i Europa bouwt aan Spacelab voor toekomst ph. w'ë mm t- J? ^'"TT e Produktie van medicijnen met genetische 'schaar- en lijmpot' De Nederlandse kandidaat-astronaut dr. Wubbo J. Ockels in een model van het Spacelab (Van onze redacteur ruimtevaart) BREMEN, oktober *78 Terwijl in de immense „integratiehal" van VFW-Fok- ker-ERNO de door witgejaste technici omgeven, eerste versie van het Westeuro- pese ruimtelaboratorium „Spacelab" ge leidelijk aan gestalte krijgt, worden er op papier ook al plannen ontwikkeld voor nieuwe projecten, waarin opgepep te uitvoeringen van hetzelfde „lab" een belangrijke rol kunnen gaan spelen. Re geren is nu eenmaal vooruitzien. Dat be seft men ook in Bremen, waar de basis is gelegd voor het debuut van West-Eu ropa in de bemande ruimtevaart. In zijn huidige vorm wordt Spacelab slechts ge zien als een begin, ook al zijn er pessi misten die menen dat dit begin meteen ook het einde zal betekenen. Het is de bedoeling dat Spacelab-1 in juni of juli 1981 de ruimte ingaat in het vrachtcompartiment van de (Amerikaan se) Space Shuttle. Aan die zgn. „verifica- tie"-vlucht van zeven dagen zal voor het eerst (naast zes Amerikanen, onder wie mogelijk een vrouw) ook worden deelge nomen door een Westeuropeaan. Zoals bekend gaat de keus tussen de Zwitser Claude Nicollier (door velen beschouwd als de grootste kanshebber), de Westduit ser Ulf Merbold en de Nederlander Wub bo Ockels. Tijdens die trip worden maar liefst 75 verschillende experimenten en onderzoekingen uitgevoerd; voornamelijk Westeuropese en Amerikaanse, maar ook twee van resp. Japan en India. Spacelab-1 komt aan bod tijdens de tien de vlucht van de Space Shuttle, nadat met de vluchten 7 en 9 o.a. de twee TDRSS-kunstmanen van NASA zullen zijn gelanceerd, die de onvoorstelbaar grote hoeveelheid meetgegevens van de Spacelab-Shuttle-combinatie naar de aar de moeten doorgeven. Aanvankelijk zou de eerste Spacelab-vlucht al in 1980 heb ben moeten plaatsvinden, maar proble men met zowel de hoofdmotoren van de Space Shuttle als met de TDRSS-satellie- ten hebben dat schema aanzienlijk ver traagd. De eerste Shuttle-testvlucht door John Young en Robert Crippen zal nu op z'n vroegst pas eind september 1979 worden uitgevoerd, terwijl aanvan kelijk op maart of april volgend jaar was gerekend Engelse boutjes... Die problemen volgens NASA-technici nu grotendeels verholpen hebben overigens geen noemenswaardige wijzi gingen aangebracht in het Spacelab-inte gratieschema bij ERNO in Bremen. Daar, in de Hanzestad, werkt men rustig door aan de realisering van Europa's eerste toestel voor bemande ruimtevaart en de resultaten zijn in weerwil van wat moeilijkheden ten aanzien van het gewicht ook door Amerikaanse topex- perts als „voortreffelijk" gekarakteri seerd, al blijft men bij NASA nog steeds wat vreemd aankijken tegen de Europese werkwijze, waarbij systemen en onderde len, geleverd door meer dan vijftig be drijven uit maar liefst elf verschillende landen (waaronder Nederland) moeten worden samengevoegd tot een perfect ge heel. In Bremen krijgt men dan ook grapjes te horen over Engelse boutjes en Italiaanse sluitringetjes in de Franse testapparatuur voor de Nederlandse lucht- sluis enz. enz. Natuurlijk zijn er wel eens problemen, maar dat is alleen maar voor de hand liggend. De mensen van ERNO hebben aangetoond dat ze tegen een stootje be stand zijn. En ze werken in de weten schap dat hun Spacelab bij 35 procent van alle geplande Space Shuttle-vluchten een hoofdrol zal spelen. Dat is zonder meer een stimulans. Overigens wordt het Spacelab-project wel een mooi stuk duurder dan de oor spronkelijke begroting aangaf. In 1974 werd nog uitgegaan van een bedrag van 515 miljoen dollar, maar wijzigingen in het ontwerp en uiteraard ook de inflatie hebben ervoor gezorgd dat het program ma nu al genoteerd staat voor een totaal van 698 miljoen dollar (dollars van 1978 welteverstaan....). Giscard d'Estaing van Frankrijk en Helmut Schmidt van de Duitse' Bondsrepubliek zijn enkele weken geleden nog weer akkoord gegaan met een nieuwe verhoging van het