„We moeten
die
jongeren
voor de
leeuwen
gooien"
AL SINDS
JANUARI
GEBLESSEERD
rentree na
„een
jeschrijflijke
el'ende"
LEIDSE COURANT/. ZATERDAG 18 NOVEMBER 1978
Jorritsma, gymnastiekleraar aan de HTS in
Alkmaar, wilde de vrije week herfstvakantie zo
goed mogelijk benutten en laste in allerijl een
trainingskamp in voor zijn kersverse ploeg. De
voorlopige namen van de ploeg werden ingevuld en
met de grootste spoed begaven Rob Weis, Harm van
der Pal, Geert Kuiper, Henk Muilerman, Jaap
Zwaagman en Marcel Scheperkamp zich naar hotel
„De Zilverspar" in Bergen, het zenuwcentrum voor
operatie „afknijpen".
Een week later waren de schaatsers, die hun
basisconditie bij hun regionale trainers hadden
opgedaan, weer thuis, nog verbaasd over de
dadendrang van hun nieuwbakken trainer, die het
woord bij de daad voegde en de jonge knapen
gedurende een week op de „pijnbank" legde. Voorts
hadden zij de mededeling gekregen dat voortaan elk
weekend een trainingskamp belegd zou worden om
zo snel mogelijk de achterstand in te lopen.
„Als dat nog mogelijk is", voegde Jorrit Jorritsma
er aan toe. „Maar dat geeft niet. We gaan er alles
aan doen, wat maar mogelijk is. De trainers hebben
door de nieuwe structuur, die er in de KNSB
eindelijk door is, veel meer mogelijkheden tot
gericht en snel werken gekregen. De tweede dag dat
ik in dienst was, kreeg ik een aanbod van Bouke
de Boer uit Alkmaar om belangeloos mee te werken
als fysiotherapeut. In de vroegere constellatie moest
je eerst gaan praten met de technische commissie.
Dat is nu niet meer nodig. Ik heb De Boer
onmiddelijk een bevestiging kunnen geven. Dat is
mijn verantwoordelijkheid".
Redelijke omstandigheden om te functioneren
derhalve voor Jorrit Jorritsma, zou men geneigd
zijn te denken. Hij is het met die stelling echter lang
niet eens. Er zal nog erg veel gerealiseerd moeten
worden, alvorens Jorrit Jorritsma met een tevreden
gevoel zich met zijn ploeg kan gaan bezig houden.
Geld is het belangrijkste woord in het betoog van
de kersverse bondscoach over de dingen, die fout
zitten in de begeleiding van schaatstalent.
„Mijn visie op het begeleiden van de schaats jeugd
in Nederland is, dat je ze rijp voor het grote werk
moet afleveren. In Nederland is men altijd van de
gedachte uitgegaan, dat de schaatser pas op vijf-,
zesentwintigj arige leeftijd optimaal kan presteren.
De opbouw bij de jeugd is daar ook naar. Jongeren,
die veel talent hebben, komen na hun periode in
Jong Oranje vaak te zwemmen in het gat, dat
gewoontegetrouw gecreëerd wordt tussen de grote
jongens van de kernploeg en het aanstormende
talent van Jong Oranje. Veel talent is daardoor
verloren gegaan. Een jongen als Ronnie
Nooitgedacht is daardoor ook „verzopen".
Lariekoek
„Van die situatie moeten we af. De gedachte dat
men pas op latere leeftijd in de schaatssport
prestaties levert, is lariekoek. Ik kijk maar naar het
zwemmen. Waaom kunnen jongens van vijftien jaar
daar wel wereldrecords zwemmen op een lange
afstandnummer als de 1500 meter, terwijl ze in de
schaatssport van het rijden van de tien kilometer
afgehouden worden. Dat is toch achterhaald. Nota
bene door een jeugdschaatser zelf. Eric Heiden heeft
alle theorieën volledig op losse schroeven gezet.
