LACE STRONG LEEFT VOOR HET BASKETBAL •uropees jeugdkampioen lohn van der Wiel vil schaken boven itüdie laten prevaleren gaat f Rijnsoever ook korfballen HSfc; „Publiek krijg je niet alleen door goed spel" i pEN De rust is weergekeerd. Nu j weken nadat John van der Wiel zich ukkelijk presenteerde tijdens het Eu- es kampioenschap voor jeugdschakers, storm weer even gaan liggen. Concen- rt de 19-jarige Leidenaar die zich niet Europees jeugdkampioen, maar ook iionaal meester mag noemen zich lopig weer op de rechtenstudie. In het Ie leerjaar vertoevend, wachten Van 'iel nog enige belangrijke tentamens. iens die hem „als het even meezit" jkandidaatstitel kunnen opleveren, rmee dan opnieuw een titel zou zijn Iverd. Een kandidaatstitel die in tegen- ing tot zijn meesterschaaktitel dan wel eeuwig standhoudt, maar de vijf met „kandidaats" te verdienen rustiger 0 trekken Van der Wiel wel bijzonder „Dan kan ik wat meer tijd gaan eden aan de schaaksport, is het moge- de studie op een wat lager pitje te »n, zonder direct diezelfde studie op |ven. Vandaar". van der Wiel hinkt duidelijk op twee rhten. Via de Europese jeugdtitel en iaraan verbonden meesterschap heeft ich dermate in de kijker gespeeld, dat profcarrière in de schaaksport opeens zo verschrikkelijk ver weg meer is en te liggen. En die prof carrière nu, t hem al enige tijd. „Drie jaar geleden ik op een gegeven moment eigenlijk {kozen voor een loopbaan bij de profes- als. Maar, zonder titel op zak is dat vel onmogelijk. Moet je gewoon erg veel k hebben om er echt helemaal bij te 1 horen. Daarom heb ik twee jaar terug besloten die rechtenstudie te laten •ren. Per slot van rekening moet je toekomst denken". id genoeg keerden Van der Wiels kansen juist in de periode dat het beroep profschaker naar de achtergrond was ver dreven. Hij deed zijn entree in de ploeg van Volmac (op het vierde, vijfde bord achter grote namen als Max Euwe en Jan Timman) en scoorde daar alle te behalen punten. Niet onverdienstelijk, al stelt John van der Wiel zelf dat „de sterkere tegenstan ders nog moeten komen". Gesteund door dat succesvolle competitie-optreden trok de oud-Philidor Leiden-schaker naar de Euro pese jeugdkampioenschappen in Gronin gen. Met hoop op een hoge Idassering, maar in de wetenschap dat hij in toernooien tot op dat moment altijd iets teveel zwakke momenten had gekend. „Bij de jeugdwe reldkampioenschappen in september '78 bijvoorbeeld, won ik zeven van de dertien partijen. Dat is best wel goed. Maar vier partijen verliezen, waarvan zeker twee on nodig, dat was erg matig. Het kwam er op neer dat ik tot Groningen altijd wel een paar keer iets weggaf. Waardoor ik nog wel bij de kopgroep, maar nooit in de absolute top eindigde. Voor Groningen had ik ook niet direct de idee dat het daar wel zou lukken. Mijn stijl was niet veranderd, alleen de voorbereiding met Cor van Wijger- den was een stuk beter dan daarvoor". Ondanks die gedegen voorbereiding, gaf de „opening" in Groningen niet meteen reden tot overdreven optimisme. Welis waar werden in de eerste ronden knappe remises geboekt tegen de sterkeren van het toernooi (o.a. de Rus Dalmatov), maar met één overwinning in vijf partijen red je het toch niet in de top. „En toen kwam het", geniet Van der Wiel nog na. „Zevenmaal achter elkaar winnen, een serie waar je alleen maar van kan dromen". De Schot Muire was uiteindelijk het laatste obstakel op weg naar de jeugdti tel van Europa, de titel internationaal mees ter en de eventuele start van een prof carriè re. „Een moeilijke partij", weet John van der Wiel. „Vooral omdat zijn enige concur rent Dalmatov al heel snel gewonnen stond en ik mede daarom ook gewoon moest winnen". De druk leek te zwaar. John van der Wiel kwam weliswaar nooit in verloren positie, directe winstvoeringen zaten er toch niet in. „En toen maakte Muire die blunder. Eerst geloofde ik het niet, vervolgens begon het van binnen te juichen. Het was echt een blunder en ik was kampioen". Een kampioenschap dat hem zoals gezegd, terugbracht op die splitsing der wegen: studeren of schaken. Van der Wiel expli ceert: „Met een titel internationaal