 38-33 15-20, 41. 20-24, 42. 39-34 2-8, 43. 8-13, 44. 33-218 1-7, 45. 23x32, 46. 27x38 19-23, 47, 30 13-19, 48. 30-25 23-28, 35-30 24x35, 50. 25-20 19-24U7u*: 20x29 35-40, 52. 29-24 4044 24-20 44-50, 54. 20-14 50-45 Gendlerman geeft zich gi nen; er dreigt 28-33 en het ren van 38 plus 14-10 evenmin: 7-11 16x18 45xz1 Schotanus. Jammer dat de ëliërs nog veel blundert zoals Belkin tegen Schoti Na 13-19 van Belkin (zie gram) won Schotanus onmid lijk door 34. 29-24 20x29, 27-21. Het gedwongen 2( wordt immers gevolgd door 3329x2731x24. Belkin. BtVE jaai 4mÜo ei in 'Pril tpro apri irs— apr: levllika; $nber apri "Sum I 'gh— mei

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 10