11 Nederlanders komen in Libanon in schijnbaar onoplosbare situatie „Beschaving van liefde" doel van Latijnsamerikaanse bisschoppen 8 Ld ♦a Puebla-conferentie duidelijk solidair met noodlijdende massa .•11 kerk virèreld Vrouw gedelegeerde voor oecumene in bisdom Den Bosch Chinese christenen ove leefden culture revolutie BUITENLAND LEIDSE COURANT VRIJDAG 16 FEBRUAR11979 PAGII Jgfs (Van onze speciale verslaggever Frans Wïj- nands) Sinds tien jaar geleden de Latijnsamerikaan- se bisschoppen in de Colombiaanse stad Medellin bijeen kwamen, en daar een opmer kelijk strijdvaardig document lanceerden, zijn er volgens alleszins betrouwbare schattingen ten minste duizend bisschoppen en priesters vervolgd. Geïntimideerd, gemarteld, op no- nactief gesteld, gedood. Het tekent de venijnige houding tussen de meeste Zuidamerikaanse regimes en een deel van de katholieke kerk. Het verwijt van over- heidszijde is duidelijk: „De kerk gebruikt het evengelie als revolutionair pamflet, de preek is opruiende taal en via het geloof wordt ons continent vergiftigd met het socialisme of nog erger het marxisme en communisme". Daartegenover staan de reacties in de guerril la-sfeer, de actie-reactie keten, gebaseerd op geweld. Bloed en tranen helpen de vrijheid mee bevechten en veroveren. Hoe dient de kerk zich in dat politiekmaatschappelijke spanningsveld op te stellen? Het verloop van de Puebla conferentie der Latijnsamerikaanse bisschoppen, die deze week is afgesloten roept onwillekeurig een vergelijking op met de zogenaamde Russell-tri- bunalen, waarvan er een, enkele jaren geleden in Rome, gewijd was aan de militaire dictatu ren in de wereld. De uitkomst van dat „tribu naal" was veel meer nog dan de Puebla- conferentie voorspelbaar. Natuurlijk volgde er een scherpe veroordeling waarbij de leden van het tribunaal man en paard, landen en personen noemden. Bij gebrek aan welke mid delen ook moest het tribunaal zich tot die pu bliekelijke aanklacht beperken. De Puebla-conferentie bood ten aanzien van het resultaat meer vraagtekens. Men mocht verwachten, dat er troostende woorden aan armen en onderdrukken, de achtergestelde vrouw en het kind gesproken zouden worden. Woorden die tegelijk als verwijt zouden (moe ten) klinken aan de onderdrukkers en uitbui ters. In dat opzicht heeft Puebla ten dele beant woord aan de verwachtingen. De verwijten zijn scherp genoeg, maar tevens zo vaag, dat geen enkele dictator zich persoonlijk aange sproken hoeft te voelen. Iedereen weet om welke landen het gaat, maar de conferentie „onthult" die niet. Des te opmerkelijker is het daarom, dat een groep bisschoppen, los van de officiële eind documenten, toch een solidariteitsverklaring heeft uitgegeven ten gunste van de vervolgde kerk in Nicaragua en El Salvador, twee Mid den amerikaanse staten waar het leven van alle dag voor vrijwel iedereen een vagevuur is, en een regelrechte hel voor degenen die hun stem durven verheffen tegen de zittende machthebbers. Net als het Russell-tribunaal verwerpt de kerk, althans de bisschoppenconferentie, het gebruik van geweld. „Dat lost immers niets op", blijft Helder Camara stellen, de bisschop wiens geweldloze sociale kruistocht in Zuid- Amerika en ook in bepaalde Vaticaanse krin gen met de grootst mogelijke argwaan wordt gevolgd. Net als velen van zijn collega's wil Camera heel ver gaan in de methodiek de massa bewuster van eigenwaarde en rechten te maken, maar het geweld wordt net zo una niem verworpen als de toegepaste onderdruk king van de meest elementaire mensenrechten. Een vergelijking met het Russell-tribunaal en de Puebla-conferentie gaat overigens op één belangrijk punt nadrukkelijk niet op. Het tri bunaal, en ook een beweging als Amnesty In ternational, zijn aanklagers met een ongestruc tureerde aanhang. De kerk in Zuid-Amerkia daarentegen heeft een strak gestructureerde aanhang die geworteld is in de bijna heilige tradities van een eigen cultuur- en beschaving- mozaiek. De kerk is georganiseerd