De verdediging van
Aantjes uit 196 7
eel arbeiders vluchtten
it Duitsland via de SS
Griesmeelpap
Ive liter tijdelijk
„Echte reden van Aantjes'
afzien van ministerspost*
bewust achtergehouden"
UW GEVONDEN DOCUMENT ONTHULT:
Kabinet moet zich
niet bemoeien met
gedrag kamerleden
tjes: wachtbataljon
!?Us onderdeel Waffen-SS
BIESHEUVEL, AR-LEIDER IN 1967:
De Beurs
Eigenhandig
is zo:
MBER
ENLAND
LEIDSE COURANT.
WOENSDAG 15 NOVEMBER 1978 PAGINA 9
J nze parlementaire redactie)
AG Het verhaal van mr.
antjes, dat hij de Waffen-SS
,ruik heeft als vervoermiddel
- Ierland, is niet zo onwaar
als velen tot nu toe hebben
2' Na september 1944 - Aantjes
tich in oktober van dat jaar
in een proces-verbaal, geda-
[anuari 1946, van een ambte
de Politieke Recherche Afde-
met zuiveringsonderzoek.
bevindt zich in de collectie
jjksinstituut voor Oorlogsdo-
maar was prof. De Jong
medewerker A.J. van der
Leeuw niet bekend, toen zij hun rap
port over Aantjes publiceerden.De
Jong noemde op zijn persconferentie
vorige week de vluchtpoging via de SS
nog „zeer onwaarschijnlijk".
Het verbaal van de PRA-ambtenaar
luidt als volgt: „Na september 1944 wa
ren vele arbeiders in Duitsland totaal
van hun familie gescheiden, omdat er
geen verlof meer werd verleend, ter
wijl er ook geen postverbinding meer
was. Om te vluchten en dan naar Ne
derland terug te keren was een onmo
gelijkheid. In vele gevallen werd dan
daarom de Waffen-SS te baat genomen
om naar Nederland terug te keren."
„Men trad nl. dan tot de Waffen-SS
toe en verkreeg de benodigde papieren
en een spoorkaartje om naar Neder
land te gaan, omdat in Hoogeveen de
opleiding tot SS'er plaatsvond. Indien
betrokkene dan over de Duitse grens
was, trachtte hij van het transport
naar Hoogeveen te ontvluchten. Be
weerd wordt dat van dergelijke tran
sporten slechts een derde gedeelte te
Hoogeveen aankwam. Ook tijdens de
opleiding zouden er nog vele ontvlucht
zijn. Zij, die dan ook tijdens het tran
sport of tijdens de opleiding zijn ont
land, en verzweeg hij daardoor iets,
maar twee maanden later trok hij dit
recht
In een brief aan de Studentenzuive
ringscommissie vertelde hij toen dat
hij in juli 1943 door de PTT was uitge
zonden. Het gevolg was dat hij (op 13
december 1945) voor de Zuiveringscom
missie moest verschijnen. De uitspraak
vlucht, kan men moeilijk als vrijwilli- luidde „nul maanden", waarmee be-
gers der Waffen-SS aanmerken".
De bewering van De Jong en Van der
Leeuw dat Aantjes zich vermoedelijk
heeft schuldig gemaakt aan valsheid in
geschrifte, doordat hij niet aan de uni
versiteit in Utrecht meldde dat hij in
Duitsland had gewerkt, blijkt maar ten
dele waar. Weliswaar ondertekende
Aantjes de zgn. studentenverklaring,
waarin expliciet gevraagd werd naar
een eventuele tewerkstelling in Duits-
doeld werd dat Aantjes kon worden
toegelaten.
Hier staat natuurlijk weer tegenover
dat Aantjes niet vertelde dat hij zich
in oktober 1944 bij de Waffen-SS had
gemeld. Daarmee antwoordde hij niet
naar waarheid op de vraag of hij na
10 mei 1940 lid of begunstiger was ge
worden van enige „Nationaal-socialisti-
sche, fascistische of landsverraderlij ke
organisatie of vereniging".
(Van onze parlemen
taire redactie)
DEN HAAG De
voorzitter van de
Tweede Kamer, dr.
Anne Vondeling,
vindt dat het kabi
net zich niet had
mogen bemoeien
met de presentatie
van het rapport van
dr. De Jong over
het oorlogsverleden
van mr. Aantjes. Dr.
De Jong en diens
medewerker Van
der Leeuw hadden
zich direct tot de
Kamervoorzitter
moeten wenden,
toen zij lucht had
den gekregen van
het gedrag van de
heer Aantjes gedu
rende de oorlogsja-
Formeel hadden zij
weliswaar ook minis
ter Pais (Onderwijs
en Wetenschappen),
die verantwoordelijk
is voor het werk van
het Rijksinstituut
voor Oorlogsdocu
mentatie, op de
hoogte moeten stel
len, maar Pais had
zich verder van eni-
Vondeling over zaak Aantjes:
ge bemoeienis moe
ten onthouden.