Maar zijn wereldtitels en -records zijn zeker nog
niet verbazingwekkend genoeg geweest om ons
Nederlandse schaats wereld je wakker te schudden".
„We volharden in hetzelfde stramien. Een verkeerd
stramien, dat lijkt me duidelijk. We moeten in de
ploeg van Jong Oranje sport knapen maken, die
volledig in staat zijn om zonder enige terugval op
het allerhoogste niveau te acteren. Er is in de
topsport geen plaats voor weekheid. Het is dus zaak
dat we ze al in hun jeugd confronteren met de
harde zaken van de topsport".
..Ho^doe je dat? Door de jongens in internationale
Jorrit Jorritsma: „De gedachte dat men pas op latere
leeftijd in de schaatssport prestaties kan leveren is
lariekoek"
wedstrijden mee te laten doen, tegen de grote
kanonnen. Dan blijkt of ze het sportieve en mentale
peil hebben om echt mee te komen. Hebben ze dat
niet, dan zou je gewoon moeten stellen: ga maar
naar je regionale ploeg terug. Misschien zien we je
nog een keer. Dat is de methode volgens mij".
„Daarvoor zou o.a. ook de constellatie van de
wedstrijden in Nederland veranderd moeten worden.
Er mogen er nu maar drie rechtstreeks aan het
Nederlands A-kampioenschap meedoen. Dat is te
weinig. Laat gerust al die junioren meedoen. Het is
alleen maar goed voor hun vorming. Weliswaar
bestaat nu nog het achterdeurtje om je weer via de
B-titelstrijd te plaatsen, maar dat is toch niet
ideaal".
Leeuwen
„We moeten dus de jeugd voor de leeuwen werpen.
Waar kan dat? In Inzeil bijvoorbeeld tijdens de
wedstrijden om de Gouden Schaats, waar meestal
de wereldtop aanwezig is. Vraag maar aan de
organisatoren of de toekomstige toppers van
Nederland, toch nog altijd een toonaangevend
schaatsland, mee mogen doen, desnoods buiten
mededinging. Ik verzeker je dat dat verzoek
ingewilligd wordt De wedstrijden om de
Dynamo-Cup in Berlijn zijn ook een mogelijkheid".
„En zo is er nog wel het een en ander te bedenken,
bijvoorbeeld een interland waarin jeugd en senioren
van schaatslanden als Nederland en Noorwegen
Jorrit Jorritsma,
schaatscoach voor
de jeugd
gemengd tegen elkaar uitkomen. Ook zeer goed voor
de ervaring. Voor dat alles is geld nodig. Ik heb
momenteel een budget van 35.000 gulden van de
Bond. Daar kunnen we de noodzakelijkste dingen
mee doen. Dat „baantje extra", daar is geld van
bijvoorbeeld een sponsor voor nodig".
Een paar dagen later kwam Jorritsma tot een
vergelijk met de Nederlandse importeur van
Japanse camera's die op iets meer positieve reclame
uit was dan Hans van Helden hem het seizoen, dat
hij onder contract stond, had geleverd.
De vijftienduizend gulden („een redelijk bedrag voor
zo'n eerste jaar, dat misschien volgend jaar tot
betere proporties uitgebouwd kan worden", aldus
Jorritsma) zijn weer het resultaat van de geweldige
ambitie die de oud-Rotterdammer aan de dag legt
om te bewijzen, dat er nog grootse dingen met de
Nederlandse schaatsjeugd te realiseren zijn.
Daartoe zal hij in zijn zware „bijbaan" de komende
maanden ook vele gesprekken voeren met de
regionale trainers. Verder staat een grondige
inspectie te wachten van de jongeren-selecties, zoals
de C- en D-junioren.
„Als er talent bij zit dat bruikbaar is, dan hevel ik
ze zo over naar Jong Oranje. De besten, al zijn het
de jongsten, moeten erin. Dat is een van de
essenties van mijn bedoelingen. De Nederlandse
schaatsliefhebber kan ik dus al mededelen, dat er
aan de jeugd wordt gewerkt".
