In Polen ondanks welvaart gebrek aan vlees Het kuieren haalt het trimmen in In het land van paus Jan Pawel SAULT STE. MARIE. MICHIGAN (UPI) Terwijl de Amerikaanse binnenpaden nog dicht zitten door de horden mensen die menen dat zij moeten inhaken op de trimrage, wint - zij het, uiteraard, langzaam - een campagne veld om de verloren gegane kunst van het kuieren weer in te voeren. Mag men de beoefenaar van het kuieren geloven, dan maakt de campagne elke nieuwe dag bekeerlingen. De Wereld-Kuier-Vereni ging, enkele jaren gele den opgericht door facul teitsleden van het Lake Superior State College, telt momenteel ongeveer zesduizend ingeschreven leden in alle delen van de wereld. Allen zijn in het tijdperk van het straalvliegtuig en de computer het frivole tijdverdrijf van het wandelingetje in de tuin wanneer men er zin in krijgt, toegedaan. De man die aan kuieren doet, heeft geen bepaalde bestemming en evenmin haast daar te geraken. Zijn kernmerk is stijl en hij reist zelden alleen - maar nooit met kinderen van welke leeftijd ook. „Tijd en plaats wijzen zich vanzelf als je het te pakken krijgt", zegt de in Oostenrijk geboren hoogleraar in de wijsbe geerte, professor Heil- - muth Kornmuller, inwo nend kuierfanaat van het Lake Superior State College. De definitie van kuieren is doelloos wandelen op zijn elf-en-dertigste. „Er de pas in zetten", is niet toegestaan, want er Zou geen tijd overblijven voor afleiding. Steuntjes, zoals wandel stokken en paraplu's - dicht of los - zijn popu lair. Hoe men zich kleedt is de zaak van het indivi du en hangt af van het uur van de dag. „Als je de kunst van het kuieren verstaat, weet je hoe je je kleden moet", zegt Kornmuller. Er zijn beoefenaars van het kuieren die ook trimmen, maar de mees te menseh die het kuie ren zijn toegedaan, zien met weerzin neer op de formele regimes die samen lijken te hangen met het lichamelijk meer eisende tijdverdrijf. „Voor trimmen heb je speciale schoenen nodig", zegt professor Kornmul ler. „Men moet tegen woordig bepaalde kle ding dragen. Je kunt het niet zo maar op een lopen zetten. Het is te georganiseerd geworden. Maar al te gauw zul je een boek moeten lezen en een proef afleggen over hoe te leren hardlo pen". Een recente bekeerling tot de kunst van het kuieren, arts Jerry W. Brackett uit Grosse Point in Michigan, ziet andere voordelen van het kuieren. „Je kun beter communiceren wanneer je kuiert dan wanneer je trimt", zegt hij. „Het is een soort groepsthera pie". Verder maakt het kuieren het opnemen van de omgeving mogelijk, aldus Brackett, „en het werkt rustgevender dan de meer inspannende oefening". Het kuieren gaat terug tot de tijd van Aristote- les, die college gaf tij dens ontspanne* wande lingen in de open lucht voor het stimuleren van het denken. Europese filosofen uit de negen tiende eeuw maakten de methode populair. Later werd het kuieren een geliefde tijdpassering op het dek van luxe oceaanstomers en in straten van steden na het theater of na een têté-a- têtè in een chambre-se- parée. De Wereld-Kuier-Vereni ging probeert de geest van het verleden op te roepen op haar jaarlijkse ontspannen bijeenkomst in het sjieke Grand Hotel op Mackinac Island bij Sault Ste. Marie, een populair vakantieoord waar gasten worden De vereniging heeft in haar „Kuierzaal van prominenten" mensen bijgezet als Olivier Har dy van de Dikke en de Dunne en Maurice Che valier. "Vooral Chevalier verstond de kunst van het kuieren en het pauze ren voor het observeren van het landschap, een