11
Nederlanders komen in
Libanon in schijnbaar
onoplosbare situatie
„Beschaving van liefde" doel van
Latijnsamerikaanse bisschoppen
8 Ld
♦a
Puebla-conferentie
duidelijk solidair met
noodlijdende massa
.•11
kerk
virèreld
Vrouw gedelegeerde
voor oecumene in
bisdom Den Bosch
Chinese
christenen ove
leefden culture
revolutie
BUITENLAND
LEIDSE COURANT
VRIJDAG 16 FEBRUAR11979 PAGII Jgfs
(Van onze speciale verslaggever Frans Wïj-
nands)
Sinds tien jaar geleden de Latijnsamerikaan-
se bisschoppen in de Colombiaanse stad
Medellin bijeen kwamen, en daar een opmer
kelijk strijdvaardig document lanceerden, zijn
er volgens alleszins betrouwbare schattingen
ten minste duizend bisschoppen en priesters
vervolgd. Geïntimideerd, gemarteld, op no-
nactief gesteld, gedood.
Het tekent de venijnige houding tussen de
meeste Zuidamerikaanse regimes en een deel
van de katholieke kerk. Het verwijt van over-
heidszijde is duidelijk: „De kerk gebruikt het
evengelie als revolutionair pamflet, de preek
is opruiende taal en via het geloof wordt ons
continent vergiftigd met het socialisme of
nog erger het marxisme en communisme".
Daartegenover staan de reacties in de guerril
la-sfeer, de actie-reactie keten, gebaseerd op
geweld. Bloed en tranen helpen de vrijheid
mee bevechten en veroveren. Hoe dient de
kerk zich in dat politiekmaatschappelijke
spanningsveld op te stellen?
Het verloop van de Puebla conferentie der
Latijnsamerikaanse bisschoppen, die deze
week is afgesloten roept onwillekeurig een
vergelijking op met de zogenaamde Russell-tri-
bunalen, waarvan er een, enkele jaren geleden
in Rome, gewijd was aan de militaire dictatu
ren in de wereld. De uitkomst van dat „tribu
naal" was veel meer nog dan de Puebla-
conferentie voorspelbaar. Natuurlijk volgde
er een scherpe veroordeling waarbij de leden
van het tribunaal man en paard, landen en
personen noemden. Bij gebrek aan welke mid
delen ook moest het tribunaal zich tot die pu
bliekelijke aanklacht beperken.
De Puebla-conferentie bood ten aanzien van
het resultaat meer vraagtekens. Men mocht
verwachten, dat er troostende woorden aan
armen en onderdrukken, de achtergestelde
vrouw en het kind gesproken zouden worden.
Woorden die tegelijk als verwijt zouden (moe
ten) klinken aan de onderdrukkers en uitbui
ters.
In dat opzicht heeft Puebla ten dele beant
woord aan de verwachtingen. De verwijten
zijn scherp genoeg, maar tevens zo vaag, dat
geen enkele dictator zich persoonlijk aange
sproken hoeft te voelen. Iedereen weet om
welke landen het gaat, maar de conferentie
„onthult" die niet.
Des te opmerkelijker is het daarom, dat een
groep bisschoppen, los van de officiële eind
documenten, toch een solidariteitsverklaring
heeft uitgegeven ten gunste van de vervolgde
kerk in Nicaragua en El Salvador, twee Mid
den amerikaanse staten waar het leven van
alle dag voor vrijwel iedereen een vagevuur
is, en een regelrechte hel voor degenen die
hun stem durven verheffen tegen de zittende
machthebbers.
Net als het Russell-tribunaal verwerpt de
kerk, althans de bisschoppenconferentie, het
gebruik van geweld. „Dat lost immers niets
op", blijft Helder Camara stellen, de bisschop
wiens geweldloze sociale kruistocht in Zuid-
Amerika en ook in bepaalde Vaticaanse krin
gen met de grootst mogelijke argwaan wordt
gevolgd. Net als velen van zijn collega's wil
Camera heel ver gaan in de methodiek de
massa bewuster van eigenwaarde en rechten
te maken, maar het geweld wordt net zo una
niem verworpen als de toegepaste onderdruk
king van de meest elementaire mensenrechten.
