Bij marine
is
het varen
voor
vrouwen
er voorlopig
nog
niet bij
Haren kunnen
iets vertellen
over gezondheid
DEN HELDER Alles knus en gezellig,
mannen en vrouwen bij elkaar in een roze
onderzeeër, zoals de tv-serie Petticoat
doet vermoeden. De realiteit pakt echter
geheel anders uit „Denk je eens in, dat
je als vrouw op een schip dag en nacht
samenwerkt met mannen, zou je er dan
onbekommerd naast kunnen slapen?".
Aan het woord is mevrouw N. M. Witsen-
burg, officier marva eerste klasse. „In the
orie moet het kunnen", zegt ze, „maar de
vraag is of we er mentaal ver genoeg
voor zijn".
Het huisvestingsprobleem is één van de
grote struikelblokken, dat overwonnen moet
worden om de integratie van de vrouwelijke
militair in de krijgsmacht volledig te laten
zijn. Met ingang van 1 januari 1979 is de
rechtspositie van de man en de vrouw in
de krijgsmacht gelijk getrokken. Daarmee
staan in beginsel alle functies in de krijgs
macht voor vrouwen open, echter met die
restrictie, dat vrouwen nog niet in alle
functies plaatsbaar zijn. Bij de marine is
het varen voor vrouwen er dus voorlopig
nog niet bij.
Mevrouw Witsenburg, staffunctionaris bij de
afdeling schepelingen van het ministerie
van defensie (marine), vertelt waarom.
„Onze oorlogsschepen zijn gebouwd in een
tijd, waarin nog helemaal niet aan integra
tie werd gedacht. Ze zitten vol apparatuur
en de omvang van de verblijfsruimte is mi
nimaal".
Gevoelens
„Feit blijft, dat tussen mannen en vrouwen
die in eikaars omgeving dienen een band
ontstaat. Militair of niet, je blijft man en
vrouw met ieder z'n eigen gevoelens. Dat
zit nu eenmaal in de aard van het beestje",
zegt de officier. Ze is een vriendelijke,
blonde vrouw, gehuld in donker uniform.
Gouden strepen markeren haar jarenlange
verdienste voor de marine op onder meer
het gebied van personeelsaangelegenheden.
Het einde van haar diensttijd nadert. Reden
waarom ze het niet de moeite vindt nog
om te schakelen van Marva-officier naar of
ficiervan speciale diensten.
„Natuurlijk is het mogelijk om schepen om
te bouwen en de interieurs aan te passen",
zegt ze, „zoals theóretisch alles mogelijk is,
maar ik vrees dat je er daarmee niet bent.
Afgezien van het feit dat het geld kost
wat volgens haar nooit een reden mag zijn
om vrouwen te weren zal een mentali
teitsverandering nodig zijn, die heel gelei
delijk zal moeten verlopen". Ofschoon ze
verzekert, dat daaraan binnen de marine
hard gewerkt wordt, kun je je wel afvragen
of je gevoelens ooit in een keurslijf kunt
dwingen.
Zij vervolgt: „Denk eens aan de vrouwen
van die mannen, die voor een maand of
zes het ruime sop kiezen. Hoe zullen die
het vinden als hun mannen die tijd aan
boord met vrouwen moeten doorbrengen.
Aan de andere kant zul je krijgen, dat
mannen het niet eerlijk vinden, dat vrou
wen aan de wal kunnen blijven en zij moe
ten varen, terwijl wel de rechtsposities ge
lijk zijn getrokken".
Integratie
Mevrouw Witsenburg laat weten, dat Neder
land niet de enige zeevarende natie is, die
met dit probleem kampt. „Ook de Amerika
nen hebben er nog geen oplossing voor,
hoewel hun vloot veel groter is dan de
onze. Wel worden er vrouwen ingezet op
hospitaalschepen en wordt er nu een proef
genomen op bevoorradingsschepen, waar
van zij er wel dertig hebben en wij slechts
twee. De accommodatie op die schepen is
wat ruimer. Toch heeft een volledige inte
gratie van vrouwen in de marine daar nog
niet plaats".
Het korps Marva, dat in 1982 wordt opge
heven, telt nu ongeveer 250 vrouwen. Een
vijftigtal bekleedt officiersfuncties. Dit aantal
kan nu worden uitgebreid, omdat aan vrou
wen volledige opleidingen worden geboden.