panorama, een welge schapen been", staat in het boek van de vereni ging. Huidige beoefenaars van de kunst van het kuieren hebben zo hun eigen voorkeuren. Rustend fl componist Don Large uit Alanson in Michigan neuriet of zingt zachtjes themaatjes tijdens zijn wandelingen. Rechter Joseph Gillis uit Detroit kuiert alleen op straten die lanen heten. Aan het kuieren is geen lichamelijk risico verbon den, alleen wanneer men zich bevindt in beruchte wijken. Het is aan te bevelen e: daar de pas in te zetten, als had men een doel. Hieraan moet men zich houden, volgens dr. Russel Bruce, de li- chaamsbewegingsdeskun- dige van het Lake Super ior State College: „Begin rustig, ga rustig verde^ en eindig rustig". Onze verslaggever Leo van Vlijmen bezoekt deze weken Polen, het land van paus Johannes Paulus il, ofwel Jan Pawel zoals hij in zijn geboorteland genoemd wordt. Vandaag kijkt hij naar de manier waarop de Polen hun welvaart beleven. WARSCHAU De Polen zijn niet vies van politieke grappen, ook partijleden niet. Maar er zijn grenzen. De volgende is een grap die de partijgrenzen bedenkelijk begint te benaderen. „Een man staat al drie uur in de rij voor een slagerij. Hij wordt kwaad en zegt: ik heb er genoeg van om altijd voor vlees in de rij te moeten staan. Ik ga naar het partijsecretariaat en geef de par tijsecretaris er van langs. Na tien minuten komt de man bedrukt terug en zegt: Pech gehad, daar is de rij nog langer". Lutek Mazowiecki, architect in Bydgoszcz, kan tiental len van dit soort moppen vertellen. Hij is alles behalve communist, heeft de pest aan de Russen en zijn drie dochters brengen van school de beste moppen over de politie mee naar huis. De politie is in Polen kennelijk niet bijzonder populair. Misschien omdat politiemensen hier tot de beter betaalde arbeidskrachten behoren. Lutek Mazowiecki verdient een redelijk salaris. Met achtduizend zloty per maand heeft hij zowat het dub bele van een arbeider, kan hij zich een redelijke wo ning permitteren en rijdt hij sinds kort zelfs in iets waarvan hij zelf zegt: „Het is nog niet direct een auto, maar het kan rijden". Zijn vrouw verdient als receptio niste nog een redelijk salaris erbij. In huize Mazowiecki kan men dus tevreden zijn. Maar men is het niet, want wie minstens twee uur in de rij moet staan maar doorgaans langer om vlees te kopen, krijgt een blij vend gevoel van onbehagen. „En niet alleen moet je lang in de rij staan", zo begint Lutek Mazowiecki het nationale stokpaardje te berijden, „kalfsvlees is nooit verkrijgbaar en de rest is in zekere zin gerantsoeneerd. Je mag nooit méér kopen dan een kilo varkensvlees, één kilo rundvlees en eén kilo vleeswaren, maar als je eindelijk aan de beurt bent gebeurt het vaak dat één van de drie is uitverkocht. Je kunt de volgende dag na tuurlijk wel weer in de rij gaan staan, maar dan ben je opnieuw drie uren kwijt „Deze vorm van vleesrant soenering is des te meer onverteerbaar voor de Polen, omdat ze eigenlijk over meer dan voldoende geld be schikken. Sinds Edward Gierek het voor het zeggen heeft zijn de lonen met vijftig procent ^omhoog gegaan. De prijzen voor levensmiddelen zijn al enkele jaren lang bevroren. Dat wil zeggen d'at de Polen zichzelf al jarenlang aan het verwennen zijn Waanzinnige prijzen Het geheim van de Poolse welvaart zit 'm in de rijkelij ke staatssubsidie. Een Poolse boer krijgt bijna zes zloty voor een liter melk, maar in de winkel hoeft de consu ment nauwelijks de helft te betalen. Voor een kilo vlees betaalt de staat 56 