Een vergelijking met het Russell-tribunaal en
de Puebla-conferentie gaat overigens op één
belangrijk punt nadrukkelijk niet op. Het tri
bunaal, en ook een beweging als Amnesty In
ternational, zijn aanklagers met een ongestruc
tureerde aanhang. De kerk in Zuid-Amerkia
daarentegen heeft een strak gestructureerde
aanhang die geworteld is in de bijna heilige
tradities van een eigen cultuur- en beschaving-
mozaiek. De kerk is georganiseerd en heeft de
mogelijkheid die aanhang te mobiliseren. Zo
ver is, en dat mag geen verrassing zijn, de
CELAM-conferentie niet gegaan. Welke oproep
ook zou wel ergens op het continent tot bloed
vergieten aanleiding geven.
Wel heeft de conferentie de leek betrokken bij
die veelomvattende taak van democratisering.
De paus heeft op zijn Mexicaanse reis duide
lijk gezegd dat priesters en religieuzen geen
politieke en sociale leiders of functionarissen
van een wereldse macht zijn. „Laten we niet
de illusie hebben dat we het evangelie dienen
proberen aardse problemen op te los
sen", aldus Johannes Paulus II.
Maar tegelijk trok de paus openlijk partij
voor de armen wier lot niet alleen geestelijk,
maar ook materieel verbeterd moet worden.
De bisschoppen hebben duidelijk interpretatie
ruimte gevonden in de toespraken van de
paus en daarom de weg open gelaten voor
priesters die maatschappelijk geëngageerd de
zielzorg beoefenen; het materiële welzijn van
de gelovigen wel degelijk in het oog houden
als zij het evangelie verkondigen.
Waar priesters op grond van hun status niet
zo gemakkelijk kunnen werken, met name in
het politieke vlak, kunnen katholieke leken
wel opereren. Die uitspraak erkent tevens de
uitgebreide taak en de grote waarde van de
zogenaamde basis-gemeenschappen die in La
tijns-Amerika waarachtig niet alleen actief
zijn in het organiseren van devote Maria-
bijeenkomsten.
De CELAM-conferentie heeft zich duidelijk so
lidair verklaard met de onderdrukte en nood
lijdende massa. Veel mensen zijn het slachtof
fer van structuren die veranderd moeten wor
den. De bisschoppen zeggen duidelijk en har
dop dat er zeer ernstige onderdrukking heerst,
dat boeren en arbeiders worden uitgebuit, dat
er een schandalige ongelijkheid heerst die het
leven voor velen afschuwelijk maakt
Algemeen wordt aangenomen dat de paus
weinig moeite zal hebben die teksten straks te
onderschrijven. Temeer omdat - en daar zit
het „zwarte gat" van Puebla de bisschop
pen nergens aangeven hoe die structuren ver
anderd zouden moeten worden. Bovendien
blijven ze vaag over de dialoog met en de toe
pasbaarheid van andere ideologieën, zoals na
tuurlijk het marxisme, en tenslotte omzeilen
de bisschoppen concrete politiek-economische
wantoestanden.
In diezelfde vaagheid zijn ze toch weer duide
lijk als ze marxisme en kapitalisme gelijkelijk
kritiseren en het in de wereld bestaande stel
sel van economische betrekkingen en handel
aanvallen, omdat binnen die structuren Zuid-
Amerika zich onvoldoende kan ontplooien en
ontwikkelen. Slechts een handjevol rijken pro
fiteert momenteel, maar de grote massa wordt
de dupe van de houding van de geindustriali-
seerde wereld.
