(onbevredigend
jaarvan
1itter verleden
binnenland
1978
te kijk
Aantjes op de persconferentie in november, waarop hij zijn vertrek als CDA-fractie-
voorzitter aankondigde. Naast hem zijn opvolger Lubbers.
De Blaricummer Pieter Menten, die wegens vormfouten in de procesgang eind novem
ber op last van de Haagse rechtbank op vrije voeten werd gesteld, ondanks zijn ver
oordeling wegens massamoord in de Tweede Wereldoorlog in Polen
rn iHAAG 1978. Drie-en-dertig jaar
Tweede Wereldoorlog. Dat is een
Ben# liid' maar het betekent niet dat de
9 i/Jurtenissen uit die gruwelijke
Ian3ssiaren 'n he* vergeetboek geraken,
ie oJendeel. de gedragingen van enkele
=>70ffrlanders 9edurende de Duitse
'en en 'n de Jaren daarna- hebben
h m')e opzichten het nieuws van 1978
ik lnlder,and bePaa,d- De meest
l hpHr|jPende gevallen zijn ongetwijfeld
'nrniPn de CDA-fractieleider Aantjes en
hïnstverzamelaar tenten geweest.
"jjbliciteit rond hun lotgevallen heeft
°Tar zeker zeer velen aangegrepen,
[hoogstwaarschijnlijk om zeer
Inlopende redenen. Want de beide
[ties lijken volstekt niet op elkaar,
Bl zijn de beide gevallen terug te
en tot de nootlottige oorlog waarin
Nederland zo sterk betrokken is
geweest. Aantjes, de man van ,,de
leugen om eigen bestwil", maar
niettemin van de gedreven christen
democratische politiek. Menten, de man
van de massamoord en van de talloze
onbewezen beschuldigingen, die hij
zonder ophouden om zich heen strooit.
De oorlogsjaren blijven hun stempel
drukken op de Nederlandse samenleving.
Ook in 1978.
Aantjes steeg in dat jaar tot grote
hoogte; hij viel bijzonder diep. Aantjes
zelf verklaarde in die bewogen week van
zijn val in november dat dit voor hem
niet de meest enerverende dagen van
zijn leven waren. Die beleefde hij al in
de oorlogsjaren. Maar niettemin is zijn
opkomst en val één van de meest in het
oog springende gebeurtenissen in het
Nederland van 1978 geweest.
In januari 1978 was het na de moeizame
kabinetsformatie dan eindelijk zover.
Aantjes kwam op de plaats waar hij, de
hele kabinetsformatie door, naartoe
gemanoeuvreerd had. Hij werd met een
belangrijke meerderheid van stemmen
gekozen tot fractievoorzitter van het
CDA in de Tweede Kamer, en hij kreeg
daarmee als politieke leider tevens een
belangrijk deel van de teugels in
handen, die de Nederlandse christen
democratie naar een eigen identiteit
binnen het CDA-verband zouden moeten
leiden.
Aantjes hanteerde de teugels vaardig,
ondanks de moeilijke omstandigheden
waaronder hij moest werken. Steun
geven aan het kabinet-Van Agt, maar
tegelijkertijd het CDA een eigen,
broodnodig profiel geven; het was een
taak waar Aantjes met verve en met
overtuiging mee bezig was. Tot duidelijk
verdriet van de oppositie in het
parlement, die al riep dat Aantjes
doende was zich ten behoeve van het
zelfstandige CDA-profiel voortdurend
verbaal af te zetten tegen het kabinet,
maar tegelijkertijd het kabinet toch
metterdaad steunde.
Binnen nog geen 24 uur werd een einde
gemaakt aan alles waarmee Aantjes
bezig was. Het was een abrupt einde
aan wat hij zelf zag als een levenswerk,
dat werd afgebroken op een wijze, ,,die
niet onaangenamer had kunnen zijn, om
het maar zacht te zeggen", zoals
Aantjes het zelf op zijn indrukwekkende
persconferentie onder woorden bracht.
Er waren feiten aan het licht gekomen
waardoor Aantjes niet langer als
fractievoorzitter van het CDA kon
functioneren. In de oorlogsjaren was hij
in Duitsland gaan werken, en via een
lidmaatschap van de SS kwam hij in het
laatste oorlogsjaar weer in Nederland
terug, in een kamp in Drente. Dat is wat
vaststaat. Vele detail- en hoofdvragen
worden door Aantjes, getuigen en het
instituut van prof. De Jong, nu nog op
verschillende manieren ingevuld. De
twijfel daarover bestaat nog steeds,
maar zal eens weggenomen worden. Er
zijn immers onderzoeken in gang gezet,
waarmee de waarheid onomwonden op
tafel zal komen.
Wat wel is komen vast te staan, is dat
Aantjes zelf meer dan dertig jaar lang
om zijn oorlogsverleden heengedraaid
heeft. Wel met pijn in het hart, dat valt
af te leiden uit de interviews die hij de
laatste vijf jaar gaf en waarin zijn
oorlogsverleden steeds zijdelings wordt
aangeroerd. Maar niettemin rest na
herlezing in wat rustiger sferen dan in
die ene met emoties gevulde week, een
beeld van halve waarheden, en
onvolledig geschetste gebeurtenissen. En
natuurlijk de vaste overtuiging dat
Aantjes nooit voor een politieke
loopbaan had moeten kiezen. Maar ook
hiervoor zijn drijfveren moeilijk te
doorgronden, getuige hetgeen Aantjes
zelf op zijn persconferentie van 7
november zei: „Ik hoop dat ik, zelfs al
zou je het maar beschouwen uit een
oogpunt van een zekere rehabilitatie,
toch iets heb mogen doen waarvan ik
de overtuiging heb dat het bijgedragen
heeft tot de inhoud van een christelijke
politiek".