zloty, in de winkel kost dit maar 38 zloty. Twee jaar geleden probeerde de rege ring één en ander recht te trekken. De prijzen voor voedingsmiddelen zouden „normaal" moeten worden. i Lutek Mazowiecki zegt daarover: „Maar dat gebeurde I natuurlijk weer onhandig. Van de ene dag op de ande re moesten sommige prijzen met de helft omhoog". De arbeiders in Ursus en Radom antwoordden op die maa tregelen met stakingen en plundering. Edward Gierek en premier Jaroszewics bonden in en de prijzen bleven zoals ze waren. De Polen werden niet tevredener, maar waren voorlopig in elk geval gerustgesteld. Voor een al gemene prijsverhoging behoeven de Polen voorlopig niet te vrezen. De regering probeert het nu langs de weg van de gelei delijkheid, prijsverhoging per artikel, zoals onlangs met de suiker gebeurde. Lutek Mazowiecki, die als elke Pool „deskundig" blijkt als het over de landbouw gaat, zegt daarover: „Waarom nu juist suiker duurder moest worden begrijp ik niet. Polen is relatief de grootste sui kerproducent van Oost-Europa". Alles te koop Niettemin kan men in heel Polen constateren dat er evenals in de winkel van Sinkel vrijwel alles te koop is. „Maar de goede spullen krijg je alleen voor echt geld, niet voor zloty", zegt Lutek Mazowiecki spottend. Dat klopt niet helemaal, want alle goede Poolse pro- dukten en een aantal produkten uit het westen (bij voorbeeld sommige cosmetica) zijn ook in de gewone winkels te krijgen. Al het andere van dure Franse cognac tot Ameri kaanse sleeën is in de zogenaamde Pewexwinkels verkrijgbaar en dus toegankelijk voor iedere Pool die over buitenlands geld beschikt. En elke Pool beschikt over buitenlands geld, waarbij buitenlands vertaald moet worden als westers. Per slot van rekening woont en leeft één op de vier Polen in het westen: Amerika, West-Duitsland, Frankrijk en niet te vergeten Neder land, en het moeten wel heel slechte Polen zijn die hun familie in het vaderland vergeten en niet zo nu en dan wat dollars, marken, francs of guldens overmaken. Lange rijen zijn een veelvuldig voorkomend verschijnsel in gebrek is. Zelfs staan die rijen voor het toto-bureau, waar Polen, waar aan geld geen, maar aan goederen vaak meer de Polen een gokje mogen wagen. Want de Polen zelf mogen westerse valuta ontvangen en bezitten. Ze mogen zelfs westerse valuta van bezoe kers aannemen en Poolse zloty aan bezoekers schen ken. Ze mogen alleen geen geld wisselen. Dat gebeurt dan ook niet. Maar er wordt in Polen over en weer heel wat geld „geschonken": door restaurantbezoekers aan kelners, door passanten op straat, niet in een por tiek of een ander donker hoekje, maar openlijk, 's a- vonds bij voorkeur onder een lantaarnpaal, zodat je kunt controleren of je wel de goede koers gekregen hebt. „We hebben niet alleen een handelskoers, een toeristen- koers en een zwarte-marktkoers", vertelt Janusz Pelc, directeur van het staatsreisbureau Orbis in Warschau, „maar in feite heeft elk artikel een eigen wisselkoers". Een taxichauffeur heeft voor een ritje vijftig zloty óf twee mark van me gevraagd, kan ik hem melden. „Dat is voor mij weer een heel nieuwe koers", moet hij toe geven. Polen verandert Lutek Mazowiecki en zijn vrouw moeten zo lang in de rij staan voor vlees, omdat de Polen het al dertig jaar lang vertikken om de tienduizenden keuterboertjes in grote collectieve bedrijven onder te brengen. Al min stens twintig jaar geleden heeft de partij dit streven opgegeven en sindsdien worden de lapjes grond in middels verdeeld onder de kinderen