i GEEF ZE EEN SCHOP, DIE -MENSEN OP IRIAN JA YA Openbare,bieb'van Noordwijkerhout moet serviceverlening beperken Verfilming „Kort Amerikaans"laat oorlogsjaren herleven )PNAMEN BESTSELLER JAN WOLKERS IN LEIDEN 4;tad/regio LEIDSE COURANT VRIJDAG 9 FEBRUAR11979 PAGINA 5 Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. ZOALS OOK ELDERS IN DEN LANDE. De Nederlandse bibliotheken, overgeleverd aan het beleid van CRM, maken moeilijke tijden door. De „openbare" verkeert in nood; wordt het nog erger?", vraagt men zich in gemoede af. Heel erg zwaar geldt, dat het Uit Oegstgeeste bronnen kreeg ik informatie over een brede poging tot handreiking aan een stel missionarissen op Nieuw Guinea, dat niet al te lang nadat -onze buitenlandse minister Luns de Pópoea's nog Papoea's noemde en ik heb nog steeds de indruk dat-ie gelijk had, vooral omdat iedereen Toyóta zegt tegen een produkt dat volgens erkende japonologen Toyota moet heten tegenwoordig Irian Jaya heet. Het missionaire werk daar is ook geïntegreerd met de sociaalmaatschap pelijke ontwikkeling. ..Leuke bijkomstigheid in dit opzicht is, dat bij ons op het maatschappelijke vlak de werkers in het zoveelste echelon eenzelfde baardtooi hebben ontplooid als de van huisuit roomse zendelingen in tropische gebieden. Niettemin: overal wordt iets groots verricht, zowel in de Hollandse welzijnszorg als in het donkere gebied dat Irian heet. Na een eerste lezing van de brochure, die onder aanmoedigingen zoals „Kom op, doe er ook wat voor" en "Ga er eens voor zitten", een „Schoppenaktie 1978/79" proclameert, ben ik geneigd al meteen warm te lopen voor een onderneming die door de Eerwaarde broeder J. Kruitwagen ofm (die familie moet zijn, meen ik, van de fameuze franciscaan Pater Kruitwagen) op touw is gezet. Broeder Kruitwagen werkt en ploetert in een gebied, dat sinds jaar en dag slechts te bewerken valt via een enkel gemakkelijk manoeuvreerbaar vliegtuig en auto, motor, fiets of prauw, of te voet. Het is verder het lied van de inspanning, de slechte voeding, het gebrek aan animo om hard te werken (want wat zul je je als „oorspronkelijke bewoner" inspannen en uitsloven als je daardoor eerder ziek wordt). „Maar", zo zegt broeder Kruitwagen, „mensen, oordeel niet te vlug, want u hebt er vaak geen idee van in welke situatie mensen in arme landen verkeren, mensen die dagelijks veel te weinig te eten hebben". De broeder heeft in zijn jarenlange praktijk aan de Wisselmeren (ooit ontdekt door een meneer Wissel) al veel kunnen helpen. Bijvoorbeeld met bi j eengetr ommeld gereedschap. Toen volgde ook de rest van Irian, waar men met dezelfde problemen als bij de Wisselmeren zat. Wat blijkt Mearaukegebied in oorlogsuitrusting"; maar geef ze nu een tar doen ze méér mee. nu? Dat we met elkaar, in het verlichte Nederland, heel veel goed werk kunnen doen met het bijeenbrengen van schoppen, bijlen en kapmessen. Met die, in onze ogen, eenvoudige middelen is al heel wat zegenrijk werk gedaan. Maar het is ook materiaal waarmee de mensen ter plaatse zich een redelijk gelukkig bestaan kunnen verwerven. Daarom klopt broeder Kruitwagen bij het „thuisfront" (dat nog steeds bestaat) aan en vraagt om middelen die hem en de zijnen kunnen helpen. Zo'n man, die precies de rekeningen kent van vrachtkosten en arbeidsloon (je moet er soms dagenlang voor lopen om een heel klein pietsie hemel op aarde te kunnen brengen), zegt nu, dat „noch zij, noch ik, ons schamen om bij u aan te kloppen als