'Het lijkt af en toe wel een besmettelijke ziekte' Blessuregolf bij scheidsrechters betaald voetbal Dokter Frits Kessel: Vierentwintig uur niets doeri betekent vijf keer trainen". SPORT LEIDSE COURANT ZATERDAG 27 JANUAR119 DEN HAAG Met het stijgen der jaren dienen maar al te vaak ook de lichamelijke gebreken zich aan. Wie wat ouder begint te worden, beschikt nu eenmaal langzaam maar zeker over minder weerstand en moet er juist steeds meer voor gaan doen om gezond oftewel in puike conditie te kunnen blijven. Een natuurwet, die door menselijk ingrijpen amper tot staan kan worden gebracht. a -.-# - Scheidsrechter Mulder geblesseerd tijdens Ajax-PEC Zwolle. Zijn grensrechters komen informeren, maar Mulder behoeft niet vervangen te worden. „Omdat je je niet wilt late kennen, ga je toch door. Met het gevolg dat de blessure door al dat forceren steeds erger wordt". Verschillende scheidsrechters in het Nederlandse betaald voetbal, over het algemeen niet meer de allerjongsten, hebben deze tendens inmiddels reeds aan den lijve ondervonden. Het is tegenwoordig immers praktisch geen uitzondering meer, wanneer een arbiter op het sportveld kermend van de pijn in elkaar zakt en vervolgens verzorgd of soms zelfs vervangen dient te worden. Het komt namelijk steeds vaker voor, al met al een zonder enige twijfel zorgwekkende procedure. Een gigantisch probleem ook voor de KNVB, die dergelijke verontrustende verschijnselen duidelijk met angst en vreze tegemoet ziet. Doktoren, allerlei medische commissies en niet te vergeten vooral de scheidsrechters in kwestie trachten hardnekkig een afdoende oplossing hiervoor te vinden. Tot op heden echter zonder al te veel succes. Want leeftijd kan men gewoon niet even een halt toeroepen. Ten hoogste kan gezocht worden naar andere, wellicht even efficiënte aanknopingspunten. Overbelast Eén van de recente slachtoffers, die lange tijd met een ernstige blessure heeft gekampt, is Jan Beek. De vriendelijke Amsterdammer: „De scheidsrechters in de Nederlandse competitie worden zwaar overbelast. We moeten te veel trainingsarbeid verrichten. Zeker in de aanloop naar een nieuw voetbalseizoen. De gestelde eisen worden hierbij mijns inziens ook nog wel eens wat overdreven. Vaak krijgen we dan ook nog te maken met een dubbel programma: eerst woensdagavond een wedstrijd en daarna op zaterdagavond of op zondagmiddag nogmaals. Meer dan twee wedstrijden per week wordt natuurlijk helemaal een onhaalbare zaak. Momenteel lopen velen al op de toppen van hun tenen". Kortom, er wordt een gevoelige aanslag gepleegd op de fysieke gesteldheid van de heren scheidsrechters.,Het probleem wordt door de bond gelukkig uitstekend onder ogen gezien". Henk van Ettekoven bezig aan de warming up. „Wanneer een speler zich warm loopt, vindt het publiek dat heel normaal. Maar zodra een scheidsrechter zijn rondjes gaat lopen, wordt dat als een belachelijke zaak beschouwd". aanvang van een bepaalde wedstrijd. Henk van Ettekoven is daar een groot voorstander van. De Edenaar: „Het is niet in elk stadion mogelijk, maar zelf probeer ik toch zoveel mogelijk vooraf de spieren los te maken. Dat levert echter vaak gejoel van de tribunes op. En bij de meeste clubs moeten we toch van het hoofdveld gebruik maken. Wanneer een speler zich warm loopt, vindt het publiek dat heel normaal. Maar zodra een scheidsrechter zijn rondjes gaat lopen, wordt dat als een belachelijke zaak beschouwd." Dokter Frits Kessel is al een tijd bezig om een redelijke oplossing voor het probleem van de geblesseerde scheidsrechters te vinden. De bondsarts: „De meeste blessures betreffen spierpeesletsels. Kuitspieren en met name de achillespees. Het gevolg van, inderdaad, een bepaalde overbelasting. De lokale conditie gaat door de jaren heen verslappen. Dat