budget Die extra gelden zullen er zonder meer komen en ERNO kan rustig doorgaan Na Spacelab-1 goed voor zo'n vijftig vluchten zal er een tweede Spacelab aan de Amerikanen moeten worden gele verd. NASA wilde Europa daarvoor „be talen" in de vorm van vier gratis Shutt le-vluchten (ter waarde van een bedrag van zo'n 130 miljoen dollar), maar daar ging ESA, het Europese ruimtevaartbure au, niet mee akkoord. Er zal dus gewoon geld op tafel moeten komen, wat voor NASA met zijn steeds beperkter wor dende financiële armslag en geconfron teerd met een Amerikaanse president die zeer onlangs nog heeft laten weten dat hij echt niet al te veel geld in de ruimte vaart wenst te steken nog lang niet zo eenvoudig zal zijn. Maar aan het in 1973 gesloten contract met ESA valt ook voor de Amerikanen niet te tornen, al hun po gingen daartoe ten spijt. De tweede Spacelab-vlucht (in december 1981) wordt een Amerikaans-Britse on derneming, die voornamelijk in het teken staat van astronomisch en astrofysisch onderzoek en waaraan niet door Westeu ropese astronauten zal worden deelgeno men. Er staan echter ook al vier vrijwel geheel Europese Spacelab-missies op het programma: twee voor rekening van ESA, twee voor rekening van de Bond srepubliek. Demonstratievlucht -2 van ESA staat gepland voor begin 1982 en omvat voornamelijk aardobservaties en atmosfeeronderzoek. Daarna volgt (medio 1982) de eerste Duitse Spacelab-vlucht (D-l) voor materiaalexperimenten, biome disch onderzoek, technologie, communi catie en navigatie. Vervolgens weer onder auspiciën van ESA een demon stratievlucht medio 1983 met materiaal- experimenten, biomedisch onderzoek en ruimtetechnologie en tenslotte een twee de Duitse Spacelab-vlucht (eind 1983) voor astronomische studies, onderzoekin gen op het gebied van de hoge-energie- astrofysica en zonobservaties (D-4). Nederlandse experimenten Voor die vier Europese Spacelab-missies waaraan ook door de Amerikanen kan worden deelgenomen zijn van on derzoekers en technologische instellingen in totaal 219 projectvoorstellen binnenge komen. Het merendeel kwam uit Frank rijk (74), daarna volgde West-Duitsland (47), Engeland (25). Italië(22) en Neder land (15). Opmerkelijk of eigenlijk misschien ook juist niet, gezien de grote reputatie die ons land op het gebied van de astronomie heeft is dat Nederland maar liefst 7 experimenten op het ter rein van astronomie en astrofysica voor stelde (slechts Engeland had er nog meer, namelijk 9). Voor zon- en atmos feeronderzoek diende Nederland 2 voor stellen in, voor experimenten op het ge bied van de materiaalwetenschap 4, op technologisch terrein 1 en op biomedisch gebied eveneens 1. Een definitieve selec tie is uiteraard nog niet gemaakt Met deze vluchten is Spacelab nog lang niet aan het eind van zijn ruimtelijk la- tijn. Ook de Amerikanen zullen het „lab" veelvuldig gebruiken en de op het gebied van het ruimte-onderzoek steeds aktiever wordende Japanners hebben al meer dan eens laten weten dat zij graag minstens eenmaal per jaar eveneens een Spacelab missie zouden willen ondernemen. Het zal dan echter wel noodzakelijk zijn dat het concept wordt aangepast, zodat er ook veel langduriger vluchten kunnen worden gemaakt: dertig dagen en langer. De eerste jaren zal dat nog niet mogelijk zijn, omdat de Space Shuttle, waarvan het Spacelab volledig afhankelijk is, on voldoende energie kan produceren om dergelijke duurvluchten te laten plaats vinden, maar er wordt al geruime tijd gewerkt aan plannen om het elektrisch vermogen behoorlijk op te voeren. Zoals er ook plannen in voorbereiding zij om de koeling te verbeteren en de hittever- werkingscapaciteit op te voeren. Met het huidige vermogen van ongeveer 5 Kilowatt blijven de mogelijkheden van de Spacelab-Shuttle-combinatie betrekke lijk beperkt en kunnen bepaalde aktivi- teiten, waarvoor wel veel belangstelling bestaat gewoon niet aan bod komen. Door de toevoeging van panelen, die zon licht omzetten in elektrische energie, zou deze situatie echter aanzienlijk kunnen worden verbeterd. Déér is het streven dan ook sterk