'Wilde Bond heeft zo z'n voordelen...' „Ik gebruik spelers niet als robots" I LBB-SECRETARIS JAN KROON: ROEL TIMMER, TRAINER VAN BLAUW ZWART „Goedmakertje voor Leiden Cl v leidse courant-bal SPORT LEIDSE COURANT ZATERDAG 4 NOVEMBER 197b- (Van onze biljartmedewerker) Leiden Voor de vijftiende maal in successie heeft Jan Kroon dit seizoen de supervisie over de Leidse biljartcom petitie op zich genomen, en dat nog steeds met evenveel plezier. De 57-jarige eerste secretaris en competitieleider van de Leidse biljartbond (LBB) weet dan ook precies hoe dit alles reilt en zeilt Rasbiljarter Kroon beoefent het spel al van zijn jeugd af, waarbij hij momenteel nog steeds in de top van de Leidse competitie meedraait, af en toe ook individuele successen boekend. Op het bestuurlijke vlak was Jan Kroon al spoedig actief. In 1939 richtte hij samen met een aantal vrienden de Leidse vereniging UVS op, een club waar hij nog steeds voor uitkomt. Daar bleef het niet bij, want in '53 werd hij opgenomen in hef LBB-bestuur, wat tenslotte in '63 resulteerde in het competitie-leiderschap: „Helaas moest ik toen mijn andere grote hobby, het schaken, aan de kant zetten. Ik draaide goed mee in het eerste tiental van Leiden, maar het biljarten kreeg tenslotte de priori teit. Beide sporten vereisen om een beetje in de running te blijven een intensieve beoefening; toen het eveneens tijdrovende wedstrijdleiderschap daar nog bijkwam moest ik een punt achter het schaken zetten". Av Ac Jan Kroon: koos voor biljarten en gaf het schaken op. „Incidenteel speel ik nog wel eens een partij na of speel zelf een losse pot". Onlangs vierde Kroon zijn 25-jarig jubileum als LBB-bestuurslid, waarvoor hem op de laat-" ste Algemene Jaarvergadering een uitbun dige huldiging ten deel viel. Daarna kon Jan Kroon zich weer buigen over de admini stratieve rompslomp van de nieuwe compe titie. Sinds 1947, toen de LBB zich van de Nederlandse Bond afscheidde, is de Leidse bond een z.g. „wilde bond". Dit bevalt de meeste LBB-spelers prima, zo ook Jan Kroon: „Waren we bij de NBB aangesloten geweest, dan hedden de teams uit Leiden en omgeving voor hun wedstrijden veel grotere reizen moeten maken. Buiten dat kunnen we nu onze eigen competitie inrich ten, terwijl we op het financiële vlak een stuk goedkoper uit zijn". De Leidse competi tie bestaat momenteel uit negen klasses, dat zijn er twee meer dan het vorige seizoen. Deels zit hem dat in de ledenaanwas van de LBB, maar deels ook in de verschillen in speelsterkte. Kroon daarover: „We heb ben een geheel apart speelsysteem, waarin de promotie- en degradatieregeling ont breekt. Een ploeg bestaat uit 4 spelers, die ieder n.a.v. hun prestaties in het vorige seizoen een vast moyenne hebben. Evenre dig met dat moyenne moeten die spelers een bepaald aantal caramboles maken. Hoe sterker de biljarter dus is, hoe meer hij moet maken. In principe is dus zelfs een partij tussen een speler die één speelt en één die tien speelt geheel open. Per ploeg worden de door de leden te maken carambo les opgeteld, waardoor een bepaald totaal wordt bereikt. On) nu in een bepaalde klasse terecht te komen moet zo'n ploeg tussen bepaalde carambolestotalen inschommelen. De limiet voor de eerste klasse werd dit seizoen slechts door zeven ploegen gehaald, vandaar dat de le klasse ook maar uit zeven teams bestaat. Omlaag halen van die limiet zien we niet zo zitten, want dan worden de verschillen in te maken caramboles weer te groot". Een aardig systeem, dat als grote pro heeft dat de krachtsverschillen geëgaliseerd zijn en dat er daardoor een uiterst spannend en open strijdbeeld ontstaat. „Een aantrek kelijk aspect is tevens de charme van het uit- en thuisspelen; de