proefvoorstellingen de afgelopen weken uitstekend zijn geweest. Al zat of zit niet alles even duidelijk. In het programmaboekje klaagt De Meyere erover, dat hij in Céline niet éen scène heeft kunnen vinden waarvan hij veel zal kunnen maken, iets heel eigens. Mary Dresselhuys: „Dat snap ik niet goed. Jo heeft toch een schitterende rol, de mannelijke hoofdrol... Ik moet hem er morgen toch eens naar vragen. Maar vergeet niet, dat het programmaboekje begin augustus al is gemaakt, toen we nog maar net bezig waren. Misschien durfde hij toen nog niet zo goed. voelde hij zich als Vlaming toch nog wat onwennig. Overigens klinkt zijn Vlaamse accent heel plezierig." GEVIERD Voor veel toneelliefhebbers is Mary Dresselhuys een gevierde actrice, een naam om ongezien op af te komen, ook nu, op haar 71ste. Mary: „Is dat zo? Griezelig hoor; je moet jezelf toch altijd weer opnieuw waarmaken. Soms ben ik in Londen om voorstellingen te zien en dan denk ik ook wel eens, van nou, DIE zou ik graag willen zien spelen. Maar dat kan zo tegenvallen, dat ik dan weer denk: jammer dat ik vanavond niet naar dat andere stuk ben gaan kijken." Wat de toeschouwer te zien krijgt, is het resultaat van vakwerk en weloverwogen spel. Mary: „Daarom is ook wat André van Duin doet. zo goed. Die weet precies wanneer hij wat moet doen, met nauwkeurig gevoel voor timing. Ook zonder dat bekken trekken kan je aan hem zien. dat hij denkt.dat er iets door zijn hoofd gaat, als hij acteert. Het is dat tegenspel van de ander, waar niet alleen Van Duin, maar alle acteurs mee te maken hebben. Andrè krijgt van die man met wie hij samenwerkt een opmerking, je ziet hem denken en dan precies op het goede moment ifieeft hij antwoord Zo Dresselhuys gewoon blij dat zij met Céline iets heeft aangetroffen dat haar helemaal bevalt. Dat deze actrice de zeventig is gepasseerd, maar wel twee keer daags de drie trappen van haar woonhuis stormenderhand neemt, hoeft de toneelbezoeker niet te interesseren. Die krijgt een frisgeboende Dresselhuys te zien die de piano allang aan de kinderen heeft weggegeven, rustige uurtjes zoekt op een woonboot en het onkruid uit het bijbehorende land trekt. En het nu zonder de acterende reus van een Kovan Dijk zelf moet opknappen. „Zolang ik kan acteren, blijf ik op de planken, dat wil iedere acteur". Waar vermoedelijk deze gedachte aan vooraf ging. ook zonder Ko. Een gevierde naam of F.J. BROMBERG werken wij ook met de zaal: als een zaal niet lacht op het moment waarop het zou moeten, is er iets mis met het spel. Dan moet je er achter zien te komen, wat je verkeerd hebt gedaan. Natuurlijk. Als je een stuk voor de vijfenzestigste keer speelt, is de eerste frisheid er af. Maar al zijn de ergste zenuwen voorbij, je bent toch altijd gespannen en de zaal reageert altijd weer anders. Het kan natuurlijk, dat je op een avond gewoon geen zin hebt, zoals dat iedereen wel eens overkomt. Dan moet je je daar overheen zetten; het publiek mag er niets van merken. Wat dat betreft is er ten opzichte van vroeger veel veranderd. In deze tijd heeft een acteur veel meer gevoel voor verantwoordelijkheid. Vroeger lachten we veel meer, ook gewoon. op het toneel, als er eigenlijk niets te lachen viel, voor het publiek dan. Men begreep de grap niet, we hadden onder elkaar plezier. Dat kan je het publiek niet aandoen en dat gebeurt nu ook niet meer." Met „Céline" heeft producer Joop van den Ende in elk geval een stuk waarin Mary Dresselhuys op hoogst plezierige wijze uit de voeten kan. „Maar er zijn niet zo veel stukken die wij kunnen spelen. Céline is een vrije productie, ongesubsidieerd, kostbaar dus. Het aantal acteurs is beperkt, vijf is het maximum. En daar moet ik dus ook nog in passen". Toch trekt Mary Dresselhuys meestal volle zalen, al is zij zich ervan bewust, dat zij haar naam steeds opnieuw waar moet maken. „Anders loop je het risico, dat de mensen zeggen, gö, is dat nou alles... Volle zalen... Nu wel. Vroeger was dat wel anders, voorde oorlog. Dan belde Cees, m'n vorige man, de cassa op om te vragen hoe het met de verkoop stond. Dan zei de cassa: meneer, een tweetje. Dat betekende dan, dat we een recette hadden van tweehonderd gulden, onder ons allemaal te verdelen. En een uurtje later was hetmeneer, bijna een drietje. Toch was het spannend, we belden toen heel wat op". ERNSTIGER Bij toeval is Van den Ende aan het stuk „Céline" gekomen, van een Franpaise. Op enkele