de
november
1918
rolden
kronen
over
straat
LTS-ers
Open Huis
51 ember '18: zestig jaar geleden kwam er
- idelijk - aan de Eerste Wereldoorlog een
9eP°'e. Om precies te zijn: op 11 november
®riofochtends om elf uur. Zes uur eerder
in een spoorweg wagon in het bos van
„piégne de wapenstilstandsovereenkomst
>ELlens een verslagen Duitsland door Er-
jer ondertekend. En twee dagen eerder
in Berlijn de socialistische „Vorwarts"
een extra-editie op straat komen, met
de volle paginabreedte in reuzeletters:
Kaiser had abgedankt". Wilhelm II was
Nederland gevlucht.
7 ^fcmber'18: dat is de maand waarin naar
befaamd geworden uitdrukking ,,de kro-
over de straat rolden" en niet alleen
^ILDE van de Duitse keizer, ook die van de
de( lenrijkse, de Bulgaarse, de Saksische, de
no'rse monarchen, om van de miniatuur-
len van al die Duitse groothertogen, her
in, vorsten en prinsen maar te zwijgen.
JET ember '18: behalve wapenstilstand-
ïaki3,1(1 ook revolutiemaand! Het heeft er
schijn van, dat de Russische revolutie
een jaar daarvóór nu ook op Centraal
,'J'jopa overslaat. Arbeiders- en soldatenra-
constitueren zich naar Russisch model.
„Hoch die Republiek!" schreeuwt het
bn|r in een extra-editie van de „Vorwarts"
ra mogelijk nog grotere letters dan die
aftreden van de keizer meldden.
:RSCHIL
november maand, waarin het met de
luim rste Wereldoorlog gedaan was, onder-
cofheidt zich van de meimaand van 1945. Na
Tweede Wereldoorlog slechts bij kleine,
bijorins illegale, groepen de wil tot vernieu-
veei ig en het verlangen naar het grote „an-
ena/ s worden", maar in november'18 bij veel
Z2W itere groepen die bijna extatische rebellie,
voorgoed met het verleden willen afreke-
de Duitse Revolutie Almanak (het is er
bij èén gebleven, die voor 1919) ver-
de thans vergeten schrijver Stefan
ssmann wat hem in de Berlijnse revolu-
md het meest getroffen heeft. Een
dingen. Daar was bijvoorbeeld dat
Grootse hulde voor het Oranjehuis op het Malieveld in Den Haag
geweerschot, waardoor bij een straatgevecht
een paarcf dodelijk getroffen werd: hongeri
ge mensen schoten er met messen gewa
pend op af, scheurden nog warme vlees-
Brokken uit het stervende paardelijf. En ook
dit maakte hij mee: hoe een straatdiscussie
tussen meerderheidssocialisten en onafhan
kelijke socialisten (verdeeldheid die straks
de reactie haar kans zou geven) schreeu
wend door een frontsoldaat werd onderbro
ken; op alle politieke argumenten van de
discussiërende burgers had hij maar éen re
pliek: „Wraak moet ik nemen! Wraak voor
Johnson Wax Europlant B.V. te Mijdrecht is het
produktiebedrijf voor de Europese verkoop
maatschappijen dat zich bezighoudt met de fabrikage
van hoogstaande onderhoudsprodukten voor o.a.
vloeren, meubelen en auto's.
De afvulafdeling is een belangrijke schakel in het
produktiegebeuren .Wij werken met een aantal
vullijnen. Zo'n „vullijn" werkt met verpakkingen van
verschillende aard en inhoud voor de diverse
produkten en moet daarvoor telkens „op maat"
omgebouwd worden. Voor dat werk zoeken wij
handige, jonge vakmensen die zelfstandig kunnen
werken.
Wij denken aan
Zij zullen intern vertrouwd gemaakt worden met de
machines en opgeleid worden tot monteur. Zij be-
dienen de machines, onderhouden ze, stellen ze af,
bouwen ze om. houden de kwaliteit in de gaten en
heffen kleine storingen op. Leuk werk dus voor
LTS-ers van 18 tot 25 jaar.