Dr. Vondeling
schreef dit maandag
in een notitie aan de
Bijzondere TCamer-
commissie, die zich
met de zaak-Aantjes
bezighoudt en aan
de ministers Van
Agt, De Ruiter en
Pais.
In het antwoord op
de vele vragen die
vanuit de Bijzondere
Kamercommissie
over de kwestie-Aan-
tjes zijn gesteld, stel
den premier Van
Agt en de ministers
De Ruiter en Pais
dat het Rijksinstituut
voor Oorlogsdocu
mentatie (RIOD)
geen onderzoeksre
sultaten rechtstreeks
aan de Tweede Ka
mer mag aanbieden.
Dit omdat het RIOD
een rijksinstelling is
en dus onder de ver
antwoordelijkheid
van een de ministers
valt. Daarom hebben
wij voor een doorge
leiding naar de
Tweede Kamer zorg
gedragen", aldus de
drie bewindslieden.
Aantjes verzweeg SS-verleden niet
in onze parlementaire redactie)
AAG - Mr. Aantjes heeft er ten:
twee keer op gezinspeeld dat hij
oktober 1944 voor de Waffen-SS
neld. Zowel tegenover zijn partij-
Maarten Schakel als tegenover
ïster Pakvis van de rijkspolitie,
beiden in 1945 ondervroegen
n oorlogsverleden, verklaarde
dat hij uit Duitsland weg was
n door zich op te geven voor het
bataljon".
j Jong wijst erop dat ook dit ba-
-idat wil zeggen het „Wachtbataljon
sst", een onderdeel van de Waf
fen-SS was. In de oproepen voor dit ba
taljon werd dit duidelijk vermeld. De
Partij van de Arbeid stelt nu, in nadere
vragen aan de regering, dat de Politieke
Recherche Afdeling dus kon weten dat
Aantjes met de Waffen-SS te maken had
gehad. Wachtmeester Pakvis hoorde dit
van Aantjes en zijn rapport werd uitein
delijk voorgelegd aan een officier van
justitie, die besloot dat er geen reden
voor vervolging was.
De PvdA wil in dit verband ook graag
weten waarop de eindconclusie van de
Jong en van der Leeuw, namelijk dat
Aantjes wezenlijke punten uit zijn verle
den heeft verzwegen, gebaseerd was.
leen voor Melkunie- of Menken Landbouw produkten.
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG - „Ik heb zeer bewust afge
zien van een publieke mededeling over
het niet toetreden van Mr.Aantjes tot
het te vormen kabinet en van de reden
waarom ik hem adviseerde dat niet te
doen. Hetgeen dr.Berghuis vanuit de
Krim had vernomen over het oorlogs
verleden van Mr.Aantjes achtten
dr.Berghuis en ik ernstig genoeg om
hem te ontraden een ministerspost te
aanvaarden".
Dit schrijft mr.B.W.Biesheuvel, voorzitter
van de Tweede Kamerfractie van ARP
in 1967, in antwoord op het verzoek van
Tweede Kamervoorzitter Vondeling om
nadere informatie over het oorlogsverle
den van mr. Aantjes.
De toenmalige voorzitter van de ARP
Berghuis en fractievoorzitter Biesheuvel
bevestigen dat in 1967, toen de heer
P.J.S.de Jong kabinetsformateur was,
Aantjes kandidaat was voor het minister
schap van Volkshuisvesting. Berghuis
had van iemand uit de Krim een waar
schuwing ontvangen over het oorlogsver
leden van Aantjes, die op het kantoor
van de Organisation Todt te Assen zou
hebben gezeten en volgens ooggetuigen
de Hitlergroet zou hebben gebracht. Be
rghuis was van mening dat mr.Aantjes
op grond van de hem gedane mededeling
moest worden ontraden een minister
schap te aanvaarden. Ik deelde deze op
vatting", aldus Biesheuvel in zijn brief
aan Vondeling. „Ik vond het op 31 maart
1967, 22 jaar na de oorlog, met de sum
miere en niet geverifieerde gegevens
waarover ik toen sinds enkele uren be
schikte onverantwoord tegenover
nr.Aantjes om zonder nader onderzoek
in de openbaarheid te brengen wat ik
zojuist over zijn oorlogsverleden in As
sen had vernomen en het feit dat ik hem
op grond daarvan had ontraden tot het
te vormen kabinet toe te treden", schrijft
Biesheuvel.
Hij heeft ook de AR-Tweede-Kamerfrac-
tie daarover niet ingelicht. Na de nadere
briefwisseling tussen Berghuis en Aan
tjes (zie elders) heeft ook Biesheuvel er
een streep onder gezet.
