EDUARD VERKADE Toneel is de vluchtigste Bller kunsten. Toneelge schiedenis bestaat uit Cecgeelde foto's en be duimelde herinneringen. §en exacter beeld op roepen van hoe het was js straks mogelijk door pe films die een insti- juut als Theater Klank Beeld kan maken, r dan nog: Van Ver- zag ik ooit een ilmpje - en dan niet een speelfilm als „Pyg- hij als ilonel Pickering onder idwig Berger meewerk- als acteur: Een grijze man met imposante neus als merkwaardig scheve iheidslijn door zijn ge licht lopend die uit Sha- ;espeare's „Hamlet" i vertaling van Jacob van Leey die dankzij hem zo'n lang leven op <Je planken beschoren bleef. Er ging van die oude toneelspeler in net pak nog altijd een op- Eduard Verkade's „Hamlet" gezien door karikaturist P. v.d. Hem. die ■mm heef MB diep Verkade met Willem Royaards de deuren naar een nieuw, modern toneel opende? Het bleef een vraag. Me vrouw Eline Verkade heeft met haar boek wat dat betreft iets ongeloo flijks gepresteerd. Ze: (ft zo uitputtend ge- liept uit kritieken, herin- teringen. persoonlijke trieven. zakelijke gege vens. interviews dat wie iet boek dichtgeslagen leeft, haarfijn kan ver tellen wie Verkade was wat hij voor het Ne derlandse toneel bete kend heeft. Levend mens Een paar meningen uit het „kamp Verkade": Fie Carelsen zei „Als leider heb ik veel, heel veel. zo niet alles aan hem te danken. Hij leerde hoe een rol van binnen uit benaderen, te begrij- i waarom men iets zei. hoe een rol een le vend mens moqst wor den. Else Mauhs „Hij is voor mij de enige regis seur. omdat hij ten volle begrijpt, dat een acteur, een actrice, geen loud speaker mag zijn". Cees Laseur „Verkade is in de loop der jaren voor en zeer wezenlijke pedagoog geweest", en Cor Ruys: „Nooit is mijn enthousiasme voor Ver kade verflauwd en mis schien ben ik wel zijn dankbaarste leerling. Hij blijft voor mjj de onaantastbaar grootste regisseur, die ons land gekend heeft, juist om dat hij nooit kleine Ver- kade'tjes kweekte".. Naast hun meningen waart nog altijd een an der beeld van Eduard Verkade's werk rond: .Verkade. die kon alleen, maar met dilettanten werken, een slecht ac- of ..Verkade was an van de Haagse society-stukken". Misverstanden die Verka de zelf ongewild in het leven heeft geroepen en die zijn loopbaan lang om hem heen bleven hangen. Verkade hééft lang met dilettanten gewerkt, een bittere noodzaak omdat hij het toneel zó volmaakt an ders wilde benaderen dat er óf geen acteurs voor waren, óf ze „be smet" waren met de door Verkade veraf schuwde manieren van het toenmalige toneel. Verkade heeft ook be hoorlijk wat society-stuk ken gespeeld, maar ook daar was een noodzaak omdat Verkade voor zijn vernieuwingen, zijn in troductie van onbekende schrijvers in het toen ongesubsidieerde toneel geld nodig had. Hij is zijn leven lang door schulden achtervolgd. Maar al met al is dat werk een gering deel van het totale toneel dat Verkade hier bracht. Fabrikaat Eduard Verkade, zoon van een Zaans fabrikant van patentolie. geboren uit een ondernemend geslacht dat later o.a. de grote Verkade-fabrie ken zou stichten. Een geslacht waarin artistie ke aspiraties niet vreemd waren: Eduards katholiek geworden broer Jan sloot zich als monnik-schilder in Parijs bij de Nabis-groep aan (waarbij o.a. Bonnard. Vuillard en Sérusier za ten). zijn zuster trouwde met de kunstschilder Voerman. Voor Eduard was het voorlopig weg gelegd een vak te leren. Op z'n zeventiende ging hij naar Londen om scheikunde te studeren. Hij zat meer in het thea ter dan hij studeerde, zodat zijn vader hem naar