meester op zak, ben je er natuurlijk nog niet Maar door zo'n titel krijg je wel invitaties binnen voor sterkere toernooien. Toernooien waar in leuke geldprijzen zijn te verdienen, maar ook wedstrijden waarin je je als schaker goed kunt ontwikkelen. En waarin in de toekomst ook andere titels te verdienen kunnen zijn". Mede in de wetenschap dat eerdere win naars van dat jeugdtoemooi (Karpov, Lubo- jevic, Anderssen) wel erg snel naar de absolute top zijn doorgestoten, koos Van der Wiel voorlopig voor schaken. „Als ik mijn kandidaats heb, zal ik me wat minder met die studie gaan bezighouden. Meer uren aan het schaken gaan besteden. Op dit moment speel ik zo'n vijftien uur schaak per week, dan denk ik dat op te voeren naar vijfentwintig uur. Een schaakcarrière valt in ieder geval niet te combineren met een rechtenstudie op volle toeren. Dat heb ik de laatste twee jaren al duidelijk kunnen merken". Een gewijzigde toekomstblik die John van der Wiel een nu al gevulde schaakkalender heeft opgeleverd. In februari zal de Leide naar in de invitatiegroep van het RABO- toernooi in Nijmegen uitkomen tegen gro ten als Sosonko, Timman, Hübner, Panno en Van Wijgerden, terwijl ook het Neder lands seniorenkampioenschap in maart Van der Wiel wel trekt. De jeugdkampioen, die eveneens in de tweede grootmeestersgroep van het IBM- toernooi zal gaan uitkomen, terwijl „Has tings" door de KNSB voor hem wordt voorbereid: „Op papier kom ik op dit moment nog niet bij de eerste twintig van Nederland. Maar bij dat kampioenschap hoop ik toch bij de eerste zeven te kunenn komen. Al zal ik niet verbaasd zijn als het toch de tiende plaats of lager wordt". En verklarend: „Schaken is een heel gek spel. Normaal gesproken gaat alles via de weg der geleidelijkheid, zou het mij ook nog zeker drie, vier jaar hebben gekost voordat ik een meestertitel op zak had gehad. Nu ik die laatste kans wel heb gepakt, moet ik opeens jaren verder vooruit gaan denken. Aan grootmeesterresultaten zelfs. Wie me dat twee maanden geleden had verteld, zou ik hebben uitgelachen. Nu moet je er wel serieus aan gaan werken. Maar de realiteit is gewoon dat dat erg lang kan gaan duren. Zoals de realiteit ook wil dat ik normaal gesproken pas over drie, vier jaar echt tegen de Nederlandse top aanzit". Hoe dan ook: John van der Wiel zal de komende jaren schaaktechnisch gezien zo goed mogelijk gaan benutten. Heeft zijn doelen uitgezet (vertegenwoordigende teams, schaakolympiades, grootmeesterti tel) en heeft zich voorbereid op een lange werktijd. Angst dat schaken hem, dermate intensief gespeeld, ooit tegen zal gaan staan heeft de jeugdige Leidenaar beslist niet. „Daarvoor is schaken een te mooie sport. Is de combinatie sport, wetenschap, kunst in dat schaakspel zo mooi, zo veelom vattend, dat je er echt je hele leven mee bezig kan zijn GERT-JAN ONVLEE Revanche Gerben Karstens, de Leidse no tariszoon dus, was even terug in Leiden. De nu 37-jarige Kar stens kwam even langs om te vertellen dat hij aan zijn vijf tiende profseizoen zou gaan be ginnen. Een seizoen dat voor hem een „afbouwjaar" moet gaan worden, maar ook kan worden gezien als een „nieuw begin". Met de bv „De Vleesch- meesters" (de sponsor waarvoor Karstens als enige coureur zal rijden) zijn wat dat nieuwe be gin betreft de nodige afspraken gemaakt. Op het moment dat de verenigde slagers zich werke lijk in het prof avontuur gaan storten met een echte wieler ploeg. stapt Gerben definitief af. Neemt vervolgens plaats in de ploegleiderswagen en zal vanaf die plek zijn formatie gaan begeleiden. Revanche (2) Een formatie die, als het een beetje meezit, de nodige TI Ra- leigh-coureurs in de gelederen zal tellen, al werd dat op de vage persbijeenkomst niet gezegd. Maar eigenlijk is dat het punt niet van dit hutspo(r)tje. Het gaat meer om de diepere inten tie van Karstens' overstap. De diepere achtergrond die, als je het mij vraagt, achter die om schakeling zit. Dat moet wel haast de Tour de France zijn. Die nogal zware rittenkoers die Gerben negen maal uitreed. Die koers nu, wil hij voor de tiende keer gaan volbrengen. Hoe dan ook. En aangezien het de