uitzonderingen na is Mary Dresselhuys altijd te vinden in werk van buitenlandse toneelschrijvers. Mary: „Het is moeilijk om een goed Nederlands stuk te vinden; het is vaak te ernstig, of alleen maar heel grappig. Het zijn de beste stukken waarin iets ernstigs is verwerkt, maar waar je toch om moet lachen. Ja, Elsschot was daar goed in. Toch is er onlangs een zeer goed stuk geschreven, door een bekende Nederlandse schrijver. Maar het was op Ko en mij geschreven en Ko leeft niet meer en ik voel me te oud voorde vrouw die ik had moeten spelen. Ja, ze zeggen dat ik stapels Hollandse manuscripten te lezen krijg, maar dat is niet waar. Twee per jaar, misschien. Maar wie denkt dat hij iets goeds heeft, waarin ook een oudere actrice in optreedt, laat maar lezen. Ze mogen alles opsturen." Daarom is Mary Met Jo de Meyere, de jonge inbreker dif nog veel moet leren. en Mart Gevers in „Céline". hielp me met de beslissing. Die zei, Mary, ik zou het maar doen. Daarom accepteerde ik de titelrol van Céline". Van harte ging het in het begin allemaal niet. maar het verhaal, waarin Céline een vrouw is die een inbrekerJo de Meyere de kneepjes van het vak bijbrengt, lag Mary Dresselhuys wel. „Onzin te beweren dat die rol me op het lijf zou zijn geschreven. Trouwens, het was geschreven door éen Franse actrice, die deze rol voor zichzelf had bestemd. Geen enkele rol is iemand op het lijf geschreven, tenzij de schrijver bij voorbeeld Annie Schmidt heet. die bij het schrijven aan een bepaalde acteur denkt. Tegenspeler van Mary als Céline in dit stuk van de Franpaise Maria Pacóme, isJode Meyere. die voor kapelaan speelde in de succesvolle tv-serie „Het dagboek van een herdershond". Jo is inbreker die door Céline wordt betrapt en vervolgens in huis wórdt gehaald, om te worden opgeleid tot meester-inbreker; daar zorgt de vriendelijke Céline wel voor. Kende Mary Jo de Meyere? „Ik heb hem gezien op televisie. Drie of vier keer. Een hèel goed acteur". Gezien de intelligentie en het plezier waarmee Mary Dresselhuys acteert en het onomstotelijke feit dat Jo de Meyere een goed acteur is, moet de samenwerking tijdens de repetities en de tien AMSTERDAM - Aan de buitenkant is niets veranderd. Affiches hebben als gewoonlijk het spel „Céline" joyeus aangekondigd; de naam van actrice Mary Dresselhuys met die van Jo de Meyere als haar tegenspeler staat met vette letters op het programmablad. Mary is opnieuw hoofdrolspeelster in een amusant stuk, dat dinsdagavond in de Haagse Koninklijke Schouwburg in première is gegaan. Hoewel de uitvoeringen van het laatste stuk waarin Mary Dresselhuys speelde „Herfst in Riga" door de dood van Ko van Dijk plotseling werden afgebroken, zal de buitenwereld niet anders weten dan dat Mary Dresselhuys weer op de planken staat en opnieuw zal schitteren. Niets aan de hand dus. Niets? Mary Dresselhuys is emotioneel de klap nog niet te boven die zij kreeg uitgedeeld toen zij van de dood van Ko ochtend belde hij me op. Ko zei. Mary, ik ben ziek, doodziek, ik kan vanavond niet spelen. Dat zei Ko. die nóóit ziek was of daar nooit iets van liet merken. Maar die dag wist hij het 's morgens al. Het was op een zaterdag en niemand was bereikbaar, we zouden in Zaandam spelen." Het verhaal gaat niet verder. De herinneringen aan die fatale dag kan de Amsterdamse actrice nog steeds niet goed verwerken. Men kan een ogenblik denken aan een spontaan stuk theater tegenover een wildvreemde eenvoudig is het deze keer niet. Mary Dresselhuys draagt een flink gedeelte bij aan haar eigen legende, zoals het publiek haar kent. maar sommige emoties zijn niet te verbergen, ook niet tijdens een zoveelste vraaggesprek. Hoe het verder ging. Mary Dresselhuys: „Na de dood van Ko wilde ik absoluut niet meer spelen; voorlopig niet meer. We hadden zo veel samen beleefd en we kenden elkaar zo goed. We konden elkaar rechtstreeks kritiseren, vanuit de zaal. Zeggen: nee Mary, zo komt het niet goed over, je moet het anders doen. Dat soort contact heb ik met geen andere acteur. Later dacht ik. kom. nu in elk geval een paar maanden rust. dan zie ik wel weer Maar dat kon niet, een paar maanden rust', want het seizoen is dan al in volle gang. Producent Joop van den Ende kwam met een goed stuk waarin ik onder normale omstandigheden graag had willen spelen. Maar nu, zo meteen na Ko... Mijn man de vlieger/schrijver Viruly

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 13