de gebroeders Stork in Hengelo stuur de. Maar ook daar vond Eduard iets ènders dat hem interesseerde: Een groep jongelui die sa men musi.ceerden. voor drachtsavonden gaven, en sterk onder invloed kwamen van de Engelse kunstenaar William Mor ris die de wereld wilde veranderen door het „eerlijke handwerk" weer te propageren. Ver kade berichtte zijn vader dat hij hetzelfde ervan dacht en ging naar een weefschool in Nowawes bij Berlijn om daar te leren mooie stoffen te maken. Maar in Berlijn wachtte het toneel weer. Hij zag de toen befaam de acteur Josef Kainz en schreef later in zijn onvoltooide mémoires: „Het was overweldigend! Ofschoon ik het stuk (Die Jüdin von Toledo") niet gelezen had en niets van de inhoud af wist. stond en leefde daar voor mij op het to neel een wezen, dat ik beter begreep en kende dan mijzelf. Het moet de druppel gewest zijn die de vol artistieke gevoe lens deed overlopen, want al sticht Verkade in Hengelo in 1902 een klein trijpweverijtje (dat nog steeds bestaat), en vindt iedereen de stoffen mooi, zo mooi dat ze levenslang avant- gardist, vechtend voor het toneel van vandaag nauwelijks verkocht wor den. hij blijft toneelspe len. neemt voordracht- slessen van Titia van Looy (de vrouw van de schilder-literator). Royaards en Jan C. de Vos. spraaklessen en be gint voor zichzelf. ..Mac beth" voordragend in kleine plaatsen in het land. Het is 1903. Verka de is innerlijk rijp voor het toneel, heeft het grote voordeel dat hij zoveel buitenlands thea ter gezien heeft, is uiter lijk nog de onbeholpen dilettant, maar krijgt aar dige reacties in de kran ten. tot niemand minder dan Lodewijk van Deysel een zeer uitgebreid stuk over hem schrijft. Verka de krijgt onmiddellijk daarna een uitnodiging van Het Nederlandsch Verkade als de Duivel in Molnérs gelijknami ge stuk. m Tooneel om eens te ko men praten. Salaris krijgt hij niet, wel vijftig gulden in de maand voor kostuumkosten. Het is 1 januari 1905, Verka de is 26 en zijn toneel loopbaan is begonnen. Lansknecht Dan gaan de ontwikke lingen in een schrikba rend tempo. Van „ac teur" die nog nooit tussen anderen op echte planken heeft gestaan, als lansknecht bij de op komst in de „Gijs- breght" de verkeerde kant oploopt waardoor de hoofdrolspeler moet wachten met zijn „Het hemelsche gereght" tot die lastige jongen voor z'n neus weg is. is hij binnen drie jaar op-eens een nè&m in artistiek Nederland, leider van een eigen gezelschap, dat zelfs in 1911 al een kapitale tournee naar Nederlands-lndië kan maken. De belangrijkste gebeurtenis in Verkade's leven heeft dan namelijk plaats gehad. Verkade gaat in Berlijn kijken en. ontmoet Edward Gordon Craig, zoon van Enge- lands beroemdste actrice in die tijd. Ellen Terry, en toneelvemieuwer van grote faam. Craig schil dert indrukwekkende de corontwerpen, ziet van uit het visuele een volkomen nieuw theater, werpt zich schrijvend ook op als theoreticus, is concessieloos op zoek naar een nieuw theaterbeeld dat alleen hij kan venwezenlijken, dat door zijn warrige en fantastische persoonlijk heid nooit helemaal ver wezenlijkt wordt, maar dat niettemin een enor me invloed op theater makers van die tijd heeft. Verkade praat drie maandenlang van och tend tot avond met hem, ontmoet groten als Isa dora Duncan en Max Reinhardt en ontwikkelt intussen zijn eigen ideeën en toetst ze aafl die van Craig. „Craig ziet meer, ik hoor meer. Ik begrijp de karakters stuk voor stuk in Sha kespeare beter", schrijft hij uit Berlijn. Craig wil met Verkade samenwer ken. er is sprake van een toernee door Neder