Uiteraard wordt dergelijk verantwoordelijk werk
goed betaald. Daarnaast bieden wij een 13e maand,
8% vakantietoeslag, een unieke bonusregeling en
reiskostenvergoeding. Als er in ploegendienst
gewerkt moet worden (weekends vrij), treedt uiteraard
een kompensatie-regeling in werking.
Interesse? Op 14 november is het in ons bedrijf
„Open Huis". Om iedereen die op de afvulafdeling zou
willen werken zo duidelijk mogelijk te laten zien wat
Johnson Wax is. 't Begint met een inleiding bij een
kopje koffie in de rekreatieruimte en daarna volgt een
rondleiding door het gebouw. Natuurlijk is er volop
gelegenheid om vragen te stellen en om een
sollicitatieformulier in te vullen. Maar het verplicht
tot niets.
Dus kom op 14 november a.s. 's avonds tussen
half 7 en 9 uur naar Johnson Wax, Groot Mijdrecht
straat 81 te Mijdrecht. Tot ziens!
^Johnson wax
Mijdrecht
Grossmann vooral
dat Berlijn in die eerste
neens weer vrolijk was ge-
ondanks alles. „In die no
vembernachten werd er in de kroegen in de
buitenwijken uitgelaten gedanst. Geen heren
in smoking en geen opgedofte dames, maar
arbeiders en arbeidsters, soldaten en diens
tmeisjes dansten. Voor het eerst was Berlijn
weer vrolijk..."
ASPECTEN
Drie aspecten van een revolutiemaand: hon
ger, dorst naar wraak en uitgelaten
vreugde!
De revolutie leek één kort ogenblik, naar
een befaamd geworden gezegde, niet voor
Zevenaar halt te houden.
Dr. C. Scheffer heeft in zijn boek over no
vember '18 letterlijk alle beschikbare materi
aal bijeengedragen, dat over „onze" novem-
ber-gebeurtenissen - voorop de „vergissing
van Troelstra" - vergaard kon worden. Vol
staan we met het wezenlijkste.
Op 3 november reeds, dus nog vóór in
Duitsland de revolutie is uitgebroken - maar
iedereen kon die voorzien - komen de be
sturen van de S.D.A.P. en het N.V.V. bijeen
om zich te beraden over wat hun te doen
staat als het „zover" is. Het is Troelstra, die
in die vergadering een concept-manifest op
tafel legt, waarin de Nederlandse arbeiders
wordt toegeroepen: „Grijpt met ons het
ogenblik dat u zal vrij maken; vertrouwt op
u zelve en op uw strijdende klasse!"
Maar die zin wordt, als te revolutionair, ge
schrapt!
CONFLICT
En daarmee tekent zich dan reeds in alle
duidelijkheid het conflict af tussen enerzijds
de bedachtzaamheid van bestuurders aie
iets te verliezen hebben en die dat willen
behouden om het daarna zorgvuldig uit te
bouwen en anderzijds de snel geëmotioneer
de vizionair, die bereid is het reeds bereikte
in de waagschaal te stellen voor het onbe
reikbare. Én dat is dan Troelstra's vergis
sing.
Zeker, partij en vakbeweging presenteren
zich met voor die tijd zeer voorlijke eisen,
zoals staatspensioen, vrouwenkiesrecht en
zelfs socialisatie van daarvoor in aanmerking
komende bedrijven, maar een „greep naar
de macht" blijft buiten beschouwing. Tot
„directe actie" wordt niet opgeroepen.
Troelstra zal dat op die befaamde avond
van 11 november wel doen. In vijf vergade
ringen zullen in Rotterdam de gestelde ei
sen worden toegelicht. Troelstra heeft zich,
hoewel nog altijd verbitterd over de be
dachtzaamheid der anderen, daartoe tenslot
te ook bereid verklaard. Hij spreekt in het
Verkooplokaal aan de Goudse Singel.
