DE SCHOOL MET DE DRUKPERS LEERLING MOEDER-MAVO: IK WIL KUNNEN MEEPRATEN Docent mist propjes gooien Inderwijsbijlage ■elnet werd in 1596 In Frankrijk geboren I werkte er vele jaren als onderwijzer, y was, zoals meer tijdgenoten van hem, tder wie Maria Montessori, van mening, It hst onderwijs het kind centraal tnde te stellen. Schoolboeken en ook lis andere leermiddelen voldeden Hgen8 deze pedagoog niet aan dat jterlum. In tegenstelling tot Maria las, In Iserer en bij >lfl .bllW tomb( kwam eens een moeder kijken of de leren hier op school inderdaad over de iken lopen en de onderwijzers nooit in dassen zijn. Dat moet je voor lief nen als je je met vernieuwingsonderwijs ig houdt. Het is in ieder geval positief de mensen komen kijken. Het is hun en je zou zelfs kunnen zeggenhun ht om te waken over het onderwijs dat hun kinderen gegeven wordt". Aan het ird is Frans Weeber, hoofd van de Van irdingenschool, één van de vier inetscholen die Delft rijk is. z'n gunstigst is het Freinet-onderwijs end als ,,de school met de drukpers", meeste mensen hebben echter geen iel idee wat zij zich bij het Freinet IQeten voorstellen. „Die drukpers is niet pr dan een hulpmiddel, zoals er zo vele pmiddelen op een school zijn. Het jngrijkste van het Freinet onderwijs is het aansluit bij de directe Montessori, die voor het aanleren duidelijk richtlijnen gaf, kwam Célestine Freinet tot een vorm van onderwijs, die zonder echte methode te werk gaat. Voor hem was het kind zowel middelpunt als uitganspunt voor het onderwijs. Het maakte als het ware zijn eigen onderwijs. Om kinderen dèt onderwijs te geven dat direct aansloot bij hun belevingswereld, liet hij hen zelf teksten maken, die hij ze dan, door middel van de drukpers liet vermenigvuldigen. De tekst werd gebruikt om te leren lezen; de onderwerpen die aan de orde kwamen werden in klasverband nader belicht, zodat iedereen zijn kennis In kon brengen en de kinderen van elkaar leerden. Verder wordt er aan de kinderen een manier aangeboden om onderzoek te verrichten naar de hen omringende dingen. Enquête, het vraaggesprek en de aanwezigheid van documentatiemateriaal zijn middelen die de leerlingen aangeboden krijgen om de hen omringende wereld te onderzoeken, evenals een microscoop en vergrootglazen. De leerkracht stuurt en begeleidt de gang van zaken. Célestine Freinet was In zijn tijd niet erg populair bij de meeste van zijn vakgenoten. De laatste jaren Is het aantal mensen dat Is géintersseord in de Revolutionaire Pedagogie van Freinet behoorlijk gegroeid. Tegen een muur van onwetendheid en wantrouwen vechten een aantal doorzetters voor waardering op grotere schaal van Freinet, wat belevingswereld van het kind. Het kind krijgt de kans zijn ervaringen vast te leggen en te vermenigvuldigen. Daarvoor is er in elk lokaal een drukpers. Eigenlijk is de keufce van de drukpers zuiver toeval geweest. In de tijd dat Célestine Freinet met deze vorm van onderwijs begon, waren er niet van die geavanceerde reproductiemiddelen zoals we die nu kennen. Geen stencils, geen fotocopie- apparaten. Freinet kwam bij de drukpers terecht. En wij hebben dat vastgehouden. Een enorm voordeel van die drukpers is dat het proces geheel te volgen is voor de kinderen. Alles is zichtbaar en de kinderen kunnen alles zelf doen". In iedere klas bevindt zich zo'n (heel eenvoudige) drukpers. Een aantal malen per week schrijven de leerlingen hun ervaringen op (vrije tekst). Deze teksten worden voorgelezen ih de vergadering. De kinderen kiezen de tekst die hun het