weekpuzzel door dr. Pluizer dierenportret postzegels oplossing vorige puzzel mm*wwi m u m DENKSPORTEN/HOBBY LEIDSE COURANT ZATERDAG20JANUAR osaamnaiasEiaaEiin l^|E|»»|l 1<?| I^IEIBIEILI De prijswinnaars van de puzzel van vorige week zijn: Vijftien gulden: Alfred v. Nierop, Geerweg 3,2381 LA Zoeterwoude. C. C. H. v.d. Horst. Haagweg 80.2321 AG Leiden. De prijzen worden binnen drie weken per cheque toegestuurd. NR. 3 KETTINGPUZZEL Van navolgende 64 lettergroepen: AG - AK - AK - AK - AL - AL - AM - AT - CH - CR - DV- DIJ - EL - EL - EL - ER - ES - ES - ES - ET - HA - HO - HU - IA - IS - IT - IT - KA - KL - KO - KO - KO - KO - LA - LE - LE - LI - LU - MA - MM - NA - NK - NS - OK - OR - OT - OU - PE - PI - PP - RE - SC - ST - TO - TR - TT - TU - TIJ- UW - WK - WP - IJK - IJS - ZA kunnen 16 woorden van 8 letters van navolgende betekenis worden gevormd. In welk(e) van deze 16 antwoorden komt de letter „E" niet voor? Van elk woord is de laatste letter gelijk aan de beginletter van het daaropvolgende woord, terwijl de eindletter van het laatste antwoord gelijk is aan de beginletter van het eerste woord. 1 zonder omwegen; 2 gelegenheids kostuum; 3 erg gevoelig voor kou; 4 transportvaartuig; 5 vergadering van kloosterlingen; 6 lichaamsdeel; 7 geologisch tijdperk; 8 nationaal Marokkaans gerecht; 9 winterkost; 10 strijdbijl bij de Indianen; 11 deel v.e. appel; 12 speeltuinattractie; 13 ruim vertrek in een bibliotheek; 14 kuise vrouw (tig.); 15 bergplaats; 16 volksmenner. Oplossingen onder vermelding van Puzzel 3, voorzien van postcodenummer, dienen uiterlijk woensdagmiddag in bezit te zijn van Leidse Courant, Postbus 112300 AA Leiden. Sprookje Het onderstaande spel werd ge speeld tijdens het 8e Caransa-Phi- lip Morris International vierballen- toernooi en de reportage is van Albert Dormer, in het IBPA bulletin. Het is overigens opvallend hoe dit toernooi de buitenlanders aan spreekt. In een tiental buitenlandse periodieken werd tot nu toe de loftrompet gestoken, waarbij de nadruk vooral wordt gelegd op de beleefdheid, de vriendelijkheid, de efficiëncy en de ethiek van de Nederlandse spelers, medewer kers en organisatoren. En daarmee wordt dan weer de nodige good will verkregen voor het evenement dat Nederland in 1980, ter gelegen heid van het 50-jarig bestaan van de NBB. te organiseren krijgt: de World Team Olympiad in Valken burg. Maar nu het spel: Oost gever, oost-west kwetsbaar en na een 1 ruitenopening van oost sprong zuid naar 3 schoppen, door ^AB 1052 o V 6 5 H96 ^9864 o 1082 V10 7 53 A 10 9 7 6 5 2 <?H7 0 73 noord verhoogd tot 4 schoppen. West komt met ruiten uit en de derde ronde wordt door zuid ge troefd. Hoe verder? In plaats van een aantal malen troef te spelen in de hoop aan het eind de zaak te kunnen oplossen, is het beter direct op de hartens af te gaan. Gezien het bieden is het zeer goed mogelijk dat oost de vrouw heeft en met een beetje geluk komt de kleur binnen, ongeacht of oost de vrouw tweede of derde heeft. Dus komt in de vierde slag harten heer op tafel en bij oost valt de vrouwl Nu incasseert u natuurlijk schoppenheer en -vrouw, omdat het spel dan gemaakt wordt als oost niet meer dan twee troeven heeft. En als hij boer derde heeft, moet het geluk in klaveren worden gezocht. Goed? Fout!, omdat oost een briljante misleidende speelwijze heeft toe gepast door de vrouw onder te gooien, toen hij dat niet hoefde te doen. Tot zover het sprookje van