Het is 11 november. Het is de dag nadat de
Duitse keizer Nederland binnenvluchtte en
het is de dag waarop de liberale Nieuwe
Rotterdamsche Courant in een befaamd ge
worden hoofdartikel alle socialistische eisen
schijnt in te willigen. Troelstra heeft dat ar
tikel gelezen; hij heeft vooral die ene zin fel
met zijn potlood onderstreept: „Wat nodig
is, is in de eerste plaats dat ieder voor zien
de oude denkbeelden die zich gevestigd
hebben, herziet en tracht de evolutie mee te
maken."
Troelstra moet dat als de capitulatie der Ne
derlandse „bourgeoisie" hebben begrepen.
Meegesleept ook door de deinende, fel be
wogen massa voor hem in de zaatf en door
T£r<-
Troelstra, die volgens zijn tegenstanders zijn aanhangers voor zijn karretje spande
het daaruit opstijgende gezang der Internati
onale („morgen" zal zij heersen op aard)
roept hij de bourgeoisie tot de orde (tot zijn
orde en niet tot de hare): „Gij, bourgeoisie,
gevoelt dat de arbeidersklasse is geworden
de macht die niet meer kan vragen, eisen,
maar die zich zelf als opperste macht moet
constitueren. Dat is de eis der historie,
voegt u ernaar!" En daarop volgt die zwaar
geladen, maar „onverantwoorde kreet: ,,De
arbeidersklasse in Nederland grijpt thans
naar de politieke macht!"
VERGISSING
Zij heeft dat toen echter niet gedaan. Niet
op die avond. En ook niet de volgende dag
toen, zoals Troelstra het later zou neer
schrijven, „de sfeer van de vorige avond
nog in mij nawerkte". En toen hij in de
Tweede Kamer - met Ruijs de Beerenbrouck
achter de regeringstafel - het de regering,
die volgens hem had afgedaan, toeriep: „Gij
mist de zedelijke macht en het politieke
staatkundige recht om daar te blijven zitten
als de regering van het Nederlandse volk."
Nogmaals: noch Troelstra's eigen S.D.A.P.
noch de aan haar verwante vakbeweging
heeft uit die „oorlogsverklaring" de feitelijke
consequenties getrokken. Dat heeft wél de
uitgedaagde „bourgeoisie" gedaan, die zich
door Troelstra in haar Oranjetrouw alleen
maar gekrenkt en in haar maatschappelijke
en nationale zekerheden bedreigd kon voe
len. En die dat toen op de befaamde beto
ging op het Haagse Malieveld, in aanwezig
heid van koningin Wilhelmina en het kleine
prinsesje Juliana, ook terdege liet blijken.
Troelstra had zich naar zijn eigen zeggen
„in de machtsverhoudingen vergist". Had hij
zich ook in zijn achterban vergist? Ja en
neen.
Ja, in zoverre die achterban (gelukkig maar,
zal men allicht zeggen) niet tot dat „grijpen
naar de macht" bereid is gebleken; ook zij
had te veel verliezen om zich in een uitzich
tloos avontuur te storten.
Neen. mag men zeggen, omdat Troelstra's
„vergissing" die achterban eerder in haar
trouw aan hem heeft bevestigd dan dat zij
zich van de man die „te verwas gegaan,
zou hebben afgewend. Als op 17 november
het reeds eeder aangekondigde congres van
de moderne arbeidersbeweging bijeen is,
dat de gestelde novembereisen moet bespre
ken ontbreekt Troelstra, de man die „uitge
put" en verslagen naar huis is gegaan en
daar zijn afscheid uit de politiek als enige
uitweg zag. Maar men eist zijn komst en
dan verschijnt hij tóch. Dat ogenblik is eens
aldus beschreven:
T'OUDE LIED
„Troelstra is gekomen, wat doet het ertoe
dat men zo pas nog zich liet overtuigen van
de onjuistheid van zijn optreden, zijn tak-
tiek; hij is weer in hun midden, moeizaam
zich bedwingend, zich rechtop houdend
daar op dat podium, staat hij voor hen. En
zij juichen, zij roepen en zij weten niet wat,
zij dringen naar voren, zij zouden allen die
hand willen grijpen, waarmee hij hen groet,
die hand met het „groot en mild gebaar".
