AMSTERDAM Dan sen kost bloed, zweet en tranen. Het dans- vak stelt dezelfde on verbiddelijke eisen als bijvoorbeeld de top sport. Er zijn gemid deld drie voorstellin gen per week. De dagindeling is overvol, 's Ochtends trainen voor het handhaven en verbeteren van de techniek en dan de repetities voor de bal letten die op de eerst komende programma's staan. De vaak uren lange busreizen, die vastzitten aan de voorstellingen laten weinig vrije tijd. De fi nanciële situatie is niet best Er woedt een hevige onderlinge concurrentiestrijd. Eve nals bij de topsport is er het gevaar dat het hele leven zich ver engt tot een lichame lijk en emotioneel be staan door middel van de dans alleen. Dan sers blijken in betrek kelijke isolatie van an deren te werken en te leven. De vernauwing van de interessesfeer lijkt onontkoombaar! Han Ebbelaar (35) is een wereldberoemd balletdanser. Voor hem en zijn vrouw Alexan dra Radius, de sterren van het Nationaal Bal let zijn 50 balletten ge schreven. Ze zijn de eerste dansers in de balletgeschiedenis die zó lang samen dansen (20 jaar). Han en Lex (afkorting van Alexandra) wonen sinds kort in een adembenemend mooi huis met uitzicht op het Rijksmuseum. Een brede marmeren gang, ramen van geëtst glas. Langs de trap naar de eerste verdieping han gen tekeningen van de bekende engelse kun stenaar David Hqckney. De kamers zijn ruim, hoog en elegant inge richt met veel kunst aan de muren. Han en Lex vallen niet uit de toon bij de sfeer die het huis uitstraalt. Ze zijn beiden mooi. sier lijk en beschikken in hun houding over een natuurlijk aandoende aristocratische distinc tie. Een prins en een prinses in een sprook jeshuis? Verbazing Han Ebbelaar komt uit Hoorn, geboren en ge togen: „Tijdens een 1 kermis in Hoorn raakte ik helemaal gek van mL cancandanseressen. I I Ihuis ging ik het niet ig een nadoen. Van mijn ouders mocht ik naar be(j de plaatselijke dans school. Na een half jaar was er een uitvoe- ring. Ik was de enige 'ft Jon9en tussen 150 meisjes en ik mocht tien minuten improvisa ties doen op muziek zaa van Dvorak; zo blij wa ren ze eindelijk een jongen erbij te hebben, ledereen begon hevig jj te joelen tijdens het moment dat ik op kwam in mijn maillot. Maar ik genoot! Ik im proviseerde in dansen, dat was fantastisch. Ik liet me leiden door •edr mijn gevoel. De emotie waardoor je gaat dan- Van ongeluk naar nieuwe rampen Han Ebbelaar en Alexandra Radius Veranderd Ik vraag hem of het Nationaal Ballet iets aan zieltjeswinnerij doet. Het gezelschap blijkt de eerste ge weest te zijn die open huis hield. De schouw burg is dan afgeladen. „Dat komt natuurlijk wel omdat het gratis is. Maar toch! In Eind hoven hebben we wel eens voor schoolkinde ren gedanst. Zoiets in de sfeer van de ver plichte museumles. We werden met propjes bekogeld. Neen, (la chend) dat doe ik niet meer." De maatschappij is ver anderd. Mensen heb ben meer vrije tijd en kunnen dit erbij doen en dat. Dansen is nog zwaarder geworden dan het al was. Je moet een geweldig uit houdingsvermogen hebben en een enorme liefde voor de dans kunst wil je het zolang volhouden en het zo ver brengen. Nederland heeft een beroemd danspaar. Dit jaar dansen ze officieel 20 jaar, wat op een goede manier gevierd zal worden. Het is te hopen dat deze twee briljanten aan het Nederlandse kunstcollier wat meer op waarde geschat zul len worden voor Ne derland erachter komt dat ze aan het veertig jarig jubileum toe zijn! JOSE VAN BREUKELEN „Sterven in de Zon" heet het nieuwste boek van Helen Mellaart alweer een episode uit het mislukkende leven van een vrouw. In haar vorige boeken