In een nabeschouwing over Puebla hoort ei
genlijk een balans over de „strijd" tussen de
conservatieve en progressieve vleugel op de
CELAM-conferentie. Er is gemanoevreerd te
voren, gemanipuleerd zelfs, er is doorlopend
geduelleerd en het einddocument lijkt de pro
gressieven meer genoegdoening te schenken
dan het behoudende bisschoppen-bestand, dat
weliswaar veel vriendelijks had willen zeggen,
maar verder er liever het zwijgen toe had wil
len doen. Dat alles onder het motto dat het
met kwaaie honden slecht leven is.
Maar de stemmenverhouding in Puebla is
compleet ondergeschikt aan wat nu in de toe
komst bewezen moet worden. Zelfs het meest
vergaande einddocument is nergens en nooit
dwingend voor die bisschop die in eigen land
en diocees, in andere situaties en omstandig
heden, zal handelen naar het hem goeddunkt
en uitkomt. Daarin zit danks de verheugen
de progressiviteit van het slotdocument de
grote onzekere factor. Uiteraard moet men ho
pen dat de Puebla-documenten dictator en
hun medestanders aan het denken zet.
De geest van Medellin en Puebla moet even
wel ook krachtig doorwerken in Vaticaanse en
episcopale kringen, zodat steeds meer bis
schoppen en priesters pal durven staan voor
hun op het evangelie gebaseerde eisen voor
gelijkgerechtigheid, welzijnsverbetering en wel
vaartsbevordering van enorme bevolkingsgroe
pen. Want pas dan en met alle risico's die
er blijven zal de stem van de kerk door
klinken en zal het oordeel van bisschoppen,
priesters en leken zwaar wegen. Het slotdocu
ment heeft in dat opzicht nog een stuk duide
lijkheid gebracht. Zolang zij het geweer en de
rode vaan niet grijpen zullen maatschappelijk
en sociaal actieve priesters niet langer als
„buitenkerkelijke outsiders" worden be
schouwd.
Het „alternatieve" Puebla dat zich nadrukke
lijk niet buiten de kerk wilde stellen, is er nu
ook niet buiten gezet. Weliswaar hebben zij
vooralsnog een plaatsje in de zijbeuk gekre
gen, maar ook vanaf die plaats kan hun stem
binnen de kerk gehoord worden.
(Van onze speciale
verslaggever
SJOERD POST)
BEIROET Het
besluit van de
Nederlandse regering
om een bataljon
militairen ter
beschikking te stellen
van de UNIFIL-
troepen in Libanon
doet de vraag rijzen
hoe de politieke
situatie op dit
moment in dat land
is. Duidelijk is dat er
een sterk
verbrokkelde
samenleving bestaat
die vooral
veroorzaakt wordt
door sociaal-
economische
tegenstellingen tussen
christenen en
moslims. Ook gaat
het land gebukt onder
een feodaal bestuur
waarin enkele rijke
christenfamilies de
touwtjes in handen
hebben. De problemen
in Libanon lijken
haast onoplosbaar,
omdat de Westerse
investeringen er ook
een rol in meespelen.
En boven alles mag
het belang van de
olie niet vergeten
worden bij aan
analyse van de
situatie in Libanon.
In dat land hebben de christenen
van oudsher een dominerende rol ge
speeld daarin gesteund door de
Franse beschermers in de vorige
eeuw. De meeste Libanese christenen
behoren tot de Maronitische kerk,
een genootschap dat verwant is aan
de Franse kerk. Er zijn echter tal
van andere christelijke kerkgenoot
schappen in Libanon. Ook onder de
moslims treft men een grote ver
scheidenheid van richtingen aan.
De meerderheid wordt gevormd door
de Soennitische moslims, terwijl een
belangrijke minderheid bestaat uit
Sji'itische groepen.
Doordat de Libanese samenleving
sterk verzuild is onderwijs, sociale
instellingen en politieke partijen zij
op basis van religie georganiseerd
zijn religieuze scheidslijnen ook de
maatschappelijke scheidslijnen ge-
men ervan uitgegaan dat de samen
stelling van de bevolking zodanig
was dat tegenover zes christenen vijf
moslims stonden.