Marva-officieren kunnen worden opgeno
men in het korps officieren voor speciale
diensten. Financieel maakt dat voor hen
niets uit, want de salarissen van vrouwelij
ke mi|itairen zijn altijd gelijk geweest aan
die van de mannen. „Wat dat betreft waren
we bij de krijgsmacht vrij vooruitstrevend",
merkt mevrouw Witsenburg op.
Jammer vindt ze het, uit oogpunt van inte
gratie, dat nog al te weinig vrouwen tech
nisch geschoold zijn. De meeste vrouwen
zitten in huishoudelijke en administratieve
sferen (logistieke dienst). De marine is ech
ter een hoog technisch bedrijf en heeft be
hoefte aan technisch personeel. „We lopen
voor wat de eisen betreft in de pas met de
mammoetwet. Een matroos moet tenminste
lagere technische school hebben, het liefst
nog met C-stroom. Er zijn helaas nog
steeds erg weinig meisjes die de LTS be
zoeken".
Oorzaak daarvan is volgens de marva-offi-
cier terug te voeren naar het oude rollen
patroon. „Daar moeten we vanaf", zegt ze,
„maar dat kun je niet dwingen. Iets wat in
een paar eeuwen is gegroeid kun je in een
paar jaar niet ombuigen, maar ik zie het
wel
Carriere
Groot voordeel voor de integratie vindt ze,
dat de marine op den duur genoodzaakt is
om meer vrouwen in dienst te nemen. „Als
er geen mannen komen, zal toch in de be
hoefte aan personeel moeten werden voor
zien", zegt ze, alsof ze praat over een
noodzakelijk kwaad. „De vrouw moest im
mers ook redding brengen in het slinkend
trambestuurdersbestand in Amsterdam. Dat
is de realiteit", zegt ze, terwijl ze volmon
dig beaamt, dat werving eigenlijk zou moe
ten plaats vinden uit oogpunt van gelijk
heid. Ze denkt dat ook de vrouw zelf daar
aan ten dele schuldig is. „Ik heb het ge
voel, dat de vrouw over het algemeen niet
zo carrière-minded is. Ik geloof, dat ze het
trouwen en het stichten van een gezin veel
Het uitgangspunt is alle functies in de
krijgsmacht open te stellen voor vrouwen.
album ten dage la men steeds beter In
di om aan de hand van de eamenstel-
ran het haar conclusies te trekken
de aanwezigheid van bepaalde ziek-
/'f; jfon houdt zelfs ernstig rekening met
pgelljkheld, dat men met behulp van
wilei ren van de moeder in de toekomst
?uwejinnen bepalen of een nog ongeboren
ce^r\ ®®n ernstige stofwisselingsziekte
sw$ Ook Is het mogelijk om aan de
erus?van het haar de mate van luchtver-
van personen verschillen niet alleen
igte, dikte en kleur, maar ook in sa-
telling. Behalve eiwitten zijn ook klei-
/AfllOeveelheden elementen aanwezig, de
rf ®ten spoorelementen, zoals zink, ko-
kke-hroom' magnesium en andere, aldus
^arviht'n9 Bio-Wetenschappen en Maat-
dof 'n Bi°bulletin van 2 februari.
'r en wat zinnigs zeggen over het haar,
aj men zoveel mogelijk de invloeden
J.'.tenaf moeten uitschakelen. Dat bete
bijvoorbeeld, dat men voor het onder-
het haar telkens op dezelfde manier
dezelfde shampoo moet wassen en
bj. ^odanig, dat in elk geval de uitwendige
n®'. die in het vet van het haar is bl ij-
teken, verwijderd wordt en dat er zo
hogelijk aan de samenstelling van het
jeranderd wordt,
iw" rapport 'van het Internationale Bu
bij d
i chte
?rdel~
reau voor Atoomenergie in Wenen, dat in
oktober is verschenen, zijn alle onderzoe
ken aan haar met betrekking tot luchtver
vuiling bij elkaar gezet. Een daarvan is in
1975 in Canada uitgevoerd. Daaruit is ge
bleken, dat de concentratie van lood bij de
bevolking op het platteland het laagst was.
