R V\ Heerlijkheid van Hoogmade harmonieerde 70 jaar met de eigen gemeenschap i der we t HOTEL DRAAIDE EEN DAG OP DE TAXI-MOBILOFOON t Slijtersleed in Haarlemmerstraat EEUWFEEST ïtUKSMUSEUM FAN GEOLOGIE Universiteit regelt controle op recombinant DNA-onderzoek FEEST NA VALLEN EN OPSTAAN ,Tuut, tuut9 irriteerde politie Drs. S. Hiep directeur Bedrijfsgenees kundige dienst LEIDSE COURANT DINSDAG 31 OKTOBER 1978 PAGINA 5 porti Als groot hotel met veel pOW „doorstroming" in de bezetting (zodat je bijna de ee2 vergelijking met een r ra transito-kamp kunt maken) je kun je natuurlijk een kink lg in de telefoonkabel niet 7°J gebruiken. Dit overkwam dezer dagen het Leids hotelbedrijf Holiday Inn, dat plotseling zonder juwï telefoon- en telexverkeer hou kwam te zitten. Paniek, nst althans een begin daarvan. je v De receptie was vleugellam e geslagen. Na enkele uren nvaB van groot ongerief en stille consternatie kwam redding opdagen in de vorm van het Leidse taxibedrijf De ronii Groot- Eén van de taxi's ut V( werd gestationeerd bij de 2 hotelingang teneinde de h belangrijkste contacten met a ami de buitenwereld per W( mobilofoon te kunnen ac onderhouden. Daar werd druk gebruik van gemaakt. Niet alleen door receptie en gasten, maar ook eidoor de atel koks die hierdoor hun vaste dag relaties met de groenteboer, aan le bakker en meer van die :gelv Ipeleveringsfiguren konden kavi «dden: „kan ik rekenen op wee kisten bloemkool? Over of: „ik kom nog dertig maanzaadbroodjes tekort. Over en sluiten maar". Op dat moment was er via de satelliet Early Bird een betere verbinding met Singapore dan met de omgeving van Leiden. In Hoogmade u weet wel, dat ontaard actieve dorp, gebonden aan Wou- brugge, waar zowat iede reen aan een verenigingslid maatschap gebonden is staat men op 't punt een feesteling te huldigen. Het is de lofwaardige harmonie- vereniging, genaamd „De Heerlijkheid Hoogmade", die het tot nu toe maar liefst 70 jaar volgehouden heeft en aan dat harmo nieuze leven is nog lang geen einde gekomen, want ook de Hoogmadese jeugd draagt De Heerlijkheid een warm en enthousiast hart toe. Vandaag de dag is de harmonie gezegend met drumband en majorettes en telt 88 leden. Veel jeugdle den vormen een belofte voor de toekomst Het begon in 1908 met 't kijken naeiar omliggende gemeenten, waar muziek korpsen als lentebloemen hun koppen boven de veengrond staken. Hoogma de mocht en kon niet achterblijven. Daar waren de heren J. v.d. Star (nog immer in leven, maar wegens hoge ouderdom en om gezondheidsredenen niet in staat, het feest van zijn Heerlijkheid mee te vieren) en H. Bank, die met veel inzet en doorzettings vermogen bereikten, dat op 3 november '08 in de her berg (thans café) van C. Hillebrand de grondslag van de muziekvereniging werd gelegd. Men begon meteen met 20 geestdriftige lieden, onder een bestuur dat was samengesteld uit H. Bank, J. v.d. Star, J. van Wieringen, J. Went, P. Zwetsloot, L. Borst en J. v.d. Post, met als „commis sarissen" C. Lieverse, en F. Otte. De Heerlijkheid moest een zaligheid worden om naar te luisteren. En in die opzet zijn de vaderen geslaagd. Ofei men nu een noot kon lezen of niet, men stak van wal onder de straffe en deskundige leiding van J. Hupkens, die stafmuzikant was bij het 4e regiment infanterie in Leiden. Hij kreeg die eerste noten er wel ingehamerd. Men had evenwel niet zozeer buiten de waard alswel buiten de instrumenten gerekend: er was geen geld om een instrumentarium te kunnen bekostigen. Ook kon men De harmonie van Hoogmade d.d. september 1909 geen bladmuziek betalen. Nu kan men wel zeggen: daar hadden de heren eerder aan moeten denken; maar een muzikaal hart laat zich niet indammen. Zeker niet in Hoogmade, waar de toeter en de trom samen gingen met de zaterdagavondse