'Kristalnacht'
verklaarde 40
jaar geleden
joden vogelvrij
Chinezen
diep bezorgd
om hun
gezondheid
(Van onze correspondent drs. Ami van Vree)
Het Is de nacht van 9 op 10 november 1938. Een
zevenjarig jongetje in Berlijn wordt wekker van glasge
rinkel en stemmen. Uit het raam kijkend ziet hij dat
een paar mannen de etalagruit van de juwelierszaak
aan de overkant in eikaar hebben geslagen en de
winkel binnendringen. Het jongetje rent naar de
slaapkamer van zijn ouders en stoot zijn vader aan.
"Papa, papa, kom gauw, roep de politie. Daar wordt
ingebroken!" Maar als de man zelf gezien heeft wat
er in de winkel van zijn joodse overbuurman gebeurt,
schudt hij bezorgd zijn hoofd. "Dat zijn geen inbrekers,
mijn longen, dat ia onze staat En tegen de staat
kan men geen politie te hulp roepen..."
Het jongetje van toen heeft deze bittere woorden veertig
jaar lang onthouden. De gebeurtenissen van die nacht
staan hem en talloze anderen in het geheugen gegrift.
En evenals zij zal hij zich deze week, bij het lezen
en zien van de vele herdenkingsartikelen en -uitzendin
gen. verbijsterd hebben afgevraagd hoe het mogelijk
was en hoe het Duitse volk het heeft kunnen laten
gebeuren.
De Kristalnacht, genoemd naar het geluid van rinkelende
ruiten, is het symbool geworden voor het zwartste
hoofdstuk uit de Duitse geschiedenis, ja, van de
geschiedenis der beschaving in het algemeen. In die
nacht lieten de nazi's onverbloemd hun werkelijk gezicht
zien. In die nacht gingen de laatste restjes van de
rechtsstaat in vlammen op. De honderdduizenden joden
die bij elke redevoering van Göbbels, bij alle pesterijen,
intimidaties en vrijheidsbeperkingen toch hadden ge
hoopt: "Het gaat wel voorbij, er komt wel een eind
aan", wisten na die 9e november definitief waar zij
aan toe waren. En de Duitse bevolking zag het aan:
woedend, niet begrijpend, of onverschillig, maar in elk
geval lijdzaam.
De aanleiding tot de door de nazi-propaganda als
"spontaan" gekenmerkte, maar in wezen goed georgani
seerde antisemitische gewelddadigheden was gemakke
lijk gevonden. De in Parijs wonende zoon van een
Pools-joods echtpaar dat in een interneringskamp in
het niemandsland tussen Duitsland en Polen gevangen
zat, besloot wraak te nemen voor de onmenselijke
behandeling van zijn ouders en schoot de secretaris
van de Duitse ambassade Von Rath dood. Dit was het
sein voor Hitier en zijn trawanten om de grote aanval
op het "internationale jodendom" in te zetten. Daarvoor
was 9 november een goede dag: 20 jaar eerder, in
1918, hadden de "joodse bolsjewieken" met hun
revolutie immers Duitsland de "dolkstoot in de rug"
toegebracht en de keizer naar Nederland verdreven.
Dezelfde joden die vijf jaar later "Hitiers putsch" in
München hadden doen mislukken. De kopstukken van
de NSDAP, in de Beierse hoofdstad, bijeen om de
inwijding van nieuwe SS'ers te vieren, gaven dan ook
het sein voor de aanval.
Vooral de SA-troepen, hunkerend naar nieuwe erkenning
en activiteiten, gaven aan de oproep gehoor. Plunderend
en brandstichtend, martelend en moordend trokken zij
die nacht door de straten van de Duitse steden en
over het Duitse platteland. Er gingen 267 synagogen
in vlammen op, thora-rollen en heilige boeken werden
verbrand of vernield, evenals de vaak kostbare inventa
ris. Duizenden joodse winkels moesten het ontgelden:
de vensterruiten werden ingeslagen, de inboedel kort
en klein gehakt. Joodse burgers, bij voorkeur notabelen,
werden van hun bed gelicht en weggevoerd naar
concentratiekampen. Hun huisraad werd vernield; geld,
kostbaarheden en waardepapieren geroofd. Tientallen
joden werden gedood, zogenaamd uit noodweer; een
onbekend aantal in elkaar geslagen. Velen kozen zelf
de dood boven de vernedering die hen te wachten
stond. De politie zag het grauw te keer gaan. maar
greep niet in. Ook mocht de brandweer de in vlammen
staande synagogen niet blussen: alleen de belendende
"arische" percelen mochten worden beschermd.
