Gert en Hermien willen niets meer horen van gouden platen Kerstmis 1973. In Ziekenzorgte Enschede komt Gert Timmermans op bezoek bij Her mien, die er slecht aan toe is geweest. Ter wijl de ouders in gesprek zijn prutst hun zoontje van 10 aan de ziekenhuisradio. Als de man ,,die den boog spande in zijn een voudigheid" (1 Kon. 22:34) en schijnbaar toevallig koning Achab doodde, trof het knaapje zijn ouders in het hart. Maar deze pijl had een andere uitwerking. De jongen stemde af op een kerstpreek in Drents dia lect, goed verstaanbaar voor een echte Tuk ker en zijn vrouw, wier wieg in de Krim heeft gestaan. Na jaren van moeizame bijbe lstudie vielen hun de schellen van de ogen. Later zouden zij er getuigenis van geven. „Opeens herkenden wij het aanbod van de genade voor ons persoonlijk. Wij knielden, bogen het hoofd en gaven ons over aan de Heer. Onze wedergeboorte was een feit. En kele maanden later volgden wij door de on derdompeling Jezus in zijn watergraf, in de Baptistenkerk te Enschede" November 1978. De Belgische omroep (BRT) geeft Gert en Hermien financieel carte blan che voor het optreden in een kerstprogram ma. Voorwaarde 'is, dat niet uitsluitend lie deren des heils uit het nieuwe repertoire worden gezongen, maar ook een drietal gouden succesnumers van vóór hun beke ring. In hun woning te Usselo weerstaan de ech telieden deze bekoring: het lokkende per spectief van een comeback op de TV, een royale gage, het applaus dat zij al zo lang hebben ontbeerd. Gert: „Wij gingen terstond in gebed en vroegen om licht van de Heili ge Geest. Mochten wij deze kans om het evangelie te verkondigen aangrijpen door een kleine concessie te doen, met songs die de mensen niets te bieden hebben? Ach, eigenlijk wisten wij het antwoord al". Aan de BRT wordt bericht: „Gaarne tot op treden bereid, maar op onze voorwaarden: uitsluitend liederen tot Gods Eer". De BRT laat niets meer van zich horen. Kerstmis 1978. In ontelbare Hollandse bin nenhuisjes worden de platen met profeti sche liederen van Gert en Hermien op de draaischijf gelegd. Een duo dat het woord succes uit de agenda schrapte, heeft met zwarte schijven als „Vissers van mensen", „Daarom ben ik blij" en „Kerst met Gert en Hermien" andere ladders beklommen dan die van de profane hitparade en weer berei ken zij een groot publiek. Na door een diep dal te zijn gegaan vieren Gert en Hermien het eerste lustrum van hun grote ommekeer, met duizenden broeders en zusters en schapen die nog geen herder hebben, maar op zoek zijn naar de grazige weiden. Op 14 december waren zij het middelpunt van een groot familie-kerstfeest in de Bui tensociëteit te Zwolle. In het concertgebouw te Hengelo waren op Eerste Kerstdag meer dan duizend mensen in een dienst van de God is Liefde"-kerk (Gemeente van ge doopte Christenen) van dominee Joop Mal- go. Gert en Hermien hebben daar, twees temmig als vanouds, het evangelie verkondigd en eschatologische visioenen be zongen. De BRT is vergeten. hen spreken wil komt al gauw terecht aan zo'n vergadertafel, waarop na afloop de col- lectezakken omgekeerd worden, zodat ieder zijn deel kan krijgen. Er wordt uitsluitend koffie gedronken. De broeder-organist komt zich verontschuldigen voor een vals akkoordje; dominees spreken in de kring van medewerkers een laatste dankgebed. Voor het eerst na lange tijd wil len Gert en Hermien het wel weer eens pro beren met de pers, na lang aandringen overigens. Zij hebben er niet veel vertrou wen in. Sinds zij van de showboat zijn overgestapt op het onaanzienlijke scheepke onder Jezus' hoede, zijn ze enige tijd doel wit geweest