en heeft de mogelijkheid die aanhang te mobiliseren. Zo ver is, en dat mag geen verrassing zijn, de CELAM-conferentie niet gegaan. Welke oproep ook zou wel ergens op het continent tot bloed vergieten aanleiding geven. Wel heeft de conferentie de leek betrokken bij die veelomvattende taak van democratisering. De paus heeft op zijn Mexicaanse reis duide lijk gezegd dat priesters en religieuzen geen politieke en sociale leiders of functionarissen van een wereldse macht zijn. „Laten we niet de illusie hebben dat we het evangelie dienen proberen aardse problemen op te los sen", aldus Johannes Paulus II. Maar tegelijk trok de paus openlijk partij voor de armen wier lot niet alleen geestelijk, maar ook materieel verbeterd moet worden. De bisschoppen hebben duidelijk interpretatie ruimte gevonden in de toespraken van de paus en daarom de weg open gelaten voor priesters die maatschappelijk geëngageerd de zielzorg beoefenen; het materiële welzijn van de gelovigen wel degelijk in het oog houden als zij het evangelie verkondigen. Waar priesters op grond van hun status niet zo gemakkelijk kunnen werken, met name in het politieke vlak, kunnen katholieke leken wel opereren. Die uitspraak erkent tevens de uitgebreide taak en de grote waarde van de zogenaamde basis-gemeenschappen die in La tijns-Amerika waarachtig niet alleen actief zijn in het organiseren van devote Maria- bijeenkomsten. De CELAM-conferentie heeft zich duidelijk so lidair verklaard met de onderdrukte en nood lijdende massa. Veel mensen zijn het slachtof fer van structuren die veranderd moeten wor den. De bisschoppen zeggen duidelijk en har dop dat er zeer ernstige onderdrukking heerst, dat boeren en arbeiders worden uitgebuit, dat er een schandalige ongelijkheid heerst die het leven voor velen afschuwelijk maakt Algemeen wordt aangenomen dat de paus weinig moeite zal hebben die teksten straks te onderschrijven. Temeer omdat - en daar zit het „zwarte gat" van Puebla de bisschop pen nergens aangeven hoe die structuren ver anderd zouden moeten worden. Bovendien blijven ze vaag over de dialoog met en de toe pasbaarheid van andere ideologieën, zoals na tuurlijk het marxisme, en tenslotte omzeilen de bisschoppen concrete politiek-economische wantoestanden. In diezelfde vaagheid zijn ze toch weer duide lijk als ze marxisme en kapitalisme gelijkelijk kritiseren en het in de wereld bestaande stel sel van economische betrekkingen en handel aanvallen, omdat binnen die structuren Zuid- Amerika zich onvoldoende kan ontplooien en ontwikkelen. Slechts een handjevol rijken pro fiteert momenteel, maar de grote massa wordt de dupe van de houding van de geindustriali- seerde wereld. In een nabeschouwing over Puebla hoort ei genlijk een balans over de „strijd" tussen de conservatieve en progressieve vleugel op de CELAM-conferentie. Er is gemanoevreerd te voren, gemanipuleerd zelfs, er is doorlopend geduelleerd en het einddocument lijkt de pro gressieven meer genoegdoening te schenken dan het behoudende bisschoppen-bestand, dat weliswaar veel vriendelijks had willen zeggen, maar verder er liever het zwijgen toe had wil len doen. Dat alles onder het motto dat het met kwaaie honden slecht leven is. Maar de stemmenverhouding in Puebla is compleet ondergeschikt aan wat nu in de toe komst bewezen moet worden. Zelfs het meest vergaande einddocument is nergens en nooit dwingend voor die bisschop die in eigen land en diocees, in andere situaties en omstandig heden, zal handelen naar het hem goeddunkt en uitkomt. Daarin zit danks de verheugen de progressiviteit van het slotdocument de grote onzekere factor. Uiteraard moet men ho pen dat de Puebla-documenten dictator en hun medestanders aan het denken zet. De geest van Medellin en Puebla moet even wel ook krachtig doorwerken in Vaticaanse en episcopale kringen, zodat steeds meer bis schoppen en priesters pal durven staan voor hun op het evangelie gebaseerde eisen voor gelijkgerechtigheid, welzijnsverbetering en wel