De nieuwe gasleverancier van Europa Algerije en Nederland hebben sinds enige tijd een band met elkaar. De band van het LNG, het vloeibaar gemaakte aardgas, dat vanaf 1984 in arote tankers naar de Eemshaven zalworden gebracht om daar weer gasvormig te worden gemaakt, geschikt voor de Nederlandse consumptie. De beslissing over Rotterdam of de Eemshaven, de beslissing over aanvoer per schip of per pijpleiding heeft de landelijke en plaatselijke politiek g beroering gebracht. gecombineerde Nederlands-Duitse contract geruisloos tot stand gekomen. De felicitatie van koningin Juliana aan de toen al zieke president Boumedienne in verband met de nationale bevrijdingsdag op 1 november weet men zich in Algerije beter te herinneren dan het gascontract Onze verslaggever Henk van den Boom en fotografe Anne-Marie Lameyer waren tien dagen in het land van gas en olie om de GNL, zoals de Algerijnen het LNG noemen, te zien geboren worden in de haven van Arzew. In een serie artikelen geven zij een beeld van dit socialistisch-islamitisch ontwikkelingsland in het Noorden van Afrika, en gaan zij in op vragen als: Hoe denktdit land de rol van Nederland te zullen overnemen als „gasboer" van Europa. Welke rol speelt daarin het LNG? Kunnen zij het contract met Nederland tijdig nakomen en heeft Algerije nog eigen plannen voor de verwerking van zijn grondstoffen? tael Algerijnse vrouwen bedekken hun gelaat. Vanuit de Islamitische traditie behoren zij buitens huis hun gezicht, en trouwens hun hele lichaam, :e verbergen achter een grote witte sluier die ze gm zich neen hebben geslagen. Alleen dat ene, raak kunstig opgemaakte oog kijkt de buitenwe- eld in en is dan ook het enige wat je van haar iunt zien. In de grote steden als Algiers, Oran, ïonstantine en Annaba heeft de traditie terrein rerloren en lopen de meeste vrouwen „gewoon" >ver straat Wat dat betreft zijn de Algerijnse rouwen verder dan de staat Deze toudt de sluier nog angstvallig voor in alleen de goeie vriend of de .limmerik komt te weten wat er alle- naal achter zit Na een afschuwelij- ;e bevrijdingsoorlog tegen de Frarv en, waarbij volgens de Algerijnse ironnen anderhalf miljoen Algerijnen lun leven hebben geofferd, hebben ie de deuren naar het Westen (lees kapitalisme en imperialisme) geslo- en. En alleen als zij dat nodig vin- len wordt die deur op een kier ge- et liettemin zijn er een klein miljoen luitenlanders in Algerije, waarvoor nen hotels heeft gebouwd die in >rijzen de Nederlandse in de scfia- luw stellen. Geen comfort ontbreekt tr, maar er is wel voor gezorgd dat :e gemakkelijk in het oog kunnen vorden gehouden: zo liggen ze op »én hoop. Als toerist is het niet noeilijk om Algerije binnen te ko nen. Maar wie om andere redenen tornt, zoals een journalist, moet een iindeloze en kostbare weg afleggen roordat je in het land bent Hetzelf- le geldt voor de buitenlanders, die n Algerije werken. Zij zijn er nodig >m de kennis in te brengen voor de >p gang gebrachte ontwikkeling van ilgerije. Bij vele buitenlanders wekt lat een boel ergenis en woede op. .andsbelangen ie Algerijnen zijn zich ervan bewust lat ze het de buitenlanders niet zo jemakkelijk maken. In hoofdstuk 7 ran het Nationaal Handvest, dat Joor de partij, het Nationaal Bevrij- lingsfront (FNL) is opgesteld, wordt rerantwoording afgelegd over de louding tegenover het buitenland. )aarin zeggen ze dat tijdens de ranse overheersing geen enkele po- jing is gedaan om in Algerije een loemenswaardige industriële ontwik- celing van de grond te krijgen. Er is liets gebeurd aan de vorming van ligen mensen op het gebied van wetenschap en techniek. Omdat dit >ntbreekt, zo" zegt het handvest, is Ie „samenwerking" met het buiten and nodig. „Die samenwerking met iet buitenland moet echter strikt folgens de belangen van het land ferlopen", zo zegt de nationale par- [Concreter noemt het manifest dan ■■drie hoofdregels waar groepen bui- ^®|tenlanders zich aan moeten houpen. Oe buitenlandse handel moet verlo pen via de staat of de socialistische ^«.bedrijven en moet een bijdrage leve ren aan de ontwikkelingsprojecten van het land. Wanneer buitenlanders