Dormer, want in de praktijk gooide oost de vrouw niet onder de heer. Zelfs in het Caransatoernooi wor den dergelijke acties aan de tafel maar zelden of nooit gevonden en het vervolg was dan ook prozaïsch, maar niettemin met verschillend resultaat. In de vijfde slag werd een kleine harten naar het aas gespeeld en toen in die slag de vrouw van oost viel zou er eigenlijk niets meer aan de hand behoren te zijn. Niets was echter minder Met Herman Filarski op de zuid plaats ging het zoals het moest: hartenboer werd nagespeeld, die oost moest troeven en vervolgens troefde zuid over en haalde met de twee hoge schoppens van noord de laatste troeven weg, waarna de klaveren verdwenen op de hoge hartens: 11 slagen. Aan de andere tafel evenwel was de zuidspeelster dermate opgetogen over het vallen van hartenvrouw, dat ze al haar geld zette op het 2-2 zitten van de schoppens! Schoppenheer en -vrouw werden geincasseerd, maar oost bleef met een troef zitten en de hartens waren waardeloos geworden. Eén down! Waarmee dan weer eens bewezen is, dat ook in zeer sterk bezette toernooien onvermijdelijk fouten worden gemaakt. door C. J. de Feijter Oploswedstrijd De opgave van de studie voor de wedstrijd van het einde van het jaar is niet korrekt overgekomen. Een slechte afdruk van mijn bron deed me een pion overzien, die dus ook niet bij het onderschrift is. vermeld. Ik druk die studie dus nog eens af in de juiste stand en met het goede onderschrift: (Zie diagram nr. 1). Wit: Kb8; pionnen. b7 en e5. Zwart: Ka5, Pf8; pion: d2. Wit begint en houdt remise. Oplossingen binnen twee weken aan: C. J. de Feijter, Wielin- genstr. 13, 7417 CN Deventer. Jammer van de vertraging, maar het boek van Hort en Jansa ligt nog te wachten op de winnaar. Dat boek van Larsen over de strijd Karpov—Kortsjnoj viel bij loting ten deel aan S. de Wit in Groote broek. Een jongeman van 15 jaar. terwijl ik de indruk had dat de meeste van de oplossingen van beginnende schakers waren. De opgave was waarschijnlijk wel wat moeilijk, getuige ook het feit dat geroutineerde schakers verstek lieten gaan. Zo veel te meer is hft verheugend dat de jeugd in haakte! Bedankt voor de deelna me. De studie die hierboven staat is niet zo lastig, hoor. Daar zullen wél meer oplossers op inhaken. Ook deze studie sluit goed aan bij het partijspel. Het is dan ook een stand waar elke partij in zou künnen eindigen. Niet zo partijwaarschijnlijk is de volgende stand: m m r-si pLwup diagram nr. 1 G. Nadareischvili. I'ltalia Scacchis- tica 1969. (Zie diagram Nr. 2). Wit: Ka7, La2; pionnen: b7, g5. g7. Zwart: Kd7, Th4, Lh7, Pd6; pion:e7. wit begint en wint^ Wit mag niet beginnen met een dame op b8 te halen, want dan wint zwart na: 1. b8D?. Ta4+ 2. Kb6, Tb4+ 3. Ka7, Tb8 4.Kb8: e6 en zwart verovert zonder moeite pionnen op de g-lijn en behoudt winnend materiaal over. Goed is: 1. g5-g6!. Lh7-g8 2. La2xg8, Th4- b4! Ga nu eens na, waarom of een schaak op de a-lijn niet goed is. Gevonden? 2..., Ta4+? 3. Kb8!... is goed; en niet 3. b8D?,... na de beste zwarte zet wegens eeuwig schaak. Wit moet nu vervolgen met 3. b7-b8P+!, Tb4xb8, 4. Ka7xb8, Pd6-e8 5. Lg8-e6+, Kd7-d8! 