van vernietigende publikaties. Koppen als „De B.V. Evangelie Gert en Her mien" en „De messias van het sentimentele lied", vormden geen prettige lectuur voor de eertijds zo bejubelde vedetten. Daarna werd het stil. De sensatiepers vond geen pook om het vuurtje te blijven oprakelen. Bovendien kregen de bewoners van villa „Con Amper" in Usselo als eersten een ge heim telefoonnummer. En dat hebben zij nog altijd. Ik zou kunnen vragen, of zij het er naar ge maakt hebben. Met het triomfantelijke ver trek naar Israël bijvoorbeeld en de desolate indruk die zij maakten bij hun terugkeer. Als het waar is dat Gert Timmermans met alles en iedereen overhoop heeft gelegen, ontbreekt het hem niet aan vergevensge zindheid. Na zijn Israël-avontuur draagt hij het oude verbondsvolk geen kwaad hart toe. De evangelisatietournee voltrekt zich onder Davids gesternte. Er worden hangers, stic kers („Israël is Gods wonder") ringen, arm banden en speldjes verkocht met de beken de emblemen. Hermiens zuster toont me als nieuwste surprise de kandelaar aan een sleutelbos met ingebouwd stempeltje. Als zij afdrukt verschijnt de minigroet „Shalom" op mijn notitieboekje. In het repertoire wordt veel gezongen over het oude en het nieuwe Jeruzalem en op de plaat „Gert Timmermans speelt Johannes de Heer" (gevraagd verzoeknummer op de radio) schijnt het klarinetgeschal de muren van Jericho te willen slechten. „Jericho, ik zie het in mijn dromen". De ba zuinen klinken en spoedig zal het in puin vallen van deze muren een symbool worden voor het laatste oordeel. Evenals hun ge loofsgenoten leven Gert en Hermien in de verwachting van een spoedige wederkomst en letten zij scherp op de tekenen der tij den. Als zij terugblikken op hun bestaan van vóór de onderdompeling in het gewijde bad te Enschede, kijken ze in een gapende leegte. Opzienbarender dan hun schriftgeleerdheid is beider getuigenis, dat zij totaal gebroken hebben met dit verleden en bij wijze van spreken hun 21 gouden LP's aan stukken geworpen hebben, zoals Mozes het gouden kalf verbrijzelde. Wie hen gekend heeft in die turbulente ja ren van de showcarrière, zit als met stom heid geslagen aan zo'n kale kerkeraadstafel tegenover twee decent geklede evangelisten, die nu al vijf jaar volhard hebben in het ge loof en voornemens zijn dit tot het einde vol te houden. Nog deze nacht heeft Gert op dit thema een lied gecomponeerd waarna een repetitie met Hermien volgde, zodat het vanavond voor een grote schare ten doop kon worden gehouden. Wonderbaarlijk! Mag iemand twij felen aan de oprechtheid van deze volsla gen ommekeer, zolang zij iedereen bezwe ren nooit of te nimmer een werelds lied op de lippen te zullen nemen? Alle dingen zijn nieuw geworden. De gede cideerdheid van hun uitspraken, voor het fo rum van ons Nederlandse volk, maakt een terugkeer tot de vleespotten van Egypte on mogelijk, op straffe van een grof schandaal. Zij zouden er al hun broeders en zusters mee in discrediet brengen en dan pas goed aanleiding geven tot verwijten over commer ciële uitbuiting van het evangelie. „Stel je voor, dat de Heer vanavond kwam". Opnieuw een duet, met pianobegeleiding van Gert Timmermans en versterkt door een kostbare installatie. Hermien zingt het vol overgave, meer blijmoedig en ontspannen dan vroeger, toen zij er soms uitzag of de man met de hamer in de coulissen stond, gereed om toe te slaan. Zij heeft nog altijd iets weerloos, het kwetsbare van iemand die altijd de tweede viool speelt en daar zonder morren in berust. Het gezang klinkt nog precies als vroeger, tweestemmig meestal en melodieus. De woorden