Mensen in de steden hadden een grotere
hoeveelheid: de concentratie van lood bij
mensen, die dicht bij loodsmelterijen woon
den. was het hoogst.
Ook in Nederland wordt onderzoek gedaan
naar spoorelementen in het haar. Dit is een
onderdeel van een algemener onderzoek
naar de werking van spoorelementen in het
lichaam op het Interuniversitair Reactor In
stituut (IRI) in Delft, veelal in samenwerking
met andere wetenschappelijke instituten. Zo
hebben dr. J. J. M. de Goey en zijn mede
werkers een verband kunnen leggen tussen
het eten van vis en het voorkomen van
kwik in de haren van een groep mensen in
Noord-Holland. Het bleek dat bij een grote
re visconsumptie meer kwik in de haren
aan te tonen was. Deze hoeveelheid lag
evenwel nog ruim beneden de grens van
het ontoelaatbare en zeker tienmaal bene
den de hoeveelheid kwik, waarbij zich in
Japan de eerste verschijnselen van kwikver
giftiging hebben voorgedaan.
Het IRI kon ook na het ongeluk in 1976 op
het terrein van een chemische fabriek in
Tiel, waarbij een paar arseenverbindingen
in grote hoeveelheden waren vrijgekomen,
arsenicum duidelijk waarnemen in de haren
van de omwonenden.
Spoorelementen en ziekte
Sedert een jaar of acht is een andere
groep van het IRI, onder leiding van dr. G.
J. A. van den Hamer, bezig een verband te
zoeken tussen spoorelementen in het men
selijke lichaam en het vóórkomen van ziek
ten. Door proefdierenonderzoek en met ver
beterde technieken heeft Van den Hamer
meer gegevens verkregen over het verband
tussen een tweetal erfelijke ziekten en de
hoeveelheid koper in het lichaam. Er zijn
ook aanwijzingen, dat andere spoorelemen
ten ook een belangrijke rol kunnen spelen
bij bepaalde ziekten. Zo zou mangaan iets
te maken kunnen hebben met evenwicht-
stoornissen, seleen met kanker, zink met
groeivertraging en chroom met suikerziekte.
In deze resultaten neemt het haaronderzoek
slechts een ondergeschikte plaats in en
men gelooft dat het nog wel even zal du
ren voor een duidelijk verband gelegd kan
worden tussen de samenstelling van spoo
relementen in het haar en een ziekte.
In het Sint Radboudziekenhuis in Nijmegen
doet men onderzoek naar Het levende deel
van het haar, de haarwortel dus. Om ge
noeg van dergelijke haren te krijgen stond
Nu nog
een mannen
maatschappij.
Hoe lang
nog?
belangrijker vindt. Voorheen brak ze haar
carrière-planning af door het huwelijk. Die
vlieger gaat sinds 1 januari in de krijgs
macht niet meer op. Het huwelijk is nu
geen argument meer om de dienst te verla
ten".
Op dit punt vreest mevrouw Witsenburg,
dat vrouwen de stap niet durven wagen. Ze
hoopt van harte van wel: „Voor officier te
ken je als vrouw in feite voor zes jaar. Het
contract bekorten zit er niet in, omdat de
opleidingen duur zijn en de marine daar
toch wat jaren profijt van wil trekken".
Grote stap op de weg naar de integratie
noemt ze de vliegopleiding voor vrouwelijke
officieren. De marine begint daarmee op 30
juli als eerste krijgsmachtonderdeel. Het ac
commodatieprobleem speelt hier veel min
der, omdat vanuit vliegbases wordt geoper
eerd. Bovendien woonden de marva's al op
Valkenburg en in de marinekazernes in Den
Helder. De opleiding biedt vrouwen de mo
gelijkheid zich van tweede piloot verder te
bekwamen tot eerste piloot en voorts tot
vliegtuigcommandant. Dit zou tevens de
eerste gevechtsfunctie zijn, waarin vrouwen
worden geplaatst, omdat ze onderzeeboten
moeten kunnen opsporen en vernietigen,
„Ook hier zit dat contract weer aan vast",
zegt mevrouw Witsenburg.
Als verdere positieve ontwikkelingen noemt
ze de benoeming van een vrouwelijke ver
bindingsofficier op marinevliegkamp Valken
burg. Een volledig zelfstandige operationele
functie, die voorheen werd vervuld door
een man. Ze heeft de supervisie over de
communicatie, adviseert vliegtuigcomman
danten en stelt verbindingsplannen samen.