Vogelvrij
De Duitse bevolking was definitief in tweeën gesplitst:
SA-mannen sporen de Duitsers aan de joodse zaken te boycotten.
een minderheid was vogelvrij verklaard. De joden
konden dat de komende tijd duidelijk merken. Duitse
artsen weigerden vaak medische hulp, advocaten wilden
geen bijstand verlenen. De oude, vertrouwde leveran
ciers begonnen ineens moeilijkheden te maken en de
buurt wilde hen niet meer kennen. In een laatste poging
om het land te verlaten, vielen zij vaak in handen van
genadeloze sjacheraars, die enorme bedragen vroegen
voor meestal waardeloze uitreispapieren. Louche make
laars stortten zich als havikken op het joods onroerend
goed. Maar erger nog dan het gebrek aan solidariteit
bij verreweg het grootste deel van de bange bevolking
was het feit dat de kerken zwegen. Slechts enkele
dappere katholieke geestelijken en evangelische predi
kanten waagden het om in het openbaar tegen de
rassendiscriminatie te protesteren. Deze moed moesten
zij in vele gevallen zelfs met de dood bekopen. En
de stemmen van enkele bisschoppen die later tegen
de jodenvervolging protesteerden gingen toen in het
oorlogsgedruis vrijwel verloren.
Climax
De Kristalnacht was het voorlopige hoogtepunt van de
anti-joodse nazi-politiek, die al in 1933 was begonnen.
Het was. zoals we maar al te goed weten, tevens het
voorspel van een ongekende tragedie. Uitbarstingen
in deze vorm hebben zich later echter niet meer
voorgedaan. Hitier merkte, ongetwijfeld tot zijn spijt,
dat het antisemitisme niet diep wortel in de Duitse
bevolking had geschoten en dat de maatregelen tegen
de joden niet op sympathie stuitten (Hij zou zich daar
later voor wreken). Bovendien reageerde het buitenland
met grote verontwaardiging op het gebeurde (overigens
tamelijk hypocriet omdat het zelf, ook Nederland, al
geruime tijd tevoren zijn grenzen voor joodse vluchtelin
gen uit Duitsland had gesloten). Van dat moment af
nam dan ook de nazi-bureaucratie het "jodenvraagtuk"
van het SA-gebeuren over en bracht het uiteindelijk,
stil en efficiënt, tot zijn dramatische oplossing: de
"Entkteung".
Met deze verandering van aanpak blijkt dat de massale
vernietiging van de joden niet lange tijd tevoren
consequent was voorgeprogrammeerd, zoals men vaak
heeft gedacht Weliswaar berustte de nazi-ideologie van
het begin af aan op de gedachte dat het "parasiterende
jodendom" uit het Germaanse vlees moest worden
losgesneden, maar over de vraag hoe dit moest
gebeuren verschilden de meningen. Een gecoördineerd
beleid heeft lange tijd ontbroken.
Aanvankelijk, tot circa 1938, volgden de nazi's een
politiek van verbanning en "Auswanderung". Later
begonnen economische en militaire overwegingen een
rol te spelen.
Vooral Göring was er een voorstander van om de joden
hun burgerrechten te ontnemen om vervolgens hun
aanzienlijke economische vermogen voor militaire doe
len aan te wenden. De rechteloze, bezltsioze joden
konden dan als goedkope arbeidskrachten voor de
oorlogsindustrie worden gebruikt. In de RIJkskristalnacht
werd met deze politiek een begin gemaakt. Pas In 1941.
zo toont Sebastian Haffner in zijn recente boek "Anmer-
kungen zum Hitier" overtuigend aan. neemt Hitier het
definitieve besluit om tot de massale vernietiging van
de joden over te gaan. De winterveldtocht van 1941-'42
heeft hem doen Inzien, dat één van zijn twee doeleinden,
de wereld heerschappij van het Duitse Rijk niet meer
ie bereiken is. Hij laat dit dan ook schieten en
concentreert zich voortaan nog alleen op zijn tweede
doel: de "Ausrottung". "De politicus Hitier" aldus
Haffner „deed in december 1941 voorgoed afstand
ten gunste van de massamoordenaar Hitier".