meest aanspreekt uit. Deze wordt op het bord geschreven. De tekst wordt door de klas besproken en de fouten worden eruit gehaald. Dit is een belangrijk onderdeel van het taalonderwijs. De fouten die in de tekst staan, vormen de aanknopingspunten met het taalonderwijs. Als de tekst zonder fouten is, mag de leerling die de tekst geschreven heeft, 'm zetten en drukken. Ten slotte wordt er bij de tekst een illustratie gemaakt, hetzij via een linoleumdruk, hetzij met een andere druktechniek. Opvallend is de netheid en de gedisciplineerdheid waarmee de kinderen werken en met elkaar omgaan. Bij het kringgesprek, waarmee de lessen hun aanvang nemen, laten de kinderen elkaar uitpraten en stellen dan, onder leiding van de voorzitter (eveneens een leerling) vragen aan elkaar. Het democratisch aspect van het onderwijs komt waarschijnlijk nog het best tot uiting in de samenstelling van het weekprogramma. De leerling vult op een kaart in wat hij/zij van plan is die week aan rekenen, taal, geschiedenis, natuurkunde of expressie te gaan doen. Aan het eind van de week wordt samen met de leerkracht bekeken hoe dat vergaan is en wat er wel en niet goed was. Hoe verloopt de aansluiting van kinderen die van een Freinet school afkomen. Aarden zij goed in het middelbaar onderwijs, of geeft die stap van een democratisch georganiseerde school, zoals de Freinet Is, naar een meestal veel minder democratische middelbare school grote problemen? Frans Weeber: „We hebben de ervaring dat dat wel mee valt. Leerlingen die hier hun lagere schooltijd hebben doorgebracht komen regelmatig over hun ervaringen in het middelbaar onderwijs praten. Onze ervaring is dat ze vrij goed in het traditionele onderwijs passen. Soms gaat dat met meer problemen gepaard dan de doorsnee leerling van een traditionele lagere school, aan de andere kant zijn leerlingen die van een Freinet school afkomen veelal gewend om ;eer zelfstandig te werken. Dat komt hen op de mavo of havo goed van pas. Wat dat betreft hebben ze een duidelijke voorsprong op hun „collega's" van traditionele lagere scholen". Hoe Is die concentratie Freinet-scholen in Delft te verklaren? In Nederland zijn er in totaal tien van dit soort scholen. Frans Weeber: „In de jaren zeventig was er in Delft een vernieuwingsproject van zes scholen en tijdens de voortgang van dat project is door iemand Freinet inform,atie ingebracht. Daar is een aantal mensen zó enthousiast over geworden, dat we doorgegaan zijn. Op dit moment hebben resulteerde In de erkenning van het Freinet-onderwijs door het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. In Delft staan momenteel vier van deze zogenaamde Freinet-scholen, waar op vrijwel dezelfde manier wordt gewerkt als Freinet dat aan het begin van deze eeuw deed. Een onzer verslaggevers sprak met Frans Weeber, hoofd van een dezer scholen. we een volledig goedgekeurd school werkplan. Er zijn nog steeds mensen die zich negatief uitlaten over de school. Vaak mensen die nog nooit binnen zijn geweest. Vorig jaar hebben we bewust iedereen die interesse had binnen de school gehaald. Alles kon. Tijdens de les kon men binnen komen, men kon alles bekijken en misschien is het wantrouwen daardoor een beetje overgegaan. Aan de groei van het aantal leerlingen zou je dat wel kunnen zeggen. Vorig jaar hadden we vijftien eerste klassers, dit jaar al zesentwintig. Door een grotere bekendheid zie je dat het tij keert ten gunste van vernieuwend onderwijs. Heel langzaam komen er in het land steeds meer scholen waar men op een andere dan traditionele manier onderwijs geeft. Van onze kant beginnen we door een aantal kinderziektes heen te raken". HENK MEIJER jr. Aan het einde van iedere schooldag kunnen de leerlingen op de muurkrant hun mening geven over het verloop van de dag. In de drie kolommen, feliciteren, bekritiseren en stel len zij vragen. 