Rick is aangeslagen F Leiderdorper Cok de Graaf raakte verzeild in Zuid-Iers paradijs 1 Wassenaars „slee-incident" ^STAD/REGIO LEIDSE COURANT ZATERDAG 6 JANUAR11979 PAGINA 5 Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u, mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244: u kunt ^fan naar toestel 18 vragen. Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond, zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond beschreven die in het asiel verblijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan... tenzij het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek beschreven honden zijn alle door hondenbezitters naar het asiel gebracht. Om uiteenlopende redenen, vaak begrijpelijk, maar soms ook volslagen onzinnig. De in „hond zoekt huis" beschre ven dieren zijn alle goed gezond, hebben een worm kuur ondergaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van ca. 60 gulden ten bate van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 131670. Geopend di. t/m vr. 10.00-12.00 en 14.00-17.00 uur. Zaterdag van 10.00-12.00 en 14.00-16.00uur. Zondag en maandag geslotejn BLAUWE HAAI EN PUB, GOED VOOR „ALLE STATEN" 'oedel Ricky, de meest zielige hond in het asiel harmonieerde met de piano van de bovenbuurman en dat evenmin overeenkwam met de muziekkeus van de andere buren Na een paar weken werd de baas van Rick dan ook te verstaan gegeven dat het beter zou zijn voor iedereen als hij voor de hond een omgeving zou zoeken die meer zou passen bij Ricks artistieke ambities. Met bloedend hart bracht de eige naar Rick naar het asiel, waar het gehuil al spoedig verstomde. Drie weken heimwee hebben van de eens zo levenslustige Rick een teleurgestelde, uitgedoofde poedel gemaakt, die dag en nacht ingerold op de vlonder in zijn kooi ligt, moeilijk op te porren en vermagerd door gebrek aan eetlust. „Het is de meest zielige hond die momen teel in het asiel zit", stelt asielbe heerder Wil Tiele vast. ,,Hij zou zo snel mogelijk weer gezelschap moeten hebben. Rick is een erg lieve hond die geen vlieg kwaad doet. Hij zou erg geschikt zijn voor wat oudere mensen, die er dan nog voor jaren een leuke, rustige hond aan hebben. Voor een gezin met jonge kinderen acht ik hem minder geschikt. Hij is tenslotte toch al acht jaar", aldus Tiele. Een bijkomende omstandigheid is dat Rick nou niet bepaald de meest gunstige weersomstandig heden heeft uitgekozen om in een asiel verzeild te raken. Meer nog dan de andere honden lijdt hij onder het schrikbewind van koning Winter, omdat hij zich in zijn apathie niet erg geneigd voelt om zich eens lekker warm te trimmen. Overigens betekent dat alles niet dat het nieuwe Leidse dierenasiel momenteel is veranderd in een getraliede versie van de Zuidpool, waar alleen sledehonden zich thuis zouden voelen. „Het gaat nog net met de verwarming. De tempera tuur is wel wat lager dan gewoonlijk, die schommelt zo rond de acht graden. Maar we hebben alle deuren tegen elkaar opengezet en het gaat nog best", aldus Wil Tiele. Mogelijk heeft het weer ook Blacky, de sympathieke hond van vorige week parten gespeeld. Nog geen mens heeft de be sneeuwde toegangswegen tot het asiel durven te trotseren om deze populaire hond uit zijn ballingschap te verlossen. Het zag er wel even goed uit toen een mevrouw uit Roelofarends- veen met Wil Tiele een afspraak maakte om de hond te komen ophalen op zaterdagavond. Zij is echter nooit komen opdagen en bij het dierenasiel vreest men nu l dat deze dame ergens in de Rijnstreek is blijven steken in de sneeuw en pas komend voorjaar haar weg naar het asiel zal kunnen vervolgen. Blacky wacht in spanning af. hter de loor inni gale wet te dat zou htig het 3-30 t aogmi 0.00 p 10.0 rk9d3 i.30 dl Groot Kievits entrun 10.01 3 10.0 nalsen 30 dhr 0 mw I. Mak .30 ds rk 9.3( 10 0< Geret Er zijn mensen die op zeker ogenblik een ommezwaai in hun leven maken. Daar kun je heel wat voorbeelden van noemen. In dit geval bepaal ik mij tot Cok de Graaf, een 32-jarige Leidenaar, die in Leiderdorp tot enige maatschappelijke wasdom is gekomen. Gistermiddag zat ik bij hem en zijn vrouw Conny bij een warme bak koffie, met uitzicht op de Oude Rijn die een ijselijke aanblik bood. 