vaartsbevordering van enorme bevolkingsgroe pen. Want pas dan en met alle risico's die er blijven zal de stem van de kerk door klinken en zal het oordeel van bisschoppen, priesters en leken zwaar wegen. Het slotdocu ment heeft in dat opzicht nog een stuk duide lijkheid gebracht. Zolang zij het geweer en de rode vaan niet grijpen zullen maatschappelijk en sociaal actieve priesters niet langer als „buitenkerkelijke outsiders" worden be schouwd. Het „alternatieve" Puebla dat zich nadrukke lijk niet buiten de kerk wilde stellen, is er nu ook niet buiten gezet. Weliswaar hebben zij vooralsnog een plaatsje in de zijbeuk gekre gen, maar ook vanaf die plaats kan hun stem binnen de kerk gehoord worden. (Van onze speciale verslaggever SJOERD POST) BEIROET Het besluit van de Nederlandse regering om een bataljon militairen ter beschikking te stellen van de UNIFIL- troepen in Libanon doet de vraag rijzen hoe de politieke situatie op dit moment in dat land is. Duidelijk is dat er een sterk verbrokkelde samenleving bestaat die vooral veroorzaakt wordt door sociaal- economische tegenstellingen tussen christenen en moslims. Ook gaat het land gebukt onder een feodaal bestuur waarin enkele rijke christenfamilies de touwtjes in handen hebben. De problemen in Libanon lijken haast onoplosbaar, omdat de Westerse investeringen er ook een rol in meespelen. En boven alles mag het belang van de olie niet vergeten worden bij aan analyse van de situatie in Libanon. In dat land hebben de christenen van oudsher een dominerende rol ge speeld daarin gesteund door de Franse beschermers in de vorige eeuw. De meeste Libanese christenen behoren tot de Maronitische kerk, een genootschap dat verwant is aan de Franse kerk. Er zijn echter tal van andere christelijke kerkgenoot schappen in Libanon. Ook onder de moslims treft men een grote ver scheidenheid van richtingen aan. De meerderheid wordt gevormd door de Soennitische moslims, terwijl een belangrijke minderheid bestaat uit Sji'itische groepen. Doordat de Libanese samenleving sterk verzuild is onderwijs, sociale instellingen en politieke partijen zij op basis van religie georganiseerd zijn religieuze scheidslijnen ook de maatschappelijke scheidslijnen ge- men ervan uitgegaan dat de samen stelling van de bevolking zodanig was dat tegenover zes christenen vijf moslims stonden. Als gevolg daarvan is het aantal par lementszetels altijd een meervoud van elf, waarbij dus altijd iets meer dan de helft voor de christenen gere serveerd is. Zelfs is er een onderver deling naar functies, zodat de door het parlement gekozen president al tijd een Maronitische christen moet zijn, de minister-president een Soen nitische moslim en de Kamervoorzit ter een Sji'itische moslim. De opper bevelhebber van het leger moet altijd een christen zijn, waarmee de recht se christenen de machtsfactor in handen trachten te houden. Hoewel linkse moslims zich fel ver zetten tegen dit verouderde systeem (de moslimbevolking is sinds 1943 veel sterker toegenomen dan de christelijke) weigert de christelijke meerderheid in het parlement een herziening van de kieswet. Libanon is nog steeds een feodale maatschap pij waar enkele rijke families het voor het zeggen hebben. De families Gemayel, Franjieh, Kara- me, Chamoun en Eddé vechten voor eigenzbelangen en schuwen het niet daarbij privé legertjes in te zetten. dë ^abisch'e curtuvir" die Deze ziin de laatste jaren uitgegroeid tot de inmiddels overbekende partij- milities. Bekend is dat linkse moslim- rechtse christenfamilies bij tijd en wijle de politieke strijd vergeten en samenwerken bij de handel in hasj. groep El Fatah. Vanuit Zuid-Libanon werden keer op keer acties tegen Is raël ondernomen die op hun beurt repressaillemaatregelen van Israël uitlokten. De Libanese regering weigerde in te grijpen en de verdeeldheid in Liba non nam toe. Het linkse moslimdeel kreeg sympathie voor de Palestijnse vluchtelingen en de rechtse christe nen eisten een inperking van de macht