lijkt dezelfde vrouw hoofdpersoon als in dit nieuwste „Sterven in de Zon". Een vrouw die veel gemeen lijkt te hebben met de persoon van de schrijfster, althans, die autobiografische suggestie krijg je keer op keer in de episodes van dit verhaal, die samen een „roman" genoemd worden. Ik schrijf dit zo neer, omdat dit boekje een zo onsamenhangend geheel is geworden, waarin zo weinig aan de hand is. van wat je van een beetje roman al mag verwachten, dat je je werkelijk afvraagt wat de zin is van dit soort publikaties. In het boek zelf komt het ook al aan de orde: een bevriende uitgever legt de ik, de schrijfster misschien, uit, dat het wat hem betreft best is als ze dingen schrijft om problemen waar ze mee zit voor zichzelf tot duidelijkheid te brengen. Maar waarom in dat geval overgaan tot het uitbrengen van een boek? Die twijfel is terecht. Een boek om je hart aan te verbranden, roept de tekst op de achterflap uit. Welnu, het leven van de persoon waar dit allemaal uit voortkomt, is best mogelijk zo ernstig dat je er „je hart aan verbrandt", maar daarmee heb je nog geen roman gemaakt. Dat leven: een vervolg op vorige boeken over opvoedingsproblemen, huwelijksmoeilijkheden, vrouwenproblemen. Nu. het begin van het verhaal: een sterilisatie, waar de vrouw door een fout van de narcotiseur, nogal wat nare gevolgen van ondervindt. Relaties met anderen, op vakantie, de verhouding met haar kinderen. Opnieuw vanwege moeilijkheden op gynaecologisch gebied onder artsbehan deling. Toestanden. Een erg goede vriend die sterft. Een verwar- mingsmoneur die beslag legt op de vakantiewoning. Iets met een auto, waar de vrouw niet in durft te rijden. Van alles wat. Maar dat alles zonder eenheid, zonder leidende gedachte, zonder construc tie. De samenstelling van het boekje, van elk hoofdstukje, het is los zand, dat je als lezer steeds maar weer door de vingers glipt Wilbert Veel leuker, verrassend bovendien, is het boekje dat Monica Sauwer nu publiceert, na haar (misschien ook wel nogal autobiografische) verhalenbundel „Mooie Boel". „Wilbert's Lunchpakket" heet het en als je de omslag ziet, of het boekje doorbladert, lijkt het een gaat liggen weet je na die maand in je hoofd wat je moet doen maar je lichaam gehoor zaamt niet meer. „Hoe lang wil je dit nog doen?" „Ik kan me voorlopig niet permitteren ermee op te houden. Deze luxe (weids handge baar) komt voort uit twee topsalarissen na 20 jaar dansen. We hebben pas sinds drie jaar internationale er kenning. In het buiten land zijn we bekender dan in Nederland. Die reisjes naar Cuba en zo. Dat regelen we al lemaal zelf. We werken bij het Na tionaal Ballet maar dan wel voor onszelf. We hebben al heel wat deuren ingetrapt ook in eigen bedrijf. We hebben bijna altijd sa men gedanst. We heb ben het geluk gehad dat we het lichamelijk steeds aankonden. Maar de worsteling wordt steeds zwaarder. De technische eisen zijn honderd keer zo zwaar geworden. Man nen dansen korter dan vrouwen. Op een gege ven moment kun je be paalde sprongen niet meer maken. Vóór een optreden heb ik het benauwd, ik ben ner veus, dat lijkt steeds erger te worden. Maar door de vakkennis die je in de loop der jaren hebt opgedaan ben je de situatie juist meer meester. Je hebt over wicht." kinderboek. De eenvoudige, korte teksten worden geïllustreerd door erg humoristische, sfeervolle prenten van Monica Sauwer zelf. Het zijn wel allemaal ongelukken en rampen, die hier ten deel vallen aan een groep van onooglijke, vermakelijke en sprookjesachtige dieren. Veel dialoogjes tussen dieren die je volgens de afbeelding bij elk verhaaltje helemaal