's Morgens was er nog een ijsbreker langs gevaren, maar aan de kanten werd druk geschaatst. Cok, rossig van baard en haargroei, zou nog met zoon Patric en dochter Esmeralda de oversteek wagen. Over een paar maanden kan dat niet meer, dan zitten de De Graafs weer dik en breed aan de warme golfstroom die de subtropische zuidkust van Ierland koestert. Dan gaan ze in hun eigen Woodside Guest house een ongetwijfeld nieuw succesvol seizoen tegemoet. Cok de Graaf woont een maand of drie in zijn eigen huis achter de Leiderdorpse Hoofdstraat 158; de rest van het jaar werkt, leeft en geniet hij in en rond Courtmacsherry, in het graafschap Cork. Dan vaart hij bijna dagelijks uit, want de Courtmacsherry Baai ligt er geweldig gunstig bij. In het gezelschap van (betalende) gasten wordt er dan gevist dat het een lieve lust is, met als hoofdinzet de demon die Blauwe Haai heet; een werkelijk bestaand „monster van Loch Ness", talrijk in aantal maar begeesterend werkend op de verbeelding van zeer vele vaderlandse en vreemde sportvissers die in de zomermaanden in Courtmacsherry neerstrijken voor een „bij-vakantie" zonder gezin. Dan wordt er een weekje ruig geleefd, gevist als een piraat, doorgezakt in één van de drie aangeveegde pubs, naar wazige verten gestaard bij de meest dolle verhalen die in de „public room" ten beste worden gegeven. Wie één keer in Courtmacsherry verzeild raakte, vergeet het van z'n dagen niet Voor Cok de Graaf en Conny was dat in 1968 even anders. In dat jaar begon Cok aan de Hoofdstraat in Leiderdorp een autoshop. Vis was goed voor de vakanties, want toen al trokken beiden naar Ierland, met de hengel binnen handbereik. Die autoshop duurde tot '74. „Ik ben er toen maar mee opgehouden. We maakten zoveel uren per week zonder het resultaat dat we er van verwachtten. Met een klein beginkapitaal zagen we geen kans om de zaak rendabel te houden. Ik heb ook nog een paar jaar in de bloemen gezeten, kocht bloemén in het Westland en verkocht ze weer onder Frankfurt in Duitsland. Dat beviel me ook niet. Dat was ook heel wat uurtjes maken met heel weinig pluimen op je hoed. Je verdiende geld. Dat was alles. Maar als je met bloemen rijdt hoor je nooit: god joh, dat is hartstikke mooi Ik doe liever iets waarvan je het resultaat ziet"; daarvan is Cok niet af te brengen. Al een jaar of twaalf was hij een vakantieganger naar Ierland. Enthousiast Cok de Graaf (rechts) met viskornuiten en een onvolprezen blauwe haai. Eén van de sportvisboten, met Courtmacsherry op de achtergrond. Woodside Guest house in de heuvels, met links de noodzakelijke uitbreiding en rechts een doorkijk op de baai. een platvissie." Hij hoorde eens van de blauwe haai en daar ging Cok, de Zuidierse hort op. Dat trok hem pas. „De eerste jaren zat ik op verschillende adressen, maar geen blauwe haai. Je moet namelijk wel weten welk hotel of guest house op de blauwe haai vist. Maar ik was al helemaal weg van Ierland: de ruimte, de vrijheid straalt van dat land af. Je hebt er het gevoel, dat je niet met z'n allen op een grote hoop zit. Ik dacht toen al: als ik daar ooit iets kan gaan doen, grijp ik 't met beide handen aan Cok de Graaf volgde z'n intuïtie. ,Het is niet eenvoudig, iets in Ierland te kopen. Een eeuw terug had daar een omwenteling plaats. Er waren toen nog een elf miljoen inwoners op het eiland, maar de oogsten mislukten, er kwam hongersnood. Binnen een jaar of vier stierven miljoenen mensen. Massa's emigreerden, vooral naar Amerika, omdat er in Ierland geen