PEER DEN
SCHUYMER,
CIGARET-LARRY,
PROFESSOR
LUPARDI EN YOTO
IN RUSTIGER
VAARWATER
ITERDAM „Kapitein Rob uit
•trip vond Ik altijd zo'n benij-
iwaardlge man als hij in zijn
tepje met zijn hondje het ruime
koos met zo'n wle-doet-me-wat-
cht Wat een oceaan bij wlnd-
iit negen met hem zou doen
I Ik dan bewust buiten mijn ge-,
Men. Als je de realiteit volledi-
Inspraak geeft, valt er niets
v te dromen", filosofeerde Sl-
i Carmiggelt over de stripheld,
eerst alleen In zl|n krant en la-
lussen 1945 en 1966 ook In an-
i vaderlandse én buitenlandse
len met enkele tussenpozen
ruimschoots avontuurlijk be-
in leidde. Er wordt meer over
i« gefilosofeerd de laatste la-
Er zijn stripbladen, strlpantiqu-
ten en stripheruitgaven, ver-
|d alsof het om Reproductie van
{•drukken ging.
strip wordt op de snijtafel van
tenners /gelegd, met liefde ont-
in bladen als Stripschrift en
iprofiel, of ontmaskerd, als in
lees ik Donald Duck", een
tstuk van dichter-schrijver Ariel
man, die in Walt Disney's strip
typisch imperialistisch-kapitalisti-
i specimen herkent. Strips van
sement tot voer voor psycholo-
De strip is volwassen,
volwassen dat in Den Haag de
irige aardrijkskundeleraar drs.
Ritman al z'n vrije tijd de laat-
twee jaar in een boek over die
tein Rob stopte met een beze-
v eid alsof het om een doctoraal-
ie ging. „Het stormachtige leven'
Kapitein Rob" heet het, uitgege-
door de even stripgekke Haagse
'vj-ls Matla van antiquariaat Panda
het lijkt het definitieve weten-
>pelijk-realistische antwoord op
9 onbewuste vragen uit de jon-
Jroom van weleer,
was Kapitein Rob? Een gete-
Ie, moderne versie van een puur
- ands ideaal. De stoere, met pijp
larkant kinwerk uitgeruste zee
van het betrouwbare vrijbui-
^Jtype. Helper van de zwakken, be-
der van de misdaad, in een
zeilschip „De Vrijheid" de ze-
zeeën bevarend en voorzien van
zwaar doorzichtige achternaam
Stoerum, die al gauw uit de
verdween. Het geesteskind van
naar Pieter Kuhn, die er na de
og mee op de redactie van het
k>I, dat net bovengronds kwam
in, verscheen. Papier was
tars, kranten verschenen op
zegelformaat en redacteuren
1 te grote ijver niet in dank af-
ïmen. Evert Werkman, na een
paar jaar de schrijver van de teksten
onder de plaatjes van Kühn, herin
nert zich: „Een krant had een strip
nodig. Eén strip, want je moest
zoiets niet overdrijven en we zouden
bepaald niet de Amerikaanse kran
ten willen navolgen met hun comic-
bijlagen vol plaatjes, want een krant
vonden wij was een serieuze
zaak voor volwassen mensen en het
was al mooi als je daarin op de za
terdagen een hoekje inruimde voor
de kinderen. Niemand haalde het in
zijn hoofd om met het argument
aan te komen dragen, dat ook vol
wassenen die strips wel eens zou
den bekijken".
Legendarisch
Maar Kapitein Rob ging met het Pa
rool en Pieter Kuhn aan de haal, en
wie na de oorlog in Amsterdam op
groeide weet hoe zijn populariteit
opliep. Een hoop stripwerk rond de
jaren vijftig was het pure pulp-werk
dat ouders en opvoeders zeer
scheef aankeken en verboden. Kapi
tein Rob was de „legale" strip uit
de krant, met bovendien nog een
superdosis aan avontuur. Kuhn liet
in de loop der jaren een aantal in
stripland inmiddels legendarisch ge
worden figuren door zijn tekeningen
wandelen: Peer den Schuymer, een
zeventiende eeuwse zeerover, Ciga-
ret-Larry, een getleman-boef, krui
sing tussen Raffles en Clark Gable,
Professor Lupardi, de „mad scien
tist" die dieren via zenders naar zijn
hand zette en datzelfde alsmaar met
de wereld wilde, en zijn assistent
Yoto, een verderfelijke Japanner (we
leven tenslotte niet lang na de twee
de wereldoorlog), en een verre neef
van Mr. Moto van de film. Daarnaast
ontelbare monsters, dinosaurussen,
reusachtige apen, voor die tijd ui
terst fantastische science-fiction-ele-
menten en Robs getrouwe keeshond
Skip.