het gaat om gereedschap dat ze dagelijks nodig hebben. Doe mee en geef ze een schop!" Verdere uitwijding lijkt me niet nodig. Er is vtel nodig. Niet alleen om dichte rennen te maken voor de opfok van kippen en eenden (de roofvogels halen anders bijna alle kuikens weg), of voor de „betonnen neuten onder de staanders" van een gebouw met aluminium dak, maar om alles te kunnen bekostigen wat die Iriaanse mensen nodig hebben om te proberen een beetje vooruit te komen. „Het is een erg mooi project", schrijft de minderbroeder Kruitwagen; „het is hun project.Bijdragen kunnen worden gestort op rekening „Schoppenaktie", no. 138490 368 van de Rabobank Lijtweg, Oegstgeeest. personeel minder tijd en middelen heeft om de lezers van informatie te voorzien. „Het is overal hetzelfde", vertelt me Yvonne Scholte, bibliothecaresse van de openbare bibliotheek aan de Kerkstraat in Noordwijkerhout, „maar bij ons is de situatie, sinds in '75 de bibliotheekwet van kracht werd, bepaald nijpend geworden. Zeker door de personeelsstop die werd ingevoerd. De kwaliteit van het bieb-werk verminderde. De personeelsbezetting (we werken met zes parttimers, ik ben de enige fulltime bibliotheektechnische vakkracht) bedraagt thans rond 50 pet. van wat het volgens de wettelijke normen zou moeten zijn". Het gevolg is nu, dat de „bieb" van Noordwijkerhout de service moet inkrimpen. De „bieb" is in het rood, dus in nood. Yvonne Scholte: „We hebben geen tijd meer om nieuwe lezers wegwijs te maken in de bibliotheek, om alle boeken op te ruimen, om de lange rij voor het afstempelbureau vlot te kunnen helpen, om informatie te geven, de mensen te helpen zoeken en ook geen tijd meer om bijzondere werkzaamheden te organiseren, zoals schoolklassenbezoeken, tentoonstellingen, kinderboekenweek activiteiten en zo verder. Vooral wat die extra activiteiten betreft had Noordwijkerhout een erg goede reputatie op „bieb"- gebied. Daar was ook de opbouw van een dokumentatieafdeling en een tijdschriftenbestand. De tijdschriften geven extra werk, omdat de „oude" nummers worden uitgeleend, dit in tegenstelling tot de meeste andere bibliotheken". Jtiist omdat „Noordwijkerhout" niet alleen functioneert als „uitleenfabriek" van boeken, treft de noodtoestand des te meer het publiek. Het lezersbestand groeide enorme sinds de jeugd onder de 18 jaar geen contributie meer hoeft te betalen, maar zonder voldoende personeel is het niet meer bij te sloffen. Vooral Zuid-Holland is volgens Yvonne Scholte wel één van de slechtst bedeelde gebieden binnen bibliotheekwezen. „Het is allemaal de pan uitgerezen. We hebben pas geleden al een week moeten sluiten om allerlei achterstanden weg te werken, maar de krappe personeelssituatie maakt het noodzakelijk, dat de middaguitleningen elk met een half uur worden ingekort vanaf 1 maart. Verder zal het aantal aan te vragen boeken beperkt worden tot maximaal twee per keer. Dan komt de vakantie- abonnementsregeling te vervallen en onze bijzondere activiteiten (en dat vinden we zelf wel erg) verdwijnen of worden sterk verminderd", aldus Yvonne Scholte. Vorige week is door de gemeente Noord wijk ten behoeve van haar biblitheek besloten om één bibliotheekkracht te betalen, of ook Noordwijkerhout in deze zin zal bijspringen is nog niet bekend; de besprekingen met de gemeente zijn nog gaande. Voorlopig is het aan de Kerkstraat roeien met de riemen die voorhanden zijn. Yvonne Scholte is niet zo heel erg optimistisch: „ik denk, dat het