van de PLO. Het centrale ge zag in Libanon zag geen kans zich te doen gelden omdat de regering in kampen verdeeld was. Het leger werd niet ingezet en dus bewapen den de diverse milities zich in toene mende mate. Tot in 1975 de bom barstte en Libanon gedurende twee jaar het slagveld van een burgeroor log die duizenden doden kostte. worden. Toch is het niet zozeer een religieuze kloof die christen en moslims .scheidt, maar veel meer een sociaal- economische. In algemene zin kan gesteld worden dat de christenen rijk en de moslims arm zijn. De christe nen beheersen het politieke en eco nomische leven en voelen zich de be langrijkste groep in het land. Zij zijn sterk op het Westen gericht en keren zich af naar hun mening inferieur De moslims daarentegen streven nog steeds naar een Arabische eenheid waarin uitsluitend ruimte is voor de Islam. Voor de christenen een af schuwelijk schrikbeeld omdat hun cultuur en vooral hun dominante po litieke en economische positie dan Iran midd groot bezettingsleger Libanon I J? J] gevallen. Veel Libanezen zien i rische troepen die een groot de verra Libanon controleren liever gaa die komen. naire President Sarkis van Libanon en be verwoede pogingen om een deéenera deze troepen te laten vervangenjri soldaten uit andere ArabischeLupi., den. Israël heeft overigen'-J den laten weten dat zij king van het Syrische leger in aa* niet zal dulden. Daarom 11 Rea Israël ook een bufferzone in Ziqraal banon gecreëerd die nu in handflg c< de rechtse christenen. voelt er niets voor het zuide Ju handen te geven omdat zij toen WHt. de acties vreest van Palestijnse die risten en zelfs een groot treffei jaar in zaï ihting, Syrië niet uitsluit. Toch moest Israël na de Zuid-Libanon van maart onder zware internationale druking. H i worden vervangen. Afspraak De politieke machtsverdeling in Liba non is nog steeds gebaseerd op een nationale afspraak tot Libanon in 1943 onafhankelijk werd. Daarbij is De rechtse christenen zien vooral de aanwezigheid van grote groepen zwaar bewapende Palestijnen in Li banon als de kern van alle proble men. Palestijnse verzetsorganisaties hebben zich sinds 1970 in toenemen- Strategisch Ook na het bestand dat in 1976 be reikt werd bleef het rommelen in Li banon. De grote mogendheden heb ben nogal belangen in dit Middel landse Zee-land. Vooral voor de Ver enigde Staten is Libanon van belang gezien de economische belangen en strategische ligging. Amerika pro beert verzoenend op te treden, omdat sinds de Camp David-akkoorden tus sen Egypte en Israël men liever geen nieuwe conflicten wil in het Midden- tenen Oosten. waar De Sovjet-Unie lijkt de Amerikaanse invloedssfeer in Libanon te erkennen en houdt zich ogenschijnlijk afzijdig in het conflict. Aangenomen wordt worden als de VN dat de Russen wel steun verlenen onder druk te zetten de PLO via geld en levering troepen terugtrekken uit het z lerbim In strijd met de VN-resolutie gen de Israëli de bufferzone nie [een de UNIFIL-troepen over maai en zijn christelijke bondgenoten. id me Dat is de situatie op dit mo vlak voordat de Nederlandse tr< naar Libanon vertrekken. Zij 2 n precies op de grens van het g gelegerd worden waar rechtse de dienst uitmaken e: waar soms vanachter de linies tijnse guerrilla's proberen ferzone te infiltreren. Een lijke^ taak die mogelijk verlicht slagen n alsn< reid te vinden de bufferzone wapens. Maar dat doet Amerika ook UNIFIL over te dragen. de mate in Zuid-Libanon gevestigd nog altijd het idee de rechtse christenen. Dan zal de Libanese regering het geheel is de rol van aanzet kunnen maken tot herstel gezag en orde daarbij gesteund Moeilijker Syrië. De Syrische regering heeft dat daardoor de bijnaam Fatah-land heeft gekregen, omdat het gebied be heerd werd door de Palestijnse risch rijk niet opgegeven 1 groot Sy- de Verenigde Naties. Dat 2 dan gin kunnen betekenen De Zuidamerikaanse bis schoppenconferentie van Puebla heeft tot besluit van haar vergadering een boodschap gericht