aar sen: 'ersttijd ook buiten profaan èn de opmars 'Niet alleen met kerstmis iets voor de mensen doen' Sita heeft zachte hand nodig I 531 n Ge uchar s) en ng- LEIDSE COURANT ZATERDAG 23 DECEMBER 1978 PAGINA 5 I KAPITEIN POPPEMA VAN HET LEGER DES HEILS: ^TAP/REGIO a"em»jeer j. j. Sikking (76). al 56 jaar in het kaarsenbodrijf van Papót. nog steeds handvaardig met de kaars; een produkt Jtoed is vooreeneeuwige vlam". LEIDEN Roe If Brongere Poppema, 45 jaar, geboren in Stadskanaal, thans kapitein in het Leger des Heils voor Leiden en omgeving, maar al vanaf zijn 18e jaar aktief. Hij gaat in het weekend met een collec tebus de cafés langs, bezoekt regelmatig zo'n 400 mensen met problemen en organiseert on der meer met Kerstmis het reilen en zeilen van de diensten. Als hij niet op pad is, neemt hij telefoontjes aan, staat men sen te woord en doet wat admi nistratie in het onderkomen van het Leger des Heils aan de Hooigracht 30 in Leiden. Hij noemt het werk dat hij doet een roeping. Vooral in de kerst tijd valt het Leger des Heils de mensen op. De heilsoldaten staan op straat met een grote kerstpot. Het geld uit de potten wordt gebruikt om de mensen die naar de kerstdiensten van het Leger komen een pakketje aan te bieden en om arme gezinnen wat te kunnen geven. „Veel mensen krijgen met kerst van ons een presentje. Dan gaat dat echt niet om het kadootje, want tegenwoordig is iedereen zelf wel in staat zoiets te kopen, maar meer om het gebaar, het idee. De mensen die zoiets krij gen weten dan dat ze niet verge ten worden en dat is veel meer waard dan het presentje. Ik hou er overigens niet van dat er alleen met kerstmis een explosie van naastenliefde te constate ren is. Je kunt beter gewoon het hele jaar door wat voor je naaste doen. Als er nou morgen hier iemand komt die in moei lijkheden zit en die ik kan hel pen, dan is me dat meer waard dan die 500 mensen in de kerk met Kerstmis. Vroeger kwamen velen naar onze kerstsamen komsten omdat ze dan wisten dat ze een pakketje mee naar huis mochten nemen. Dat werd dan aan het einde van de dienst gegeven. Dus degene die het hele gebeuren niet uit wilde zitten kreeg niets. Tegenwoor dig komen de mensen meer voor .de dienst. Zij kunnen nu zo'n pakketje makkelijk zelf kopen. Tegenwoordig is het de mensen meer waard dat je de tijd voor ze neemt, naar ze luistert, aan dacht voor ze hebt, dan dat je ze een pakje met soep en koek geeft", zegt kapitein Poppema die duidelijk begaan is met het lot van de mensen die hij kent. „De kerk moet niet elitair zijn en de mensen de dingen opleg gen, maar helpen vanuit het evangelie. Wij vinden: „Een betere wereld door Jezus Christus". Maar als ons gepraat over Jezus niet aanslaat bij ie^nand in nood, dan slaan wij andere wegen in. Er komen hier vaak alcoholis ten. Die proberen wij te helpen door over het geloof te spreken, maar als dat niet lukt (en we blijven echt niet zeuren) dan sturen we hen door naar de Anonieme Alcoholisten of we vragen of ze een inplant willen waardoor ze geen behoefte meer hebben aan alcohol en nemen dan contact op met een ziekenhuis waar de operatie kan plaats vinden. Op een van mijn collecte-tochten langs de kroe gen van Leiden sprak een duide lijk beschonken man mij aan en begon over zijn 80-jarige moeder. Zij was gelovig maar er was nog nooit iemand van de kerk bij haar op visite ge weest. Nou, ik ben toen eens bij die vrouw langs gegaan. Deze man, die alcoholist bleek te zijn, was daar toen ook. We hebben een hele tijd gepraat en ik bezoek haar nog steeds. Haar zoon komt