Als gevolg daarvan is het aantal par
lementszetels altijd een meervoud
van elf, waarbij dus altijd iets meer
dan de helft voor de christenen gere
serveerd is. Zelfs is er een onderver
deling naar functies, zodat de door
het parlement gekozen president al
tijd een Maronitische christen moet
zijn, de minister-president een Soen
nitische moslim en de Kamervoorzit
ter een Sji'itische moslim. De opper
bevelhebber van het leger moet altijd
een christen zijn, waarmee de recht
se christenen de machtsfactor in
handen trachten te houden.
Hoewel linkse moslims zich fel ver
zetten tegen dit verouderde systeem
(de moslimbevolking is sinds 1943
veel sterker toegenomen dan de
christelijke) weigert de christelijke
meerderheid in het parlement een
herziening van de kieswet. Libanon
is nog steeds een feodale maatschap
pij waar enkele rijke families het
voor het zeggen hebben.
De families Gemayel, Franjieh, Kara-
me, Chamoun en Eddé vechten voor
eigenzbelangen en schuwen het niet
daarbij privé legertjes in te zetten.
dë ^abisch'e curtuvir" die Deze ziin de laatste jaren uitgegroeid
tot de inmiddels overbekende partij-
milities. Bekend is dat linkse moslim-
rechtse christenfamilies
bij tijd en wijle de politieke strijd
vergeten en samenwerken bij de
handel in hasj.
groep El Fatah. Vanuit Zuid-Libanon
werden keer op keer acties tegen Is
raël ondernomen die op hun beurt
repressaillemaatregelen van Israël
uitlokten.
De Libanese regering weigerde in te
grijpen en de verdeeldheid in Liba
non nam toe. Het linkse moslimdeel
kreeg sympathie voor de Palestijnse
vluchtelingen en de rechtse christe
nen eisten een inperking van de
macht van de PLO. Het centrale ge
zag in Libanon zag geen kans zich te
doen gelden omdat de regering in
kampen verdeeld was. Het leger
werd niet ingezet en dus bewapen
den de diverse milities zich in toene
mende mate. Tot in 1975 de bom
barstte en Libanon gedurende twee
jaar het slagveld van een burgeroor
log die duizenden doden kostte.
worden.
Toch is het niet zozeer een religieuze
kloof die christen en moslims
.scheidt, maar veel meer een sociaal-
economische. In algemene zin kan
gesteld worden dat de christenen rijk
en de moslims arm zijn. De christe
nen beheersen het politieke en eco
nomische leven en voelen zich de be
langrijkste groep in het land. Zij zijn
sterk op het Westen gericht en keren
zich af
naar hun mening inferieur
De moslims daarentegen streven nog
steeds naar een Arabische eenheid
waarin uitsluitend ruimte is voor de
Islam. Voor de christenen een af
schuwelijk schrikbeeld omdat hun
cultuur en vooral hun dominante po
litieke en economische positie dan
Iran
midd
groot bezettingsleger Libanon I J? J]
gevallen. Veel Libanezen zien i
rische troepen die een groot de verra
Libanon controleren liever gaa die
komen. naire
President Sarkis van Libanon en be
verwoede pogingen om een deéenera
deze troepen te laten vervangenjri
soldaten uit andere ArabischeLupi.,
den. Israël heeft overigen'-J
den laten weten dat zij
king van het Syrische leger in aa*
niet zal dulden. Daarom 11 Rea
Israël ook een bufferzone in Ziqraal
banon gecreëerd die nu in handflg c<
de rechtse christenen.
voelt er niets voor het zuide Ju
handen te geven omdat zij toen WHt.
de acties vreest van Palestijnse die
risten en zelfs een groot treffei jaar
in zaï
ihting,
Syrië niet uitsluit.
Toch moest Israël na de
Zuid-Libanon van maart
onder zware internationale druking. H
i worden vervangen.