Op de omstandigheden waaronder het
vertrek van Aantjes plaatsvond wordt in
CDA-kring en overigens ook
daarbuiten nog steeds met frustratie
teruggekeken. De plotselinge publicatie,
de felle bewoordingen van prof. De
Jong van het Rijksinstituut voor
Oorlogsdocumentatie, de losgewoelde
emoties, het vertrek, en het
daaropvolgende losslaan van de grote
twijfels over de rechtvaardigheid van
hetgeen zich voltrokken had. Het ligt
nog allemaal bijzonder vers in het
geheugen. De twijfels over de manier
waarop het vertrek in zijn werk ging zijn
er nog steeds, en die zullen wel blijven.
Ook de onderzoeken die op stapel zijn
gezet naar het oorlogsverleden van
Aantjes en het naoorlogse vervolg
daarop, zullen déze twijfels over de
Dit jaar werd Nederland ook nog
verrast met de postcode, vervat in
een boekwerk, dat in enkele dagen
tijd voor wat de verkoop betreft,
een bestseller werd.
De 182 zogenoemde Kerkmarokka-
nen kregen na een gevecht van
maanden tegen de uitwijzing uit
Nederland tenslotte toestemming te
blijven
3 oktober werden deRAF-leden Schneider en Wackërnagel
ederland uitgewezen en per helicopter naar West-Duitsland
evlogen. Folkerts volgde later
bezetting op 13 en 14 maart van het provinciehuis Assen
gijzeling van een aantal ambtenaren door Zuid-Moluk-
-r, viel een dode en een zwaargewonde. De zwaargewonde,
gedeputeerde Trip overleed later aan de opgelopen schot-
In het voorjaar werd Nederland weer geteisterd door stormen, die soms rake
klappen uitdeelden.
nam luitenant-kolonel - maar
I iedereen nog steeds de majoor - A.
Bosshardt afscheid als actief officier
[et Leger des Heils
Dr. R. Kruisinga verdween dit jaar al heel
snel uit het kabinet als minister van defen
sie. Hij bleek het niet eens te zijn met het
kabinetsstandpunt over de neutronenbom.
de omgeving van Arnhem vloog 28 februari een dieseltrein op de TEE
m. Gevolg een dode, 25 zwaar- en een groot aantal lichtgewonden
gebeurtenissen van die week in
november niet wegnemen.
In de affaire-Menten, die behalve in 1978
ook het nieuws in de twee
daarvoorliggende jaren sterk heeft
bepaald, zijn het ook de twijfels, die
overheersen. Maar dan twijfels van een
andere aard. Zo rest er voor de
persoon-Aantjes ondanks zijn
gedragingen in het verleden en dankzij
zijn passende houding van nu, toch nog
veel sympathie. Maar bij Menten is
daarvan geen sprake. De vele
beschuldigingen aan levenden en
overledenen die hij in de laatste
maanden van dit jaar rondstrooide,
moeten bij velen de twijfels omtrent de
uitspraak van de Haagse rechtbank eind
november over zijn vrijlating, aanzienlijk
hebben doen groeien. Aanvankelijk werd
Menten tot vijftien jaar gevangenisstraf
veroordeeld wegens massamoord in
Polen, bedreven in SS-uniform tijdens
de Tweede Wereldoorlog. Maar wegens
fouten in de procesgang werd hij, voor
velen volslagen onverwacht, eind
november op vrije voeten gesteld. De
door hem bedreven misdaden bleven
bewezen geacht, maar het Nederlandse
rechtssysteem vergt dat bij aangetoonde
storingen in de procesgang de
verdachte van vervolging wordt
vrijgesteld. Waarbij dan wel zeer grote
twijfels zijn achtergebleven over de
vraag of de door de rechtbank
aangewezen storing, namelijk de
seponering in I952 door de toenmalige
minister Mulderije, er fndérdaad geweest
is.
1978 is wat deze affaires betreft een
onbevredigend jaar geweest. De zaak-
Aantjes, omdat deze politicus binnen 24
uur publiekelijk veroordeeld werd, en op
onherstelbare wijze in zijn politieke
functioneren werd gekortwiekt. De zaak-
Menten, omdat deze miljonair weer vrij
rondloopt, terwijl er geen twijfel behoeft
te zijn over de aard van zijn
gedragingen in de oorlogsjaren.
Het jaar 1978 heeft zich ook nog gekenmerkt door een slechte Nederlandse zomer. De
stranden bleven zo goed als leeg en de campings moesten soms ontruimd worden door
de vele regenbuien
Twee vermoedelijk Westduitse RAF-leden, die op 1 november bij de grensovergang Kerkra-
de het vuur openden op douaniers, schoten daarbij een douanier dood. Een tweede doua
nier werd levensgevaarlijk gewond. Hij overleed enige weken later.
Op 15 september werd Breukelen opgeschrikt door een hevige schietpartij tussen de poli
tie en vier Zuidmolukkers. Daarbij werd één Zuidmolukker dodelijk getroffen.
De liefdesbetuigingen, die het kabinet - Van Agt in de persoon van minister Wiegel op
12 oktober na de algemene beschouwingen ten deel vielen, waren lang niet algemeen