1978
Parker Leids
sportclub
SINT WAS
EVEN TERUG
Piet Biegstraaten: en
B en W hebben tijd goed besteed...
Tweede biografie werpt
nieuw licht op frêle
geweldenaar Ph. Ariëns
L STAD/REGIO LEIDSE COURANT VRIJDAG 5 JANUAR11979 PAGINA 5
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen
tien en elf uur kunt u.mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
mm
HAN LOHMAN OFM BOORDE ALLE BRONNEN AAN
ACHTERSTAND IN SPORTVOORZIENINGEN VRIJWEL INGELOPEN
Pastoor Ariëns. getekend door Jan H. Toorop
LEIDEN Nederlands bas
ketbalkampioen Parker Lei
den is gisteravond tijdens de
traditionele nieuwjaarsrecep
tie van de Leidse Sportstich
ting, uitgeroepen tot „Leids
Sportclub van het jaar 1978".
Parker verdiende deze onder
scheiding door het veroveren
van reeds genoemde nationale
titel én de succesvolle voort
zetting in de strijd ora de
Europa Cup 1, waarin Leiden
op vier punten de finalepoule
miste. Met het toekennen van
de Zilveren Sleutels aan Par
ker Leiden week de jury overi
gens af van een jarenlang ge
volgde lijn die inhield dat
betaalde sporters, dan wel
zwaar gesponsorde verenigin
gen niet voor deze prijs in
aanmerking kwamen. Ook het
gegeven dat betreffende sport
lieden afkomstig uit of wo
nend in Leiden moesten zijn,
is dit jaar door de jury, be
staande uit sportarts Har Meij
er, journalist Paul de Tombe
en oud-PvdA-raadsl id Hennie
Kwik niet als maatgevend
aangehouden. Eén speler
slechts van Parker, Hans van
Rooden, is Leidenaar van huis
uit - voor hem was gisteravond
een aanmoedigingsprijs gere
serveerd - de overigen werden
door de vereniging „aange
trokken". Dat de jury wel met
die betaalde achtergrond van
Parker rekening heeft gehou
den, bleek uit de voor het eerst
toegepaste scheiding van Sleu
tels en bijbehorend geldbe
drag. De duizende gulden be
landde bij nummer twee op de
lijst van 1978, de Leidse roei
vereniging Die Leythe.
De teneur van het jaarverslag
van de driemans-jury was over
igens dit jaar duidelijk anders
dan in voorgaande acht afle
veringen. Waar in het verleden
bijna jaarlijks pessimisme
moest doorklinken, daar werd
nu een optimistischer toon aan
geslagen. „De Leidse sportwe
reld lijkt voor het eerst sinds
lange tijd op weg naar een
hoger niveau", aldus het rap-
Leidato-voorzitter Van Zijp (rechts) overhandigt de Zilveren Sleutels aan Parkers
eerste man, Ernst Oudshoorn. Manager Frans van Egmond (midden) kijkt toe.
port. „Er werden prestaties
verricht die nationaal en zelfs
internationaal bewondering af
dwongen en dat is heel wat in
een gebied dat in de afgelopen
jaren zelden met successen
werd verwend. De kampioen
schappen van de basketballers
van Parker Leiden en AZC; de
wereldtitel van speedboatracer
Arthur Mostert en de promotie
van de hockeyers van LMHC
en de ijshockeyers van Menken
(Leiden Lions) spreken wat dat
betreft voor zich".
Teamprestaties die de jury er
mede toe hebben gebracht dit
keer geen sportvrouw of sport
man van het jaar te kiezen,
maar een sportvereniging voor
een jaar met de Zilveren Sleu
tels te „tooien". Dit, hoewel de
jury bij de verdeling van het
opnieuw uitgebreide prijzen
pakket (een organisatieprijs
van Groenoordhallen-directeur
André de Jong en een bedrag
voor gehandicapten-sport van
reclameburo Joop Visser) ze
ker niet voorbij wilde gaan aan
prestaties, geleverd door indi
viduele sporters als atleten Ni
co Schroten en André Moedig,
zwemmer Edward Maasdijk,
en schaker John van der Wiel,
op weg naar een hoge klasse
ring bij de Europese titelstrijd
voor de jeugd.
Slechts een ranglijst dus dit
jaar. Na nummer één Parker
- van degradant tot kampioen,
een club die enorm veel aan
Leiden-promotion heeft ge
daan - is Die Leythe als tweede
uit de jurykoker gekomen.