Afspraak
De politieke machtsverdeling in Liba
non is nog steeds gebaseerd op een
nationale afspraak tot Libanon in
1943 onafhankelijk werd. Daarbij is
De rechtse christenen zien vooral de
aanwezigheid van grote groepen
zwaar bewapende Palestijnen in Li
banon als de kern van alle proble
men. Palestijnse verzetsorganisaties
hebben zich sinds 1970 in toenemen-
Strategisch
Ook na het bestand dat in 1976 be
reikt werd bleef het rommelen in Li
banon. De grote mogendheden heb
ben nogal belangen in dit Middel
landse Zee-land. Vooral voor de Ver
enigde Staten is Libanon van belang
gezien de economische belangen en
strategische ligging. Amerika pro
beert verzoenend op te treden, omdat
sinds de Camp David-akkoorden tus
sen Egypte en Israël men liever geen
nieuwe conflicten wil in het Midden- tenen
Oosten. waar
De Sovjet-Unie lijkt de Amerikaanse
invloedssfeer in Libanon te erkennen
en houdt zich ogenschijnlijk afzijdig
in het conflict. Aangenomen wordt worden als de VN
dat de Russen wel steun verlenen onder druk te zetten
de PLO via geld en levering
troepen terugtrekken uit het z lerbim
In strijd met de VN-resolutie
gen de Israëli de bufferzone nie [een
de UNIFIL-troepen over maai en
zijn christelijke bondgenoten. id me
Dat is de situatie op dit mo
vlak voordat de Nederlandse tr<
naar Libanon vertrekken. Zij 2 n
precies op de grens van het g
gelegerd worden waar rechtse
de dienst uitmaken e:
waar soms vanachter de linies
tijnse guerrilla's proberen
ferzone te infiltreren. Een
lijke^ taak die mogelijk verlicht
slagen
n alsn<
reid te vinden de bufferzone
wapens. Maar dat doet Amerika ook UNIFIL over te dragen.
de mate in Zuid-Libanon gevestigd nog altijd het idee
de rechtse christenen. Dan zal de Libanese regering
het geheel is de rol van aanzet kunnen maken tot herstel
gezag en orde daarbij gesteund
Moeilijker
Syrië. De Syrische regering heeft
dat daardoor de bijnaam Fatah-land
heeft gekregen, omdat het gebied be
heerd werd door de Palestijnse
risch rijk niet opgegeven
1 groot Sy- de Verenigde Naties. Dat 2
dan gin kunnen betekenen
De Zuidamerikaanse bis
schoppenconferentie van
Puebla heeft tot besluit
van haar vergadering een
boodschap gericht tot het
Zuidamerikaanse volk.
Daarin verklaren de bis
schoppen, dat zij in Zuid-
Amerika een „beschaving
van liefde" willen verwe
zenlijken.
Een dergelijke beschaving
heeft volgens de bisschop
pen duidelijke politieke en
sociaal-economische conse
quenties. Zij verklaren met
name, dat iedere onderwer
ping of afhankelijkheid, die
aan de waardigheid van La-
tijns-Amerika afbreuk doet,
door die beschaving verbo
den wordt.
„Het is voor ons onaan
vaardbaar de satelliet van
een of ander land of van
zijn ideologie te zijn. Het is
hoog tijd, dat Latijns-Ame-
rika de hoogontwikkelde
landen erop wijst, dat zij
zijn ontwikkeling niet mo
gen tegenhouden en het
continent niet mogen uitbui
ten, dat zij integendeel edel
moedig moeten helpen de
onderontwikkeling te over
winnen en daarbij de cul
tuur, de beginselen, de soe
vereiniteit en ae identiteit
van Zuid-Amerika te eerbie
digen", aldus de bisschop
pen.
De bisschoppen keren zich
in hun boodschap ook tegen
de wapenwedloop. Daarin
zien zij het gevaar, dat het
recht op nationale verdedi
ging wordt verwisseld voor
het streven naar territoriale
uitbreiding. „Wij willen de
vrede en om die te bereiken
moeten de oorzaken van de
spanningen worden wegge-
De bisschoppen wijzen
erop, dat zij zich met maat
schappelijke
sche en politieke problemen
hebben beziggehouden, niet
omdat zij van mening zijn,
dat zij er alles van af we
ten, maar „omdat zij als
sprekers voor het volk ver
trouwd zijn met zijn ver
wachtingen, vooral met de
verwachtingen van de arm-
sten, die de grote meerder
heid van het Zuidameri
kaanse volk vormen".