tot het Zuidamerikaanse volk. Daarin verklaren de bis schoppen, dat zij in Zuid- Amerika een „beschaving van liefde" willen verwe zenlijken. Een dergelijke beschaving heeft volgens de bisschop pen duidelijke politieke en sociaal-economische conse quenties. Zij verklaren met name, dat iedere onderwer ping of afhankelijkheid, die aan de waardigheid van La- tijns-Amerika afbreuk doet, door die beschaving verbo den wordt. „Het is voor ons onaan vaardbaar de satelliet van een of ander land of van zijn ideologie te zijn. Het is hoog tijd, dat Latijns-Ame- rika de hoogontwikkelde landen erop wijst, dat zij zijn ontwikkeling niet mo gen tegenhouden en het continent niet mogen uitbui ten, dat zij integendeel edel moedig moeten helpen de onderontwikkeling te over winnen en daarbij de cul tuur, de beginselen, de soe vereiniteit en ae identiteit van Zuid-Amerika te eerbie digen", aldus de bisschop pen. De bisschoppen keren zich in hun boodschap ook tegen de wapenwedloop. Daarin zien zij het gevaar, dat het recht op nationale verdedi ging wordt verwisseld voor het streven naar territoriale uitbreiding. „Wij willen de vrede en om die te bereiken moeten de oorzaken van de spanningen worden wegge- De bisschoppen wijzen erop, dat zij zich met maat schappelijke sche en politieke problemen hebben beziggehouden, niet omdat zij van mening zijn, dat zij er alles van af we ten, maar „omdat zij als sprekers voor het volk ver trouwd zijn met zijn ver wachtingen, vooral met de verwachtingen van de arm- sten, die de grote meerder heid van het Zuidameri kaanse volk vormen". In hun boodschap snijden de bisschoppen dan op nieuw de grote problemen van Zuid-Amerika aan, zoals de enorme kloof tus sen de vele armen en de weinige rijken, de bedrei ging van de Latijnsameri kaanse cultuur, de schen ding van de mensenrechten. De bisschoppen zeggen dan: „De mens, die strijdt, lijdt en soms vertwijfelt, verliest toch niet de moed en wil voor alles zijn kindschap Gods in de volle betekenis beleven. Daarom is het be langrijk, dat zijn rechten worden erkend en dat zijn leven niet een gruwel is en dat zijn rechtvaardige ver wachtingen geen geweld wordt aangedaan". Daarom eist hij, dat alle fysieke en psychische gewelddadigheid, alle machtsmisbruik in de samenleving en alle overtre dingen van de geboden Gods ophouden, in een beschaving van lief de, aldus de bisschoppen, is geen plaats voor geweld, voor egoïsme, voor schen ding van mensenrechten, voor uitbuiting en voor mo rele en sociale onzekerheid. De Bisschoppen verzekeren het Latijnsamerikaanse volk, dat de mens voor de kerk van wezenlijke beteke nis is en dat zij hem Chris tus willen brengen als het antwoord van de alles om vattende verlossing. De nieuwe pro-nuntius in Den Haag, mgr. B. Wuesten- berg, zal zijn werk vermoe delijk in maart of april be ginnen. Tot zijn komst zal mgr. G. Berloco, secretaris van de nuntiatuur, als zaak gelastigde ad interim de lo pende zaken waarnemen. De vorige pro-nuntius, mgr. John Gordon, is deze week naar Rome vertrokken, waar hij een adviseursfunc tie gaat bekleden bij het pauselijk staatssecretariaat. Ds. H. J. Hegger te Velp heeft met zijn echtgenote de gereformeerde kerken verla ten. Naar welke kerk hij overgaat wilde hij nog niet zeggen. Ds. Hegger v/as aan vankelijk redemptorist In 1951 werd hij gereformeerd predikant. Sinds 1959 is hij predikant-directeur van de stichting „In de rechte Korte metten straat", die onder meer af wijzend staat tegenover de dialoog met Rome. De hervormde centrale ker- keraad van Leerdam zal alle hoofden van scholen in Leerdam per brief vTagen het misbruik van Gods naam te bestrijden. De ont stellende toename van het vloeken wordt, aldus de hervormde kerkeraad, mede beinvloed door radio en te levisie. De kerkeraad heeft het breed moderamen van de Nederlandse hervormde kerk in overweging gegeven alle kerkeraden op te roe pen tot een dergelijke actie. In het Westduitse Spiers zal van 23 tot 26 april het feit worden