„Een roeivereniging met een
jpmerkelijke staat van dienst
in 1978. Een club die succesvol
een bres sloeg in het studenten
roeien". Door de NRB werd Die
Leythe in de leeftijdsklasse van
zeventien en achttien jaar uit
geroepen tot de vereniging met
de beste prestaties en ook bij
de senioren werden er vele
overwinningen behaald. Lies-
beth van der Veld, wk-gangers
Atsma en Bongers en Florijn,
tesamen met de vijf Nederland
se titels en een bronzen plak
op de wk voor junioren, goed
voor de eigenlijk bij de Zilver
en Sleutels behorende duizend
gulden.
De derde plek was gereser
veerd voor een „oude beken
de". De gewichtheffers van
LKV De Spartaan die zich jaar
lijks naar een hoge positie op
de lijst tillen. Boksvereniging
DTS tenslotte, klasseerde zich
op de vierde plaats. Een „bijna
knock out" geslagen club die
de „handdoek" niet wierp en
zich „terugknokte" naar aan
vaardbaar niveau. Onder lei
ding van Dick Snik konden ook
successen worden begroet.
Vooral Chris Lantrok bleek in
het afgelopen jaar een expo
nent van het nieuwe DTS.
De door Sporthuis Wout Ber
gers beschikbaar gestelde aan
moedigingspremies kenden
drie individuele „winnaars" en
een team. Behalve reeds geme
moreerde Hans van Rooden,
konden ook jeugdige UVSers
Paul en Marcel van der Blom
een prijs in ontvangst nemen.
De tweeling is door de jury „als
voorbeeld" gesteld om anderen
testimuleren óók het Leidse
voetbal nu eens omhoog te
stuwen. Lilian Mentink van de
hockeyclub Roomburg zag
haar selectie 'voor de Zuidhol
landse jeugd eveneens beloond
met een aanmoedigingsprijs.
De schaakjeugd van Leider
dorp tenslotte, behaalde in 1978
de nationale titel in de catego
rie tot dertien jaar. Reden om
de vierde premie uit te reiken
aan Marcel en Jeroen Piket,
Frans van Hassalt, Sacha Snel
le en René van Klaveren.
De organisatieprijs van André
de Jong moest door de jury
worden bestemd voor het op
touw zetten van een evenement
van tenminste nationale allure.
De door De Bataven jaarlijks
georganiseerde Zilveren Mo
lenloop voldeed aan die eis.
De door reclameburo Joop Vis
ser voor de gehandicapten
sport beschikbaar gestelde
duizend gulden, werden door
de jury toegewezen aan de
gehandicapten-sportvereni
ging „De Sleutels". Als stimu
lans voor het rolbasketbal--
team van die vereniging én
voor de voor de Olympische
Spelen in 1980 geselecteerde
André Moedig, om de vorige
jaar ingezette stijgende lijn
verder door te trekken.
Piet Biegstraaten ziet zijn initiatief snel gehonoreerd. Namens de
CCLV biedt Jan Heshusius (midden) de praeses van invalidensportver-
eniging „De Sleutels", Joop Westbroek ruim drieduizend gulden aan.
Westbroek had een dergelijke geste duidelijk niet venvacht.
wielervereniging Swift wordt ernstig gang") stond Piet Biegstraaten vervol-
gedacht aan een wielercircuit in het
Vlietpark op en rond de „vuilnisbelt",
bij het hockeycomplex is een extra veld
in aanleg en de hockeyclub Roomburg
is bezig met plannen voor renovatie van
kleed- en clubhuisruimte. Als wij dan
ook nog memoreren dat 1977 ons der
tien nieuwe tennisbanen gaf en 1978
een vermeerdering braclvt van ons aan
tal voetbalvelden (ZLC en Leiden naar
de Mors), dan menen wij te mogen
zeggen dat „Leiden" z'n tijd waar het
de sportvoorzieningen betreft goed
heeft besteed".
gens even stil bij de reorganisatieplan
nen van de gemeente Leiden. Hoewel
„de reorganisatiewoede voorlopig nog
aan de Sportstichting voorbij ging"
meent Biegstraaten dat „men ons nog
niet vergeten is". Daarom herhaalde hij
nog eens wat hij vorig jaar over dit
onderwerp reeds stelde. „Wij waren zelf
al vóór 1973 van mening dat er aan
de organisatie van de Sportstichting
een en ander gewijzigd diende te wor
den. Maar structuurwijzigingen waar
bij de sportvertegenwoordigers niet
meer bestuurlijk verbonden zijn met
Na het gemeentebestuur de raad te het gemeentelijk bureau voor de sport
LEIDEN Even leek de inmiddels toch echt bijna weer
een maand in Spanje vertoevende Sint teruggekeerd in
Leiden. In bet restaurant van zwembad De Zijl, om
precies te zijn. De toch al jaarlijks groeiende geldstroom
in de vorm van allerlei soorten premieswerd door een
tweetal clubs nog eens fors vergroot.