zijn eenvoudig gebleven maar ze hebben een totaal nieuwe inhoud, sinds Gert Timmermans een andere eerbied heeft leren kennen dan die voor grijze haren. In de stampvolle zalen ontbreekt het overigens niet aan 65-plussers. Zij koesteren zich in de nestwarmte van een samenzijn, met zang van religieuze evergreens als „Er ruist langs de wolken" en „Grijp toch de kansen, door Gert heeft een andere eerbied leren ken nen dan die voor grijze haren God u gegeven", uit een EO-liederenblad. Dit brengt me in. herinnering, dat nogal wat indianenverhalen zijn verschenen over bitte re twisten tussen het zangduo en de EO. Maar perschef Tervelde heeft, toen hij van mijn plannen hoorde, verzocht zijn allerhar telijkste groeten aan het echtpaar over te brengen. Gert en Hermien treden, of er niets gebeurd is, soms al weer op in volle zalen, waar de EO-regio-presentatie-avonden worden gehouden. Dinxperlo, Ouderkerk aan de Amstel. Twee jaar hebben zij gezongen in het TV-donderdagmiddagprogramma „Van hart tot hart". Een comeback op de EO-televisie behoort volgens beide partijen tot de mogelijkheden. Maar voorlopig komen er nog geen studio's aan te pas. Het evangelisatietrio met als derde man meestal ds. Joop A. Malgo van de reeds genoemde kerk in Hengelo, wint snel aan populariteit en trekt overal volle zalen. De onstuimige kanselredenaar herinnert soms aan de uitspraak van een oude amb Hoe leven Gert en Hermien Timmermans na hun glorieuze carrière en hun bewogen afscheid van onze amusementsindustrie? De vedëttes van weleer zijn evangelisten geworden, die nog steeds zingend hun boodschap verkondigen. Een van onze verslaggevers ontdekte hen In een I provincieplaats, waar zij optraden voor een i stampvolle zaal. Hoewel Gert en Hermien geen nieuwe carrière wensen te maken, staan zij weer volop in de belangstelling, zij het van andere bevolkingsgroepen dan vroeger. In de grammofoonplatenwinkels gaan nog twee van hun oude succes LP's over de toonbank. Het zangduo staat daar niet meer achter. Maar twintig jaarna hun eerste optreden, dat zou leiden tot het ongekende succes van ruim twintig gouden platen, horen zij opnieuw van rijke zegen. Ditmaal geven zij echter God de eer van hun welslagen. „Het gaat niet meer om ons, maar om de Heer". Een vijftal LP's met religieuze (profetische) liederen wordt dermate grif verkocht, dat de persers van CNR te Weesp (de maatschappij die het hele repertoire, groen en rijp, op de markt brengt) hun al weer twee gouden platen zouden hebben kunnen uitreiken. Maardaar-willen Gert en Hermien niets meer van horen. Zij fungeren slechts als intermediair voor het doorgeven van de boodschap des hells. „Vissers van mensen", „Daarom ben Ik blij", „Als de ranken van de wijnstok", „Als een licht In donkere nacht", de namen zeggen het al, dit zijn andere meezingers dan die van vroeger. Spoedig zal de LP „Maranatha, Jezus komt" dit assortiment gaan aanvullen, aldus Gert Timmermans en een Zwitsers evangellsatiegenootschap heeft de schijf „Darum bin ich froh" in het alpenland aan het rollen gebracht. Intussen trekken de evangelisatie-tournees waaraan Gert en Hermien deelnemen, overal volle zalen. Zij werken ook mee aan de EO- Regio-avonden. Steeds blijkt dat de oude fans hen nog niet vergeten zijn. Is alles dus nog ten goede gekeerd? Het antwoord van de echtelieden Is een hartgrondig ja. Zij hebben voorgoed gebroken met hun glorieuze en zo vaak verguisde verleden, na Ihun doop door onderdompeling in de Baptistenkerk, nu bijna vijf jaar geleden. Wat er ook gezegd kan worden van het al thans door de populaire pers meest verguis de