14-1L-197S Terug van weggeweest Maandag 20 november kwamen mijn moeder en mijn zus uit Suriname. !mro en ik kregen een leren handbal. Ze waren heel zacht, maar mijn moeder had ook een ballenpomp. Maar die deed het niet goed. Er v/aren hele lekkere dingen meegenomen. ik heb veel gegeten, en het was erg lekker. H REGi Links: Met loden letters zetten de leerlingen hun eigen geschreven tekst. Door middel van de spiegel wordt de tekst gecontroleerd op fouten. Boven: Het voorbeeld van een gedrukte tekst. Op de nu nog lege ruimte moet een illus tratie worden gemaakt. verlang je er wel eens naar dat er iropjes gegooid zal worden, of datje |zou kunnen uitvallen tegen leerlingen, ibt er af en toe gewoon behoefte aan Ingen eens flink de les te lezen. Hier is liet nodig. Dat is wel eens vervelend. {staat tegenover dat je nergens een ine school zal vinden waar je een zo ichtig publiek aan treft als hier". Aan (oord is de leraar Engels, de heer R. van de Voorburgse dagschool voor (assenen, ook wel eens, niet helemaal ht overigens, „moeder-mavo" genoemd, iholen voor volwassenen zijn de laatste een steeds vertrouwder beeld irden in onderwijsland. Steeds meer len volgen een opleiding in hun vrije Ï8 reden waarom ze dat doen is voor iedereen verschillend. Grotere kans imotie, aantrekkelijker werk kunnen in en het fijn vinden meer te weten, de belangrijkste redenen voor ien aan deze vorm van onderwijs lemen. Toch blijkt vaak de moed en (ratio, die in het begin van de cursus irlingen aansporen tot werken, bij een hgrijk deel van de deelnemers feamerhand te verdwijnen. Iedere dag, paar dagen of een paar avonden in de jt, die je gewend bent als vrije tijd te eden, wordt nu plotseling doorgebracht (schoolbanken. Het valt vaak tegen, lelijk strandt zestig procent van de arte leerlingen. „Meestal zo na Imis" vertelt de Engelse leraar, die Br oogt dan de meeste van zijn pupillen mensen zijn dan een paar weken thuis test, gaan een keertje niet, denken dan |b achtergeraakt zijn en komen dan 'niet. Zo verliezen ze de aansluiting. "id is wel dat die mensen dan het jaar na weer op de stoep staan om zich te I inschrijven. eer Crul, directeur van de mavo voor lassenen, stelt vast dat de cijfers voor r dagmavo niet zo somber zijn als eii|k. „Bij ons bedraagt het percentage Hers zo'n 30, waarvan de meeste in het |e jaar. Als je nu de groepen tweede bet, kun je zelf wel zien dat er niet 'itvallers zijn. De klassen zitten nog orlijk vol". notivatie van de mensen loopt zeer uiteen, 's Avonds zijn het veelal mannen, die merken dat zij op doodspoor terecht zijn gekomen. Door de cursus te volgen hopen zij iets aan hun maatschappelijke positie te kunnen verbeteren. Overdag ligt dat vaak anders. Daar komen vooral vrouwen, die het gevoel hebben achter te zijn geraakt en die het als een maatschappelijk gemis voelen weinig verstand te hebben van bepaalde dingen. Het niet mee kunnen praten over bepaalde onderwerpen is bij die groep een belangrijker motivatie dan het in het verschiet liggende diploma. Je ziet ook regelmatig dat die mensen, voor het examen zitten, besluiten geen examen te doen. Ze hebben geen zin de spanning die het examen met zich meebrengt te doorstaan. Dan