Nadat de CCLV het initiatief van Biegstraaten donateur
te worden van De Sleutels al zo snel had gehonoreerd, was
het de beurt aan de Koninklijke vereniging voor leraren
lichamelijke oefening. Drieduizend gulden werd aan de
Sportstichting overhandigd. Doel: het maken van een lift
voor gehandicapten in bet nieuwe zwembad aan de
Boshuizerlaan.
Parker, in de personen van manager Frans van Egmond,
verzorgde tenslotte de laatste surprise. De Leidse
basketballers die de duizend gulden, behorende bij de
Leidato-wisselprijs waren misgelopen, hadden dat bedrag
zelf maar meegenomen. Vijfhonderd gulden werd alsnog
aan Parker-voorzittcr Ernst Oudshoorn overhandigd
„omdat de vereniging los staat van het eerste team" en
het tweede part ging naar Joop Riethoven „voor het
geestelijk gehandicapte kind".
Parker-manager Frans van Egmond als Sinterklaas. Joop Riethoven ontvangt
de vijfhonderd gulden, bestemd voor het geestelijk gehandicapte kind.
LEIDEN De terugblik van Sport
stichtingsvoorzitter Piet Biegstraaten
beperkte zich gisteravond niet tot 1978
alleen. Ook al gegrepen door het tegen
woordig zo soepel en vlot lopende-
sportbeleid van het Leidse gemeente
bestuur, ging Biegstraaten in het res
taurant van zwembad De Zijl jaren
terug in de tijd. Van het „dieptepunt"
in 1974 tot heden, of „de tijd tussen
rouwband en op weg naar bestek '81".
„En dan is het ons inziens eerlijk en
rechtvaardig wanneer wij op dezelfde
plaats waar wij in het verleden altijd
onze kritiek hebben gespuid nu ook
laten horen dat burgemeester en wet
houders (en vooral onze wethouder
Tesselaar) en de gemeenteraad de pe
riode vanaf 1975 ten aanzien van de
sportvoorzieningen goed hebben be
steed"
„De achterstand in sportvoorzieningen,
stammend uit die tijd, is op vele punten
achterhaald. Vooral nu wij binnen en
kele maanden niet alleen een nieuw
overdekt zwembad (met bowlingbaan,
sauna en ruimte voor denksporten) in
gebruik hopen te nemen en korte tijd
later de nieuwe atletiekbaan in de
Leidse Hout gereed komt. Teleurstel
lend was wel de onverwachte sluiting
van het instructiebad aan de Sweiland-
laan. Hoewel we gelukkig in staat wa
ren de overdekte aan de Haarlemmer
straat tijdelijk voor gebruik gereed te
maken, lijkt het ons wel raadzaam naar
wegen te zoeken het instructiebad aan
de Sweilandlaan weer in bedrijf te
stellen en te houden. Het verzoek om
zwemruimte in ons nieuwe bad aan de
Boshuizerlaan is dermate groot dat het
ons onmogelijk zal zijn aan al deze
verlangens te voldoen".
Een kleine „storing" in de zo positief
ogende lijst van wel gerealiseerde sport-
achten wij een achteruitstellen van de
sport en derhalve ook niet in het belang
van de sport".
Biegstraaten memoreerde vervolgens
dat het administratieve hart van de
Sportstichting, met het vertrek van
directeur Philipsen, per één april volle
dig zal zijn vernieuwd en somde enige
doelstellingen op waaraan de Sport
stichting dit jaar hard aan zal moeten
werken. Een van die taken werd door
Biegstraaten sterk benadrukt: propa
ganda sportbeoefening. „Uitgaande van
de gedachte dat sport voor iedereen
is wil ik uw aandacht vestigen op sport
voor gehandicapten. Niet om zielig te
doen, maar meer om te wijzen op de
daaraan verbonden problemen, de kos
ten vooral".
