W/m Hooyman exposeert met in
'Ijzer gelaste kunstwerken en
Hoop Oomen met schilderijen
Bejaarden willen
eerder inspraak
in bouwplannen
Langlaufend door
de winterse stad
~'AD/R
EGIO
LEIDSE COURANT
VRIJDAG 16 FEBRUAR11979 PAGINA 5
tt
ruisJ'at zou je denken van een
*)edel reeën, opgelaste her-
fto, in een bos op ijzer, dat
i nog niet met twee man
torsen? Aan de Lange-
H»g 11, Roelofarendsveen,
e%eft Wim Hooyman zo'n
aan de muur hangen,
in (forge keilbouten zijn vol-
et ^'bende. Het stuk weegt
carnpnderd kilo en Wim heeft
Mi honderd werkuren in zit-
Ik doel hier op een
™assjmstwerk waarvoor je je
^muts mag afnemen. Het
gevaarte, in een ijze-
telba^n lijst, staat te kijk in het
Eesebuwwerk dat Hooyman
sch^rvorig jaar als opslag-
laats heeft gebouwd en
sindsdien een best roya-
ruimte blijkt te zijn om
r exposities in te houden,
iet „schilderij" heeft Wim
iooyman zelf gelast, met
;n sissende, priemende
liurstraal. Een kunststuk,
tslijt ui1 vier ijzeren platen
estaat. Elke plaat heeft
aarna Wim een uur tran-
^iratie en hogedruk gekost
m dat kromgetrokken ge
il weer plat te krijgen.
(Cijk, dat blijft een pro-
leem, hè.
►e anF11 Hooyman, 41 jaar, is
VpJn professie metaaübewer-
Hij oefent zijn bedrijf
uit in de werkplaats achter
het huis. Uit zijp vingers
komen dan uitlaatdempers,
fietsen- en bromfietsenstan
daards. Allemaal seriewerk
voor het dagelijks brood.
Dat doet Wim alweer een
jaar of twaalf. Voordien
dreef hij een bromfietszaak,
maar die heeft hij afge
haakt: „Het was hard wer
ken, trouwens hier ook",
vertelde hij me toen ik op
de mare was afgekomen,
dat Hooyman en makker
Joop Oomen (52) samen een
tentoonstelling hadden inge
richt
De uitlaatpotjes en stan
daards vormen onoverkome
lijke noodzakelijkheden in
Hooymans dagelijks leven
omdat hij een gezin heeft te
onderhouden. Maar zijn zie-
leleven snakte al veel lan
ger naar iets anders. Een
jaar of vier terug had Wim
al eens toegegeven aan een
behoefte. Hij wilde 's
avonds 'ns gaan schilderen.
„Nou, en dan ga je 'ns wat
proberen, hè? Ik wou es
creatief bezig zijn. Ik had
van alles aan de hand, dat
wel: de brandweer, het
Oranjecomité en andere ak
kefietjes". Wel, het kwam er
bij Willem Hooyman aan in
nerlijks voortreffelijk uit
Hij bediende zich van zijn
lastechniek en begon van
lieverlee smeltend te schep
pen. Mede-Vener Joop Oo
men is een artistieke figuur,'
een kunstenaar zogezegd,
die conventioneel schildert,
stillevens en waterpartijen
en meer van die poëtische
zaken, „erg goed ook",
vindt Hooyman, maar Wil
lem tapt uit een geheel an
der kunstzinnig ijzersterk
vaatje.
Hooyman neemt een plaat
ijzer, zet de laskap voor
zijn ogen en begint zich vu
rig uit te leven. Ik zag hier
van een voorbeeld, evenals
Wim turend door het glaas
je van de kap. Zo zag ik in
de werkplaats op de plaat
Hooymans signatuur ont
staan, een kronkelend slan
getje en een hertekopje. Dit
was werken achter het
groene duister van de las
kap. Wims aandacht ging
uit naar het onmiddellijke
detail zonder overzicht van
het geheel. „Dat is inder
daad de moeilijkheid",
meende Wim in antwoord
op mijn ongeloof. „Het ma
ken van een reliëf van dik
naar dun, dat is een feeling.
Je kunt niet stoppen, an
ders krijg je die uitvloeiin
gen erin". Makker en co-ex-
posant Joop zag de proeve
ook en hij blijfter nog
steeds van onder de indruk:
„Die Hooyman is een bolle
boos. Probeer het maar
eens: terwijl je zo goed als
niks ziet, moet je met zo'n
log apparaat een vorm ma
ken". Joop probeerde het
ook even, achter de laskap.
Hij bakte er weinig van:
„nog minder dan Chinees",
vond-ie z'n kronkelende las-
spoor.
„Als je last, trekt je plaat
gauw krom". Daar bleef
Willem bij en in zijn mees
terschap blijft hij ook daar
moeilijkheden mee hebben.
Maar in de resultaten blijkt
hij steeds weer die handi
cap overwonnen te hebben.
„Ik neem een plaat ijzer.
Gewoon. Op dat ijzer teken
ik eerst met krijt. Daarover
begin ik te lassen. Meestal
zijn het beesten in het bos,
gewoon uit het blote hoofd.