n Algerije willen investeren of willen samenwerken, moet de controle en ste leiding altijd in Algerijn se handen blijven. En tot slot moet de samenwerking met het buitenland altijd een verbetering van het onder zoek naar de produktietechnieken lot gevolg hebben. Deze voor Algerije belangrijke uit gangspunten zijn verder uitgewerkt een reeks voorschriften, waaraan Ie buitenlanders zich hebben te ïouden. De bedoeling van dit alles s, dat Algerije op zijn eigen manier in zonder overheersende inmenging fan buiten zijn eigen koers en ont wikkeling wil bepalen. „De economi sche samenwerking met het buiten and moet elke vorm van neo kolonialisme uitsluiten" aldus het nanifest. foe dit in het dagelijks leven in de iraktijk wordt gebracht, ervaar je als iuitenlander gauw genoeg. In Séra- ha. een middelgroot dorp, ongeveer 20 kilometer van Algiers vragen we de politieagent of we een foto mo- jen maken van de aanleg van de gasleiding naar de huizen. De agent s belast met het toezicht op de werkzaamheden. Ons officiële papier van het Algerijnse ministerie van Buitenlandse Zaken maakt werkelijk ndruk op de man en hij is- ervan overtuigd, dat er geen bezwaren zul len bestaan tegen het maken van sen foto. Maar wie is hij! Voor alle :ekerheid moeten we even^ mee naar iet hoofdbureau, want de chef moet de beslissing nemen. Op groter schaal speelt dit zich af iet buitenlandse bedrijven, die in werkzaam zijn. In Arzew, de toekomstige uitvoerhaven voor het lederlandse LNG, hebben twee Duit- ie, een Nederlands en een Algerijns tedrijf de afgelopen drie jaar een jeheel nieuwe haven aangelegd, he lemaal uitgerust voor de export van las en olie. De start van dit enorme •rojekt heeft met enorme moeilijkhe- len te kampen gehad, omdat er jeen materialen aanwezig waren. Ze varen wel in Algerije, maar door de iureaucratische en omslachtige af- iandeling door de douane duurde iet soms wekén en maanden voor- Jat het vrij werd gegeven. Dat gaf illes bijeen een vertraging van an- Jerhalf jaar, zo vertelt één van de opmensen, De Algerijnen zijn hierdoor zelf het neest gedupeerd. Want hun econo- nie is bijna geheel afhankelijk van de uitvoer van het gas en de olie laar het buitenland. En daarvoor leb je nu eenmaal moderne havens [podig. De haven in Arzew is nu bij- ia klaar en tegen Kerst zullen de luitenlanders kunnen vertrekken, liermee maken de Algerijnen vaak sen ondankbare en onvriendelijke ndruk. Maar wie zich de moeite ge roost om dagelijks het officiële par- Ijblad „El Moudjahid" te lezen, /ordt er steeds weer aan herinnerd, lat de strijd om de onafhankelijk heid nog lang niet ten einde is. Ook 'l is in 1962 de onafhankelijkheid Van het land uitgeroepen. Wankele stappen fn 1963 wordt een begin gemaakt ftiet de onteigening van de buiten landse bezittingen. Algerije probeert óp eigen benen te staan. Maar het iijn een paar wankele stappen. Want de Fransen hebben niet veel anders achtergelaten dan enkele wijnvelden, eens opgezet toen er een ziekte, kwam in de druiventeelt in Frankrijk, maar waar de Algerijnen zelf niets mee kunnen doen, omdat ze vanwe ge hunv geloof geen wijn mogen drinken. Door het ministerie van Landbouw is dan ook besloten om de onrendabele druiventeelt geheel stopte zetten. Nu, 15 jaar na de onafhankelijkheid kun je zeggen, dat alle grotere be7 drijven in het land genationaliseerd zijn. Dat wil zeggen, dat de staat in bijna alle sectoren de macht uitoe fent. Formeel is er een sterke de centralisatie van de macht naar de, provincies en de gemeenten toe, maar in de praktijk blijkt steeds, dat de beslissingen in Algiers worden genomen, waar de regering zetelt. Deze sterke gerichtheid op de hoofdstad wordt ook in de hand gewerkt door het gebrek aan kun- digheid en kennis en de angst om verantwoordelijkheid te durven ne men. Altijd blijkt er weer een chef of een directeur te zijn, die het uit eindelijk maar moet zeggen. Bij ons bezoek aan Arzew konden we niets beginnen zonder eerst schriftelijke toestemming te hebben van de autoriteiten in Algiers. Ook als dat is gebeurd en we foto's ma ken in de nieuwe haven, worden we opgebracht door