Historie
Veertig jaar na de Kristalnacht zijn de gebeurtenissen
van die nacht nog altijd meer dan alleen maar historische
feiten. Heinz Gaiinski, de voorzitter van de joodse
gemeente in West Berlijn, zei nog onlangs voor de
televisie dat hij de laatste tijd weer steeds meer
scheldbrieven en dreigementen ontvangt. Het bekladden
van synagogen en joodse graven met hakenkruisen ia
in de bondsrepubliek weer aan de orde van de dag.
Ongegeneerd verschijnen er boeken waarin de jodenver-
nietiging als een "grote leugen" wordt afgedaan. Oe
Engelse historicus David Irving meent serieus de these
te moeten verkondigen dat Hitier niets van de moord
op de joden afwist. Uitgerekend nu de discussie over
de verjaring van oorlogsmisdaden weer losbreekt in
de bondsrepubliek (en ongetwijfeld de nodige emoties
zal losmaken) verschijnt er in de "National-Zeitung"
een oproep van 250 rechts-radikalen om algemene
amnestie voor nazi-misdaden te eisen. De verdedigers
van de kampbeulen in het nu al jaren durende Majdanek-
proces proberen de joodse getuigen (en hoe weinig
zijn er nog van over!) met de meest grove middelen
te intimideren. "Fascisten, neo-nazi's en rechts-radika
len vormen op dit moment geen enkel gevaar voor
de democratische rechtsorde in de bondsrepubliek",
hoort men hier herhaaldelijk verklaren. Dat kan wel
zijn, maar zes miljoen vermoorde joden zijn teveel, om
er schouderophalend aan voorbij te gaan.
cht a (Van onze correspondent George Baybrooke)
ensei ËKING De bewoners van Peking zijn zo be-
üdeh tgd om hun gezondheid, dat het een beetje zie-
time/itlljke vorm begint aan te nemen. Ze hebben altijd
t gom thermosfles gekookt water op zak, want ze
zond irmoeden dat het water uit de kraan krioelt van
voobacterieën. Dat buitenlanders het kraanwater
verkt inder opvallend nadelige gevolgen consumeren
neen kt er niet toe te doen. Zelfs in het hartje van de
insti knar drinken de Ingezetenen van de Chinese
sse/i«oofdstad alleen kokend heet water, want koud wa-
in i fla slecht voor de maag, menen zij.
rgaai
rsvs de zomer hebben ze ook nog steeds lang onder-
wn& oed aan. want een koutje is zo gevat. Ze slapen
•s. #t een doek over het hoofd om dat warm te hou-
vot en. Een rauw teentje knoflook is hét middel tegen
in c b griep en als het regent ga je niet naar buiten.
ir w slfs niet met een regenjas of parapluie. Die over
ran^ reven bezorgdheid om het lichaam dateert waar
na/ chijnlijk nog uit de tijd dat het echt nodig was. Er
'e opwas armoede, er werd honger geleden en ziektes
ïuzie raren altijd langdurig en letterlijk levensgevaarlijk.
et Ntiaarom nam niemand risico's.
>ie a/Het Chinese regime is maar al te blij met deze over-
?uJü! eleverde traditie. Zolang de mensen graag in goede
ipti' »nditie en gezond blijven en liever de klinieken niet
Rosstestig willen vallen met hun kwaaltjes, heeft de ge-
a" «ondheidzorg het maar gemakkelijk.
die/iChina zou het gezondste land ter wereld kunnen
>mir?worden. Het enige dat de regering hoeft te doen, in
se i navolging van westerse landen, minder gezonde ge
woontes tegen te gaan. Zo is kettingroken de mode
n u onder de jongemannen. Vrouwen beginnen min of
g ai roeer per definitie pas te roken als ze grootmoeder
ovan zijn. Een tweede nare gewoonte, waar zowel mannen
voo als vrouwen zich schuldig aan maken, is het op
gi straat spuwen. Verder zou de regering ook wat moe-
■elfd ten doen aan de vervuiling in de steden en de be-
jerin drijfsongelukken.
68S De zon wordt in Peking niet begroet met het vrolijk
fletjilp van mussen (er zijn ongeveer tien maal zo-,'
lit veel luchtbuksen als vogels in de hoofdstad) maar
'bei met het druk getrappel van trimschoenen. Wanneer
voo' de zon probeert door te dringen door de wolk stof
e" kwalijke gassen die dik als sigarenrook boven de
DEI s,ad hangt, gaan duizenden forensen in een grote
mensenstroom over de kaarsrechte Straat der Eeuwi-
9e Vrede de stad in op weg naar hun werk. De
ML stroom is in twee colonnes verdeeld. De ene colon
ne zet er flink de vaart in, die is op de fiets. De
andere colonne gaat al niet veel langzamer, die
trimt.