Tijdens straatspelletjes in die jaren
werden de rollen na hevig bekvech
ten verdeeld: De sterkste van het
stel werd Kapitein Rob zelf, hoewel
Cigaret-Larry bij de straathelden van
toen ook behoorlijk in trek was. De
figuur van Lupardi was weggelegd
voor de niet al te populaire jongen
van het type dat nèt niet meekon
met putjesvoetbal, maar als je de rol
van Yoto kreeg toebedeeld was het
in die dagen ronduit slecht met je
Sentiment
Amsterdamse Prinsengracht in elkaar
na een hartaanval en stierf meteen,
55 jaar oud. Het leek het definitieve
einde van Rob, die inmiddels één
van de grote drie van de realistische
strip van Nederlandse huize was ge
worden (naast Eric de Noorman en
Dick Bos). Generaties moesten op
groeien zonder Rob, maar de alge
hele nostalgische trend van de laat
ste jaren haalde al dat mooie oude
weer te voorschijn. Rob incluis. Her
uitgaven kwamen. De oude oblong-
deeltjes, nu in de lengte van een
pocketboek gedrukt. En op het
ogenblik verschijnen Robs avonturen
weer in het smalle formaat met
nieuwe omslagen, maar daar komt
binnenkort wéér verandering in.
Er is blijkbaar een nieuw publiek
voor de stoere Kapitein. Lex Ritman:
„Ik heb bij mij in de klas gevraagd
of er leerlingen waren die Kapitein
Rob kenden. En dat bleken er toch
nog wel een aantal te zijn. Rob is
dus niet helemaal jeugdsentiment
voor ouderen. Voor mij wel overi
gens. Ik ben met Kapitein Rob op
gegroeid in Amsterdam en een paar
jaar geleden tijdens een griepaanval
aan de „Rob-studie" begonnen. Een
grapje dat volkomen uit de hand ge
lopen is, want het is een soort de
tectivewerk geworden dat al je tijd
opslokt".
Passaten
M'n eerste zoekwerk had te maken
met mijn geografische interesse. Ik
wilde wel eens weten hoe die Kapi
tein Rob nou precies over de wereld
gezworven had en of Kuhns verha
len pure fantasie waren of niet.
Nou, dat bleken ze niet, want alle
manoeuvres van die boot van 'm
kloppen tot op de vierkante kilome
ter nauwkeurig. Aan de hand van
wat je op de tekeningen ziet en wat
in de tekst te lezen valt aan winden,
passaten en moessons, kon ik alles
reconstrueren".
„Ik heb eerst een kaart van z'n rei
zen aangelegd, maar daar moest ik
al gauw zes kaarten van maken,
want die man maakte veel te veel
bochten. Kuhn was een realist en
een detaillist, maar hij mengde het
bestaande wel met het niet bestaan
de. Ik heb alles tot op het kleinste
plaatsje nagekeken, maar als ik iets
niet in de Times Atlas kon vinden
heb ik maar aangenomen dat het
fantasie was. Kuhn was zelf een ge
weldig liefhebber van boten. Hij had
er een paar, oudere, waaraan hij z'n
leven lang meer opknapte dan dat
hij er mee voer. Maar schepen ble
ven hem tekentechnisch fascineren.
Hij maakte hele studies van het bin
nenwerk van nieuwe en historische
schepen, en alles klopt tot in de
puntjes. Maar dat geldt ook voor
teksten op boeien die je op zijn te
keningen ziet drijven, voor de gelij
kenis van bestaande personen die
hij in een enkele aflevering opvoer
de en voor bijvoorbeeld de stad Am
sterdam. Die speelt een rol in „Het
mysterie van het Zevengesternte",
en met die strip in mijn handen heb
ik door Amsterdam gelopen om 26
punten terug te vinden. Een uiterst
merkwaardige tocht, want hij leidde
over de Gelderse kade en de wallet-
Internationaal
„Ik denk niet dat er nog iets over
Kapitein Rob te vinden is dat niet in
mijn boek staat. De paar reizen die
Kuhn gemaakt heeft om indrukken
op te doen want hij was zelf niet
zo'n avonturier als is Kapitein Rob
door hem helemaal naar zichzelf ge
modelleerd heb ik kunnen recon
strueren naar aanleiding van brief
kaarten die hij naar huis stuurde,
zijn monsterboekje (hij reisde als
„hofmeester") en de verschillende
valuta die hij gewisseld bleek te
hebben".