6. g7-g8L!,... en wit wint. Dat is dan nog eer} verhaal van zo'n zet of tien, maar toch niet meer dan een diagram nr. 2 kwestie van techniek. Op de zesde zet mag wit natuurlijk geen dame halen wegens pat! In de problematiek heeft men ver schillende thema's de naam gege ven van die komponist die dat thema als eerste in een probleem op het bord bracht. Wie kent niet de uitdrukking Novotny, Plachutta en Grimshaw? Zo is er een thema dat heet Brede-crosscheck. Een schaakzet wordt door een schaak- zet beantwoord. In de eindspelwe reld is hiervoor de term „tegen- schaak" in gebruik gekomen; deze term is afkomstig van Mr. A. Rueb een van de beste eindspelvor sers die ons land ooit heeft gehad. Om het u duidelijk te maken keer ik dan toch weer terug tot de problematiek met een probleem van wijlen Weenink algemeen erkend als onze beste schaak meester en probleemkomponist en diagram nr.3. studiekomponist in één persoon: Probleem van H. Weenink en J. de Koning. 2e E.V. Handelsblad 1918. (Zie diagram nr.3). Wit begint en geeft mat in drie zetten. Na de sleutelzet: 1. Kg8-h7!,... vervolgt zwart met een schaak als verweer: 1..., Da4xc2+ en nu vol gen op rij schaakjes van weerskan ten tot het voor zwart bittere einde: 2. Pe5-g6+, Pg7-f5+ 3. Pg6-e7, mat! Weenink bewerkte dit thema met voorkeur. In de studie komt het ook wel voor. Een daarvan heb ik u al eens laten zien een tegenschaak op de vertikaal en de diagonaal. Even de stand ter herin nering, dan kunt u het zelf nog eens trachten te (her-)vinden: Wit: Ka1La5; pion: b7. Zwart: Ka3, Lf2; pionnen: a4, h2. Wit begint en wint. Veel genoegen er mede. De vijfde ronde van de oploswed- 'strijd heeft deelnemer Vuurboom in extase gebracht. Het probleem van zijn collega-componist Hau- schild doet hem vol bewondering opmerken: Zeer vakkundig in el kaar gezet, schitterend. En verder: Dit probleem kan door een schij noplossing velen in verwarring brengen. Maar nu eerst de oplossingen van de auteurs, daarna de schijnoplos sing van Vuurboom. Hauschild (9): 47-42 36x47 46-41 47x36 37-31 26x37 32x41 23x21 38-33! 36x49 33x2 17x28 2x35 (een ouderwetse zevenklapper) 49-32 48-43 32x49 50-44 49x40 35x44, Vuurboom (10): 20-14 10x19 gedwongen 29- 23 18x29 36-31 27x36 16x18 13x22 38-32 28x37 47-42 37x48 39-34 48x30 25x3 7-12 40-34 22-27 (de beste) 34-29 27-32 29-23 17-22 3x37 36-41 37-42 41-47 42-15 47-36 15-4 36-47 36-31 47x36 23-18 36x13 4x18. Als zwart na 40-34 geen 22-27 speelt maar 22-28 dan kan ook: 3-14 (34-29 leidt tot de hoofdva- Oploswedstrijd (7) VUURBOOM (13) riant) 28-32 14x37 36-41 37-42 41-47 42-15 47-36 46-41 36x47 34-29 47x24 enz. De schijnoplossing van Vuurboom bij het probleem van Hauschild; 47-42 36x47 37-31 26x37 32x41 23x21 41-37 17x28 50-44 40x49 38-33 49x41 33x2, en nu levert 47x29 de fraaie winst 2x15 op, alweer via een zevenklapper, maar 47x33/20/15 is niet meer dan remi se. Vuurboom constateert verder VUURBOOM (14) dat een schijnoplossing de waarde van een probleem verhoogt en laat het verder aan Hauschild over om dit idee in de praktijk te gebruiken. Vandaag weer eens twee proble men van Vuurboom, beide op hetzelfde, inmiddels bekende the ma. Beide eveneens eerste publi- katies; ook dat is inmiddels wel bekend. Oplossingen binnen twee weken sturen naar: B. J. Nuys. Laan van het Kwekebos 471, 7823 KL Emmen. Tenslotte de partij Van Duyvenbo- de (VAD 2)-E. Bronstring (Leiden) uit de competitie. Let vooral op de fijne wending van Bronstring op de achtste zet (23-28). 1 33-29 19-23 2 35-30 20-25 3 40-35 14-19 4 38-33 10-14 5 30-24 19x30 6 35x24 14-19 7 45-40 19x30 8 40-35 23-28! 9 33x22 (gedwongen, op 32x23 zowel als 35x24 volgt 18-22 22-27 17x30) 9. 