Technici
In Den Helder gaat een vrouwelijke voor
lichtingsfunctionaris de plaats van een man
innemen en binnen de marine wordt beke
ken of dit jaar meisjes kunnen worden aan
genomen voor technische dienstvakken bij
de marine-luchtvaartdienst, zoals vliegtuig
monteurs en onderhoudspersoneel.
De opleiding voor schepelingen is voor zo
wel mannen als vrouwen gelijk, behalve
voor die dienstvakken waarin vrouwen nog
niet plaatsbaar zijn. Functies waarin vrou
wen plaatsbaar zijn, zijn onder meer die
van schrijver (administratief), hofmeester,
navigator (op de wal), gevechtsinformatie
dienst, weerkundige, ziekenverzorger, of co-
deur-telexist.
Op het Koninklijk Instituut voor de Marine
wordt nog wel onderscheid gemaakt omdat
er moet worden gevaren. De opleiding voor
mannen duurt drie jaar. waarna ze be
noemd kunnen worden tot officier. Vrou
wen volgen slechts vier maanden instituut,
vervolgens een praktijkopleiding, waarna
benoeming volgt tot officier van speciale
dienst. Wel moeten zowel mannen als vrou
wen een VWO-vooropleiding hebben geno
ten.
Afgezien van de pilotenfunctie, zullen vrou
wen binnen de marine en overigens de ge
hele krijgsmacht nog niet worden ingezet
in gevechtsfuncties. Mevrouw Witsenburg
laat weten, dat andere landen, zoals Dene
marken, Engeland, Frankrijk en Canada,
ook nog niet zo ver zijn. In Israël worden
vrouwen achter de frontlinies teruggetrok
ken, terwijl in Amerika wordt getracht de
belemmeringen voor het dienen van vrou
wen in gevechtsfuncties weg te nemen.
Gewond
Volgens mevrouw Witsenburg is dat weer
de kwestie van de band, welke tussen man
en vrouw die naast elkaar dienen, ontstaat.
„Gebleken is, dat als een vrouw gewond
raakt, de man zich geroepen voelt zich om
haar te bekommeren. Gevolg is dat de aan
dacht verslapt".
Op de vraag hoe dat dan zit met de man,
die z'n beste kameraad geveld ziet, zegt ze.
dat hij dan toch eerder zal omzien naar z'n
vrouwelijke maat.
Op dit moment buigt zich een rijksstudie
groep over de vraag hoe deze praktische
problemen weggenomen kunnen worden en
hoe het uitgangspunt van het ministerie
alle functies in de krijgsmacht voor vrou
wen openstellen kan worden verwezen
lijkt.
ANNETTE SNAAS
er onlangs een oproep in het personeels
blad voor mensen, die bereid waren enkele
hoofdharen met wortel en al te laten pluk
ken raison van een gulden voor zes h^-
Volgens prof. dr. S. J. Geerts kan men mo
menteel al zo'n vijftien enzymen (stoffen in
het lichaam, die een chemische reactie ver
oorzaken zonder zelf te veranderen) in
haarwortels waarnemen. „Het niet functio
neren van twee enzymen is verantwoorde
lijk voor de ziekte galactosemie, een erfelij
ke bloedziekte, waarbij te veel aan de sui
ker galactose in het bloed voorkomt. Dit
kan leiden tot blindheid en geestelijke ach
terstand van een kind", aldus prof. Geerts.
Een dergelijke patiënt ontvangt van zowel
de vader als de moeder deze erfelijke el-
genschap. Bij de ouders hoeft deze eigen
schap niet tot uiting te komen; zij worden
dan dragers van de ziekte genoemd. Galac
tosemie komt voor bij één op de 40.000
baby's en ongeveer één procent van de
moeders is draagster. Patiënten en draag
sters kunnen met dit haaronderzoek snel
herkend worden. Het is dan mogelijk om
veel narigheid te voorkomen door de pa
tiënten op een melkarm dieet te zetten.
Zwangere vrouwen die draagster zijn kun
nen ook een dergelijk dieet krijgen, zodat
de risico's voor de baby redelijk kunnen
worden tegengegaan.