eerder nog slechter wordt, onder de beperkingen van CRM". De bibliotheek van Noordwijkerhout LEIDEN Dat een stad als Leiden bui tengewoon in trek is als locatie voor Nederlandse speelfilms is de filmliefheb ber, na het zien van producties als Kee tje Tippel en Soldaat van Oranje, intus sen wel bekend. De Sleutelstad valt in april opnieuw de eer te beurt om te figu reren als opnameplaats voor een op sce nario gestelde nationale bestseller, ..Kort Amerikaans", het befaamde boek van de in Oegstgeest geboren auteur Jan Wolkers. De opnamen voor de film, waarbij de filmmaatschappij Cinecen- trum uit Hilversum is betrokken, vinden voor 95 procent plaats in Leiden. Gedu rende zes weken zal een filmteam onder leiding van regisseur Guido Pieters (be kend van de film „Dokter Vlimmen") met de verfilming van „Kort Ameri kaans" bezig zijn. Dat houdt in, dat op verschillende plaatsen in de stad win kels en panden een dergelijke metamor fose ondergaan, dat het authentieke Leidse straatbeeld van de oorlogsjaren '40-'45 ontstaat, de periode waarover Wolkers in zijn boek zo aangrijpend wist te schrijven. Het team van Cinecentrum was speciaal naar het Leidse stadhuis gekomen om een toelichting te geven op de conse quenties die er verbonden zijn aan de talrijke buitenopnamen, die in de Univer siteitsstad zullen worden gemaakt. Zon dag 8 april gaan de camera's draaien in de Leidse Breestraat, waarbij een bio scoop en het nieuwe postkantoor de be- Ilangrijkste decors zullen vormen. De op namen voor dit filmisch buitengebeuren worden gehouden van 's morgens acht uur tot 's avonds zes uur. Op het mo ment dat regisseur Guido Pieters „opna me nu" roept, zal een aantal Duitse sol daten op het toneel verschijnen, die een razzia houd en daarbij het oog laten val- leh op één wegvluchtende man, die zich sdiuil probeert te houden achter een re clamebord, dat staat opgesteld in de hal de sinds de oorlogsjaren nog maar weinig veranderde bioscoop, het Trianon- meater. Overigens beleven niet alleen de bioscoop en het postkantoor met decora- i tsve aanpassingen een revival van"* He ja- De filmploeg tijdens de presentatie in het Leidse gemeentehuis. ren veertig. Ook een aantal andere ge bouwen, meest winkels, in de binnenstad komt aan de beurt. Zo wordt het een en ander veranderd aan een naast de bio scoop gelegen auto-shop en een foto zaak, die tot een ouderwetse tea-room wordt omgetoverd. Blauwe tram De onlangs geasfalteerde Breestraat is niet meer de met kinderhoofdjes gepla veide winkelstraat, waar de van ouds be kende „blauwe tram" doorheen reed. Om hier toch een historisch juist beeld op te roepen, is het nodig dat met de hulp van zwarte touwen een tramkabel wordt ge spannen. Deze moet suggeren dat de tram in de film nog werkelijk rijdt. De kinderhoofdjes worden met een speciaal vervaardigde stempel op het asfalt van de Breestraat gedrukt, zodat ook hier het kritisch oog van de bioscoopbezoeker wel zeer geoefend moet zijn, om echt van onecht te onderscheiden. Letterlijk niets wordt door de mensen van Cinecentrum aan het toeval overge laten en er wordt zoveel mogelijk ge tracht om met de hulp van documenta tie, oude foto's en wenken van Jan Wol kers zelf, de oorlogstijd zo goed mogelijk te reconstrueren. De blauwe tram, waar van nog één exemplaar in Rotterdam is te vinden, zal eveneens een rol spelen in de film. Met dit voorbehoud echter, dat de opnamen van de tram niet in Leiden, maar vermoedelijk in enkele oude wij ken van de