John Volkers
toe te passen. De uitslag was voor zowel
Kila als Bos een openbaring: het bleek
namelijk geen binnenmeniscus te zijn.
„Ik was die week daarvoor huilend het
ziekenhuis in Nijmegen uitgelopen",
herinnert Aad Kila zich. „Ik hoorde die
uitslag en er stortte weer een wereld in.
Toen ik dan bijkwam uit die narcose na
die ingreep van Bos en hij mij onmiddellijk
toeriep dat het de binnenmeniscus niet was,
wat het eerste wat ik zei: Kees,
gefeliciteerd. Hoewel ik altijd anders dokter
tegen hem zeg. Je kunt je voorstellen hoe
blij ik was dat ik niet naar Nijmegen ben
gegaan. Dan zou ik nog langer rijn
uitgeschakeld. Sinds dat onderzoekje van
dokter Bos is het goed gegaan. En dat
duurt nu al drie weken, dus ik zie het
allemaal weer veel positiever in. Ik heb in
eerste instantie veel rust genomen en sinds
maandag train ik weer volop mee. Ik heb
mijn hoop nu gevestigd op de periode na
de winterstop. Dan zal ik weer helemaal
terug moeten komen. Dat is belangrijk,
want mijn contract loopt aan het eind van
dit seizoen af".
Aandacht
Aad Kila heeft dan nog een half jaar de
tijd om (opnieuw) aan te tonen dat hij een
meer dan gemiddelde middenvelder is. Dat
bleek al zeven jaar geleden toen hij als
zeventienjarige zijn debuut maakte bij FC
Den Haag-Ado. Zijn entree in het betaalde
voetbal was zelfs zo overtuigend dat hij
onmiddellijk de aandacht trok van
Feyenoord, dat hem zelfs voor een gesprek
naar Rotterdam uitnodigde.
„Ik ben toen in mijn eentje in de trein
naar de Kuip gegaan", herinnert Aad Kila
zich nog. „Ik heb met Brox gesproken en
het aanbod was erg goed. Maar 's-avonds
stond FC Den Haag bij me op de stoep. Ze
vroegen wat ik wilde verdienen. Ik vroeg
hetzelfde als wat ik bij Feyenoord
aangeboden had gekregen en ik kreeg het.
Voor die tijd was het een niet onaanzienlijk
bedrag voor een arbeidersjongen. Maar
later heb ik gehoord dat ik als ik had
gewild bij Feyenoord vijf keer zoveel had
kunnen verdienen. Maar ja, dat is achteraf
praten. Het was eigenlijk niet zo verstandig
om zo'n gesprek alleen als jong broekie te
voeren".
„Toch heb ik het bij FC Den Haag best
naar mijn zin gehad", zegt Aad Kila
oprecht. „Maar achteraf zeg ik toch dat het
voor mijn ontwikkeling beter zou rijn
geweest als ik naar een andere club was
gegaan. Iedereen hier in Den Haag denkt
dat ik al een jaar of dertig ben. Zo lang
speel ik al hier. Toch ben ik pas 24, hoewel
anderen me als een meubelstuk
beschouwen. Ik heb vaak gedacht: ik ben
een Haagse jongen, ik kan misschien
moeilijk ergens anders aarden. Maar
inmiddels ben ik rijper, volwassener. Ik
durf nu de stap naar een andere club
gemakkelijk aan. Ik ben nog zo jong, ik
kan nog alles gaan doen. Maar ik denk
toch ook zeker al aan later. Daarom ben ik
op het ogenblik bezig iets in de horeca te
doen. In de week werk ik een aantal dagen
in een zaak in de Parkstraat. Daar kan ik
dan al ervaring opdoen voor het geval ik
later iets in die richting wil gaan doen. Ik
ben nu bezig met een horeca-cursus en wil
de komende jaren ook nog andere
diploma's halen. Mijn baas hier, Jules
Wareman, treedt ook op als mijn
zaakwaarnemer. Daarvoor doe ik iets terug.