18x38 10 42x33 16-21 11 35x24 21-26 12 31-27 12-18 13 47-42 5-10 14 43-38 10-14 15 24-20 15x24 16 29x20 7-12 17 20-15 13-19 18 49-43 8-13 19 34-30 25x34 20 39x30 1-7 21 37-32 26-31 22 27-21 17x26 23 36x27 11-17 24 44-39 3-8 25 50-44 7-11 26 41-36 26-31 27 27-21 17x26 28 36x27 12-17 29 27-21 8-12 30 21-16 17-22 31 16x7 2x11 32 46-41 12-17 33 33-29? 22x33 34 38x29 14-20! 35 25x14 19-23 en zwart wint: 39-34 of 30-25 mag niet wegens 13-19; 32-27 23x25 27-21 wordt weerlegd door 25-30 of 18-22 13-19; 24-19 13x35 32-27 23x34 39x30 35x24 27-21 door 18-22/23 3n 11-17. Veel vogelsoorten in ons land op de rand van uitsterven Minister Gardeniers van CRM heeft kort geleden een overzicht gegeven van de vogelsoorten in ons land, die ofwel steeds zeld zamer worden dan wel met uit sterven worden bedreigd. Het verschil tussen deze twee cate gorieën is niet zo groot, want ook een soort die van jaar tot jaar in aantal terugloopt, staat op de nominatie te verdwijnen. Misschien is het voor tal van nu nog zeldzame soorten een kwestie van enkele jaren voor dat het zover is. Over de feitelijke oorzaken van de achteruitgang in de vogelwe reld tasten we nog grotendeels in het duister. Voor de ene soort geldt het verdwijnen van leefgebieden, of, zoals de we tenschappers het noemen, het verlies van biotopen, terwijl een andere soort het slachtoffer dreigt te worden van stroperij en jacht of van landbouwvergif ten. Daar komt voor onze trek vogels dan nog de massale en wrede vogelvangst bij. die in veel landen, zoals Denemarken, Frankrijk, Italië en België, jaar lijks talloze vogels het leven kost. Dan zijn er nog uiteenlopende oorzaken voor de teruggang van ons vogelbestand, zoals het ver keer. de daling van de grondwa terstand, de toenemende recrea tiedruk, de uitbreiding van monocultures, de rationalisatie van de weidebouw, de uitbrei ding van het bovengrondse hoogspanningsnet en, niet* te vergeten, het groeiende aantal honden en katten en de jeugd- baldadigheid. Om het lijstje te completeren, voegen we hier dan nog het botulisme aan toe, plus de enorme uitbreiding van het aantal plundervogels zoals eksters en kokmeeuwen. Al die oorzaken spelen een rol bij de vernietiging van ons vo gelbestand. We weten alleen niet welke oorzaak voor een be paalde vogelsoort doorslagge vend is. Het is immers een dui delijke zaak dat het verdwijnen van bepaalde vogelsoorten een gecompliceerde aangelegenheid is. Dit complexe karakter blijkt bovendien uit het merkwaardige verschijnsel, dat, terwijl veel vo gelsoorten in ons land. aan de rand van de ondergang staan, andere soorten, die voorheen hier onbekend waren, zich met succes in ons land komen vesti gen. De meer dan tien jaar oude in vasie van de Turkse tortel, die min of meer samenvalt met de achteruiggang van onze inheem se tortelduif, levert een duidelijk bewijs van biotoop-overname. Waarom kan onze tortel zich steeds minder gemakkelijk hand haven in een biotoop (leefomge ving), waarin zijn Turkse neef zich wonderwel thuisvoelt? Een zelfde vergelijking kan worden gemaakt tussen onze nachtegaal en de verwante Cetti's zanger, die vanuit Portugal en Zuid- Frankrijk onze zuidgrens enkele jaren geleden heeft overschre den en die nagenoeg hetzelfde leefgebied vult als de nachte gaal, die van jaar tot jaar in aantal achteruitgaat. In het laatst verschenen num mer van het blad „Het vogel jaar" wordt met enige voldoe ning melding gemaakt van de toename van broedende krams vogels in ons