gasten zijn altijd wat in het nadeel door het vreemde materiaal, ofschoon er tegenwoordig wel met uniforme LBB-ballen wordt gespeeld", aldus Kroon. „De beste titelkansen liggen uiteindelijk bij de ploeg met de meest constante vorm, de beste „runners-up", en het nodige geluk aan zijn zijde. Voornaamste euvel om niet het recht van de sterkste te laten gelden is dat de viertallen vanwege het intensieve pro gram nogal eens uit wisselende spelers met wisselende sterkte bestaan. Dit zou een veel te onzuiver beeld geven, iets waar we nu geen last van hebben". De Leidse biljartwe reld mag stellig actief heten, want na afloop van de competitie worden er nog eens persoonlijke kampioenschappen en beker wedstrijden verspeeld, met daarbuiten nog de jaarlijkse ontmoeting Leiden—Haarlem. In deze florerende bond heeft Jan Kroon alle zin om nog een tijdje door te gaan: „Ik hoop het tot mijn 65ste jaar vol te houden. Dan denk ik te stoppen, maar mocht er niet direkt een opvolger voor me gevonden worden, zoals dat momenteel met het voorzitterschap het geval is, dan zal ik eventueel nog een tijdje doorgaan". Slechts eenmaal heeft Kroon even overwo gen om te stoppen, dat was toen tweeeneen- half jaar geleden zijn vrouw een ernstig ongeval overkwam. „Daar zou ik hu wel spijt van gehad hebben, mede omdat mijn taak tegenwoordig toch verlicht is door de hulp van 2e secretaris Cor Glasbergen en penningmeester Theo Verplancken". DEN HAAG - Steeds meer amateurtrainers ra ken ervan doordrongen dat er een mentaliteits verandering nodig is om het voetbal zijn charme te laten behouden. „Het is meer een trainerspelle tje geworden dan een kijkspel", betoogt ook Roel Timmer na acht jaar uit „het wereldje" te zijn gestapt en inmiddels weer terug bij en met Blauw Zwart. „Het ama teurvoetbal is soms net een verziekte kopie van het betaalde voetbal. Trainers werken daar aan mee, bewust of onbe wust. De spanningen worden te hoog opge voerd. Een speler moet op z'n tijd van bet veld kunnen komen en zeg gen: goh, 't ging lekker vandaag. Die kant moe ten we op, met z'n allen. Niet alleen dat formele handje na afloop van een wedstrijd. Er mag gerust stevig over gepraat wor den. Anders wordt het echt een grote puin hoop". „Er sluipt steeds meer angst het voetbal binnen. De spanningen van een hele week worden in het veld gecontinueerd. De spe lers worden volgepraat met op drachten en staan dan helemaal strak. Alleen tijdens en kort na de vakantie is dat anders. Dan hebben ze op het strand zo heerlijk lopen voetballen, hoor je dan. Natuurlijk, daar voel je je vrij, daar kun je dollen, daar wordt een fout je niet aangere kend. Maar als dat achter de rug is, komt dat andere patroon weer. De trainingen, de beper kingen door de opdrachten, de lichamelijke en geestelijke ver moeidheid. En dan is er al snel niets meer over van dat frank en vrije". „Je ziet het ook in de maat schappij om je heen. Iedereen wordt gemakkelijker. Verant woording, risico's, dat hoeft al lemaal niet meer zo erg. Zeker in de steden zie je een ander type mens ontstaan. En wat je in het dagelijkse leven bent, dat etaleer je ook in het veld. lede- reen wil tegenwoordig achter de Roel Timmer: „Er zijn ook andere dingen dan voetbal" voorhoede lopen, er wordt risi coloos geschoven op het mid denveld. Daarom ook zie je vaak zo'n totale explosie bij een (vroeg) doelpunt. Zo van pfff, er valt iets heel engs van zo'n ploeg af. Ik wil de jongens dan ook zoveel mogelijk laten voet ballen, ze spelplezier geven, niet te veel praten over opdrachten. Alleen af en toe een enkele aanwijzing. Er moet een bepaal de drift in het spel zitten. Als je angstig, terughoudend speelt en je verliest, dan verlies je