land, die misloopt omdat met Craig geen enkele exacte afspraak te ma ken valt. maar Verkade komt als een zeker mens in Nederland te rug. Daar roept Royaards zijn hulp in voor twee simpele voor stellingen in het Larense Hamdorff. bekend ge worden als „De Zomer spelen". Ze schrijven to neelgeschiedenis: „Elckerlyc" en „Lanse loet" frapperen publiek en pers als iets vol maakt nieuws, waarbij Verkade eigenlijk geheel verantwoordelijk is voor regie en visuele aanpak. Het begin is er. al bo tert het tussen Royaards en Verkade niet. „Ons scheiden werelden" zegt de laatste. Vergeestelijking Die zullen er tussen hen blijven. Royaards kan je ook een theatervernieu wer noemen, in zoverre dat hij genoeg had van het holle maakwerk en de slechte smaak van het theater van zijn tijd. geheel vanuit zijn grote acteursschap naar een nieuwe aanpak zocht en die vond in theatervoor stellingen die betoverend en fascinerend waren, maar behalve in kwaliteit niets vernieuwden. Ver kade zou zeggen: „Ik kies voor wat over twin tig jaar pas goed gevon den zal worden". Royaards koos voor het mooie, het feestelijk-exu- berante. de „l'art pour l'art". Verkade voor de „vergeestelijking", een vaak als smet op hem teruggeworpen begrip, waarmee hij vooral een verinnerlijking bedoelde, een tegen het symbolis me aan leunend verso bering en stilering die te allen tijde dienstbaar was aan het stuk dat hij zou regisseren. In 1907 richt Verkade De Hages- pelers op. Een eigen schouwburg is er niet. vandaar de aan de rond trekkende middeleeuwse kunstenaars ontleende naam. Hij begint zijn vi sie te ontwikkelen waar bij décors, kostuums en spel een eenheid vor men. De décors vaak uit gordijnen bestaand, rond podia gedrapeerd met symbolische kleuren. Maar hij moet met dilet tanten werken die voor zijn ideeën ontvankelijk zijn. Toch heeft zijn oor spronkelijkheid succes. Hij trekt een ander pu bliek, een jong publiek vooral, dat wil wat Ver kade wil. intellectueel meedenken en de „ei gen" voorstelling zelf beëindigen en afmaken. Verkade is de avant-gar de geworen. de befaam de criticus Barbarossa ziet bij de première van het door Verkade geïn troduceerde Oscar Wil- de-stuk „De Belangrijk heid van Ernst" een „onschuldig maagdelijn" dat tegen haar moeder zegt: „Wat zijn er hier veel met lange haren en lange dassen!". Hij speelt in het Amster damse feestzaaltje Ode- on. dat eigenhandig ver bouwd is tot het anti- illusionistische kader waarin zijn geestelijke werk zo simpel mogelijk gestalte moet krijgen, daar begint de strijd pas goed. De strijd tegen het theater zoals dat was, door de schouw burgen in stand gehou den werd en de strijd tegen het geld. Schulden De schulden zijn te groot geworden, een toernee door Indië effent de zaak. Er schiet ech ter niets over. het gezel schap moet opgeheven, maar Heyermans biedt Verkade aan in zijn To neelvereeniging te stap pen. Daar gaat hij ver der als een levende antipode van de realist Heyermans met een soort gezelschap-in-een- gezelschap. Dat moet op den duur spaak lopen. In 1913 begint Verkade te onderhandelen met de gemeente Den Haag. Een theater krijgt hij niet, wel een zaaltje aan de Herengracht in een gebouw dat zo'n beetje hoort bij het Gebouw voor Kunsten en Weten schappen. Het wordt het Theater Verkade (tegen woordig de bioscoop Odeon), pas nadat Ver kade er een hoop eigen geld ingestoken heeft om het compleet te ver bouwen. Hij introduceert er volkomen nieuw re pertoire: Ibsen, Shakes peare - van wie de dra ma's nooit repertoire hadden kunnen houden in Nederland - Molnar, Chesterton, Schnitzler. Hij