is er nog een groep die één of twee vakken doen, de zogenaamde cursusvolgers en de groep die het doet om de aanspraak, vrouwen die van hun echtgenoot geen compliment horen over het feit dat ze een nieuwe jurk aan hebben, terwijl ze dat op school wel krijgt." „ledereen uit ons gezin heeft geleerd" vertelt één van de dit jaar begonnen leerlingen, „Ik wilde kapster worden. Mijn moeder had dat ook altijd willen worden en zo gaat dat dan. Zij heeft het van haar ouders nooit gemogen en dan sta je dat je kinderen wel toe. Na vijf jaar ben ik getrouwd en ben gaan leren voor zwem- onderwijzeres. Ik kreeg drie kinderen en stopte met werken. Nu zit de kleinste op de kleuterschool en heb ik weer wat tijd voor mezelf." „Een beetje meepraten met iedereen, dat is wat ik wil. Nu al merk ik dat ik makkelijker en minder terughoudend met mensen omga. Ik doe Aardrijkskunde, omdat ik daar het meeste van op denk te steken. Daarnaast vind ik Nederlands erg belangrijk en Engels, dat is een wereldtaal, dus dat doe ik ook maar." De heer Crul: „We adviseren mensen meerdere vakken te doen, maar verplicht is dat niet. Maar een moderne taal leren zonder op minimaal hetzelfde niveau Nederlands te hebben gehad is heel moeilijk. Vandaar dat we adviseren meedere vakken te doen. Ook wel omdat de ervaring leert dat mensen dis één vak doen eerder geneigd zijn ermee op te houden dan mensen die een behoorlijk pakket hebben. Dat is ook wel logisch, want als je maar één vak doet, moet je steeds alleen maar voor dat ene vak komen. Bij slecht weer of iets dergelijks is de verleiding om maar thuis te blijven groter dan wanneer je voor de hele ochtend komt. „Na kerstmis ga je merken dat de mensen zich toch verkeken hebben op dé zwaarte. Een aantal laat een paar vakken vallen, anderen ziè je niet meer terug. De mensen hebben dan twee weken vrij gehad en moeten zich er weer toe zetten. Heel makkelijk is het dan om een keer niet te komen, de volgende keer weer niet en dan tegen jezelf zeggen dat je zo achter bent geraakt dat het geen zin meer heeft. We proberen dat te ondervangen door bijvoorbeeld antwoorden op stencil te zetten, zodat ze in ieder geval hun werk na kunnen kijken." Mevrouw Van der Berg-Kamp, lerares Aardrijkskunde: „Er is een groter gerichtheid op cijfers bij de dames. Dat is wel te verklaren. In een klassituatie is er altijd iemand die eruit springt, iemand die opvalt. Op middelbare scholen is dat meestal een populaire jongen, die zich van zijn medeleerlingen onderscheidt door een grote mond, of veel durf. Meestal is dat niet een uitblinker op het intellectuele vlak, maar gewoon een stoere kerel. De dames moeten zich ook laten gelden en laten door middel van een hoog cijfer hun kwaliteiten zien." De heer Crul over diezelfde cijfer- gerichtheid: „Je moet je voorstellen dat de vrouwen thuis en in hun kennissenkring vaak iets hebben te overwinnen. Er wordt soms wat vreemd aangekeken tegen het volwassenen onderwijs. Als ze dan thuis komen met een acht of een negen, is er toch waardering voor hun prestatie en wordt men thuis serieus genomen. Komen ze echter met een vier of een drie thuis, dan is dat veel moeilijker te vertellen. Ik zeg vaak tegen de leerlingen.Ik haalde vroeger ook onvoldoendes.' Dat geloven ze dan ook wel, maar dat ze ze zelf ook halen, dét vinden de meeste zeer moeilijk te verkroppen." HENK MEIJER jr. Drie „moeders" die hun weg naar de schoolbanken hebben teruggevonden. lij is d an zij maal] mot het vorm HENI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 19