Vervolgens stelde Biegstraaten namens
de Sportstichting „een voorbeeld". Na
de tafeltennisdemonstratie van invali-
dekampioen van Nederland, Gradi Uyt
de Bogaard en Sandra de Kruyff,
schonk Biegstraaten namens de be
heerscommissie van het overgehouden
batige saldo van de zwemvierdaagse,
twee wedstrijdrolstoelen aan de verte
genwoordiger van de invalidensport-
vereniging De Sleutels. Tevens riep hij
de ongeveer vijfentachtig Leidse sport
verenigingen op elk een donateurschap
af te sluiten met die vereniging, waar
door die club een „geweldige basis" zou
kunnen vormen voor al het werk dat
door deze club wordt verricht
Het door Biegstraaten aan een ieder
toegewenste voorspoedige en gelukki
ge 1979, kende vervolgens direct een
in ieder geval voorspoedig begin voor
De Sleutels. De Contact Commissie van
de Leidse Voetbalverenigingen (CCLV)
haakte opvallend snel in en beloofde
de Leidse invalidensportvereniging
ruim 3200 gulden.
De figuur van priester Alphons Ariëns
heeft nieuwe gestalte gekregen, vijftig jaar
na zijn dood in augustus 1928. In 1941
verscheen bij Urbi et Orbi van de hand van
de auteur Gerard Brom een lijvig tweedelig
werk over Ariëns, in 1950 bracht Spectrum
het in één deel opnieuw op de lezersmarkt.
Thans is pater Lohman ofm., „wereldlijk"
gedoopt als Han Lohman, die twee jaar
geleden vanuit het opgeheven franciscaanse
'klooster in Woerden naar de pastorie van
de Leonarduskerk aan de Haagweg in
Leiden verhuisde, en na jaren arbeid „zijn"
mgr. dr. Phons Ariëns in een waarheidsge
trouw portret heeft gevangen. „Zijn"
Ariëns, want de franciscaan Lohman is
(vice) postulator in het proces tot
zaligverklaring van Ariëns; en pastulator
wil in dit geval zeggen: advocaat van de
overledene.
Pater Lohman op 21 januari viert hij
zijn 50-jarig kloosterfeest aan de Haagweg
trad hij de minderbroeders in, in het
jaar dat Ariëns, 68 jaar oud, overleed.
Sindsdien heeft Phons Ariëns hem niet
meer losgelaten. Nu is daar dan dat boek
dat Han Lohman heeft kunnen samenstel
len omdat hij inmiddels zowat van alle
feiten en omstandigheden in Ariëns' leven
en denken óp de hoogte was. „Het is een
nogal pittig en tamelijk uitvoerig boek
geworden", vertelde pater Lohman me.
„Het draagt de titel „Er zijn weinig heilige
pastoors", een uitspraak die Ariëns zelf
eens gedaan moet hebben. Een titel met een
zeker shock-effect erin, daarom de
ondertiteling: „Alphons Ariëns, een
aristocraat met een democratisch hart". Het
is uitgegeven bij Gooi en Sticht, Hilversum.
Of Ariëns zelf tot die weinige pastoors
behoorde zal de lezer zelf maar moeten
uitmaken", aldus Han Lohman; „ik heb
hem weergegeven zoals hij was, een man
met hebbelijkheden en onhebbelijkheden".
Daarom kun je zegen, dat hier een „ander
licht" op Ariëns wordt geworpen, Gerard
Brom beschikte destijds niet over alle
brieven en documenten; verschillende
brieven bijvoorbeeld waren voor niemand
toegankelijk. Toen in 1958 de aartsbisschop
van Utrecht het zaligmakingsproces op
gang bracht, kreeg pater Lohman als
postulator alle bronnen ter beschikking. „Ik
heb daar eerst een jaar op moeten
studeren, daarna kwam er een geschreven
pleidooi dat in druk is verschenen. Zowat
dag en nacht zat ik in die Ariëns-zaak,
gevoed door een heel archief, dat 50 jaar
na Ariëns dood vrijkwam".
In kort tijdbestek heb ik „Er zijn weinig
heilige pastoors" niet helemaal kunnen
doorvorsen, maar al gauw werd het
duidelijk, dat Han Lohman ofm met een
objectieve gedrevenheid een biograferende
slag heeft geslagen. Als hij met mij erover
spreekt komt een eigen sociaal getinte
achtergrond op de voorgrond. Dan zegt
Han Lohman: „Ariëns was een erg
veelzijdige man, die in het verleden
misschien teveel is afgetekend als de
„arbeidersman". Het zou te eenzijdig zijn,
zo te denken. Hij was ook de man van de
bestrijding van onmatigheid, bevorderaar
van het herstel der christelijke matigheid
(Sobrietas), grondlegger van de katholieke
vrouwenemancipatie, stichter van het Geert
Groote Genootschap met een hele geestelijk
erfenis, geëerd ook (met een krans op zijn
graf) door de arbeidersvoormannen Wim
Kok en Wim Spit".