niet kent, maar uit het gesprek blijkt dat ze onversneden uit de werkelijkheid van alle dag zijn overgestapt naar deze verhaaltjes. Het doet een beetje denken aan dat prachtige boek van Cortazar („De Mierenmoordenaar"), die een spannend beeld gaf van onze maatschappij in de vorm van verhalen over onmogelijke wezens, dieren dus. Of iets anders? Een totaal nieuwe weg. die Monica Sauwer inslaat. Ze vervolgt, in tegenstelling tot Helen Mellaart, niets van wat ze eerder had ontwikkeld. Integendeel, een nieuw geluid. Daar moeten we dus wel even goed op blijven letten. Helen Mellaart: „Sterven in de Zon", roman. Uitgeverij Leopold. Monika Sauwer: „Wilbert's Lunchpakket", uitgeverij Bert Bakker. Han Ebbelaar en Alexandra Radius dansen twintig jaar ballet slotregel.. oh ja en het werd gedanst door- Wij zijn op de eerste plaats kunstenaars. De essentie van de dans zijn de vertolkers. Toch hebben we gelukkig hele trouwe aanhan gers waar we echt door verwend worden. Als we ergens optre den, krijgen we een briefje met: we zijn er. Dat is heerlijk, daar dans je voor! Acteurs, schrijvers en beeldende kunstenaars worden nog eens in het zonne tje gezet in de vorm van een prijsuitreiking. Bij ons gebeurt dat nooit op die manier. Ik denk misschien ook over twintig jaar. Nu heb ik alleen maar ge danst, is het niet zon de geweest van andere dingen?" Een danser(es) heeft één vrij weekend per maand en één vrije dag per week. Per jaar kan hij één week echt vakantie nemen (zon der oefeningen). Als je. een maand op je rug Een van de humoristische prenten in Monika Sauwers „Wilbert's Lunchpakket". sen is het motief waar om je gaat dansen. Mijn vader zei: zoek een echt vak. Maar ze hebben me alle hulp verleend toen ik voet bij stuk hield. Ik heb schatten van ouders". „Hoe ervaar je het als danser, dat er in de kranten zo weinig over ballet wordt geschre ven?" „Dat is de grote irrita tie van dit bedrijf. Bal let wordt nog steeds gediscrimineerd in alle opzichten. Het is de enige internationale kunstvorm waar geen aandacht aan wordt besteed. Beeldende kunst, muziek en to neel hebben wél een traditie. Dans schuiven ze op. Geen mens wil de deur op een kier zetten. Publiciteit is zo belangrijk. Het vak is waanzinnig moeilijk, echt heel zwaar. Je wilt een bepaalde er kenning, dat verlicht je werk. Lex (die niet de hele tijd bij het ge sprek aanwezig was) is de mooiste danseres, die ze ooit bij het Na tionaal ballet hebben gehad. Ze is pas drie jaar bekend en waar om? Omdat Rudolf Noerejef met haar dan ste. Critici weten niet wat ze dansers aan doen. We worden niet als kunstenaars behan deld maar als machi nes!" Critici „We hebben anderhalf jaar geleden tijdens het Holland Festival „Giselle" (een van de mooiste, gaafste wer ken uit het klassieke repertoire) gedanst. En echt: lovende kritieken. In die anderhalf jaar is „Giselle" gegroeid. Je weet er meer van. De critici is het niet eens opgevallen dat we er iets aan toegevoegd hebben. Een kritiek is meestal zo van in de Het dansechtpaar in Hans v<uxlA?neft%{#s de deux 'Perilous night' Fotografie uit jaren 1940-1975 in Amsterdams Stedelijk Museum Het Amsterdams Stedelijk Museum heeft tot 5 februari over de hele linkervleugel op de begane grond een grote overzichtsten toonstelling gewijd aan de ontwikkeling van de fotografie in Nederland, van de Tweede Wereldoorlog tot 1975, als laatste van een serie van drie, waarin een over zicht wordt gegeven van de hele vader landse fotografie. Hieraan gingen deel-ten- toonstellingen vooraf in het Leids Prentenkabinet en het Haags Gemeentemu seum, die niettemin op zichzelf stonden. De