havenstad zelf worden ge maakt. r: y&&jjsaiÉ 1 De Breestraat van vlak na de Tweede Wereldoorlog met de blauwe tram zoals die in de film te zien zal zijn. Brandweer, politie en personeel van de dienst gemeentewerken zullen gedurende de periode dat Leiden voor de derde maal in successie tot filmstad is uitver koren, alles in het werk stellen om de opnamen voor Kort Amerikaans te ver gemakkelijken. Niet in de laatste plaats moet de Leidse bevolking in dit geheel haar rol mee willen spelen, want juist van de burgerij hangt het af of de film ploeg ongestoord kan werken. Behalve het feit dat ongeveer tweehonderd figu ranten voor de film nodig zijn (in dit op zicht doet Guido Pieters een beroep op Leidenaars, die het niet schuwen om en kele centimeters van hun haar af te staan: de jaren '40 nietwaaris het gewenst dat niemand de opnamen dwarsboomt door plotseling voor de ca mera's te springen. Productie-organisator Carl Tewes merkte hier over op: „In elke wijk waar we gaan filmen, en dat zijn er nogal wat, is het van het grootste belang dat de bewoners hun medewer king verlenen. Via huis-aan-huis bezorg de brieven stellen we de bewoners steeds tijdig op de hoogte van datgeen wat voor hun buurten op stapél staat, en welke aanpassingen van het straatbeeld voor de film noodzakelijk zijn. Hier en daar zal er wel wat aan de gevels moe ten worden veranderd, het zogenaamde „re-dressen" van de huizen, en dat vraagt natuurlijk wel het begrip en zelfs het enthousiasme van de mensen die er wonen. Kijk, bij een nachtopname zou het bijvoorbeeld vervelend kunnen zijn, als plotseling in één van de huizen het licht aan gaat. Zoiets moeten de bewo ners kunnen begrijpen en als het kan ook proberen te voorkomen. Anders kan je zo'n hele opname wel weggooien. Het liefst zouden we tijdens de draai-uren alle stoppen uit de huizen verwijderen om dat soort zaken te vermijden, maar dat is wellicht iets teveel gevraagd", stelt Carl Tewes lachend vast. Compliment Regisseur Guido Pieters, die door „Dok ter Vlimmen" bekendheid kreeg, is min of meer de enige man in de Nederlandse filmwereld, aan wie schrijver Jan Wol kers zijn oeuvre voor verfilming toever trouwt. Sterker nog, op dit moment acht Wolkers behalve Guido Pieters, niemand ertoe instaat om zijn werk „Kort Ameri kaans" voor de bioscoop rijp te maken. Een compliment voor de jonge regisseur. Het was juist dit boek, dat hij al jaren lang voor een film wil gebruiken en dat hij toen hij nog op school zat, als een meesterwerk in de literatuur beschouw de. Wolkers heeft hem een vrijbrief gege ven om het boek zoveel mogelijk naar eigen inzichten te behandelen. Ook het scenario, dat Pieters zelf heeft geschre ven, is door de auteur van weinige kant tekeningen voorzien. Premiere Kort Amerikaans gaat in oktober in pre mière, ongeveer gelijktijdig met het ver schijnen van „Doodshoofdvlinder", het nieuwste boek van Jan Wolkers. De hoofdrol wordt gespeeld door Derek de Lint (28), een acteur die zijn sporen heeft verdiend in de t.v.-film „De Vlieg", het verhaal van de Franse schrijver Guy de Maupassant, dat onlangs in Amerika met een Emmy Reward, een hoge onder scheiding werd bekroond. Naast Derek de Lint spelen nog twintig andere ac teurs een rol. Hun namen zijn echter nog niet bekend. Guido Pieters is name lijk nog op zoek naar geschikte kandida ten, die in staat zijn om bepaalde zware karakterrollen te vertolken. PETER VIERLtlG

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 5