krijgt acteurs die het aandurven (een Herman Schwab zelfs na 35 jaar andersoortig toneel) met hem te werken, zijn ei gen acteurs zijn dan in de ogen van de oude garde nog wel „dilettan ten". maar in feite zijn het „nieuwe acteurs" geworden uit een nieu we school. Enny Vrede, later Verkade's vrouw, is er één van. Verkade in troduceert beeldende kunstenaars van naam bij het uitwerken van zijn ideeën in de décors (Wijdeveld, later Rie Cra mer). Maar de financiën blijven dreigen, al biedt een Indische toernee weer even adempauze. Verkade lijkt nog even te streven naar een soort „acteurs-poule" van Amsterdam. Rotter dam en Den Haag om stukken zo goed moge lijk Je bezetten, maar hij komt in Amsterdam te recht bij de Koninklijke vereniging het Neder lands Toneel, mag de schouwburg bespelen na de in Amsterdam gebrui kelijke touwtrekkerij om die conpessie. stuit op geweldige weerstanden (o.a. van Bouwmeester en van Royaards). krijgt daaroverheen nog eens een toneelspelersstaking te verwerken, die deels uit goede motieven ont staat (salarisverhoging, pensioen) maar deels vertroebeld is door het gevecht om de eerste plaats in de hoofdstad. Verkade besluit naar En geland te gaan. Daar lukt het niet; het stuk dat hij regisseert spreekt niet aan. Londen is vol uit de eerste wereldoor log terugkerende militai ren die amusante kluch ten of schokkende melodrama's willen en na een jaar keert hij te rug. Wéér naar Den Haag, waar hij nu de Koninklijke Schouwburg krijgt te bespelen. „De gele mantel" van Hazel- ton en Benrimo wordt er een opzienbaring met z'n open décor- en scè newisselingen, z'n rekwi sieten die steeds andere functies vervullen; Het is een begin van een vol- wassenworden van Ver kade's toneelideeën, nu gesteund door een ei gen kweek acteurs, waaruit later de nieuwe leiders van het toneel in Nederland ontstaan: Cor Ruys. Albert van Dal- sum, Cees Laseur. Maar de moeilijkheden zijn nog lang niet ten einde. De exploitatie in Den Haag is niet vol te houden, de gemeente heeft geen geld en vraagt te hoge huur voor de schouwburg, weer komt Amsterdam, ook daar botert het na een paar jaar niet. Ver kade doet losse regies, komt met een eigen ge zelschap in het Rika Hopper theater terecht en komt uiteindelijk weer zonder gezelschap. Inmiddels heeft hij wel een aantal unaniem toe gejuichte voorstellingen kunnen realiseren die van internationale allure zijn (Shakespeare's. Von dels en Shaws „Saint Joan") en jonge /nensen met nieuwe ideeën (zoals Albert van Dalsum met zijn getuigend ex pressionisme) de kans gegeven op hun beurt verder te werken aan die vernieuwing. Maar de profeet wordt spreek woordelijk nooit geëerd en eigenlijk kan je stel len dat het tegen de tweede wereldoorlog stil ler en stiller om Verkade wordt Tientje Verkade stond niet al leen voor zijn ideeën, maar ook voor zijn men sen. Hij betaalde ze zo goed mogelijk (de to neelspelersstaking die zich tegen hem ging richten was dan ook triest misplaatst), en daarvan doen nogal wat anecdotes de ronde. Sa rah Heyblom vertelt in haar mémoires hoe Ver kade tijdens een voor stelling snel een tientje uit zijn laars smokkelt en het haar geeft met een: Kind, dat kun je best gebruiken". Albert van Dalsum vertelt exact eenzelfde verhaal. Verka de heeft z'n ideeën met een hoop geld betaald, dat hij steeds weer los wist te praten van fami lie en „kunstlievenden" en dat hij altijd zo goed en zo kwaad als het ging tot op de cent te rugbetaalde. Hij leek overigens nauwelijks eni ge rancune te kennen: Een Bouwmeester bleef hij als