De sociale kant van Ariëns' reilen en zeilen
heeft Han Lohman ofm beziggehouden.
Daarom ook is zijn boek een „gedeeltelijke
correctie" van bepaalde „Brom-fouten".
Brom zou Ariëns een beetje te veel als
„heilige man" naar voren hebben gehaald.
Daarbij kwam de grote doctor Schaepman
en Utrechts aartsbisschop Van de Wetering
in de verdrukking („ze werden door Brom
zwart gemaakt", aldus Pater Lohman). In
Lohman's boek wordt rechtgezet Brom's
„aantijging" al zou de Utrechtse aartsbis
schop „nooit iets voor de arbeidersbewe
ging hebben gevoeld". Het gaat hier om een
meningsverschil, waardoor Ariëns met
Schaepman en Van de Wetering in conflict
kwam en dat zich toespitste op de vraag
„of de vakbeweging katholiek of interprof-
fesioneel georganiseerd moest worden".
Schaepman voelde niets voor een gemengde
vakbeweging. Het was een wereld van
Wrevel, Wrok, Toorn, Afgunst, Achterdocht.
Han Lohman weet er alles van te vertellen.
Hoe kan het anders, na twintig jaar van
onderzoek en studie. De neerslag ervan in
zijn boek is formidabel en openbarend.
Inclusief alle problemen die interconfessio-
nalisme en federatie en fusie met zich
brachten en (voor de auteur) nog brengen
„het woord fusie was in die dagen nog
onbekend,,, aldus Han Lohman, „zeker niet
met socialisten".
„Zoals, in de geest van „vader" Kolping,
immers rusteloos is gewerkt aan de
godsdienstige, zedelijke en verstandelijke
vorming van de werkman als individu,
maar daarnaast, door middel van de
vakorganisatie zich met gelijke ijver werd
toegelegd op de toestandshervorming, de
sociaal-economische verheffing der gehele
arbeidersklasse". Dit zei Ariëns op het
zilveren feest van de katholieke arbeiders
beweging. Han Loman zegt nu, zoveel
tientallen jaren later: „bij dat rood-zwarte
huwelijk tussen de twee Wimmen is die
eerste poot van de vorming, dat „andere"
zeg maar, wel in de verdrukking gekomen
bij de fusie".
Men zal die ontboezemingen aangaande de
grote mens en priester Alphons Artiëns bij
Lohman zelf moeten nagaan. Gerard Brom
had zijn geweldige verdiensten op
biografisch gebied en hij was van grote
betekenis in dit opzicht in het Nederlandse
taalgebied, Han Lohman ofm heeft hem, in
een boeiend en levendig taalgebruik, niets
verbloemend geëvenaard waar het 't
„vermenselijken" van een „heilige" betreft.
Ariëns had misschien, bij al zijn heldhaftig
heid, een gezegend „hazenhart": hij stond te
trillen op zijn benen van angst als hij voor
een audëntie op Maliebaan 40 in Utrecht bij
bars ogende Van de Wetering, episcopus,
aan de bel trok. „Een bezoek aan de
aartsbisschop och Jan, alleen de
gedachte daaran brengt me van streek. Is
't niet treurig?", beklaagde de (naar
menselijke berekening in Rome) bijna
zalige Phons Ariëns zich eens bij een
bevriende collega. Van de Wetering,
krachtige kerkvorst oude stijl, en ariëns,
frêle vechter voor. een onderlaag, met
fouten behept. Een biografie als een roman
te lezen, nog veel boeiender dan een
televisiereeks. Dan kun je alleen nog maar
constateren dat Han Lohman, al grijnzend,
werkte aan een opmerkelijke levensbe
schrijving van de begenadigde man die
Phons Ariëns was en nog is voor degenen
die hem blijven eren en vereren. Het ging
nog maar om een deel van zijn grote inzet
toen in 1922, bij Ariëns' 40-jarig priester
feest, een kapelaan van dr. Phons in
Maarsen, heel nuchter zei: „Zelfs de
watertoren vlagt voor de geheelonthou
der..."