Kaal hoofdige vampier Kinski gelooft niet in regisseurs Avoriaz De acteur Klaus Kinski is niet te spreken voor zonsondergang. Dat blijkt niets te maken te hebben met de rol van vampier, die hij in Wemer Herzogs film „Nosferatu" vervult Vampiers plegen zich volgens de overlevering pas bij het invallen van de duisternis onder de mensen te begeven om vóór het eerste zonne gloren weer in hun doodskist te krujpen. Bij Kins ki liggen de zaken eenvoudiger. Hij was wel be reid om ais jurylid naar het festival van de fan tastische filn) in het Franse wintersportplaatsje Avoriaz te komen, maar dan wilde hij ook zo veel mogelijk op de lange latten staan om pas daarna films te zien en eventueel persmensen te woord te staan. Kinski is een man van zijn woord, want de eerste „après-skiërs" zijn nog niet in de hal van het dure hotel Des Dromonts verschenen of hij staat al voor je neus. JURYLEDEN BEPALEN GEZICHT FILMFESTIVAL IN AVORIAZ Met zijn lange staat van dienst op het gebied van de griezelfilm was de 52-jarige Roger Corman na tuurlijk een ideale jury-voorzitter. Klaus Kinski. vampier in Werner Herzogs „Nosferatu". kan blijkbaar ook in het dagelijks leven het bijten niet laten. Hier moeten de vingertjes van zijn zoontje net ontgelden. Bij Kinski is geen ver gissing mogelijk. De kleine man met het helblonde sluike haar met daaronder twee felle ogen in een ge kweld koppetje, waar zelfs de beste make-up man uit de filmwereld geen jeune premier meer van kan maken, kan niemand anders zijn dan Kinski. die nu al zo'n kwart eeuw over de wereld zwerft van de ene zenuwlij- dersrol in de andere. Wat men ook van Kinski moge denken als acteur Werner Herzog komt er rond voor uit hem de aller beste te vinden het is niet mogelijk hem in een film over het hoofd te zien. Of het nu is in de rol van de sadistische Duitse sol daat, zoals in zijn be gintijd. dan wel als de psychisch gestoorde verdachte in de Duitse Edgar Wallace-verfil- mingen uit de jaren vijftig en zestig of zoals later als schurk in talloze spaghetti- westerns. waarvan we de titels al lang verge ten hebben, het verbe ten koppetje van Kinski haal je er altijd uit. Als iemand hem vraagt. waarom hij steeds slechteriken speelt, lacht hij grim mig en zegt: „Dat kun je nooit weten. Ik heb in meer dan 150 films meegedaan en ik be twijfel of je ze allemaal gezien hebt". De Pool, die al op zeer jeugdige leeftijd naar Berlijn verhuisde en daar zijn carrière begon, geeft eerlijk toe niet altijd even kieskeurig ge weest te zijn in de keuze van zijn rollen. „Ik accepteerde ze soms per telefoon en vroeg dan alleen wan neer, waar en hoeveel levert het op". Hij ge looft niet in regisseurs en betwijfelt of ze een betere acteerprestatie uit hem kunnen halen. „Als je voor de camera -staat moet je het toch helemaal zelf doen. Je speelt met alles wat je in je hebt tegen een muur en dan hoop je maar dat al die inzet straks ook bij het pu bliek overkomt". Klaus Kinski. die aan biedingen van Fellini, Visconti en Pasolini weigerde, was echter wel in een klein rolle tje in de zich naar Si berië spoedende goe derentrein te zien in David Leans verfilming van „Dr. Zjivago". „Dat zat zo. David vroeg mij voor een heel andere rol, omdat de acteur die hij op het oog had het con tract nog niet getekend had. Toen dat op het laatste moment wel ge beurde, had David nog twee rollen over waar uit ik kon kiezen". Kinski's filmcarrière heeft hem over de hele wereld gevoerd. „Ik heb eens een apparte ment gehuurd, maar ik was er nooit. Dus leef ik nu maar van het vampiers als Bela Lu- gosi en Christopher Lee zich steeds moes ten behelpen. Maar als je zegt dat Kinski dezelfde make up gebruikt als Schreck, krijg je een verontwaardigd ant woord. „Geen sprake van. Het vampier-mas ker werd, beïnvloed door het Kiboeki-thea- ter, speciaal ontwor pen. Eerst was ik er ook op tegen dat mijn hoofd kaalgeschoren zou worden, maar ik ben tenslotte voor Her zogs argumenten ge zwicht". Ondanks zijn merk waardig uiterlijk blijf je echter Kinski zien. Dat