Ik sta hier in de zaak en doe enige
representatieve werkzaamheden. Dat gaat
uitstekend. Het bevalt me erg goed".
Heeft Aad Kila dus al enige ideeën over
zijn maatschappelijke toekomst, ook over
zijn sportieve vooruitzichten heeft hij veel
nagedacht. „Voetbal is voor mij op dit
moment nummer één", zegt hij. „ik heb
het de afgelopen drie jaar erg moeilijk
gehad. Vooral doordat mijn moeder een
paar jaar geleden is overleden en kort
daarna mijn opa, die een tweede vader
voor me was. Ik heb geprobeerd al de
problemen die daaruit voortvloeiden alleen
te verwerken, maar dat heeft me moeite
gekost. Het heeft in ieder geval een grote
weerslag gehad op mijn
voetbalactiviteiten.
Eigenlijk is mijn carrière tot dusver niet zo
verlopen as het zich zeven jaar geleden liet
aanzien. Daar liep bovendien nog dat
seizoen doorheen, waarin ik die rode kaart
kreeg. Dat heeft me dat jaar erg bëinvloed,
terwijl het me zeker vier- vijf duizend
gulden heeft gekost. Maar nu wil ik
proberen helemaal terug te komen. Ik wil
het liefst na zo'n lange tijd rustig proberen
in vorm te komen, eerst een paar
wedstrijden in het C-team en dan na de
winterstop proberen op het oude niveau te
zijn. Maar als De Visser me eerder nodig
heeft zal ik er rijn".
tertui
11 Pri AG Het ziet er naar uit dat
haa jdensweg van Aad Kila
toil in een definitief einde komt.
I jaar, in januari om precies te
I 0 te de immer werklustige
elder geblesseerd aan de
nie. Weliswaar speelde hij nog
il raai nada' onderzoeken niets
jjs angetoond. Maar door te geringe
arbeid en hinder van de
0 ing bleven de prestaties van Kila
tc. van hem gewende verwachtingen,
ijf maanden later maar liefst,
niet langer. Kila gaf te kennen
jiedis moest gebeuren. Tot overmaat
e liep Kila tegen Ajax een zeven
i er lange vleeswond in het
en op, waardoor de inmiddels
slaa ilijk gebleken operatie aan de knie
vas orden uitgesteld. Het vergde niet
ir m an zeven weken voor die wond
s o. Ie was genezen om de onwillige
zoi te pakken. Wat op foto's tot dat
niet kon worden aangetoond,
.o.tl het openmaken van het
Ie lichaamsdeel: de buitenmeniscus
in hadigd en moest worden
huu rd.
Aad Kila: voorproefje in de horeca.
Maar wat bij de meeste collega's van Aad
Kila een weliswaar pijnlijke, maar
doorgaans routineuze ingreep betekent,
werd bij de speler van FC Den Haag het
begin van wat hij zelf noemt „een
onbeschrijfelijke ellende". Want terwijl hij
in het ziekenhuis lag bij te komen van de
knie-operatie kreeg een virus greep op Kila,
waardoor hij ineens werd geplaagd door
een koorts van meer dan veertig graden.
Bovendien werd nog een punctie gedaan in
de knie van Kila, omdat de behandelende
doktoren aanvankelijk meenden dat de
wond in de knie was gëinfecteerd. Pas na
acht dagen mocht de onfortuinlijke
voetballer naar huis, maar wie gedacht
mocht hebben dat de narigheid toen
voorbij was kwam bedrogen uit. Er
ontstonden problemen met het gips om de
knie, hetgeen de genezing nog weer
enigszins vertraagde. Desondanks begon
Kila half juli, anderhalve maand na de
operatie, weer met een lichte training. Zes
weken duurde deze aangepaste reeks
oefeningen, waarbij er in het geheel niets
werd geforceerd. Het ging allemaal
voorspoedig en een rentree van Aad Kila in
het C-team van FC Den Haag in een
wedstrijd tegen Ajax leek niets in de weg
te staan.