de politie, de „Na tionale Veiligheid". We zijn weer het middelpunt van het bureau en nie mand weet wat hij met ons aan moet. Je krijgt de neiging om van onvrijheid te spreken, maar dat is het waarschijnlijk niet. Een Neder lander, die al vijf jaar in Algerije werkt zegt: „Hier kan alles, maar je moet heel veel geduld hebben" Velen steken hun kritiek over deze situatie niet onder stoelen of ban ken. Maar tegelijk vertellen ze je, dat het land in ontwikkeling is. Met trots weten ze te wijzen op het nieuwe industriegebied dat in op bouw is rondom de nieuwe haven van Arzew. „Dat is allemaal van de staat", zegt een havenarbeider en met een weids gebaar wijst hij op de fabrieken. „Het gaat wel lang zaam, maar dat wordt beter als de regering meer geld heeft. Er is werk genoeg, maar er is geen geld". Enorme kosten Dat is inderdaad het probleem waar de Algerijnse regering mee te ma ken he§ft. Door de vele geplande ontwikkelingen op het gebied van landbouw en industrie is er erg veel geld nodig naast de hoge kosten van onderwijs, gezondheidszorg, le ger en administratie van het staat sapparaat. .Uiteindelijk zal dat alle maal uit de opbrengsten van de olie en het aardgas moeten komen, maar ook daarvoor moeten enorme bedra gen worden gëinvesteerd in ontgin ning en verwerking, voordat het transport goed op gang kan komen. En op dit moment is er van buiten landse zijde niet zo veel belangstel ling voor investeringen en krediet verlening in Algerije. De 17,5 miljoen Algerijnen (een aan tal dat nog jaarlijks hard groeit), van wie meer dan de helft nog jonger is dan 18 jaar, beseffen zeer goed, dat hun bestaan in de eerste plaats zal afhangen van een snelle ontwikke ling van de grondstoffenwinning. De landbouw, waarin ongeveer de helft van de bevolking zijn brood moet Wankele stagpen aan de hand van het buitenland verdienen, levert maar een klein aandeel in de nationale economie (7 procent van het nationale bruto pro- dukt). Veel voedingswaren moeten worden ingevoerd en worden met behulp van subsidies op een betaal baar peil gehouden. Bèhalve een snelle ontwikkeling van de industrie heeft de regering in het derde vierjarenplan, dat dit jaar van start is gegaan, dan ook bekend ge maakt dat veel aandacht aan de landbouw zal worden geschonken. Een eerste noodzaak in dat verband is de waterhuishouding. Op korte termijn gaat het hier om de bevloei- i'ng van 200.000 ha landbouwgron den. Schapenfeest Tegen deze zwaarwegende achter gronden speelt zich het leven van alledag af. Een gesprek op de bank in het park van Algiers, of in Alge- rije's tweede stad Oran mondt on vermijdelijk uit in lyrische verhalen over het komende schapenfeest: „Aid-EI Adha", zoals het in het Ara bisch wordt genoemd. Een Islamiti sche traditie, waarbij elke familie zijn schaap koopt en slacht. Dagen van tevoren is de opwinding over dit „Arabische kerstfeest" merkbaar en wordt ons duidelijk gemaakt, dat we dit in een familie moeten mee maken. Op weg naar de schapen- markt worden we aangesproken door een gesluierde vrouw, die ons meeneemt naar haar huis. L'Aid' het schaap! Het is pas de dag vóór de ceremonie begint. De familie is al verenigd. De gastvrij heid is groot en overvloedig: wij zullen „het feest geenszins storen" De vader van de familie heeft het beste schaap van de markt gekocht Links de moderne wereld van nieuwe flats, rechts wo ningen uit de Franse tijd. In het midden een ge sluierde vrouw, die met de over gang naar de nieuwe tijd niet uit het stadsbeeld verdwenen is. Bij het schapen feest vindt het slachten niet al leen plaats in de huizen, maar ook buiten. Er zijn overigens heel wat voorschriften, waaraan het slachten moet vol doen. Trots trekt hij het dier mee in de woonkamer, waar de hele familie hQt keurt. Het moet een schaap van het mannelijk geslacht zijn, zoals de rite het voorschrijft. In twee miljoen Algerijnse families gebeurt intussen hetzelfde. In de flats, in de krotten, in de tuinen be reidt men het slachten voor. Wie het kan betalen maakt een reis naar de heilige stad Mekka, een verplichting, die iedere Mohammedaan eens in zijn leven moet vervullen. Evenals