leidt dan vaak weer tot een situatie die niet toereikend is voor het bedrijven van betaald voetbal. Bovendien is er natuurlijk sprake van een zekere seizoenbelasting. Vaak wordt in de zomervakantie te weinig aandacht aan de trainingen besteed. Later moet dit dan weer dubbel ingehaald worden. Want vierentwintig uur niets doen, betekent in de praktijk vijf keer trainen om die conditiedaling weer goed te kunnen maken." Geforceerd „Boven de vijfendertig, veertig gaat de basisconditie bij de mens in hoog tempo achteruit. Na de vakantie moeten diverse scheidsrechters opdraven bij oefenwedstrijden. In die voorbereidingsperiode wordt de zaak duidelijk geforceerd. Terwijl men eigenlijk nog niet helemaal terug in het ritme is, moeten de scheidsrechters toch weer het veld in. Ook loopt men vaak te lang met een bepaalde blessure door. Een kleine beschadiging van een spier kan zich dan steeds verder uitbreiden. Het toch al niet zo jonge weefsel heeft dan vaak erg lang tijd nodig om te herstellen. Met als gevolg een sterk verergerd blessurebeeld". Ook dokter Frits Kessel blijkt, evenals Henk van Ettekoven, een voorstander van het uitvoeren van een warming up. „Door sommige scheidsrechters wordt dat toch zeer belangrijke punt sterk verwaarloosd. Men begint met koude spieren zo aan een wedstrijd. Ook tijdens de rust neemt de doorbloeding in de spieren af. Eigenlijk zou men opnieuw een paar rondjes moeten gaan lopen. De meeste blessures ontstaan dan ook aan het begin van de tweede helft." „Eén scheidsrechter loopt tijdens een wedstrijd acht tot tien kilometer, hetgeen uiteraard een voortdurende training vereist. Vaak wordt dat 's maandags echter achterwege gelaten. Terwijl het juist op die dag, kort na een wedstrijd, zo belangrijk is. Dan moeten de zondag opgespaarde antistoffen er namelijk uit. Het beste kan een scheidsrechter met een groep méetrainen. Anders ontbreekt veelal de prikkel. Wanneer men op'eigen houtje gaat lopen, is dat veel moeilijker dan met een stel lotgenoten." Het Nederlandse betaald voetbal telt momenteel vierentwintig actieve scheidsrechters. „Een veel te smalle basis", oordeelt ook Frits Kessel. „Een scheidsrechter boven de veertig kan eigenlijk niet drie weken achter elkaar bezig zijn. Maar vaak durft men zich tijdens een wedstrijd, wanneer zich een blessure aankondigt, amper te laten vervangen in vrees voor een niet capabele vervanger. Inderdaad levert dit vaak problemen op. Eén van de grensrechters moet de plaats van de scheidsrechter innemen, terwijl van de tribune een eventueel aanwezige bondsarbiter dient te worden gehaald, die bereid is om te vlaggen". Sukkelen Egbert Mulder uit Slochteren heeft kort voor de winterstop zelf verwaar- Een onbekend gezicht in het hoogste be taald voetbal. Inderdaad, het is grensrech ter Borger die de geblesseerde Jan Beek kwam vervangen tijdens Feyenoord-FC Den Haag van vorig jaar. En dat nog wel in een te ruim bemeten jasje. aldus Jan Beek. „Maar uiteraard kunnen we ook niet met elk wissewasje naar Zeist gaan. Daarom worden telkens particuliere artsen ingeschakeld. Weliswaar houdt men dan toch steeds enig contact met dokter Kessel, maar er blijven natuurlijk verschillen in aanpak van de diverse medici. Een duidelijke lijn valt er wat daf betreft voor mij dan ook niet in te ontdekken". Aangepaste, meer persoonlijk gerichte trainingen kunnen wellicht enig soelaas bieden. Jan Beek heeft daar in ieder geval gunstige ervaringen mee. „Ik ben daar zelf inderdaad al mee begonnen. Meer fietsen, minder duurlopen. We worden per slot van rekening allemaal een dagje ouder. Zoals het er thans voor staat, zie ik het, totaal genomen, vrij somber in. Het lijkt af en toe wel een besmettelijke ziekte. Half Nederland lijkt in de lappenmand te zitten. Een angstige