nu elke zondag naar Roelf Poppema: „De mensen komen niet meer voor een pakketje met snoep en koek". onze samenkomsten en is geheel van de drank af. Hij is zelfs een keer mee geweest naar de cafés om te collecteren". „Kijk, onze mensen van het Leger geven altijd veel aan de dienst, daarom durven zij zelf ook te collecteren. Maar het gaat niet alleen om het collecte ren. Je komt op die manier onder de mensen. Lieden met problemen klampen makkelij ker aan. Zo was er een tijdje geleden een van onze heilsolda ten op straat aan het collecte ren. Zij werd door een oude vrouw naar binnen gehaald om dat ze zo blij was dat er eens iemand aankwam. Die oude vrouw was zo eenzaam dat zij zichzelf soms een kaartje stuur de. Dan kwam er tenminste eens een postbode bij haar aan de deur. Zij had namelijk helemaal geen familie of kennissen die haar eens wat konden sturen. Welnu, zo'n vrouwtje krijgt van ons iets met kerstmis. Dan wordt ze tenminste niet verge ten". „Het is, dat ik weet dal we door het collecteren met eenzame mensen en met mensen in nood in contact kunnen komen, want eigenlijk houd ik niet van gebe del. Ik vond het eerst ook maar niets dat er een heilsoldate in het hoofdpostkantoor van Lei den zat. Maar ook deze vrouw, die daar nu al weer jaren zit. komt in contact met eenzame mensen. Zo was er eens een eenzame vrouw die naar haar toe kwam en haar uitnodigde. Die vrouw ging soms naar de kruidenier alleen maar om eens wat te kunnen zeggen. Dan be woog ze de spieren in haar gezicht weer eens. Nu komt daar regelmatig iemand bij haar langs. Ook zij zal een kerstpresentje krijgen. Ook zij wordt niet vergeten". Even een kleine greep uit het werk dat door de heilsoldaten Roelf Poppema wordt gedaan. Geen sensatie, geen medailles. Wel hatelijke opmerkingen in kroegen, wel hard werken en ook het gevoel dat ze iets met hun leven doen..En met kerst mis hebben ze het extra druk. De be jaarden vereniging van het Leger des Heils houdt een kerst viering in het St. Antoniusclub- huis. De bejaarden krijgen daar een maaltijd aangeboden en een stukje gezelligheid. Zondag avond om 11 uur is er een Kerstnachtdienst in de Vredes- kerk, waar het Muziekgezel schap van de Leidse politie aan mee werkt. Bejaardentehuizen worden afgelopen om er te zin gen en verder worden er volop kerstpakketjes uitgedeeld. SYLVIA VAN LEEUWEN doordeweekse werkbroek heeft zitten. In die mate zelfs, dat je de neiging krijgt, het er vanaf te krabben. De heer C. Papót, van de in bijenwas gehouwen firma A. P. Papót die bij het Wartponderhek de helft van de vorige eeuw na het herstel van de Nederlandse bissch oppelijke hiërarchie tot wasdom kon komen, laat het teruglopend kerkbezoek en steeds meer sluitende kerken koud. Integendeel: „De behoefte in religiosis, zeg maar kerkelijk gebruik, vind ik terug in een grotere omzet dan die in vroeger jaren. Men blijkt te haken naar houvast% devotie, naar brandende symboleit. Neem nu De Papegaai, de voormalige Amsterdamse schuilkerk aan de Kalverstraat die de hele dag geopend is. Daar worden per jaar 8000 kaarsen gebrand. Als in Volendam een opa van 80 jaar doodgaat, moet de pastoor 80 kaarsen branden. De heer Papót noemt maar een devotionele dwarsstraat. Er is een stijgende lijn in het flakkerende gebeuren met de kaars. Er worden, om het maar eens stevig uit te drukken, meer devotiekaarsen gebrand dan in het verleden. Dat is een duidelijk lichtpunt. Alleen de waskaarsen op de altaren zijn teruggelopen. Onze Lieve Heer moet het met minder doen, maar een aantal van zijn heiligen