Ik maak hoofdzakelijk bees
ten: koeien, paarden, vos-
sies nog, kleine beestjes. Af-
fijn, je tekent en dan ga je
oplassen; daar gaat het om.
Met de laskap voor je
ogen". Zo snijdt Hooyman
met zijn vonkend werktuig
z'n fantasiebeelden in ijzer.
Daarna gaat de verf erover:
olieverf of lak, voor de on
dergrond als het een groot
werk is. Hooymans schep
pingen zijn wonderlijk en
boeiend. Wat je allemaal
hiet kunt doen als je een
maal in de kunst geraakt
bent.
Met Joop Oomen exposeert
Wim Hooyman in zijn rui
me „galerie". Hobbywerk
van grote klasse. Veertig
panelen en glasplaten
(„voor een raamkozijn, zeg
maar") van Oomen en twin
tig ijzeren schilderijen van
Hooyman. Twee verschillen
de disciplines en gedreven
kloppende harten die elkaar
best kunnen vinden. „Er
wordt hier niks verkocht en
anders ziet men maar", zo
is beider vooruitzicht van
een expositie die vanavond
voor het eerst draait (van 1
tot 6 uur en van 7 tot 10
uur) en zaterdag en zondag
een vervolg krijgt. Daarna
blijft op elke vrijdag (op
dezelfde tijden) voor ieder
een de gelegenheid bestaan
al ogend te proeven van de
wonderlijke werelden van
Wim en Joop. Drempelvrees
wordt niet in dank afgeno
men. Achter Langeweg 11,
daér ligt li
•op Oomen (links) en Wim Hoovman in hun ..aalerie'
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen
tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
üMMi
Langlaufen op de Stadhouderslaan
Je zou bijna gewend raken
aan die sneeuwmassa's in
'straten, op trottoirs en stoe-
petjes, in je tuin op weg
naar de schuur, sneeuwber
gen in de goot en waar dan
ook. Ook al is er in ons
westen nog sprake van
woon-werkverkeer (ik heb
echter stemmen gehoord die
wensten „één keer die deso
late toestanden zoals die
zich op ons noordelijk vlak
voordoen te mogen meema
ken"), toch wordt het zich
verplaatsen in onze streken
er ook niet gemakkelijker
en plezieriger op. Daarom
treft een plaatje, zoals foto
graaf Frans Rombout het
schoot, des te meer. Zelf
zag ik gisteren in de buurt
van de Wassenaarse weg in
Leiden een eenzame skiër-
met lange halen zich naar
één der laboratoria ter
plaatse spoeden. Maar ook
midden in de stad had men
in een doodenkel geval z'n
toevlucht genomen tot de
uitheemse latten. Verschil?
lende malen werd deze win
ters uitgedoste heer, wiens
gezicht beslist geen ijspret
weerspiegelde, waargeno
men op de Stadhouder
slaan, terwijl hij op z'n
dooie gemak de langlauf-
sport aan het beoefenen
Winter februari 1979 bete
kende ook de telefonische
noodkreet van één onzer le
zeressen die een buitenpost
maakte gisteren langs de
Vliet tussen Zoeterwoude en
Voorschoten. Zij maakte
gisteren melding van de on
dergang van „honderden
meerkoeten". Vooral in het
gebied tussen café Westge
est en het Vlietpark, waar
weinig huizen staan, schij
nen deze watervogels bij
bosjes te sneuvelen. „Laat
men daar iets aan trachten
te doen", vroeg ze ons. Dus
mensen, die in de buurt wo
nen, er kunnen vele koeten
levens worden gered. Wel
licht met de nodige bijvoe
ding.
Htse
van ircissen
lkoor
i in
arig
i
ïderland
de i
S-esl
wo
f
n°
sstc
Hooi
HAAG In het hart
de oude bollenstreek, in
longcomplex in Hille-
worden maandag 19 fe-
i vierduizend narcissen
honderd verschillende
in volle bloei ten-
•teld. Ze komen niet
Nederlands beroemde
ivelden maar uit Enge-
e Nef en_ het Nederlandse gro-
Jong^büek mag er niet eens
mors ruiken, want de hele
Pe is alleen maar be-
H<Ê ter voorlichting van de
van fr'andse vakman.
Het H-Brittannië, zo weet de
in F ambassade in Den
m te melden, is nu 's we-
f grootste producent en
Tteur van narcissen en
)e ]£°°tste buitenlandse klant
derla!|ederland- In 1978 ging
t molt zes miljoen gulden aan
driersenb0llen en -bloemen
jed jons land.
nooif'ands narcissenexport
half i?n£eland valt daarbij in
zich Pet- In het seizoen juli
nger 1977, het laatste
rcj (over het produktschap
ca fél sierge wassen een cijfer
a Nol^ hand had, bedroeg die
ers r^joen bollen ter waarde
ten diongeveer 400.000, dat
Duir.ï®nde procent van
om i totale exporthoeveelheid
•arcissenbollen.
LEIDEN De Leidse com
missie voor vernieuwd ge
coördineerd ouderenbeleid, de
spreekbuis van de Leidse be
jaarden zou in een veel vroe
ger stadium willen worden
betrokken bij de gemeentelij
ke bouwplannen voor nieuwe
bejaardenwoningen.