situatie". Moderne tijd Volgens collega Joop Manuel heeft ook de moderne tijd veel, zo niet alles met deze problematiek te maken. „Vroeger ging iedereen 's avonds vroeg naar bed, geen alcohol, geen drugs, geen stress toestanden. Tegenwoordig neemt men nergens de tijd meer voor. Ik train zelf tweemaal per week, bij een eventueel vrij weekeinde driemaal. Rustig aan, in mijn eigen tempo. Na drie achtereenvolgende wedstrijden te hebben geleid, zou een scheidsrechter eigenlijk een zondag vrij moeten worden gegund. Door het tekort aan ervaren mensen komt daar in de praktijk soms echter weinig van terecht. En dan verval je toch automatisch in een te jachtige sfeer", aldus de veertigjarige scheidsrechter uit het Overijsselse Diepenheim. Maar ook in de scheidsrechterswereld is men het lang niet altijd met elkaar eens. De meningen lopen hier en daar namelijk sterk uiteen. Bijvoorbeeld over het punt van de warming up voor ervaren hoe het is om tijdens een wedstrijd geblesseerd te raken. De Groninger zakte tijdens Ajax-PEC Zwolle kort na de hervatting in elkaar. Het netvlies in het bovenachterbeen bleek te zijn beschadigd. „De meeste voetballers gaan na hun vierendertigste ook sukkelen met allerlei kwaaltjes. Wij krijgen weliswaar geen schoppen, maar lopen doorgaans wel meer. Het gestelde minimum ligt toch bij 2800 meter in twaalf minuten, beslist geen peuleschilletje. Vroeger was dat heel anders. Bijvoorbeeld een Jef Dorpmans slofte er vaak maar rustig wat achter aan. Tegenwoordig is men wel verplicht om het spel op de voet te volgen. De belangen liggen gewoon totaal anders. We moeten er echt heel wat voor opbrengen. Er wordt ook te veel op de trainingen van ons gevergd. Dat zou ook best iets minder kunnen." „Een scheidsrechter wordt door het publiek altijd ondergewaardeerd. We mogen geen fouten maken, maar ook geen warming up lopen. Tijdens een wedstrijd moeten we vaak korte, snelle sprintjes trekken. Als de spieren koud zijn, is de kans dat er iets knapt natuurlijk bijzonder groot. Omdat je je niet wilt laten kennen, ga je toch door. Met het gevolg dat de blessure door al dat forceren steeds erger wordt. Daar is natuurlijk niemand bij gebaat. De scheidsrechter noch de KNVB omdat zo'n man Warming up niet te dan meestal toch lange ï/nl buiten bedrijf is gestel< ler Want de basis is tevens i te klein. In Zeist is men a doodsbang voor weer een blessure". Ook Henny Weerink is niet gespaard gebleven fi van blessures. De tweeën veertig j arige arbiter uit Coevorden: „Ik geloof dat we vaak te hard, te stringent trainen. Inplaats van tweemaal één uur per week kunnen we dat bijvoorbeeld beter viermaal een half uur doen. Zelf heb ik daar trouwens niet al te veel problemen mee. Ik maa »/afe de trainingen v amateur hoofdklasser Germanicus mee, maaipeljj. dan ook inclusief alle oefeningen. Maar ik zoi^esp me toch heel goed kunnen voorstellen dat anderen meer problem >en met hun conditie gaan krijgen. Een groot nadeel is ook dat een speler, wanneer hij iets Ie voelt, op ieder moment i*< vervangen kan worden nel; Bij de scheidsrechter li s dat wel iets ingewikkelder." Nogmaals J an Beck. „Het hele probleem heeft volgens mij ook een psychische ïcant. VI dure. gaan er steeds meer op letten, er sluipt e bepaalde angst binnen, schn Iedereen is bang plotseling wat te gaan voelen. Wie een blessul rofie, gehad heeft, gaat vaak proberen die tere plek wat te ontlasten. Fout, want dan krijgen de andere spieren het juist a Mé extra zwaar te verdurei den Uiteraard moetje altijd over! goed op blijven passen, W' maar dit mag nooit ontaarden in een te voorzichtig voortbewej (Ario over het veld. Want dan neemt het risico op een nieuwe blessure juist steeds weer toe". DICK KIERS fónv rockt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 12