mag zich in een verlichte belangstelling verheugen, getuige de cijfers. En dan is er de groeiende interesse voor Paaskaarsen voor particulier gebruik. Ik neb 'tniet van de heer Papót, maar ik weet, dat er pastoors zijn die er 50 van bestellen voor de doorverkoop. Dat is zuiver en „genau" geregistreerd. Misschien zijn het Duitse pastoors, maar ze zijn er niettemin. De heer Papót laat zich daar niet mee in; hij verkoopt geen Paaskaarsen aan jan en alleman, maar er staat een demonstratiemodel bij hem op kantoor: de verrezen Heiland, met 1979 eronder; op een houten kandelaber, die Papót er ook bij wil verkopen eventueel. Kaarsen? Het einde. Ook doodkis ten fa brikan ten behoren tot de afnemers. TON PIETERS 0 ds.r (kaars doet het in de kersttijd, me de Van dat thuis alleen Nedj- kaarsen werden id met Kerst en yaar. Maar dat is len tijd. Bij nacht tij staan de ies het hele jaar te dansen op alle ,yërin<fen kandelaars. 1e k.lkerk" is een pstuk apart jrden. Je zou l?n. dat het plezier i; Dotfe kaars er allang isiaskau zijn Mis, k 10jnaal mis geneerd. Maar 30 kom ik straks op 30 dr.f. Eerst iets over ^profane" ^,enPgebruik. w zijn ssante gegevens likbaar. Ik kreeg in de heer C. |t, beroemd ienmaker in het Ie geslacht van \ioogstedela ch tbare Jsenm akersfamilie, 1856 te Warmond ftigd. Eén van de innen waarop in de was drijft i uurtje kerk bhaft ons heel veel in kaarsen te Zo wordt ons [hf, dat er dit jaar iekere toename in ian tal kaarsen valt insta teren, kaarsen ioor de Nederlandse consument worden opgebrand. Dit zou het gevolg zijn van „een verschuiving in de vraag van zware stompkaarsen naar de wat lichtere kaarsen". In 1978 brandde men per gezin gemiddeld 40 kaarsen, terwijl dit in het 'voorafgaande jaar er 38 waren. Verder valt er een „verschuiving" te constateren van de eenvoudige, goedkope kaars naar de wat meer bewerkelijke, duurdere kwaliteitskaars, ondanks het feit dat het met onze economie niet meer enzovoorts. Favoriete kleuren (u ziet, ik ga aan het zo vaak verkondigde onheil maar weer voorbij): wit, rood, donkerbruin, beige, olijf en waskleur. Maar ook zijn zwart en grijs als modekleuren erg in trek. Er is verdere informatie. Het aandeel van de geïmporteerde kaarsen in het binnenlands gebruik blijft toenemen. In '76 bedroeg dit 38 pet., vorig jaar 40 pet. en voor dit jaar wordt het geschat op 42 pet. Daarbij komt een moeilijke concurrentiepositie van de Nederlandse fabrikanten tegenover de landen met lage inkomens. Genoemd worden China en Hongkong; de invoer uit de DDR loopt iets terug. „De permanente druk van deze goedkope importen op het prijsniveau van de kaarsen maakt het voor de Nederlandse fabrikanten welhaast onmogelijk de algemene kostenstijging in de prijzen door te berekenen." Aldus de Nederlandse Vereniging van Fabrikanten in de Kaarsenindustrie, waarvan 22 fabrikanten lid zijn. En wij maar kaarsen branden. De heer Papót maakt in deze donkere dagen vóór Kerstmis niet de indruk dat hij er geen licht meer in zou zien. Kaarsen, dat betekent voor hem: kerken, (en profaan) de bloemengroothandel, antiquairs, hotels, nachtbars, warenhuizen en specifieke boetieks. Men mag dan met Kerstmis méér kaarsen branden, „maar hier in Warmond gaat het 't hele jaar door, constant, in alle modellen", vertelt de heer Papót, die kaarsvet op z'n Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond beschreven die in het asiel verblijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan... tenzij het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek beschreven