op gericht, al beseffen zo wel NASA als ESA dat deze ontwikke ling geleidelijk zal gaan. Zuiver tech nisch zijn er nauwelijks problemen; geldgebrek is in feite de enige reden waarom dat vermogen nü nog niet wordt opgevoerd. Power module Een belangrijke stap vooruit zou de bouw zijn van een speciale energiever- zorgingseenheid („power module"), die in een baan om de aarde wordt geparkeerd en waarmee de Shuttle-Spacelab-combi- natie zou kunnen koppelen. Bij een ver mogen van 25 tot 30 Kilowatt zouden er vluchten mogelijk worden van negentig dagen en op wat langere termijn zou het Spacelab ook zelf van een dergelijk sys teem kunnen worden voorzien, waardoor het na allerlei extra aanpassingen op het gebied van de bewoonbaarheid ook een zelfstandig leven in de ruimte zou kunnen gaan leiden. Bij ERNO heeft men de eerste ontwerpen al gereed voor een dergelijk zelfstandig functionerend Spacelab, compleet met woon- en slaap gelegenheid voor de dienstdoende be manningsleden. In zijn huidige vorm is het Spacelab alleen maar een werkruim te en slapen de onderzoekers in het be- manningsverblijf van de Space Shuttle. En wat de verdere toekomst aangaat de Spacelab-bouwers in Bremen zijn van oordeel dat hun toestel van een zo flexi bel ontwerp is, dat het t.z.t. ook zou kunnen worden gebruikt als segment van een permanent ruimtestation in een baan om de aarde. Bij aldeze plannen gaat het uiteraard nog om toekomstmuziek en het is hele maal niet uitgesloten dat het nog wel een tijdje gaat duren, voordat de moge lijkheden van de Spacelab-Shuttle-combi natie daadwerkelijk behoorlijk zullen worden uitgebreid. Zoals het ook de vraag is of de Verenigde Staten op lan gere termijn eveneens nauw zullen blij ven samenwerken met West-EuroDa. Er zijn meer dan eens wrijvingen tussen bei de partners, die de sfeer dreigen te ver troebelen, maar daar staat dan weer te genover dat men elkaar voorlopig moeilijk kan missen. Europa heeft niets aan een Spacelab, wanneer er geen (Amerikaanse) Space Shuttle is om het ding in de ruimte te brengen. Amerika zou zich op zijn beurt erg ongelukkig voelen zonder dat (Europese) Spacelab dat in het geheel van het Shuttle-pro gramma zo'n overheersende rol speelt. Het in West-Europa meer dan eens geop perde vermoeden dat de Amerikanen straks wanneer ze eenmaal aan hun contractuele verplichtingen jegens Euro pa hebben voldaan zelf Spacelabs gaan bouwen, lijkt voorlopig nog wat on realistisch. Al zou het alleen maar zijn omdat NASA meer dan ooit tevoren elke dollar wel driemaal moet omdraaien voordat hij wordt uitgegeven. k" Het is een groep Amerikaanse onderzoekers va/7 het medisch onderzoekcentrum "City of Hopt"\L Duarte (Californië) gelukt om door middel van een bacil menselijke insuline te maken. Insulin| is een hormoon, dat vervaardigd wordt door t cellengroep, gelegen in de alvleesklier. Deze cellengroep wordt naar de ontdekker, "eiland, (latijn: insulae) van Langerhans" genoemd. Tekort aan dit hormoon veroorzaakt de ..Kerziekte. Sedert de jaren twintig wordt dit tekort opgevuld met dierlijk insuline, afkomstig van geslachte koeien en varkens, maar dit dierlijke insuline kan bij sommige patiënten vervelende bijverschijnselen veroorzaken en wij dat betreft kan menselijke insuline in een behoefte voorzien. Aldus Biobulletin 57 van de] stichting Biowetenschappen en Maatschappij. »pe"iX van tulini >r e«L :dltP De mogelijkheid om, door middel van een bacteriënkolonie, menselijke insuline te maken, I het opmerkelijke resultaat van het onderzoek naar het kunstmatig veranderen van erfelijke eigenschappen (recombinant DNA-onderzoek). L erfelijke eigenschappen van plant, virus, bacil, dier of mens liggen opgeslagen in het DNA, een stof die in elke cel voorkomt. Men heeft ontdek* dat het mogelijk is om DNA-molekulen "door di knippen" en weer aan elkaar te "lijmen". Op di* gebied hebben de Zwitser Arber en de Amerikanen Nathans en Smith baanbrekend werk verricht, wat hun de Nobelprijs 1978 voorlc de geneeskunde heeft opgeleverd. Door middel K van dit genetische schaar- en lijmpotwerk is hetp