laatste uitgave niet lukte (de organisa tie nam revanche op de immer vol fratsen zittende Karstens door hem juist in zijn jubileum- tour uit de wedstrijd te nemen) doet hij het in '80, '81, gewoon nog een keer over. Per wagen. Een zelfs dóór Levi- tan c.s. niet te voorkomen re vanche. Een ploegleider valt im mers maar moeilijk uit de koers te nemen? Vleesch Over één zaak wilde Karstens overigens in het Leidse Holiday Inn geen twijfel laten bestaan. „Ik deed aan yoga", liet hij de verzamelden weten, „was vege tariër geworden. Maar nu eet ik weer vlees." Zal wel „vleesch" zijn. „Zalen" Nog maar eens een overzichts foto van het LFC-zaalvoetbal- toernooi van afgelopen week einde tevoorschijn gehaald. En eens goed bekeken. Zo'n volle zaal bij een zaalvoetbaltoernooi, een serie zaalvoetbalwedstrij den dus, het is echt opmerkelijk. Ruim tweeduizend man bevolk ten de hal van directeur André de Jong zondag. Een record lijkt gebroken. Het oude record (bij een beslissingswestrijd om het zaal-kampioenschap van Lei den tussen ASC en LDWS wa ren ooit 1500 toeschouwers aan wezig) is verbrijzeld. Jammer voor de mensen die zeggen dat het „vroeger" alle maal „beter was" gunstig voor het zaalvoetbal op zich. Die belangstelling van afgelopen zondag geeft tenminste aan dat er nog interesse is voor deze tak van sport die de laatste jaren ondanks de stijging van het spelpeil, duidelijk minder pu bliek heeft getrokken. Geeft ook aan dat datzelfde publiek duidelijk niet staat ach ter die, bijna vergrijsde ooit gemaakte CCLV-afspraak dat selectiespelers van een voetbal vereniging niet in de zaal thuis horen. Natuurlijk mag na één zo'n toernooi niet worden verwacht dat de clubs die dat CCLV- standpunt nog altijd huldigen direct overstag zullen gaan en hun selectiespelers meteen maar de zaal insturen. Maar, je mag er natuurlijk op hopen. „Zalen" (2) Je kan natuurlijk nog verder gaan. Gesteld dat er volgend jaar nog zo'n voetballoze winter volgt, zou je de KNVB mis schien ook nog wel meekrijgen. Gewoon de veldcompetitie van af 1 december tot 1 februari stilleggen. En dan een zaalvoet- balcompetitietje organiseren voor alle eerste teams van KNVB en Afdelingsclubs. In poulevorm moet zoiets binnen twee maanden af te werken zijn. En waarom niet? Het mag dan bij hockey op dit moment nog geen doorslaggevend sué- ces zijn, bij korfballers en hand- balgenieters staat de zaal nu al als nummer één genoteerd. En dat had tien jaar geleden ook niemand kunnen denken tv< LEIDEN Sportclub Rijnsoever, een vergevorderd stadium. Verdere uit- fM vereniging die atletiek, handbal en breiding valt op korte termijn niet hockey in Katwijk introduceerde, meer te verwachten, er wordt in de //y heeft besloten nu ook met korfbal te toekomst gedacht aan versterking van V beginnen. Ook de oprichting van een de vijf sportafdelingen. y//i tafeltennisvereniging verkeert in een De korfbalclub wordt in nauwe sa menwerking met het Koninklijk Ne- sportpark aan „De Krom". In augus- sport kunnen zich nu aanmelden voor derlands Korfbalverbond afdeling tus van dit jaar zal met de dan de nieuwe afdeling van de Sportclub Rijndelfland op poten gezet. Wanneer beschikbare teams worden gestart in Rijnsoever. Lidmaatschap is mogelijk het weer en de terreinomstandigheden competitieverband. Er wordt deelge- vanaf 8 jaar. Inlichtingen bij Hugo beter worden dan wordt gestart met nomen aan de veld en zaalcompetitie. Jansen, Springvloed 27 te Katwijk, de trainingen op het gemeentelijk Belangstellenden voor de korfbal- 01718-23645. De bekende Amerikaanse basketbalspeler Lace rong, eens uitkomend )or de eredivisieclubs Punch en Arke Reizen, heeft het nu bij eerste- ivisievereniging LISC uit Leiden prima naar zijn zin. „De eerste divisie is door de aanwezigheid van lederlandse topspelers een erg sterke afdeling en daarom zeker zo interessant als de eredivisie", meent de bijna 32-jarige speler/trainer van LISC, dat vorig jaar pioen werd van de eerste divisie B, maar op verzoek van de spelers niet promoveerde naar de eredivisie, hoewel de lonsor dit graag wilde financieren. Lace Strong, een harde aanval ler. maar altijd