Van de briefwisseling tussen Berghuis en
Aantjes in 1967 werden enkele vooraan
staande ARP-ers op de hoogte gesteld, te
weten de heren J.A.Bakker, Smallen-
broek en Bruins Slot. Latere AR-leiders
bleven daarvan onkundig.
Morgen
kamerdebat
over
zaak-Aantjes
DEN HAAG - De Tweede Ka
mer houdt morgen het debat
over de zaak-Aantjes. Kamer
voorzitter Vondeling deelde
dinsdag mee dat naar het
oordeel van de bijzondere Ka
mercommissie het debat vol
doende is voorbereid. De ver
gadering van de Kamer
begint om kwart over tien en
zal, naar verwacht wordt,
lang duren.
De Kamercommissie heeft be
sloten prof.dr.L. de Jong, di
recteur van het Rijksinstituut
voor Oorlogsdocumentatie, en
zijn medewerker van der
Leeuw niet te horen; het
tweetal had zich daartoe wèl
bereid verklaard. Vondeling is
van mening dat nu het tijd
stip voor een openbare ge-
dachtenwisseling met de ver
antwoordelijke ministers is
aangebroken.
Hieronder de brief die Aantjes in 1967
schreef aan de toenmalige partijvoorzitter Be
rghuis. De vragen die Berghuis Aantjes tevo
ren schriftelijk had voorgelegd, en die Aan
tjes puntsgewijs in zijn brief beantwoordt,
zijn; 1. Ben je lid van de NSB geweest? 2.
Heb je in Assen een functie bij een Duitse
organisatie vervuld? 3. Bracht je geregeld de
Hitlergroet? 4. Ben je lid van de Germaanse
SS geweest? 5. Heb je met een geweer op je
rug gelopen? 6. Ben je na de oorlog gevangen
genomen?
Na het antwoord van Aantjes ontvangen te
hebben krabbelde Berghuis op Aantjes's
brief: „Voor mij hiermee de kous af. Hij
blijft in z'n politieke functie kwetsbaar. M.i.
nu maar op z'n beloop laten".
Dr. W.P. Berghuis
'ste Wiert, (Berghuis,red.)
brief van 7 juni kreeg ik pas gisteren
handen bij het doornemen van de post,
'ich had opgehoopt gedurende mijn
jlijf donderdag tot zaterdag in
titsland met de Commissie
ilkshuisvesting.
heb je een schriftelijke uiteenzetting
sloofd en die krijg je ook. Op je
'jefonische vraag antwoordde ik je echter
dat ik door de plotselinge ziekte van
arend (Biesheuvel, red.) ineens zoveel
verk èn spanning der
trantwoordelijkheid) erbij heb gekregen,
at ik er even tijd voornodighad, wilde
HE) et werk er niet onder lijden. Ik dacht
'af dat kon, omdat je laatste telefoontje
'ietplaats had naar aanleiding van een
cute gebeurtenis.
jij ech ter een snellere reactie hebt
erwacht, wil ik je in ieder geval in het
'ort reeds concreet antwoorden naar
aanleiding van de zes punten, waarin je
[de verhalen "hebt samengeva t.
Er is geen sprake van, dat ik lid zou
in geweest van de NSB of enige andere
tetionaal-sociahstische organisatie.
'Het laatste half jaar van de oorlog heb
ik in Assen gevangen gezeten (in de
„strafkolonie" in Port Natal), waar ik
tankvallen heb moeten graven en later
ook administratief werk heb gedaan.
3: De Hitler-groet heb ik nooit gebracht,
of het zou eens uit jongensbravour of
spottend de „zwei-liter"-groetgeweest
moeten zijn, waarmee anti-nazi Duitsers
onder elkaar ook de spot dreven.
,4: In de oorlog in Duitsland verblijvende
'als gevolg van de „arbeidsinzet"heb ik
geprobeerd mij daaraan te onttrekken
door in te gaan op een werving voor
"politiediensten"in Nederland om op die
mnaier in Nederland te komen en te
kunnen onderduiken.
Naar Nederland overgebracht werd ik in
een militair opleidingskamp gebracht om
in het kader van een militaire training te
worden „afgericht". Vanaf dat moment
werd mij duidelijk dat ik een veel te
groot risico had genomen, en dat ik in
een val terecht zou komen, waaruit geen
ontsnappen meer mogelijk was. Vanaf dat
ogenblik heb ik alles geweigerd. Na enige
weken dreigen en pesten werd ik
overeenkomstig een 's avonds tevoren
gedane aankondiging op een morgen
vroeg opgehaald om gefusilleerd te
worden. Ik vermeld het alleen maar voor
de volledigheid, want het was allemaal
een gevolg van mijn eigen stommiteit.
Maar geen mens zal ooit kunnen
begrijpen, wat er in me omging toen - na
een laatste „warme" ontvangst bij deSD
in Assen - de mars in het bos niet
eindigde met de kogel maar met Port
Natal.
e met de kogel maar met Port Natal.