duo uit de kleine amusementswereld vol achterklap en frustraties, het nieuwe klimaat schijnt een heilzame uitwerking te hebben. Het tovert een nieuwe blos op de wangen van de sterk vermagerde Hermien. Zij voelt zich thuis tussen de mensen die hun kettin gen met Davidssterren en zevenarmige kan delaartjes dragen als een wapenrusting des geloofs. De schijnwerpers in de studio zijn vervan gen door peertjes in consistoriekamers en melkwitte bollen die het gebeuren in kerkza- len in een klaar daglicht stellen. Gert en Hermien zijn evangelisten geworden Wie tgenoot op de Veluwe (en daar kunnen ze het weten): „Overal waar goed voer wordt gegeven komen de kippen erop af". Dit geldt ook voor geestelijk voedsel. Nieuwe melanges stichten verwarring, zo vindt men in het kerkgenootschap waar Gert en Her mien nu bij aangesloten zijn. De baptisten hebben vanouds een sterke drang tot evangeliseren (Billy Graham is er het Amerikaanse voorbeeld van) en Joop Malgo staat niet achteraan in de rij. Als in een tijd-predikatie van weleer legt hij de krant naast de bijbel, om de tekenen der tij den te verklaren. Oorlogen en geruchten van oorlogenaardbevingen, pestilentiën, de functie van drie wereldsteden in het nade rende eindoordeel: Rome, Moskou en met name Jeruzalem. Israël speelt een grote rol in deze verkondiging, gericht op de per soonlijke overgave aan de Heer, die nu heel spoedig zal wederkomen. Gert en Hermien zitten op het toneel, maar worden ook herhaaldelijk ten tonele ge voerd, als de unieke bekeerlingen die ze nu eenmaal zijn. „Zij willen geen ander leven, want zij hebben hét Leven". Ik beluister die avond zeker een dozijn liederen van het tweetal, voor het merendeel eigen composi ties, sterk geïnspireerd door de grote ver drukking en trossen gezaligden, die hun verlosser in het luchtruim tegemoet vliegen, vergezeld van hemelse boden. Enig spoor van applaus ontbreekt. Na elk nummer valt het soort geluidloosheid, waar in je de speld kunt horen vallen. Tenslotte volgt het suizen van een zachte stilte, het moment van bezinning en overgave aan God, soms verlevendigd door de getuigenis van een aanwezige. „Op die heuvel daarginds, stond een ruw houten kruis". Het slotlied. De collectezak- ken worden geledigd. Zo gaat het in Frane- ker. Apeldoorn, Vorden, Maastricht, Ede, Zwolle en al die andere plaatsen, waar Gert en Hermien hun boodschap brengen. Rijk zullen ze er niet van worden. Van de vijf honderd mensen waar ik deel van uitmaak kopen er nog geen dozijn grammofoonpla ten of sieraden bij het kraampje in de zaal. En hoewel ds. Malgo met een kwinkslag heeft uitgeroepen dat gerinkel in de collec- tezakken achterwege moet blijven, worden er na afloop maar weinig bankbiljetten ge teld. De arbeiders in Gods wijngaard gaan niet met een dikke portefeuille naar huis. „We kunnen er van rondkomen", zegt Her mien na afloop, „de tijd dat we duizenden guldens per avond incasseerden is voorbij. Gelukkig. Pas als je in het donker hebt ge leefd, weet je het licht te waarderen. Dat verleden heeft voorgoed afgedaan". Gert Timmermans' haar zit nog even onbe rispelijk als altijd en er is nog geen grijze draad in te bespeuren. Het gaat nu niet meer om ons. maar om de Heer", aldus zijn conclusie. Het is fijn om te weten, dat zo veel fans van vroeger voor ons gebeden hebben, ook veel bejaarden, die wij wel tot tranen toe ontroerden, maar wie we eigen lijk niets te bieden hadden. Velen hebben dat toch wel beseft en danken nu God, dat wij alleen nog maar tot zijn eer willen op treden". LEOJ.LEEUWIS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 19