dus ook mogelijk om een stukje DNA van een ander individu in te passen en dat betekent wei dat, in dit geval de bacil, er een nieuwe eigenschap bij krijgt, namelijk het vermogen ort menselijke insuline te vormen. »en Dat is heel wat eenvoudiger gezegd dan gedaan^eil In de eerste plaats moet men een daartoe jon geschikte bacterie hebben en in de tweede plaatLn moet men kunnen beschikken over het betrokkaacj stukje DNA. Wat het eerste betreft heeft men ii*e de Escherichia coli, een in de darmflora- en lq,- fauna voorkomende bacil, een uitstekend jlec Genetisch knutselwerk. exemplaar gevonden en ten aanzien van het tweede is men erin geslaagd om het stukje DNA dat voor het menselijke hormoon insuline zorgt, kunstmatig te vervaardigen. Deze stukjes kunstmatige DNA werden in het DNA van de Escherichia coli gebracht, waarna de bacteriënkolonie zich ging gedragen als een hormoonfabriek. Eigenlijk zijn er twee bacteriënkolonies nodig, want insuline bestaat ui twee eiwitstrengen; elke kolonie produceert een van de twee strengen. Deze eiwitstrengen worde verzameld,.gezuiverd en in het laboratorium aar n elkaar gekoppeld tot het insulinemolekuul. Het i natuurlijk duidelijk dat het in de naaste of verri toekomst mogelijk is om ook andere, voor de mens belangrijke stoffen te vervaardigen. lit In theorie is het uiteraard mogelijk dat door dit voi genetisch geknutsel voor de mens gevaarlijke r°lg ziekteverwekkers kunnen ontstaan. En dat is dai al® ook de reden, dat verschillende landen begonnei^oo zijn om wettelijke regelingen rond het recombinant DNA-onderzoek te scheppen, maar heden ten dage zijn de meeste onderzoekers het ,aai er toch wel over eens, dat het met de gevaren 1 wel meevalt de gebeurtenissen met het 'aD1 pokkenvirus in Birmingham ten spijt. Ocdc de lV01 door de Koninklijke Nederlandse Akademie vooi h'f Wetenschappen ingestelde commissie, belast met '®li; het toezicht op genetische manipulatie, pleit vooi jani een verzachting van de thans bestaande strenge richtlijnen, al is zij van mening, dat er snel een eej wettelijke regeling moet komen, opdat aa' onderzoekers en industrie weten waar zij aan ta zijn. ek' \m: Het lijkt dus een goede zaak om via schaar- en lijmpotwerk met bacteriën insuline te vervaardigen voor suikerpatiënten, die gevoelig zijn voor dierlijke insuline. Bovendien is het geenszins denkbeeldig dat er tekorten aan +chi dierlijke insuline zullen kunnen ontstaan. Toch zijn er deskundigen die niet zo gelukkig zilhui met de produktie van menselijke insuline door ied< middel van genetisch behandelde bacteriën. nen Professor Ruth Hubbard van de lam Harvard-universiteit bijvoorbeeld. Volgens haar pra kunnen er nog andere methoden ontwikkeld nim worden om insuline te produceren. Buitendien Ie C neemt insuline alleen de gevolgen en niet de ip I oorzaak van suikerziekte weg en zij meent ver! daarom dat de krachten meer geconcentreerd I lari moeten worden op het zoeken naar de oorzaken |etr« van de suikerziekte. Volgens haar hebben latii geneesmiddelen een zekere wetmatigheid i lub aangetoond: meer produktie stimuleert het <iolo gebruik, of de patiënten het nu nodig hebben of Je si niet. «poo: Terwijl de geleerden redetwisten over het voor l*"1 tegen van het recombinant DNA-onderzoek en dl Pe' politici zich buigen over een soepele dan wel kree strenge wetgeving, ziet de industrie nieuwe iPeri' mogelijkheden. In Nederland bereiden Unilever "H™ en Gist-Brocades zich voor om op industriële c"° wijze met de genetische knutseltechniek bepaaldl P" stoffen te gaan aanmaken. De firma Genetech ii| ÜP/1 San Francisco, dié nauw heeft samengewerkt m FPa de onderzoekers van City of Hope in Duarte bei ^r de octrooien voor de produktie van insuline met "P6'.' behulp van bacteriën en zou zo wel eens een leidende rol kunnen gaan vervullen in de ^P001 insulinewereld. Een woordvoerder van Genetech drukte zich zo uit: "Het aanbod van insuline kali dan onafhankelijk zijn van de hoeveelheid koeietpm en varkens, die gedood worden voor onze coteletten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 20