In hun boodschap snijden
de bisschoppen dan op
nieuw de grote problemen
van Zuid-Amerika aan,
zoals de enorme kloof tus
sen de vele armen en de
weinige rijken, de bedrei
ging van de Latijnsameri
kaanse cultuur, de schen
ding van de mensenrechten.
De bisschoppen zeggen dan:
„De mens, die strijdt, lijdt
en soms vertwijfelt, verliest
toch niet de moed en wil
voor alles zijn kindschap
Gods in de volle betekenis
beleven. Daarom is het be
langrijk, dat zijn rechten
worden erkend en dat zijn
leven niet een gruwel is en
dat zijn rechtvaardige ver
wachtingen geen geweld
wordt aangedaan". Daarom
eist hij, dat alle fysieke en
psychische gewelddadigheid,
alle machtsmisbruik in de
samenleving en alle overtre
dingen van de geboden
Gods ophouden,
in een beschaving van lief
de, aldus de bisschoppen, is
geen plaats voor geweld,
voor egoïsme, voor schen
ding van mensenrechten,
voor uitbuiting en voor mo
rele en sociale onzekerheid.
De Bisschoppen verzekeren
het Latijnsamerikaanse
volk, dat de mens voor de
kerk van wezenlijke beteke
nis is en dat zij hem Chris
tus willen brengen als het
antwoord van de alles om
vattende verlossing.
De nieuwe pro-nuntius in
Den Haag, mgr. B. Wuesten-
berg, zal zijn werk vermoe
delijk in maart of april be
ginnen. Tot zijn komst zal
mgr. G. Berloco, secretaris
van de nuntiatuur, als zaak
gelastigde ad interim de lo
pende zaken waarnemen. De
vorige pro-nuntius, mgr.
John Gordon, is deze week
naar Rome vertrokken,
waar hij een adviseursfunc
tie gaat bekleden bij het
pauselijk staatssecretariaat.
Ds. H. J. Hegger te Velp
heeft met zijn echtgenote de
gereformeerde kerken verla
ten. Naar welke kerk hij
overgaat wilde hij nog niet
zeggen. Ds. Hegger v/as aan
vankelijk redemptorist In
1951 werd hij gereformeerd
predikant. Sinds 1959 is hij
predikant-directeur van de
stichting „In de rechte
Korte metten
straat", die onder meer af
wijzend staat tegenover de
dialoog met Rome.
De hervormde centrale ker-
keraad van Leerdam zal
alle hoofden van scholen in
Leerdam per brief vTagen
het misbruik van Gods
naam te bestrijden. De ont
stellende toename van het
vloeken wordt, aldus de
hervormde kerkeraad, mede
beinvloed door radio en te
levisie. De kerkeraad heeft
het breed moderamen van
de Nederlandse hervormde
kerk in overweging gegeven
alle kerkeraden op te roe
pen tot een dergelijke actie.
In het Westduitse Spiers zal
van 23 tot 26 april het feit
worden herdacht, dat 450
jaar geleden op de tweede
daar gehouden rijksdag vijf
vorsten en veertien steden,
die de reformatorische gods
dienst aanhingen, gezamen
lijk protesteerden tegen de
aantasting van de gods
dienstvrijheid in hun gebie
den. Deze „Protestation"
maakte het begrip protestan
tisme en protestanten tot ge
meengoed. Het verzet van de
„protestanten" ging tegen
het intrekken van de voor
hen iets gunstiger bepalin
gen van de eerste rijksdag
te Spiers in 1526. Het accent
bij de herdenking zal vooral
liggen op de betekenis van
het gebeuren voor het huidi
ge protestantisme. In sep
tember volgt een tweede se
rie festiviteiten.