herdacht, dat 450 jaar geleden op de tweede daar gehouden rijksdag vijf vorsten en veertien steden, die de reformatorische gods dienst aanhingen, gezamen lijk protesteerden tegen de aantasting van de gods dienstvrijheid in hun gebie den. Deze „Protestation" maakte het begrip protestan tisme en protestanten tot ge meengoed. Het verzet van de „protestanten" ging tegen het intrekken van de voor hen iets gunstiger bepalin gen van de eerste rijksdag te Spiers in 1526. Het accent bij de herdenking zal vooral liggen op de betekenis van het gebeuren voor het huidi ge protestantisme. In sep tember volgt een tweede se rie festiviteiten. Het r. k. bedrijfsapostolaat in Apeldoorn, dat daar sinds kort in opbouw is, heeft zowel een r. k. pastor als een gereformeerde predi kant in dienst. Het aartsbis dom Utrecht opende maart vorig jaar een sollicitatie procedure met de bedoeling acht bedrijfspastores aan te trekken voor de opbouw van een dergelijk pastoraat in Arnhem, Utrecht, Henge lo en Apeldoorn. Ook refor matorische sollicitanten dienden zich aan. Een van hen, de gereformeerde pre dikant K. R. Tinga, die godsdienstleraar was, is aangenomen. De katholieke pastor is L. B. Brennink- meyer, die daarvoor zieken huispastor was. Mgr. J. Bluyssen, bisschop van Den Bosch heeft tot zijn gedelegeerde voor oecumenische zaken benoemd zuster Francesco van Pinxteren (62) van de congregatie van de zusters van de Choorstraat. Zij volgt in deze functie prof. dr. J. Lescrauwaet op, die wegens zijn professoraat aan de katholieke universiteit van Leuven, ontslag heeft genomen. Zuster Van Pinxteren, die bestuurslid wordt van de Willi- brordvereniging, die in de Nederlandse kerkprovincie de oecumenische zaken behartigt, is momenteel onder meer voorzitter van het beraad van kerken in Den Bosch, lid van de werkgroep Professioneel Pastoraat en rijn Samen werkingsverbanden (PP) van de kerkprovincie, lid van de werkgroep Man-Vrouw-Kerk van de Raad van Kerken en medewerkster aan de feministische theologie. Een groep Nieuwzeelandse protestante en rooms-katholi# kerkelijke leiders hebben eind vorig jaar gedurende tw ..acufc tig dagen een studiereis gemaakt in China en daarbij fcorzaak tracht een indruk te krijgen van christelijk kerkelijk lej giste Mai ologii iekten ifereldj ek ins I 1 communistisch China. In een verslag van hun be zoek in het maandblad van de Wereldraad van Kerken „One World" dat China geen sprake, wel soort cursussen gehoi het theologische wordt gezegd, te Nanking. de „bevrij- 'Verder werd begin 1978 ding" ongeveer drie miljoen Instituut voor Wereldrel rooms-katholieken en 700.000 in Peking geopend met protestanten telde. Naar groep van vierentwintig schatting zouden er nu onge- denten. De directeur veer 500.000 gelovigen van di- hist en heeft een chrisl verse confessies in China zijn mededirecteur, hetgeen overgebleven. kunnen wijzen op Protestantse en anglikaanse g^Jchina11 kerken rijn_samengevoegd in christenen, waarmee :1 ment", die vooral op het plat- te land een actief leven leidt, hela UI mi de v< ën na i^^i ^ep sprak, bleken wel h te zijn voor de mogel komst van zendelingen niissionarissen van ove juN iel. ujoe van ae cumireie re- Ujkb Vrangelisatiebew volutie ging deze beweging moestenB zij hela J*5'1 S°n nietshebben. Hoewel taal nnheltenH i 3 logisch, christendom taal onbekend is. xiIme niet verenigbaar njdoezele Iets van een nationale bunde- ten, zagen ze wel genoeg ling is blijven bestaan onder meenschappelijkheid om leiding van de hoogbejaarde men te werken, leider Y. T. Wu in Sjanhai. De indruk van de Nieuut d Kerkelijke gebouwen zouden landers was, dat de Chiirkonde nog eigendom van de diverse christenen de culturele rev groepen rijn, maar of herope- tie overleefd hebben. Het ning ooit mogelijk zal rijn is loofsleven zou zelfs door[» niet duidelijk. Van een theolo- opgedane ervaringen gische opleiding is al vele ja- diepte gewonnen hebben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 10