land, vooral in Zuid-Limburg. Deze lijster uit Scandinavië, die zich sinds een jaar of tien ook in Drenthe en Overijssel als broedvogel heeft gevestigd, past volkomen in het biotoop van de zanglijster en de grote lijster. Ook al is de vreug de over de komst van deze nieuweling in zekere zin mis plaatst, omdat het een bijzonder drieste plundervogel is, die in de broedtijd geen enkel nest van kleine zangvogels spaart, het blijft toch een opmerkelijk feit, dat ook deze soort, waar voor ook alle oorzaken van de achteruitgang van andere soor ten zouden moeten gelden, kans ziet zich niet alleen in ons land te vestigen, maar bovendien nog tot uitbreiding over te gaan. Zo zijn er in de afgelopen jaren nog meer verrassende broedge- vallen vastgesteld, zoals van de morinelplevier, een broedvogel uit de Poolcirkel, van de bonte strandloper en van de rode wouw. een stootvogel (jager), die zich vooral in het midden- europese bergland ophoudt, om enkele bijzondere voorbeelden te noemen. Er mag dus. niet zonder meer worden gesteld dat de levensvoorwaarden voor alle vogelsoorten in ons land er over de gehele linie op achter uit zijn gegaan. Als we daar vanuit gaan, kunnen we onmo gelijk een verklaring vinden voor de vestiging van nieuwe soorten en de uitbreiding van bestaande soorten zoals de fel achtervolg de spreeuwen, eksters en zwarte kraaien. Bij het aftasten van de ooi H van de achteruitgang vai vogelbestand valt het o| vrijwel alle holenbroeders,. de mezen en de spechteJ goed weten te handhaver gaat ook op voor de bonlii genvanger, die zijn aref ons land voortdurend terwijl de grauwe vliegenvf die vrijwel dezelfde leefge ten als zijn bonte neefje nahoudt, maar die half holtes als nestgelegenhei<t| zienderogen achteruitgaat. Dit verschijnsel doet deBj rijzen of het aantal vijanf men spreekt van predatof aan het toenemen is, sommige streken met e gaaien en zwarte kraaiei/hi paald het geval lijkt. Ootenf ten we ons afvragen of ecer, ke is van een toenamepa nestverstoring door mildi vooral door kinderen. Irlijl bosgebied van Noordweslfcej ijssel worden jaarlijks ddfee plaatselijke vereniging vae/f. tuurbescherming enkele hrooi den nestkasten opgehter waarvan in de afgelopen*!!» ongeveer de helft door kirlt, d werd uitgehaald en verniien zou gedurende enkele iaaj over het gehele land een ibe tarisatie van deze vernietrfx moeten worden gemaakt let i kunnen vaststellen in hoiof hier eventueel van to afti sprake is. irsi Hoe het ook zij. we hoe\lbh geen twijfel over te latecttt staan dat de vogels in daa/J natuur het hard te vesge hebben, harder dan ooitcer ren. Laten we deze diêd» voor menigeen onmfve schepselen dan ook een |waj kig vogelnieuwjaar toewttm maar dan in het besef dfan de verwezenlijking hiervarj een groot deel zelf in hebben. Als u als „Nederland"-verzame- laar nog steeds geen rolzegels van het type Juliana-Regina hebt aangeschaft, wordt het hoog tijd daar werk van te ma ken. In de afgelopen week zijn de postkantoren bevoorraad met rollen cijferpostzcgels van 50 cent van het type Crouwel. De nu nog aanwezige voorraad rol len Juliana-Reginazegels van 50 cent zal worden uitverkocht. Ook zal de cijferpostzegel van 50 cent in vellen worden aange maakt. Dit zal echter pas gebeu ren wanneer de huidige voor raad vellen Juliana-Reginazegels van 50 cent nagenoeg is uitge put. Regelmatig kan men in deze ru briek kennis nemen van nieuws betreffende stempels en