geweldenaar toch waarderen en hij invi teerde hem zelfs naar Londen waar Bouw meester als Nederlands sprekende Shylock in een Engelse voorstelling triomfen vierde. Zijn ..ei gen" acteurs werden weggekocht of begon nen voor zichzelf, en het meest bizarre is dan wel als Verkade-zonder gezelschap van de Groene Amsterdammer een baan als, toneelcriti cus krijgt aangeboden en in zijn stukken zijn ideeën confronteert met de geziene voorstellin gen. opeens alle schouwburgen voor hem dicht ziet gaan. Hij wordt geweigerd. Na de oorlog, waarin hij clandestiene voordrachts avonden geeft, bijna zoals hij begonnen is. en zijn huis in Utrecht een onderkomen voor ondergedoken kunste naars wordt, krijgt hij van de Haagse Comedie (1948) opdracht „Ham let"' te regisseren. Hoofdrol Paul Steenber gen. Hij heeft dan zijn 40-jarig toneeljubileum achter de rug. de plan nen voor een toneel school in Amsterdamn zijn mislukt, en de cirkel lijkt rond. De „Hamlet" was Verkade's begin. Hij eindigt zijn laatste regie ermee en heeft de fak kel stilletjes doorgege ven. „De rest is stilte" rond Verkade. In 1956 krijgt de Stadsschouw burg in Amsterdam nog een buste van hem. de stilte wordt even door broken door Albert van Dalsum die zegt: „Ik wil aan dit gebaar de dank baarheid verbinden, niet alleen van mijzelf, maar van een toneelspelersge neratie. die zich het vele en goede herinnert, dat hij in hen tot stand heeft gebracht, door hun nieuwe wegen te wijzen voor een zuive ring en bewustwording van hun kunstenaar schap". Verkade sterft in 1961, 83 jaar oud. Een bevlogen mens. werkend tot hij erbij neerviel (dit gebeurde letterlijk tij dens een Haagse voor stelling waarvan hij later lakoniek zei: „De enige waarin ik speelde en die ik totaal gezien heb") voor een idee. Een ondergewaardeerd man. voor wie Hamiets woorden „The readiness is all" op maat gesne den leken. Zijn bereid heid was het alles dat hij gaf aan zijn droom van een nieuw toneel, de fundamenten voor vandaag. BERT JANSMA INA l, w< llamle iet uil van Daleum zei het In 1953 zo: „1908. De iémlet van Eduard Verkade. Als een schok springt it uit mijn herinnering, als een verzet tegen stoffl- traditie. Tegen doodgelopen realisme en holle isntiek. Geen „jeune premier" meer met be- jaglijke maniertjes, maar een bijtend protest van :ugd tegen „een vervuilde tuin die schoot in 't iad", het maatschappelijk bestel, waar ze mee wconfronteerd wordt. De magie van het toneel be naderd met een vlijmscherpe analyse, een haast iulse schaamte voor het gevoel, een versmading ran rhetorische effecten der taal, een Intellectuele twijfel". Van Dalsum zei het 't beste en bleef het t beste formuleren: Eduard Verkade (1878-1961) was eerste avant-gerdst van het Nederlandse to neel. Een vernieuwer van allure, zoals het bij ver nieuwers hoort heel vaak en heel lang misver- ttaan, tot zelfs vandaag de dag. Dit jaar is het tonderd jaar geleden dat Verkade geboren werd, da PTT gaf een postzegel met zijn „Hamlet" erop git, maar wat belangrijker Is: Deze week publiceer de Dr Eline Verkade-Cartier van Dissel —In 1935 net Verkade getrouwd en diens weduwe— haar (30 pagina's tellende „Eduard Verkade en zijn jtrijd voor een nieuw toneel"(De Walburg Pers f75.-). Een uitermate gedocumenteerd en weten schappelijk werk dat zich voor een groot deel laat jezen als een roman en dat Het Definitieve Boek gver Verkade Is geworden. Het Theatermuseum isn de Herengracht In Amsterdam wijdt bovendien een tentoonstelling aan Verkade, die tot 31 januari duurt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 15