honden zijn alle door hondenbezitters naar het asiel gebracht. Om uiteenlopende redenen, vaak begrijpelijk, maar soms ook volslagen onzinnig. De in „hond zoekt huis" beschre ven dieren zijn alle goed gezond, hebben een wormkuur ondergaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van ca. 60 gulden ten bate van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 131670. Geopend di. t/m vr. 10.00-12.00 en 14.00-17.00 uur. Zaterdag van 10.00-12.00 en 14.00-16.00uur. Zondag en maandag gesloten. Sita, een jonge Duitse herder kwam op 5 september voor het eerst in het asiel. Zij werd door haar baas afgestaan omdat deze „de hond niet meer aankon". Dit was ook zeer aannemelijk want de man was minder- valide. In combinatie met een hond als Sita, die natuurlijk veel beweging nodig heeft, waren de gevolgen wel te voorzien. Deze gebeurtenissen zeggen uiteraard niets over het karakter van Sita. Hooguit zou men kunnen zeggen dat het een wonder is dat ze het bij haar eerste baas zo lang uitgehou den heeft. Sita 's avontuur is echter nog niet afgelopen. Dankzij haar goede uiterlijk en dito karak ter vond zij al na twwee weken weer een nieuw thuis. Ditmaal in Katwijk bij een gezin met kinderen. Aanvankelijk leek alles goed te gaan. Er was maar één probleempje en dat was dat Sita niet tegen het leven in een flat kon. Van nature is Sita erg bang uitgevallen voor alles wat vreemd of nieuw is. Zij moet daar heel langzaam aan wennen zoqder door mensen gestoord te Wo&Jen. Dit gebeurde in Katwijk niet want er kwamen veel ..vreemde" mensen bii het gezin op bezoek die, zonder uitzondering, Sita wilden aanhalen. Dat was natuurlijk helemaal tegen het zere been. Sita ging zich tegen deze voordurende opdringerige aan hankelijkheidsbetuigingen verzetten. En wel met haar tanden. Hetgeen uiteindelijk een onvermijdelijke terugkeer naar het asiel tot gevolg had. Dit gebeurde na een maand. Op 14 oktober was ze weef terug in het asiel. Hoewel Sita nogal van slag af was door het voor haar veel te drukke leven, heeft het toch nog een voordeel met zich mee gebracht. Beheerder Wil Tiele weet nu exact hoe het zieleleven van Sita inelkaar steekt en hoe ze behandeld dient te worden bij een nieuwe baas. Want het is wel duidelijk geworden dat Sita een hond met gebruiksaanwijzing is. Het is heel belang rijk dat ze een rustige omgeving heeft met vertrouwde mensen om zich heen. Verder moet ze met zachte hand behandeld worden want met het opzetten van een harde stem krijgt men bij Sita een averechts resultaat Bovendien gehoorzaamt zegveel beter aan een vriendelijke stem dan aan een boze. Verder heeft Sita noe»l wat mnpifa mpf het meerijden in een auto. Dit lukt alleen als ze voortdurend gerustgesteld wordt. Tenslotte nog een beschrijving van haar uiterlijk. De vacht heeft twee kleuren: zwart en rood-bruin. Uiteraard kortharig. Ze heeft een mooie hangende staart en grote, op staande oren. Sita is een jaar oud. Blacky Blacky, het poedeltje van vorige week heeft een thuis gevonden in Enkhuizen. Een vrouw die in Leiden woont, wist dat haar ouders heel graag een hond wilden hebben. Ze knipte het artikeltje van Blacky uit de Leidse Courant en stuurde dit naar haar ouders in Enkhuizen. Deze waren zo enthou siast dat ze direct naar het asiel belden en Blacky alvast reserveerden. Afgelopen dinsdag haalden ze hun nieuwe huisgenoot op. Ook de poes Stella, die twee weken geleden in deze rubriefc verscheen, heeft een niew tehuis gevonden. RA TfTGPT TVVl riste! /acht

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 5