Het liep echter anders. Want in plaats van
een terugkeer halverwege september trad
er opnieuw een ernstige stagnatie op. Twee
dagen voor Kila het veld weer zou in
komen adviseerde oefenmeester De Visser
hem dat bewuste weekeinde nog even rust
te nemen. En of de duivel er mee speelde:
Kila kreeg die zondag weer pijn in de
geopereerde knie. Deze situatie
verslechterde zelfs nog de volgende dagen.
Dinsdag kon hij nauwelijks meer lopen.
Ditmaal was de oorzaak een geïrriteerde
pees in de knieholte, veroorzaakt door
geforceerd lopen tijdens het voorafgaande
genezingsproces van de meniscusoperatie.
Kila kreeg drie weken rust voorgeschreven.
Waarna opnieuw werd getracht tijdens een
voorzichtig opgebouwde training de
achterstand weg te werken. Maar zoals Kila
in een wedstrijd ook vrijwel nooit versaagd,
zo ging hij er ook tijdens een training weer
iets te stevig tegenaan. Bij een poging een
bal te onderscheppen schoot de pijn weer
in het geplaagde gewricht, waarna er
vervolgens vocht werd aangetroffen in de
knie. Dit keer werd hem twee weken rust
voorgeschreven.
Maar die twee weken werden twee
maanden. Onder meer door een injectie
werd getracht de vochtvorming tegen te
gaan, maar het bleek geen oplossing. Kila
vroeg bij de medische staf van FC Den
Haag, in wie hij overigens ondanks alle
tegenslagen een groot vertrouwen zegt te
hebben, of er niet eens iemand anders kon
worden ingeschakeld bij de genezing.
Aanvankelijk werd kontakt gezocht met
specialist Hermans, maar deze bleek niet
bereikbaar. Vervolgens werd de Nijmeegse
specialist Honig benaderd. Met een
assistent-arts van FC Den Haag toog Kila
naar Nijmegen.
Daar werden de contrastfoto's gemaakt,
waaruit Honig concludeerde dat de
binnenmeniscus was beschadigd en dat
operatief ingrijpen noodzakelijk was.
Clubarts Bos van Kila's eigen FC Den
Haag geloofde de diagnose niet en stelde
Kila voor in hef Westeinde-riekenhuis een
onderzoek te ondergaan, waaruit zou
moeten blijken of de conclusie van Honig
juist was. Hoewel Bos aanvankelijk onder
plaatselijke verdoving de bewuste knie
wenste te onderzoeken, besloot hij op
aandrang van Kila toch een totale narcose
RIC HEIDEN
ZETTE
ALLE
THEORIEËN
OP
LOSSE
SCHROEVEN
Alkmaar De lucht rondom de vaderlandse
schaatsjeugd begint op te klaren. Toen Eddie
Verheijen, de kandidaat-coach voor Jong Oranje,
ten langen leste toch maar van die zware taak
afzag, zat de KNSB met de handen in het haar. De
bondsbestuurders wendden zich, terwijl de
voorbereiding van de andere kernploegen al
maanden in volle gang was, tot Jorrit Jorritsma,
bepaald geen onbekende in schaatsland. De man
met niet alleen actieve ervaring maar ook met een
staat van dienst als trainer (Canada en de
Westduitse jeugd) zei volmondig ,Ja" tegen de
voorstellen van de Bond en was vanaf dat moment
trainer-coach van de schaatsjeugd heren.
Eric Heiden, de jonge
Amerikaan die vanuit het
niets kwam en door
drong tot de absolute
top