droog stuk brood meer te verdienen viel. De grond werd waardeloos, maar de Engelsen kwamen veel opkopen. Er is nu wel grond te koop, maar er komt veel bij kijken vóór de zaak via de notaris kan worde i overgedragen. In '76 heb ik ,de sprong gewaagd. Eerst met wat pech, maar in Courtmacsherry lukte het tenslotte. Ik kocht daar een groot woonhuis, Woodside, Boskant, zal ik maar zeggen. Vlak bij een beekje, op de heuvels, met een prachtige doorkijk op de baai." Daar heeft Cok z'n guest house gesticht: tien kamers van alle gemakken voorzien, inclusief t.v., radio, badkamer. Hij kocht z'n eerste zeeboot, de Onedin II, geheel geaccommodeerd voor een dag op zee. Even stokte het bedrijf, toen in Oegstgeest Holland-Ierland Tours failliet ging. Er was geen stuiver meer te halen en een aardig hoopje centjes was op stap. Toch kwam er een grote toeloop op Woodside. Met één boot was al die vishartstocht niet meer bij te houden. Cok kocht er in oktober 1977 de Blauwe Haai bij, met Bryan Furphy als schipper erop, een gehaaide Ierse zeeman die elke plek van de baai al kende en prima met de toeristen kon omspringen. Bovendien praat Bryan nu al' een beetje Nederlands. Nou ja, dan is in veel gevallen het pleit al gewonnen, nietwaar? Woodside is in heel korte tijd uitstekend gaan lopen. Logies met ontbijt en verzorgde lunch leveren Cok geen rijkdom op, maar het is een beste trekpleister voor de sportvissers door dik en dun, die voor 50 gulden per dag met een stel geestverwanten over een boot met hengel kunnen beschikken. „Het liep zo goed, dat ik verscheidene malen „nee" heb moeten verkopen. Ik moest mensen elders onderbrengen. Meteen al was de tijd rijp om uit te breiden Cok de Graaf bouwde een flink stuk bij aan Woodside, een uitbreiding met twaalf slaapplaatsen. Ook de keuken, waarover iedereen kan beschikken om 's avonds z'n gevangen vis te bakken of er een potje te koken, werd vergroot. Als er niet wordt gevist, in de buurt van Courtmacsherry, is er altijd nog dat onvoorstelbaar fijne Ierland om je heen. Dat betekent: gastvrijheid, een enorm achterland, en ook de pub. „Daar kun je hier in Holland niet tegenaan", zegt Cok met enig Iers vuur. „Jarenlang heb ik in Leiderdorp in een bandje gespeeld, op bruiloften en partijen; sax, klarinet, slagwerk, zingen. Dat kan ik daar in Courtmacsherry uitbuiten. Ik kom de pub niet uit zonder dat ik eerst een liedje heb gezongen. Iedereen zingt trouwens, in de pub, vals of niet Die geweldige sfeer vind je hier in Holland nergens, in geen enkel café. Je drinkt er je bier en hoort er het nieuws. Niemand heeft een krant. Het nieuws gaat in de pub veel sneller rond, van dorp tot dorp." Cok de Graaf zit met z'n gezin de wintermaanden in Leiderdorp. Dan bereidt hij het nieuwe Ierse seizoen voor. Driekwart van de boekingen komt aan de Hoofdstraat binnen. Telefoon (07D-895520. Of bij uw LEIDEN Acht jaar lang fleurde de koningspoedel Rick een gezellig huishouden op met zijn krullerige aanwezigheid Aan zijn uitgebalanceerde leventje kwam vorig jaar plotseling een nogal triest einde toen zijn bazin uit het tweeper soonshuishouden wegviel. De alleen overgebleven baas werkte overdag, zodat Rick het grootste gedeelte van de tijd alleen zat in de flat en zich op eenzame hoogte maar moest zien te vermaken. Zijn vrijetijdsbeste ding maakte hem niet bijster populair bij de vele omwonen den in de flat. Rick had name lijk de gewoonte om een maan ziek door merg en been gaand gehuil aan te heffen dat niet Het kan nog even, al heb ik sterk het gevoel dat we ook dit jaar weer naar de Elfstedentocht kunnen fluiten, ongeacht het rotsvaste vertrouwen dienaangaande van de meest vooraanstaande weervoorspellers (waaronder ik het KNMI uiteraard niet reken, maar dat heeft het instituut aan zichzelf te danken). Weer zo'n sneeuwplaat- jè in de rubriek, ter herinnering aan de „strenge" periode van rond de jaarwisse ling. Eigenlijk is het veel meer een actiefoto, want als ik de overgeleverde toedracht van ooggetuigen mag geloven, heeft dit olijke zevental ogenschijnlijk op een héél lange slee, maar ik vermoed dat het een stuk of vier sleeën achter elkaar zijn een lantaarnpaal in Wassenaar geramd. Het bericht luidde althans: lantaarn omver gesleed in Wassenaar. Louter toeval, dat ik te melden had, met dat boek van Robert van Lit en z' ,i pentekeningen. Ditmaal betrof het een gekapseisde paal-met-naambord. Zoiets heeft in de hogere regionen van dat hooggeprezen dorp toch nog allure. Het gebeurde op de Laan Van Rhemen Van Rhemenshuizen, een omstandigheid overigens waarvan de sleeënde jeugd zich geen sikkepit aantrok, want sneeuw blijft sneeuw en pret is pret. reisbureau. De kinderen zitten dan weer op een Ierse school, dan weer op een Leiderdorpse. Patric van een jaar of zes spreekt al aardig Engels en krijgt ook Iers, maar daar hoeft bijna niemand zich mee te behelpen. Eind februari vertrekt het gezin De Graaf weer naar Courtmacsherry met het busje. Dan gaat de uitheemse poes weer naar de buren, tot na het komende najaar. Van de zomer komt dan weer de „Ierland-ploeg" van de Leidse visclub „De dronken dobber" (gedomicilieerd in café Bellevu van Kees Nozeman aan de Maredijk) naar de visgronden bij Courtmacsherry. Dat doen die twaalf kerels nou al een paar jaar. Dezelfde mensen waarmee Cok vroeger op Ierse vakantie ging. Achter de blauwe haai aan, die trekt van Portugal naar Zuid-Amerika en de zuidelijke Ierse kusten, in een boog. Elke dag weer de kick van de blauwe haai. Als een vin wordt gezien, gaat er een golf van ontroering door de smachtende vissers, die zich met koffie en soep warm houden aan boord. Het is een aantrekkingskracht die duurt van half juni tot ver in september. De honderd en zoveel dagen van Courtmacsherry, een avonturenreeks die opgeluisterd wordt door hele scholen walvissen voor de kust, dolfijnen en bruinvissen, de nieuwsgierige kopjes van zeehonden en allerlei rondschuimende haaienfamilies. Van zoiets alléén al moet je gaan zingen. En dan ben ik nog niet eens een sportvisser. De blauwe haai. Cok de Graaf raakt er niet over uitgepraat „Ik ben ook een geestdriftige duiker, maar God nee, ik duik niet op plaatsen waar de blauwe haai in de buurt is. Je treft hem aan een uur buiten de kust; een gevaarlijk dier, dat aanvalt Niet te vertrouwen. Ik ga dan het water niet in; voor geen prijs. Korter onder de kust wél." Cok de Graaf is een gelukkig man. Hij denkt niet meer aan uitbreiding. „Het is niet alleen het geld, je moet ook kunnen leven. Dat denken de Ieren ook. In de pub vind je nergens een asbak. Een keer per dag gaat de bezem over de vloer. Geen kleedjes op de tafeltjes. Er zou eens een brandgaatje in kunnen komen, dat is schade die niet nodig is. Werken is best, maar het moet niet ontaarden. Mijn hemel, wat een leven. In de pub is de gangbare taal Engels, een beetje Iers, wat Nederlands en veel visserslatijn. Dan praten we over de blauwe haai, die elke keer weer het „rubby-dubby"-spoor achterna gaat, het reukspoor van het in het water hangende mengsel van gemalen makreel en „bremm", havermoutachtige vlokken. Dat ruikt de blauwe haai tot op 8 km afstand, zegt men. Tot-ie aan je aas van makreel komt, bij de boot; agressief geworden door die rubby-dubby. Dan hapt hij snel toe en zwemt weg met de makreel. Dan is het tijd voor de eerste run, als de ratel gaat lopen Daar hebben heel wat kerels een hele week best voor over. Wis en waarachtig. En dan komt het voor, dat je een blauwe haai aan je geep-hengeltje krijgtIerse kusten, een droom in blauw. Een droom die Cok de Graaf werkelijkheid heeft zien worden in twee jaar tijd, aan de warme golfstroom in een uithoek van Europa.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 5