„Via schetsen van die reizen heb ik
gevonden welke exterieurs en welke
koppen hij weer in de verhalen ge
bruikte. Ik heb zelfs allerlei namen
kunnen terugvinden in de werkelijk
heid. Rob gaat ergens op reis met
ene Sytze van der Meer en Dr. An-
tonius. Kuhn nu blijkt een reis ge
maakt te hebben met Siebe van der
Zee en Anthony van Kampen. In fo
toalbums vond ik kiekjes die in te
keningen terugkwamen en de hond
Skip bleek een samojeed van ken
nissen".
Ondanks zijn typisch Hollandse ach
tergronden bleek Kapitein Rob inter
nationaal ook z'n mannetje te staan,
dan weer als Kapitana Roba, Capi-
taine Jacques, Captain Robert of
Capitao Audaz.
Pieter Kuhn heeft zich overigens
drie keer aanwijsbaar vergist met
zijn held. De eerste keer toen hij
Professor Lupardi, de geleerde die
overigens een merkwaardige gelijke
nis met Marten Toonders Professor
Sikbock vertoont, dood liet gaan.
Kuhn merkte later dat hij niet buiten
diens fantastische brein kon en
moest de professor via kunst- en
vliegwerk weer tot leven wekken. De
tweede vergissing was Robs huwe
lijk met de blonde schoonheid Pau
la. Gerard Reve schreef al: „De
strips zijn, althans formeel, volstrekt
sexloos, altijd. Kapitein Rob raakt
die meisjes Marga en die andere
trut, hoe heet ze ook weer, nooit
ook maar aan". Maar als een van
die onschuldige, papieren affaires
vaste vormen krijgt, briest lezend
Nederland. „Wij protesteren krachtig
tegen het voorgenomen huwelijk van
Kapitein Rob", schrijft een jongen.
„Een schande", vindt een ander.
„Een nare streek", schrijft een ver
bolgen meisje. Kuhn laat vrouw Pau
la stilletjes door een zijdeur afgaan,
al krijgt ze nog wel. een zoon van
Rob, hetgeen dagboekenier Henri
Knap tot de kreet brengt: „Een
zoon, waar haalt die Rob de tijd
vandaan!"
Lyrisch
Kuhns laatste vergissing was het
idee dat hij zonder Kapitein J<on le
ven. Tussen 1955 en 1956 was hij
volkomen op de strip uitgekeken en
wilde ander tekenwerk doen. Hij il
lustreerde boeken, maakte fraaie
technische plaatjes bij een ruimte-
vaartwerk, maar kwam terug bij de
krant waar ene „Frank, de vliegende
Hollander" Rob niet kon doen ver
geten. Kuhn ging maar weer verder
aan de strip waarmee hij naam
maakte. Waarschijnlijk waren zijn
overwegingen van financiële aard,
maar het heeft in elk geval bij vla
gen fantastisch knap tekenwerk op
geleverd. Lex Ritman kan nog ly
risch worden bij een aantal
originele, fijn uitgewerkte kleurenom-
slagen die hij tijdelijk in zijn bezit
heeft. „Prachtig werk, maar het gaat
allemaal terug naar de familie Kuhn.
Die heeft me heel erg geholpen bij
mijn speurwerk. Op een gegeven
ogenblik kwam er na zeer veel tele
foontjes het moment dat men daar
zei: Vraag jij nou niks meer, je weet
er meer van dan wij ooit geweten
hebben".
„Het stormachtige leven van Kapi
tein Rob" ligt straks uitgewoed, in
realistische feiten opgebaard in een
standaardwerk voor de strip. Wie
het aandurft zijn nostalgische liefde
te confronteren met de Bittere
Waarheid, mag het niet ongelezen
laten. Lex Ritman heeft trouwens de
smaak van het speurwerk te pakken.
Terwijl hij de mappen met tekenin
gen, aantekeningen en knipsels op
bergt, belooft hij met een plechtig
lachje dat nu Eric de Noorman aan
de beurt is.