van de boer van toen steeds kleiner en zijn drie varkens tot één te ruggebracht. Ruim driekwart van het Poolse akkerland is nog in privébezit en het ziet er niet naar uit dat hier voorlopig verandering in komt. Nu is het merkwaardige in Polen, dat de Lutek Mazo- wiecki's niets liever willen dan dat de boeren het been stijf houden en dat ze tegelijkertijd niet meer willen betalen voor hun kilo vlees en zeker niet ervoor in de rij willen staan. Tegen het laatste schijnt geen remedie te bestaan, maar tegen het eerste wel. Want het meest gekke in de Poolse socialistische samenleving is wel, dat de staat tegen eigen (communistisch) beter weten in de keuterboertjes subsidieert. De benarde situatie op de vleesmarkt is overigens niet alleen te wijten aan het bestaan van de keuterboertjes (die met hun boerenkarren de auto's op de snelwegen voortdurend tot gezonde matiging dwingen). Zelfs her haalde misoogsten nu al vier jaar achtereen vor men niet de belangrijkste reden van de soms penibele situatie op de voedselmarkt. Van doorslaggevende bete kenis sinds enige jaren is dat Polen niet meer het agra rische land uit het verleden is. Sinds Edward Gierek de koers kan uitstippelen is Polen een industrieland ge worden. De afgelopen acht jaar is de industriële pro- duktie zo goed als verdubbeld. Dat kon alleen maar door de investeringen te verveelvoudigen, en dit bete kent weer dat dit geld aan de landbouw onttrokken wordt. Want ook een Poolse zloty kan maar eenmaal uitgegeven worden. Boven hun stand Wie in Polen zijn ogen gebruikt, komt al gauw tot de conclusie dat het volk boven zijn stand leeft, al jaren lang. Het leeft als God in Frankrijk, of misschien moet men wel zeggen als God in Polen. De Polen lopen goed in de kleren, vaak zelfs chic; de niet weinige restau rants zijn doorgaans vol en het eten is er meestal goed tot best, al moet de ober zo nu en dan nee verkopen. Wie een blik m de Poolse economie werpt, moet con stateren dat de Polen er wel erg zorgeloos op los leven. Dat lijkt charmant, maar kan levensgevaarlijk zijn, ze ker met buren die het zeer zuinig aan doen. Janusz Stefanowicz, lid van de katholieke Pax-bewe- ging (een groep Poolse intellectuelen die zowel door het episcopaat als door de communistische partij met lede ogen wordt aangezien) is van mening, dat de regering eindelijk eens iets moet doen. Wij kunnen op deze ma nier niet doorgaan met onze economie, onze regering moet de moed hebben om het Poolse volk erop voor te bereiden dat we de buikriem moeten aanhalen. Wij zeg gen dat al jaren lang. We moeten de moed tot de waar heid hebben. Als we zo doorgaan komen we regelrecht tot een bankroet". Lutek Mazowiecki denkt er anders over. Hij voelt niets voor het aanhalen van de buikriem. „Als onze socialis tische broederlanden ons eerst.maar onze eigen boont jes lieten doppen", stelt hij verbitterd vast. En eens te meer blijkt dat hij geen vriend is van de Russen, evenmin van de Oost-Duitsers. De taxichauffeur die me van Mazowiecki's huis door de stromende regen naar het hotel rijdt, verzucht: Zelfs de paus kan ons kennelijk niet van deze dagenlange re gen verlossen. Ik troost hem: Jullie paus is nog maar een beginneling. De Poolse economie zal hij voorlopig ook wel niet kunnen helpen. Het herbouwde centrum van Warschau, waar het bezoek aan de terrasjes wijst op de toegenomen welvaart. De tweedehandsmarkt in Warschau—wat in de winkels niet voorhanden is, kan hier worden gekocht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 21