een heer. Ed Lace Strong:„De meesten van onze ploeg studeren nog en kunnen dat niet combineren met topbasketbal, dat, sorry hoor, een Amerikaanse mentali teit en inzet eist. Amerikanen kijken tegen niemand op, zitten vol zelfver trouwen, soms op het arrogante af, maar daardoor winnen ze vaak. Ne derlanders zijn te snel tevreden met een tweede of derde plaats. Je ziet wel meer topspelers de eredivisie ver ruilen voor de eerste divisie om meer te kunnen studeren". Lace Strong ont kent niet dat zijn landgenoten ook wel eens iemands plaats in een eredivisie- ploeg innemen. „Dat gebeurt inder daad, en soms teveel. Twee Amerika nen in iedere ploeg vind ik erg bevor derlijk voor het Nederlandse basket bal, maar straks worden het er drie, daarna vier, en dat is een ongezonde ontwikkeling. Een ongelijke verdeling is ook niet goed. Parker heeft nu al vijf Amerikanen. België kent er drie maal zoveel als Nederland. Meer dan honderdduizend Amerikaanse basket balspelers vertoeven in het buitenland, waarvan vele tienduizenden in Euro pa". Lace Strong kwam in 1972 naar Ne derland. De reden? „Jan Bruin van Punch vroeg me te komen. Ik dacht, als iedereen in Nederland net zo vriendelijk is als Jan Bruin, en net zo goed Engels spreekt, zal het mij daar best bevallen. Op het moment bevalt het me hier zo goed, dat ik overweeg Nederlander te worden". Enthousiasme In Delft verbouwt hij, samen met de architect Joop Kok, een prachtig ze ventiende eeuws grachtenhuis. Alles wijst erop dat hij voorlopig in Neder land zal blijven, en dat is voor het Nederlandse basketbal een goede zaak. Immers, Lace Strong besteedt veel van zijn vrije tijd om de jeugd voor basketbal te motiveren. Voor scholen organiseert hij demonstratie wedstrijden en instructiedagen. Hij helpt bovendien trainer Lubeck met de training van de nationale jeugd- ploeg. „Ik leef voor het basketbal", zegt Lace Strong, „en ik doe mijn best dat enthousiasme op anderen over te brengen". Dit enthousiasme heeft hem ook naar de top gebracht. „En geluk. Ik had steeds de tijd en de omstandigheden mee", bekent Strong, die bij zijn ge boorte in Fairhope, Alabama, de na men Eddie Lee meekreeg. De bijnaam Lace is in Amerika ontstaan, en is al leen in Nederland ingeburgerd. Op vijfjarige leeftijd verhuisde hij naar Monticello, New York. In dit stadje groeide de ambitie om voor een be kende universiteit te gaan basketbal len. Dank zij zijn uitverkiezing in de Amerikaanse jeugdploeg en zijn goede studieresultaten, werd Lace Strong toegelaten tot de campus van het St. Peter's College in Jersey City. Hier ging zijn Amerikaanse droom in ver vulling. Viermaal per jaar speelde hij met het universiteitsteam in het be faamde Madison Square Garden. Een vriendelijk verzoek vanuit Nederland om hier te komen spelen, was evenwel voldoende om de bescheiden, ietwat fi losofisch ingestelde Lace Strong deze sporthal vaarwel te laten zeggen. Geen plannen Bij Punch en Arke Reizen oogstte hij veel succes, en afgezien van een suc cesvolle try-out bij een New Yorkse profclub, heeft Lace Strong geen plannen meer gehad om naar de Ver enigde Staten terug te gaan. „Ik mis hier wel de volle tribunes. Publiek krijg je echter niet alleen door goed spel. Een sfeervolle sporthal, met veel kleur en muziek, doet wonderen. In Groningen hebben ze dat prima be grepen". Lace Strong vervolgt: „Professionele cheergirls zijn wellicht te Amerikaans voor Nederland. In Texas is een groep cheergirls van sportwedstrijden uitge sloten nadat men naakt had geposeerd voor een tijdschrift. Dat was weer te Nederlands voor Amerika. Deze 'juich- meisjes' verhuren zich nu aan grote winkelbedrijven onder de naam Texas Cowgirls incorporated". De naaste toekomst van Lace Strong ziet er dank zij de nieuwe sponsor en werkgever Vakstars gunstig uit „Er waren inderdaad wat problemen nadat begin dit jaar het contract met onze vorige sponsor niet werd verlengd, maar door de hulp van Arnie Robbles van Vakstars kan LISC blijven spelen. Wij hebben een unieke ploeg, en die zou ik niet graag uiteen zien vallen". HERMAN JANSEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 13