Het r. k. bedrijfsapostolaat
in Apeldoorn, dat daar
sinds kort in opbouw is,
heeft zowel een r. k. pastor
als een gereformeerde predi
kant in dienst. Het aartsbis
dom Utrecht opende maart
vorig jaar een sollicitatie
procedure met de bedoeling
acht bedrijfspastores aan te
trekken voor de opbouw
van een dergelijk pastoraat
in Arnhem, Utrecht, Henge
lo en Apeldoorn. Ook refor
matorische sollicitanten
dienden zich aan. Een van
hen, de gereformeerde pre
dikant K. R. Tinga, die
godsdienstleraar was, is
aangenomen. De katholieke
pastor is L. B. Brennink-
meyer, die daarvoor zieken
huispastor was.
Mgr. J. Bluyssen, bisschop van Den Bosch heeft tot zijn
gedelegeerde voor oecumenische zaken benoemd zuster
Francesco van Pinxteren (62) van de congregatie van de
zusters van de Choorstraat. Zij volgt in deze functie
prof. dr. J. Lescrauwaet op, die wegens zijn professoraat
aan de katholieke universiteit van Leuven, ontslag heeft
genomen.
Zuster Van Pinxteren, die bestuurslid wordt van de Willi-
brordvereniging, die in de Nederlandse kerkprovincie de
oecumenische zaken behartigt, is momenteel onder meer
voorzitter van het beraad van kerken in Den Bosch, lid
van de werkgroep Professioneel Pastoraat en rijn Samen
werkingsverbanden (PP) van de kerkprovincie, lid van de
werkgroep Man-Vrouw-Kerk van de Raad van Kerken en
medewerkster aan de feministische theologie.
Een groep Nieuwzeelandse protestante en rooms-katholi#
kerkelijke leiders hebben eind vorig jaar gedurende tw ..acufc
tig dagen een studiereis gemaakt in China en daarbij fcorzaak
tracht een indruk te krijgen van christelijk kerkelijk lej
giste
Mai
ologii
iekten
ifereldj
ek ins
I
1 communistisch China.
In een verslag van hun be
zoek in het maandblad van
de Wereldraad van Kerken
„One World"
dat China
geen sprake, wel
soort cursussen gehoi
het theologische
wordt gezegd, te Nanking.
de „bevrij- 'Verder werd begin 1978
ding" ongeveer drie miljoen Instituut voor Wereldrel
rooms-katholieken en 700.000 in Peking geopend met
protestanten telde. Naar groep van vierentwintig
schatting zouden er nu onge- denten. De directeur
veer 500.000 gelovigen van di- hist en heeft een chrisl
verse confessies in China zijn mededirecteur, hetgeen
overgebleven. kunnen wijzen op
Protestantse en anglikaanse g^Jchina11
kerken rijn_samengevoegd in christenen, waarmee
:1
ment", die vooral op het plat-
te land een actief leven leidt,
hela UI mi
de v<
ën na
i^^i ^ep sprak, bleken wel h
te zijn voor de mogel
komst van zendelingen
niissionarissen van ove juN
iel. ujoe van ae cumireie re- Ujkb Vrangelisatiebew
volutie ging deze beweging moestenB zij hela J*5'1
S°n nietshebben. Hoewel
taal nnheltenH i 3 logisch, christendom
taal onbekend is. xiIme niet verenigbaar njdoezele
Iets van een nationale bunde- ten, zagen ze wel genoeg
ling is blijven bestaan onder meenschappelijkheid om
leiding van de hoogbejaarde men te werken,
leider Y. T. Wu in Sjanhai. De indruk van de Nieuut d
Kerkelijke gebouwen zouden landers was, dat de Chiirkonde
nog eigendom van de diverse christenen de culturele rev
groepen rijn, maar of herope- tie overleefd hebben. Het
ning ooit mogelijk zal rijn is loofsleven zou zelfs door[»
niet duidelijk. Van een theolo- opgedane ervaringen
gische opleiding is al vele ja- diepte gewonnen hebben.