stem- pelvlaggen zoals die door de PTT gebruikt gaan worden. Deze bijzondere stempels en stempelvlaggen vormen voor veel verzamelaars een onderdeel van de hobby waarbij zonder veel kosten te maken leuke stukken verkregen kunnen wor den. De specialisten op dit gebied van verzamelen hebben zich verenigd in de „Nederlandse Vereniging van Poststukken- en Poststempelverzamelaars". Tot een van de bewonderenswaardi ge activiteiten van deze vereni ging behoort o.m. het in om loop brengen van een reeks van boekwerkjes met poststempels en poststukken als onderwerp. Aan de bestaande reeks is sinds kort een nieuw werkje toege voegd met als titel: „Nederland se oorlogspost rondom de Tweede Wereldoorlog" van de hand van drs. W.J. van Doom. Aan de hand van dit boekje krijgt men een duidelijk over zicht van o.m. de post van en naar concentratie- en andere kampen en gevangenissen in Nederland gedurende de Twee de Wereldoorlog. Dit is dan ook de titel van één van de vijf hoofdstukken die in dit boekje behandeld worden. Temeer daar over dit onderwerp nog weinig of niets werd geschreven, zal Cijferpostzegels dit boekje voor iedereen die in dit onderwerp geinteresseerd is, een welkom naslagwerk vormen. Tientallen foto's van poststukken en stempels verduidelijken het geheel. Het boekje is verkrijgbaar door overmaking van 20.- op post giro 37 91 594 t.n.v. Publicaties Po en Po te Soesterberg. Andere nog verkrijgbare boek werken zijn: Overlandmail 1840- 1850: 6.-. Expeditie Rijnspoor weg: 7,50, Postale problemen na de bevrijding: 16,-. Afstem pelingen KNSM en KWIM: 8.-. Machinestempels Nederland:- 12,50 en Reclame- en Gele genheidsstempels Nederland: 10.-. Door de omzet van deze boeken wordt het de vereniging mogelijk weer nieuwe uitgaven te brengen. „Inlandse oudheden" vormen het thema voor een serie van vier zegels, die in Nigeria werd uitgebracht. Op een zegel van 5 k. ziet men terra cottabeeldje van 200 jaar na Chr., een men selijke figuur voorstellend. Een bronzen slakkenhuis is te zien op een zegel van 12 k. Op dit slakkenhuis een gevlekt dier in liggende houding, dat vermoe delijk een luipaard moet voor stellen. Dit kunstvoorwerp da teert uit de negende eeuw. Een zegel van 18 k. toont een bron zen beeld van een koning of stamhoofd uit de tijd tussen de 12e en 15e eeuw. Tot slot een bronzen ruiterbeeld uit dt tiende eeuw, afgebeeld o&'. zegel in de waarde van f Het drukken werd verzorgd^ de Nigerian Security r and Minting Company Lagos. Jaarlijks terugkerende ittuc vormen het onderwerp voder: serie van vier zegels die boJ uitgegeven door de postadtan tratie van de Fuiji Eilaijk Hierbij gaat het vooral omjew ten, zoals die op de Fuiji I den gevierd worden. Als k» is daar natuurlijk het kersr dat wordt uitgebeeld op e*se gel van 4 c. Een zegel vtns c. brengt het „Diwali" in Hel welk feest door de Hindoadn wel lichtfeest wordt geniop Gedurende dit feest verleur alle Hindoes hun huizeflfai olielampen of kaarsen. *n. „Id-UI-Fitr" is het mosliiT^ dat gevierd wordt na de Ir;, vastentijd met dankdienstr— de moskees. Een zegel c. heeft dit feest als ondi Tot slot een zegel in de s van 40 c. Deze heeft als werp het Chinees Nieuwjal is het feest waarbij Chir^ vrienden en kennissen I om hen geluk te wensen kinderen geld te schenkel zegels werden ontworpen^ mej. Jennifer Toombs drukken werd verzoorgd Harrison and Sons Ltd. in

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 24