het schaap is de reis naar Mekka voor velen een te kostbare verplich ting. Een bezoek aan de heilige stad kost een Algerijn 5000 gulden. Bin nen de overheidskantoren krijgen elk jaar twee of drie mensen gratis de reis naar Mekka aangeboden. Dat is echter niet zo met een schaap. Het staatsblad El Moudjahid schrijft al dagen voor de feestdag felle kommentaren tegen de uitwassen van het schapenfeest. De krant wijst erop, dat het slachten van een schaap geen religieuze verplichting is. Het moet niet zo zijn, dat iedere familie eraan mee moet doen, omdat de buren het ook doen. Als het geld het niet toelaat, is het beter het niet te doen, aldus Moudjahid. Ook wordt gewezen op de noodzaak var hygiëne. Het slachten van schapen op de balkonnen en in de hal van de flats wordt veroordeeld. Ook wordt fel gefulmineerd tegen het op jagen van de prijs van schapen. Een schaap mag niet meer dan 100 tot 200 dinar kosten (1 dinar is iets meer dan 50 ets). Maar op de markt, zo meldt het blad, zijn prij zen tot 1500 dinar neergeteld. De vader van de familie waar we zijn, heeft zich niet laten afzetten. Hij heeft 200 dinar betaald voor een goed schaap. Om 9 uur 's morgens 'zijn we weer terug bij de familie, de schoenen blijven voor de deur. De kinderen wachten opgewonden op het grote moment. De groteren zijn wat stiller dan anders. De moe der, in feestelijk gewaad, staat ach teraf. Zij dwingt respekt af. De kin deren hebben haar eerbiedig begroet, toen ze uit de moskee kwam. De vader leidt het slachten. De po ten van het schaap worden bij el-: kaar gebonden. Daarna worden de bek en de buik van het dier, bij wij ze van rituele handeling gewassen, terwijl de vader zijn handen wast; Dan snijdt hij het scherpe mes door: de wollige hals. Van sommige flats komen stroompjes bloed van de bal kons langs de muren. Het feest is begonnen. De volgende dag zal het- schaap worden gegeten. De inge-. wanden, de kop en de poten wor- den vandaag al gebruikt. Met het weekend meegerekend, dat in Algerije vanwege de Islam op donderdag en vrijdag valt, is het vier dagen feest. Alles ligt stil. be halve de markten en de winkeltjes die altijd open zijn. Het zijn dagen om de familie te bezoeken. Al drie dagen vóór de feesten staan er rijen dik mensen te wachten voor de lo ketten van de bussen en treinen om een kaartje te bemachtigen. In onze: naïveteit zijn we te laat voor onze noodzakelijke reis naar Arzew. Mis-, schien is er een kansje met het vliegtuig. Het kost ons een dag om_ een ticket te krijgen, omdat de ver*: binding met Parijs is verbroken. Via', de computer daar moeten alle boe-: kingen in Algerije verlopen. Tijdens de feestdagen zijn de veel vuldige bioscopen afgeladen vol.; Wie een auto heeft trekt met de fa milie naar buiten. Buitenlanders zie je wat doelloos rondlopen; ze stel-: len weinig pogingen in het werk om" kontakt met het Algerijnse volk te krijgen. 'Als het feest voorbij is.- komt de maatschappij weer lang zaam op gang. Nieuwe plannen Dagelijks worden in de krant nieuwe plannen en ontwikkelingen bekend gemaakt, die de regering wil begin- nen. Op het gebied van landbouw, onderwijs, woningbouw en industrie.:. Het lijkt allemaal wat veel. maar wie- wat door het land heenrijdt mo?t - konstateren dat er overal wat gebe urt. Het belangrijkste hierbij is misschien wel de grote aandacht die aan het onderwijs wordt geschonken. In een klein aantal jaren heeft Boumedien- - ne weten te bereiken, dat alle kinde ren naar school gaan. We merken het op straat, als kinderen gesprek jes willen beginnen in Duits en En gels. Hopelijk zal dit ertoe bijdragen om één van Algerije's grootste pro blemen uit de wereld te helpen: het - ontbreken van eigen goed ge- schoold en ontwikkeld midden- en bovenkader. Het hoogste kader wordt nu nog - grotendeels uit het buitenland ge^ haald. Het middenkader wordt voor-.' namelijk gevormd door de Algerijnen zelf. En daar liggen dan ook vaak de grootste problemen. Verschillen de in gang gezette ontwikkelingen stranden op dit niveau. HENK VAN DEN BOOM Foto's: ANNE-MARIE LAMEYER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 15