Trimmen is de meest populaire vorm van conditie-
trainen geworden. De toerist, die zoals hem trou
wens geheel vrij staat, heel vroeg in de morgen
door de stad wandelt, wordt keer op keer ingehaald
door groepen hijgende renners, keurig in formatiei
vier of vijf rijen van vier naast elkaar, ieder met
rood aangelopen gezicht boven het blauwe training
spak. De vrouwen lopen achteraan. Zelden ziet men
een eenzame trimmer, want 'zoals alles hier wordt
rennen in kleine groepjes of massaal gedaan.
Maar er wordt niet alleen aan het lichaam gewerkt
met trimmen. Bijna de hele bevolking, zowel jong
als oud, doet aan de meest vreemde lichaamsoefe
ningen. Sommigen beoefenen Tal Tji Tjoean, een
soort ritmische gymnastiek die op een langzame
vorm van ballet lijkt en in feite langzaam schaduw
boksen is.
Anderen, vooral de kinderen, doen aan Woe Sjoe,
de verdedigingssporten. Ze voelen zich aangetrokken
door de zwaaiende zwaarden en het snel bewegende
geweld van hun oude meesters, die nog stompen en
schoppen kunnen uitdelen als welke jong Bruce Lee
dan ook.
Andere vroege trimmers spelen badminton (soms
met balletjes in plaats van pluimen), oefenen basket
bal-worpen of dribbelen wat met een voetbal rond
een berg groente die op de stoep is achtergelaten.
Wie wat slechter ter been is gooit wat met zakjes
bonen, ringen, of zwaar touw heen en weer naar
een lotgenoot aan de overkant van de straat. Weer
anderen lijken de „bump" te dansen met een niets
vermoedende boom. Peking moet wel een van de
meest energieke steden ter wereld zijn, zeker om
zes uur in de morgen. De hele stad lijkt wel een
grote, vrolijk-chaotische speelplaats.
Tijdens de werkuren gaat het allemaal wat georgani-
seerder. De niet verplichte theepauze wordt besteed
aan tafeltennis, badminton of gymnastiek. Dat laatste
op de officiële Gymnastiekmuziek, die twee maal per
etmaal door de staatsradio wordt uitgezonden. Hele
scholen, kantoren en fabrieken staan dagelijks een
minuut of tien stil omdat iedereen diepe kniebuigin
gen of iets dergelijks aan het doen is.
Het ministefie van lichamelijke cultuur geeft zelfs
een nationale krant uit, het Dagblad voor Lichamelij
ke Opvoeding. Vanaf fel rode aanplakbiljetten wor-
den de voorbijgangers aangemoedigd: „Verbeter de
conditie van het Volk" en „Staal uw lichaam".
China geeft geen cijfers vrij over de staat van de
gezondheidszorg daar. maar het lijkt erop dat de
kwaliteit vrij slecht Is. Er zijn te weinig doktoren en
hoewel er wel veel plattelandsdoktoren zijn. reikt
hun kennis niet veel verder-dan eerste hulp, het be
strijden van, verkoudheid en helpen bij bevallingen.
Er zijn vrij veel poliklinieken, maar veel te weinig
De traditionele Chinese sport Woesjoe wordt druk beoefend,ook door deze kreeee oude beat (linke).
bedden. De uitrusting van de ziekenhuizen is heel
eenvoudig en er rijden in China geen ambulances.
Er wordt nog veel gebruik gemaakt van traditionele
geneesmiddelen. Elke apotheek heeft wel een voor
raad gedroogde kevers en slangen tussen de hon
derden andere eeuwenoude middeltjes. Er zijn wel
westerse medicijnen, maar die zijn schaars en duur.
en worden niet vaak voorgeschreven.
De beperkte geneeskundige faciliteiten draaien al op
topkracht. Maar het regime lijkt niet bereid geld dat
nodig zou zijn om ze te verbeteren over te hevelen
van de industrie. Het probleem is dus ervoor te zor
gen dat er zo min mogelijk gebruik gemaakt hoeft
te worden van de faciliteiten en daarom besteedt de
regering zoveel aandacht aan de preventieve genees
kunde. En vandaarVook dat er in China zoveel aan
conditietraning gedaan wordt.
Copyright The Guardian