geeft hij zelfs toe. „Mijn zoontje van vier zei onmiddellijk „papa" toen hij me zo zag". Over zijn volwassen dochter Natasha uit een van zijn vorige hu welijken, die een eigen filmcarrière is begon nen, is Kinski kort. „We zien elkaar eens in de één of twee jaar. Ze heeft net een film met Roman Polanski gemaakt en woont nu met hem samen". Waarmee voor Kinski dit onderwerp is afge sloten en wat hem be treft tevens het ge sprek. Klaus Kinski is als jurylid kenmerkend voor het festival van Avoriaz, dat elk jaar een groot aantal be roemdheden naar het schilderachtige winter sportplaatsje tracht te lokken om er de gese lecteerde griezelfilms te beoordelen. Vorig jaar was regisseur Wil liam Friedkin voorzitter van deze soms wel uit zeventien man bestaan de jury. Dat hield in dat hij zijn vrouw Je anne Moreau mee bracht. Met verder on der meer Alain Delon en Jeanne Birkin in de jurygelederen was er dan ook voor de niet bij het festival betrok ken wintersporter ge noeg om zich, tussen de voorstellingen door, aan te vergapen. Karei Appel zat vorig jaar ook in de jury en al was hij stappend door de sneeuw altijd een figuur, die de aandacht trok, hij was geen film ster en dan ben je in Avoriaz toch al minder in aanzien. Dit jaar had men de komst van Richard Burton en de Pool Wa- lerian Borowczyk aan gekondigd. maar die lieten verstek gaan. zo dat de zich om Hotel Des Dromonts verza melde menigte genoe gen moest nemen met zo nu en dan een glimp van Charles Az- navour, een weinig vrolijk kijkende Eddie Constantine, Kinski en David Carradine. De magere Amerikaan, meestal gehuld in een soort woudloperspak, zag er met zijn lange blonde haar en non chalant loopje over de glibberige sneeuw een beetje uit als een „dis placed person", maar opvallen deed hij wel. Vriendelijk wuivend en altijd bereid tot een in formeel praatje als zijn taak als jurylid hem dat toestond, bewaart hij prettige herinnerin gen aan Nederland, Zijn vader John was onze favoriete film- schurk uit de jaren dertig, die Tyrone Po wer in de rug schoot in de film „Jesse Ja mes" en als cipier Warner Baxter het le ven zuur maakte in John Fords „The priso ner of Shark Island". Wij ontmoetten David voor het eerst lang voor zijn Kung Fu-faam ergens in het noor den van Friesland tij dens de opnamen van Nikolai van der Hey- de's „Angela", waar heen hij zijn toenmali ge vriendin Barbara „Seagull" Hershey was gev/blgd. Nikolai en Da vid zijn nog 'steeds dikke vrienden en deze week nog troffen zij el kaar in Den Haag. maar of daar concrete filmplannen uit zijn voortgevloeid, vermeldt de historie niet. Wel is het zo dat Da vid net als Kinski een „alleseter" is, wie het na de Bergman-film „Het slangenei" beslist niet naar het hoofd ge stegen is. Hij speelt even gemakkelijk een fantastisch uitgedoste autocoureur in de Ro ger Corman-produktie „Death race" als Gut hrie, de zingende nati onale held uit de Ame rikaanse depressiejaren in de indrukwekkende film „Bound for glory". „En we kijken altijd of er soms nog een rolle tje voor vader John of broer Robert in zit", geeft hij ruiterlijk toe. „Je bent er tenslotte om elkaar te helpen, nietwaar?". Over Roger Corman gesproken, hij was dit jaar voorzitter van de jury in Avoriaz, en een betere keus had men niet kunnen doen. Want Corman kan men gerust de gigant van de snel en goedkoop gemaakte thriller en griezelfilm noemen. Hij maakte in de jaren vijf tig aan de lopende band voor een bela chelijk klein budget binnen enkele dagen, soms met geleende studiodecórs, de zoge naamde b-films van het bioscooprepertoire. Grote namen van nu als de regisseurs Mar tin Scorsese, Francis Ford Coppola en Peter Bogdanovich kregen bij hem hun eerste kans en leerden er het vak. Jack Nicholson schreef voor hem sce nario's en was te zien in komische rolletjes zoals die van een ma sochist, die naar de tandarts gaat, in een overigens onbeduidend zwart-wit filmpje. Hoewel hij nooit zelf een Oscar won. kan hij er op bogen dat zijn leerlingen de belang rijkste Academy Awards