De commissie spreekt deze
wens uit in haar reactie op
het ontwerp-voorstel betref
fende de voorziening in de
behoefte aan woonruimte
voor bejaarden. „Op bestaan
de plannen kan weinig of
geen invloed meer worden
uitgeoefend; bovendien is de
kans dat de CVGOB met
haar inbreng in conflict komt
met de belangen van andere
groeperingen dan erg groot",
aldus het ouderenbeleid.
Het gecoördineerd ouderenbe
leid stemt in met het verho
gen van het percentage van
voor bejaarden bestemde klei
nere woningen van 7 naar 9
procent Dat is ook in over
eenstemming met de doelstel
ling van ouderenbeleid om
ouderen zolang mogelijk zelf
standig te laten wonen in de
eigen omgeving. Daarom be
pleit de commissie een ge
spreide bouw van de bejaar
denwoningen over de wijken.
De woningen zouden minstens
drie kamers moeten bevatten
en ook de aanwezigheid van
voldoende groenvoorzieningen
is van groot belang, aldus het
ouderenbeleid.
Daarnaast dient gedacht te
worden aan de verkeersveilig-,
heid (veilige oversteekplaat
sen, voetpaden) en moet wor
den voorkomen dat de bejaar
den in onderste woonlagen te
recht komen vanwege de
overlast afkomstig van de ho
ger gelegen woonlagen. Bij
renovatie dient te worden
vermeden dat de ouderen
twee keer moeten verhuizen.
Huren moeten zijn gebaseerd
op het AOW-inkomen.
Hofjes zouden moeten aan
sluiten bij en overvloeien in
de directe omgeving, zodat er
geen geïsoleerde woongemeen
schappen ontstaan. Bij de
bouw van de woningen zou
men er van uit moeten gaan
dat het niet gaat om bejaar
denwoningen, maar om wo
ningen die geschikt zijn voor
bewoning door ouderen.
De commissie voor vernieuwd
gecoördineerd ouderenbeleid
wijst ten slotte nogmaals op
dat een gedeelte van de wo-
Wonen in hofjes voor ouderen alleen mogelijk wanneer speciale voorzieningen worden getroffen
ningnood onder ouderen zou
kunnen worden opgelost door
een effectief systeem van on
derlinge woningruil tussen ou
deren. Daartoe is de instelling
van een apart spreekuur voor
bejaardenhuisvesting in de
verschillende dienstencentra
noodzakelijk, aldus het ge
coördineerd Ouderenbeleid.
es
Hofj
De Stichting Leidse Hofjes
heeft positief gereageerd op
het pre-advies van de ge
meente. De Stichting stelt te
kvinnen instemmen met het
plan van de gmeente om in
1983 200 hofjeswoningen zoda
nig verbeterd te hebben dat
ze geschikt zijn voor bejaar
den. „Nu door het huidige be
leid van de Rijksoverheid een
groot tekort aan plaatsen in
verzorgingstehuizen zal ont
staan kunnen wij verwachten
dat in toenemende mate de
gerenoveerde hofjeswoning
als alternatief voor een plaats
in het bejaardentehuis kan
worden aangemerkt. De ge
middelde hofj es woning blijft
qua woongenot en oppervlak
te echter achter bij de moder
ne bejaardenflat, ondanks de
renovatie. Een bejaarde zal in
de regel een hofjeswoning
kiezen omdat hij betrokken
.wil blijven bij het Jevendige
gebeuren in de binnenstad. In
elk geval is het noodzakelijk
om bij de hofjeswoningen een
apparaat van dienstverlenen
de activiteiten te voegen (ta
feltje dekje, kruiswerk etc.),
om ook bewoning door meer
hulpbehoevende bejaarden
mogelijk te maken", aldus de
Stichting Leidse Hofjes, die
ten slotte nog aandringt op
toelaten van bewoning van de
hofjes ook door personen die
jonger zijn dan 65 jaar, om
dat ouderen zich op die ma
nier veiliger zullen voelen.
Provincie
Zuid-Holland
voor
tweedeling
DEN HAAG Provin
ciale Staten van Zuid-
Holland hebben zich
donderdag uitgesproken
voor een tweedeling
van hun provincie in
het kader van de pro
vinciale herindeling. De
staten volgen hiermee
het standpunt van een
meerderheid van GS,
die deze definitieve me
ning nu zullen over
brengen aan minister
Wiegel van binnenland
se zaken.
Deze beslissing van PS bete
kent dat Zuid-Holland ge
splitst zou kunnen worden in
Zuid-Holland-noord en Zuid-
Holland-zuid, waarbij de
grens loopt langs de noord
grens van het openbaar li
chaam Rijnmond en de Lek,
aldus een mededeling van de
provincie.
De staten hebben echter wel
de voorwaarde gesteld, dat
hun uitspraak alleen geldt in
dien de minister voor de uit
voering van de plannen vol
doende geld geeft en als hij
bovendien de noodzakelijke
decentralisatie van rijkstaken
doorvoert.