5: Het is onzin, dat ik een geweer zou
hebben gedragen. Moet ik zulke
aantijgingen werkelijk ontkennen?
6: Na de oorlog gevangen gezeten Geen
moment. Toen er „tegenstrijdige
geruchten waren, heb ik in alle vrijheid
een kort gesprek gehad met de P.O.D.
Daarop is een onderzoek gevolgd, dat
niets werkelijk belastends voor me heeft
opgeleverd en in ieder geval mijn goede
gezindheid buiten alle twijfel heeft gesteld.
Voorts is mijn „verleden" onderzocht,
omda tik in verband met mijn
voorgenomen studie ontslag bij P.T. T.
nodig had. De „zuiveringsprocedure"
leverde geen enkel bezwaar op om mij op
verzoek eervol ontslag te verlenen. Voor
de toelating tot de universiteit was
opnieuw de gebruikelijke zuivering nodig.
In 1947 werd een universitaire delegatie
onder leiding van Prof.Dr.C.D.J.Brandt
samengesteld om contact met de
universiteit van Keulen op te nemen en
aan deheropvoedingdaar deel te
nemen. Van ieder delegatielid werd
uiteraard zorgvuldig zijn oorlogsverleden
nagegaan. In die delegatie werd ik met de
zoon van Prof.Rümke opgenomen voor de
„evangelische" vertegenwoordiging.
Ik heb nu maar kort puntsgewijs
geantwoord, al had ik het voor een goed
begrip liever meer beschijvend gedaan.
Desgewenst blijf ik bereid alles
uitvoeriger en met achtergronden en
entourage en al te beschrijven.
Het zou onzin zijn te beweren, dat het
weer opduiken, zich herhalen en kennelijk
ook zich uitbreiden van oude geruchten
langzamerhand toch niet aan me gaat
knauwen. Ontwijfelbare namen van
mensen, die mij hebben gevolgd en door
en doorkenden (Dr.Karsemeyer, Mr.van
Dam, Schakel), herhaalde onderzoeken die
mijn gezindheid buiten twijfelstelden (al
betwist ik de blunder niet door maar
individualistisch aan te modderen), tien
jaar lang in een publieke functie politiek
aan de weg getimmerd hebben, (en ik heb
de publiciteit niet gezocht, maar echt ook
niet geschuwd), dat alles kan blijkbaar
niet verhinderen, dat op ieder moment de
geruchten eenvoudig maar weer als feiten
worden geponeerd en (zo gaat dat nu
eenmaal) door voortplanting een omvang
krijgen die absurd is en in geen enkele
verhouding staat tot de oorspronkelijke
aanknopingspunten
Niettemin: mijn werk in de politiek doe ik
met overtuiging en met liefde voor onze
partij. Als jij en Barend en Joop Bakker
(die ik wel een afschrift van deze brief
wil geven) zouden menen, da t de partij er
beter mee gediend zou zijn, indien ik mij
uit de actieve politiek terugtrek, dan hoop
ik dat jullie niet zullen aarzelen dat
ronduit te zeggen. Als jullie vertrouwen,
dat ik de zaak van de christelijke politiek
van harte ben toegewijd, dan moeten
jullie ook vertrouwen dat ik alleen maar
een eerlijke mening op prijs kan stellen.
Dat onder al de verhalen je hartelijke
gevoelens jegens mij niet hebben geleden,
daaraan heb ik geen moment getwijfeld.
Maar ik vond het toch fijn, dat je het nog
eens uitdrukkelijk zei.
Met hartehjke groeten, je w.g. Wim).
Commissie
De commissie van tweede
kamerleden die het ka
merdebat over de zaak-
Aantjes voorbereidt.
V.l.n.r. Den Uyl, Klein-
(staand), Voogd, griffier
Koops en kamervoorzitter
Vondeling.
ADVERTENTIE
Ipjq Dankzij het
mooie najaars
weer 'n voortref-
felijke wijn.
Heerlijk fris en
fruitig. Primeur
voor 'n prima
prijsje. Te koop
bij 600 "DELCAVE"
slijters en wijn-
handelaren
herkenbaar aan
het vignet op de
deuf-
ADVERTENTIE
Verder uitgebreide informatie
over doe-he t-zelf materialen en
■gereedschappen, woningverbetering,
woningen derhoud,
binnen- en buitentuinen,
handwerken, handenarbeid,
toerisme, hobbies.
Grote modelbouwpresentatie.
De beurs is open van
11.00u-17.00u en 19.00u-22.30u.
Zaten zon. 11.00u-17.00u.
Tfein - toegangsbeurij zen
op vele NS-stations verkrijgbaar.
t/rn 19 november
■Ahoy'RotterdajD.