expositie in het Stedelijk Museum is bijzonder aantrekkelijk, omdat een logische ontwikkeling kan worden gevolgd van 1940 tot heden, met alle herinneringen aan de oorlogsjaren. De bezoeker wordt door verscheidene zaal tjes geleid, te beginnen met vóór-oorlogse beelden, die om verscheidene redenen ten minste even interessant zijn als meer recen te foto's. Hoewel in de afgelopen jaren sprake is van stijlvernieuwingen onder in vloed van buitenlandse vakfotografen, is de emotionele mentaliteit van de Nederlandse fotograaf vrijwel onveranderd gebleven. En ook in de jaren veertig was het fotomateri aal al wel zo goed, dat over kwaliteit niet of nauwelijks gediscussieerd hoefde te wor den. Sommige fotografen, zoals Hans Bethlem, Kryn Taconis en Emmy Andriesse, fotogra feerden bewust met het oog op de toe komst. Zij maakten documentaire foto's waarvan het historische element belangrijker was dan het kunstzinnige. Anderen gingen minder bewust te werk, maar gaven niette min beelden van hun tijd, met ingeweven historisch materiaal. Hoewel de bezoeker geacht wordt de ten toonstelling te beginnen bij de ingang om hem uiteindelijk bij „Uit" te verlaten, nadat als sluitstuik werk van fotografen uit de ja ren zeventig is bekeken, zou men de wan deling ook in omgekeerde volgorde kunnen maken; of beter: in beide richtingen. Door ook stil te staan bij de historische be tekenis van deze expositie met kwalitatief zeer hoogwaardig fotowerk, wordt dg. bezoe ker zich bewust van het individuele karakter van de fotografie. Dolf Kruger's visie op de staking van 1959 in de Borinage is hoogst persoonlijk en bijzonder beeldend. Daarom is het misschien minder juist, wanneer wordt gesproken over „eenlingen" als de Groningse fotograaf Sanne Sannes. die zich misschien wel onderscheidde als niet- groepsgebonden. Maar in hun werk zijn alle fotografen „eenlingen", ieder met een per soonlijke visie en een hoogstpersoonlijke emotie. Die emotie is bij vrijwel alle geëxposeerde foto's aanwezig, ook bij werk als Paul Hufs bierreclame, uiterlijk koel als het bier waar het om gaat Maar zonder Hufs emotie zou deze plaat niet zo opvallend zijn geworden. Overigens omvat deze expositie in het Ste delijk alleen hoogtepunten uit de fotografie sinds 1940, die stuk voor stuk zo veel te vertellen hebben, dat een heel behoorlijk tijdsbeeld ontstaat van de afgelopen jaren. Waarbij de bezoeker kan blijven stilstaan bij de voor hem meest aansprekende platen. Dat zullen er veel zijn. De politieke foto's van Vincent Mentzel (Den Uyl) vormen be paald werk om bij stil te staan, zoals ook het werk van Johan van der Keuken (blinde meisjes) en de stille portretten van Eva Be- snyö, om een tamelijk willekeurig aantal fo tografen even uit te lichten. Uiteraard zijn in deze collectie ook kleurop- namen opgenomen. Op een enkele schitte rende uitzondering na blijken de zwart-wit opnamen toch sterker. Misschien, omdat door de kleur de aandacht wordt afgeleid van de reden waarom de fotograaf werd ge boeid. in samenwerking met zijn object. De mens in zijn omgeving vormt het meest op vallende element in deze expositie en wel licht daarom valt het verschil tussen eigen tijdse fotografie en die van de jaren veertig niet zo op. De emotie bleef immers dezelf de. zowel bij de fotograaf als bij zijn onder- werp. Alleen het tijdsbeeld rond de mens veranderde en daarom is deze tentoonstel ling in het Amsterdams Stedelijk Museum ook nog historisch van bijzondere betekenis. O F.J. BROMBERG taking in de Borinage, van Dolf Kruc Den Uyl, van Vincent Mentzel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 19