eigenlijk twee keer. Ze krijgen ruimte voor hun individuele mo gelijkheden, ik gebruik mijn spelers niet als robots. Tegen LDWS toen er van alles gebeur de en de wedstrijd werd ge staakt, kon ik me ook niet zo druk maken. Het was zo'n typi sche ontlading van die andere jongens. Ze liepen bijna gefrus treerd in het veld". Geen spijt Van de acht jaar dat hij zich alleen maar op zijn werk heeft geconcentreerd (bij een voor aanstaande oliefirma) heeft Roel Timmer geen spijt. „Ik ben te vroeg begonnen als trai ner (ook bij Blauw Zwart-red.). Ik was toen 26, had het B-diplo ma gehaald onder Kessler, maar kon eenvoudig niet op die bank zitten. Ik voelde me nog te veel in vorm als speler, nog te sterk". „Maar kan niet zonder voet bal, daarom heb ik het nu weer geprobeerd. Na een jaar beslis ik of het kan, of het bevredigend is. Ik geloof dat ik er nog een helemaal in terugkom, hoe wee ik niet precies. Is ook moeilijk want het betekent dat ik miji huidige baan eraan moet gevei en dat doe je ook niet zo sn«' Nu is het wel een goede com! natie; realiteit naast idealisme". is ook, dat ik meer afstand het. leren nemen. Zo'n stapje terui naar de tweede klasse is moei lijk, maar helemaal niet er| voor Blauw Zwart Een ploej die degradeert is over de hek competitie de slechtste. Ik ge loof niet in geluk, alleen maalB in klasse. En voor Blauw ZwarS.i is het in die lagere afdelinM: momenteel beter en leuker. Na tuurlijk heb je te maken mei prestaties, maar ik heb mei opzet ergens een streep gezet Niet meer dan twee keer trainen r- per week. Ook al is dat te weinij m voor het gevoel aan de bal er om met elkaar te spelen. Maai P er zijn ook andere dingen dan m voetbal. Studie, gezin, noen V maar op". „Ik wil niet zeggen dat ik op die eerste nederlaag van zondag heb zitten wachten, maar vind het niet erg dat het gebeurd. Op een bepaald moj ment gaat zelfvertrouwen ovei} in nonchalance. Blauw Zwaï heeft deze situatie nog niet vaakj meegemaakt. Nu het iets min der gaat, er een bepaalde kente ring is, irritatie ook, kunnen we pas bewijzen wat we echt waard zijn. Het technisch niveau is i behoorlijk, al heeft de vereni- ging wel een tekort aan spelers, Het kost al erg veel moeite eem derde en vierde elftal bij elkaar te krijgen. Soms heb ik het idee dat al dat talent dat, bij die jonkies loopt, zomaar ineens1! verdwijnt. We zullen moeten streven naar een brede basis, de club moet als een pyramid) zijn opgebouwd, iedereen mot erbij betrokken zijn". „Het is geen verwaandheid,, maar ik weet dat ik de jongens beter kan laten voetballen. Ik zie iets gebeuren, een erkenning als „Zag je dat?" tijdens een training. In zekere zin schep je iets. Ik proef veel zin in de ploeg, ik kijk ook altijd naar de ogen, "e daar spreekt uit of ze wel ol niet gemotivewerd zijn. Al diewe dingen beleef je niet in je werk. Daar is het resultaat veel min- der tastbaar. Als ik werk en 'ie1 voetbal naast elkaar zet, viitf SP ik het laatste toch fijner, mé hoeveel plezier ik ook achta H< m'n bureau zit". DICK HOFLAND Staand v.l.n.r: H. de Geus, R. Brugman, A, Pret, R. Boot, H. Oudshoorn, G. Filippo, R. Verhagen, H. v.d. Brug, J. Pret. Knielend: J. v.d. Wetering, P. de Hollander, R. v.d. Berg, M. Hamerling, M. Verhagen, A. Kmot. LEIDEN De Leidse Courant Bal, door Sport- huis Wout Bergers beschikbaar gesteld, beland de deze week, heel toepasselijk, bij de voetbal vereniging Leiden. De club die zojuist de verhui zing van Pomona naar de Morsch ook officieel rong heeft gemaakt en daar, met buurtverenigin gen ZLC en DOCOS toch wel een „nieuw bestaan" gaat opbouwen". De UC-Bal zelf, kwam terecht hij de Cl-junioren van deze afdelings-zaterdageersteklasser. Een misverstand vormt