wasbeurt in de tobbe en waar de neut het onding van de televisie ver vooruit was. In arren moede ging men op zoek naar figuren (te genwoordig bedeeld met de kwalificatie van „sponsors" (die zich overigens niet als sponzen laten uitknijpen) die met geld op teiafel konden komen. Wel goed, maar niet gek waren de veehouders Van Egmond en een zekere Zwetsloot (wo nende te Ofwegen), die genegen waren financiële hulp te bieden met een geringe aflossing per jaar. Voorwaarde van de heren was, dat de Heerlijkheid de eerste onder de knie gekre gen marsen bij hen op 't erf zou komen spelen. En inderdaad stond de harmo nie, volgens de overlever ing, al gauw naast de onderhavige opstallen te toeteren en te blazen. Eén en ander ging gepaard met het achteroverslaan van het nodige levenswater (door een traditionalist „geestelijk vogt" genoemd), waardoor de instrumenten pas de volgende dag konden worden opgehaald. Het nuttig en sociaal effect was in elk geval doorslaand bewezen. Toen de gemoederen wat bedaard waren, kwam het eerste „buitenoptreden", ter opluistering van de kinde roptocht bij de Koninginne- feesten van 190EI9 (de foto geeft hiervan een vergeeld beeld te zien). Er werd niet gemarcheerd, maar gesloft; hetgeen niet wegneemt, dat de bevolking opgetogen was over deze prille Heerlijk heid. Eerste moeilijkheid: in 1914, toen wereldoorlog I uitbrak, moesten veel „heerlijkheden" in krijgs dienst, maar in de twintiger jaren ging 't weer excelsior; er werd van dirigent gewis seld. Het was J. v.d. Kaay die het stokje ging hanteren en een vrij matig audito rium naar de concerten wist te krijgen. Feestavon den bleven in trek, die dagen, en ter bevordering daarvan werd een toneelaf deling toegevoegd. Ik merk, dat ik inmiddels gevorderd ben via de mij verstrekte informatie tot de tweede wereldoorlog, toen de Heerlijkheid gedwongen „rust" moest nemen. De koperinstrumenten konden gered worden en dat was in die dagen van „lever je koper in" een hele prestatie die niet uitbueindig genoeg bezongen kan worden. Niet te vergeten pastoor Lips, hij zorgde er in de zomer van '45 voor, dat de vereniging nieuw leven werd ingeblazen. De wer kers van 't „onderbroken uur" waren de bestuurders W. Bank (hooggewaardeer de correspondent van uw L.C.), N. v.d. Pouw-Kraan en W. v.d. Post. Onder deze stuwers kwam de Heerlijk heid Hoogmade tot nieuwe bloei en gerichte hoop en meteen werden de bevrij dingsfeesten muzikaal omlijst Ik verneem nu van terzijde: „zelfs werd een gemengde zangvereniging toegevoegd onder algehele leiding van den Heer H. Theelen". In '48 werd het 40-jarig bestaan feestelijk gevierd. Maar het leven ontvlood aan de Heerlijkheid; men musiceerde allengs voor Jan Joker en de oorspron kelijke geestdrift ging naar de laioppen. De neut zal zijn gebleven, maar de instrumenten werden bij de pakken neeiergelegd. Ge brek aan leden. Bij het halve eeuwfeest ging de Heerlijkheid ter rust. Twee jaar later echter Hoog made kon niet buiten z'n harmonie slaagde de beademing: in juni 1960 slaagden Th. Out P. Hoog- enboom en P. Borst erin de vereniging nogmaals op poten te zetten. De „downs" leken overwonnen, want onder W. Marcks ontpopte De Heerlijkheid Hoogmade zich als een „evergreen" tegen elke verdrukking in. Veertig liefhebbers gingen zich instrumentaal inzetten om de naam van het dorp met klinkende muziek hoog te houden. Eigenlijk is het niet zo vreemd, maar men herkent een gemeenschap vaak aan die muzikale inzet aan die animo die alles bij elkaar honderden mensen op de been houdt. Kijk bijvoorbeeld maar naar Roelofarendsveen: de eigen muziek is niet dood. Integêndeel. In Hoogmade kwam men zover, dat er een drumband met majoreiettes aangeran- geerd kon worden. Op concoursen, optochten en andere feestpartijen zijn ze niet