Dan maakt zich uit het geroep een schorre,
ontroerde stem los, roept zij, zingt zij? Zij
zingt, anderen nemen de woorden over,
sluiten zich aan bij het gezang, dat eerst
onverstaanbaar is, maar dan al duidelijker
waarneembaar wordt: wéér het oude lied,
dat tegelijk eeuwig jong is, want het wijst
elke dag weer naar de toekomst, naar het
grote morgen: de Internationale zal morgen
heersen op aard. En het is de trouw die
zingt..."
En zo was het dan zestig jaar geleden, in
die novembermaand van 1918. Wat toen ge
beurde zal zich - onder heel andere omstan
digheden en bij een totaal andere „garni
tuur" van politieke leiders - allicht niet meer
herhalen, en in zoverre is het allemaal alsof
zelfs wie het meemaakte zich een volmaakt
verleden tijd herinnert. En dat was er dan
een waarin ook anderen dan de man die
zich vergiste, zich tenslotte aan die tot be
rusting nopende waarheid gewonnen moes
ten geven, dat bepaalde dingen nu eenmaal
eeuwig onbereikbaar zijn.
Een van die anderen was de dichter Adama
van Scheltema die, onder de indruk van wat
er in die novembermaand geschied was, zijn
beste vers aan de „tijd die komt" zou wij
den, met aan het slot die berustende regels
over de „zieners die niet aanschouwen mo
gen" en die niettemin voortgaan, de „wij
kende einders" tegemoet.
Wijkende einders en dus: onbereikbaar?
JOHAN WINKLER
Het gaat over
een nog
piepjonge
student, die het
inde
novembermaand
van 1918 niet
meer op zijn
kamer kon
uithouden. De
keizer gevlucht,
de Duitse legers
verslagen. Hij
wilde er bij zijn,
die student, en
hij trekt er met
een vriend op
uit. Van huis
naar Maastricht
en van
Maastricht naar
Vaals en daar -
het lukt-bij het
Vierlandenpunt
de grens over,
België in. En
dan: dwars
tegen dat
terugtrekkende
Duitse leger in
twee dagen
marcheren naar
Luik. Het
allemaal
meemaken!
In Luik 's
avonds laat In
die herberg
tussen die
Duitse soldaten
die er
binnenvallen.
Rode banden om
de mouw-dat
betekent dat ze
een
revolutionaire
soldatenraad
hebben
geformeerd.
Hollanders,
jullie? Dan willen
ze ons wel eens
het nieuwste
nieuws vertellen.
Het is ook tot
hier
doorgedrongen,
ze hebben het
zojuist vernomen.
In Berlijn regeert
Ebert, de
socialist, en bij
jullie - bij jullie
is óók de
staatsgreep
geslaagd; hoe
heet hij-
Troelstra?
vragen ze en we
bevestigen het:
ja, zekere
Troelstra heeft
bij jullie het heft
in handen,
zeggen ze.
En dan moeten
en zullen we op
die tafel
gehesen worden
en we moeten
en zullen met
hen drinken op
dat ook voor ons
immers grote
nieuws!
Weer een dag
later, langs
Eysden
teruglopend naar
huis, komen we
aan bij de eigen,
Nederlandse
grens. Een
soldaat laat ons
door. Nog vol
van het nieuws
dat ons in Luik
werd verteld - en
in ons hart
misschien ook
wel angstig voor
wat dat allemaal
betekenen gaat-
vragen we die
wachtpost: „En -
en, hoe is het
hier?"
Hij haalt zijn
schouders op:
„O ja, ze zeggen
dat het brood nu
gauw van de
bon gaat..."
En dan is die
piepjonge
student weer
thuis. Schrijf op
wat je beleefd
hebt, zeggen ze
tegen hem. En
zo kreeg hij, een
dag later, zijn
eerste
kranteartikel
geplaatst In het
Haarlems
Dagblad. Oók
zestig jaar
geleden dus.