later in de wacht sleepten. „De enige, die nog ontbrak was die voor de beste mannelijke hoofdrol. Jack Nicholson zat er net naast in 1975, maar een jaar later kreeg hij hem toch voor „One flew over the cuckoo's nest". Hij belde me toen meteen op om zich te veront schuldigen dat hij me een jaar had laten wachten. Wie de vrou welijke ster was, die een Oscar won en ooit eens voor me werkte? Dat was Ellen Burstyn. die toen nog werkte onder de naam Ellen Macrea. De titel van de film was „Pit stop", een erg Amerikaanse film uit de race-wereld. Dat was in 1969. Zeven jaar later zou zij een Oscar winnen voor haar rol in „Alice doesn't live here any more" van Martin Scorsese". Corman vindt dat se dert de opkomst van de televisie de zoge naamde b-film, die voor de pauze werd vertoond, heeft opge houden te bestaan. „Eigenlijk heeft de b- I film nooit bestaan. Ik zag alle"én verschil tus sen goedgemaakte en I slechtgemaakte films. j Een regisseur met 'n j enorm budget kan er soms niets van terecht I brengen, terwijl iemand I die met tijd en midde len moet woekeren met een voortreffelijk werkje voor de dag kan komen". „Wat de kwaliteit van de films hier in Avoriaz betreft: gezien de be perkingen die het gen re je oplegt en de bescheiden middelen waarmee vaak moet worden gewerkt, vind ik die zeer goed. De griezelfilm van tegen woordig is misschien iets meer direct dan enkele jaren geleden, toen we meer sugge reerden en minder bloedige details lieten zien. Maar dat zal wel een modeverschijnsel zijn". ene hotel naar het an dere". Toch is Kinski niet van plan zo zijn hele leven door te gaan. Hij droomt er van nog eens de zeven wereldzeeën te beva ren, maar voorlopig ligt er nog genoeg werk op hem te wach ten. Wemer Herzog, die on der de indruk kwam van Kinski's bezeten heid tijdens de slopen de opnamen in het Zuidamerikaanse oer woud voor „Aguirre, der Zorn Gottes", acht te hem de ideale ver tolker van de eenzame, onsterfelijke, steeds in duisternis levende vam pier voor zijn verfil ming van „Nosferatu" en inmiddels heeft Kinski met dezelfde re gisseur al de opnamen achter de rug van „Woyzeck"naar het to neelstuk van Georg Büchner. „Daar waren drie weken voor uitge trokken en we deden het in zeventien dagen. Gelukkig maar, want het is een slopende rol waar je van wakker ligt of nachtmerries van krijgt". „Nosferatu" is inmid dels in Parijs in we reldpremière gegaan en werd ook in Avori az. buiten mededin ging, vertoond. Herzog heeft destijds tijdens de opnamen in Delft niets te veel gezegd. Delft komt schitterend op het scherm, maar wel als een oerburger- lijk provincieplaatsje, waar de tijd stil schijnt te hebben gestaan. He lemaal rijp om „ge plukt" te worden door de ronddolende vam pier, die er met zijn gevolg van ratten de pest verspreidt, waar door de gezapige maatschappij totaal wordt ontwricht. Vol gens Herzog is uit oude kronieken be kend, dat bij zo'n epi demie de burgers ten slotte dansend de straat opgingen, alle oude normen verwer pend, omdat hun da gen nu toch geteld waren. Herzog laat dat allemaal zien in zijn' film en daaruit blijkt al dat degenen, die een Dracula-film in de Hollywood-traditie of uit de Hammer-studio's verwachten, wel even met hun ogen zullen knipperen. In Herzogs film is de vampier ei genlijk een meelijwek kende figuur, die niet dood kan en gedoemd .is steeds nieuwe slachtoffers te maken. Ook moet er een merkwaardige, haast erotische uitstraling van hem uitgaan. Isa- belle Adjani, die zich opoffert om hem on schadelijk te maken, geniet van zijn dodelijk gesabbel. Kinski speelt deze vampier met kaalge schoren hoofd, grote spitse oren en afschu welijk lange nagels. Ook heeft hij net als Max Schreck in de „Nosferatu'-verf i Imi ng van Murnau uit 1922 twee lange snijtanden in plaats van de uitge groeide hoektanden, waarmede andere film- Ontspannen wil David Carradine altijd wél de pers te woord staan. Een non conformist, die er een geheel eigen mening op na houdt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 22