de reden van deze toewijzing. Het Cl-elftal van Leiden had zich er namelijk op verheugd tijdens de officiële opening van het nieuwe clubhuis een presentje te mogen aanbie den. Een misverstand stond zulks in de weg, reden voor het bestuur van de w Leiden de bal als „goedmaker" juist aan dit team toe te kennen. Afgekeurd Een sportveld, blootgesteld aai: weer- en andere goden, wil wel eens onbespeelbaar zijn. Een overdosis aan hemelwater werkt nu eenmaal niet positief door op grassprieten en daaron der verborgen aarde. Maar het zal je toch maar gebeuren dat je nietsvermoedend, als „leek" in Leiden, richting Leidse Hout trekt om daar je wekelijkse partijtje te gaan korfballen. En dan dit bord tegenkomt op een vlakte waarop de eerste jaren hooguit wat waterpolo kan wor den gespeeld, als de regen wil blijven vallen tenminste.... Kan me voorstellen dat er dan wel enige malen met de ogen zal worden geknipperd. Dat „slaapjes" en andere ongerech tigheden toch wel even uit de ogen dienen te worden verwij derd voordat aan de horizon het eigenlijke korfbalveld, wel be speelbaar, kan worden ontdekt. Grapje van de Sportstichting dus. Derby Het begrip „Derby" is de laatste jaren eigenlijk wat in de versuk keling geraakt. Leidse derby's, zoals bijvoorbeeld tussen Roo- denburg en UVS, liggen al ver achter ons. Ook in andere dor pen en gemeentes brengt dit soort duels regelmatig niet wat er van wordt verwacht. Tot nu toe sprong één confrontatie er jaarlijks nog maar uit. Die twee wedstrijden per seizoen die Meerburg en SJZ (op het spor tieve scherp van de traditionele snede) de laatste seizoenen in de afdeling uitvochten, konden nog als werkelijke derby's wor den gekarakteriseerd het met duizenden toegestroomde pu bliek waardeerde dat ook duide lijk. Met het vertrek van Meer burg naar de vierde klasse was echter ook die Zoeterwoudse strijd van de baan. Leek het definitief over jn onze regio. Gelukkig echter kent Voorscho ten dit seizoen twee vierdeklas sers in dezelfde afdeling. SVLV (trotse koploper) en Randstad Sport (hekkesluiter) ontmoetten elkaar afgelopen zondag. En deden wat er van hen werd verwacht. Maakten er een leuke partij van, met een toch wel verrassende winnaar in Rand stad Sport. De „derby" is weer even gered... Gift Er is de laatste weken nogal wat gepraat over de gift die alle „Leidse" voetbalverenigingen (62 in totaal) hun jubilerende afdeling afgelopen zaterdag voor het nieuwe Bondsbureau hebben geschonken. Drie ton is dat is duidelijk niet niets. Ook voor een afdeling waarin bijna 27.000 le den zijn vertegenwoordigd, een meer dan acceptabel bedrag inderdaad. In die gesprekken kwam het1 punt „vrijwillige basis" nogal' eens in het geding. „Dit wordt ons maar opgelegd, wij betalen alleen maar" de teneur van deze, in mindere stemming afge leverde verklaringen. Hoewel onmiddellijk moet wor den onderkend dat de wijze van kapitaalverschaffing in be stuurshoofden van de Leidse afdeling is ontwikkeld, komen die kreten vooral van vereni gingsbestuurders vreemd over. Het voorstel mag dan wel door het hoofdbestuur van de afdeling zijn gedaan, de algeme ne ledenvergadering keurde dat tijdens de voorlaatste ontmoe ting wél goed. En die ledenver gadering nu, bestaat weer wel uit clubbestuurders die namens hun leden beslissingen nemen. Argumenten als: „Er zijn van die 27.000 leden maar zo weinig echt met dit soort zaken bezig" en „Ware inspraak kennen we hiet" moeten dan ook in het hoekje nauwelijks reële opmer kingen worden geplaatst. Op de door, afdelingsvoorzitter Ad Dusée zo regelmatig ver heugd gememoreerde „vrijwilli ge basis", valt dan ook maar weinig af te dingen....

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 10