meer weg te denken. De Heerlijkheid Hoogmade heeft het helemaal gemaakt en van dit feit zal de vie ring van 't veertiende lustrum een afstraling zijn. Het huidige bestuur (J. v.d. Ploeg, H. Brunt L. Witte- man, Jos Hoogenboom en A. van Leyden) staat daar voor in. Zaterdagavond 4 november is er een feest avond voor leden en dona teurs en de avond tevoren, vrijdag 3 november de dag der Heerlijkheid zelf wordt een muziekavond verzorgd door een gastver- eniging. Ik ben in de gau wigheid vergeten te vragen welke, maar dat zal best in orde zijn. Op de Heerlijk heid kun je langzaamaan blind varen. een paar kartonnetjes stond enige tijd terug te lezen: „Gelieve geen fietsen te plaatsen tegen déze ruit". Beter had er kunnen staan „gelieve geen stenen te smijten door deze ruit." Maar zoiets zou waarschijnlijk het tegenovergestelde effect hebben. Niettemin zat slijter Coster in de Leidse Haarlemmerstraat in de penarie. Over het algemeen best een vrolijke man, maar twee weken geleden seitond het huilen hem nader dan een lachbui. Voor de vierde keer binnen een jaar hadden onverlaten bij hem de etalageruit aan diggelen gesmeten met een straatklinker. „Bij een collega van me, in de Kraaierstraat, van hetzelfde laken een pak. Bij hem voor de derde keer", vertelde de heer Coster, die slechts één fles gedistilleerd uit z'n etalage miste. Om de drank is het niet te doen, het is een andere, vernielzuchtige drang. De eerste „aanval" op de slijtersruit was vorig jaar vlak vóór 3 oktober („hartstikke leuke kast gemaakt, maar de hele boel lag zowat aan diggelen"), de tweede kwam dit jaar met Pinksteren, de derde vorige maand, op 10 september en nu, de vierde steen, op 16 oktober. Alle vier de keren van storm vergezeld; stomtoevallig, lijkt me. „Hoe dan ook", zei de slijter, „ik vind het een aanfluiting van zaken doen." Na de deierde raid heeft Coster rolluiken besteld, maar die komen pas vandaag voor de ramen. „Ik begrijp niet wat dat tuig bezielt: ze hebben het steeds op drankzaken voorzien. Nee, het is niks meer in de Haarlemmerstraat, als het donker is. Vroeger was het ook 's avonds een gaan en komen van mensen, je mocht hier je auto parkeren. Maar nu is de hele straat vogelvrij voor die stukken ongein. De slijter, droef te moede, beschrijft de „promenade" als „een dooie boel" 's avonds. „Iedereen doet de luiken voor de ruiten en de lichten gaan uit, want er kijkt toch niemand naar die etalages als de duisternis is gevallen. De veiligheid is weg; niemand durft hier 's avonds nog te lopen. Voor een winkelier is het niet leuk meer. De gemeente heeft dat allemaal buiten ons om gedaan", klaagt nog steeds slijter Coster; „er is geen aardigheid meer aan, als je elke ocheitend moet kijken of je ruit nog heel is. De lol gaat eraf. Ik wil best werken, maar niet op deze manier aldus een enigszins uit het veld geslagen Coster. De verkoop ging gewoon door. Dat wel. En iedereen schudde meewarig het hoofd over die ruit voordat er weer een fles bessen of kruidenbitter gesleten was. De ingegooide ruit van slijter Coster. BH LEIDEN Weggebruikers we ten elkaar nog wel eens te irriteren bij overmatig gebruik van de autotoeter. Dat ook de politie hier aanstoot aan kan nemen bleek gistermiddag op het kantongerecht, waar ie mand terechtstond wegensJiet claxonneren zonder noodzaak", terwijl hij bovendien de nodige lelijke dingen tegen de politie zou hebben gezegd. De verdachte kon zelf niet ver schijnen en had daarom zijn moeder gestuurd, die op enigs zins neerbuigende toon koud deed van de volgens haar juiste toedracht van het gebeuren, waar ze zelf niet bij was ge weest. „Nou, het ging zo mijne heren. Mijn zoon moest op een bepaald terrein in Warmond zijn en daar kon hij niet op omdat er een politieauto in de weg stond. Mijn zoon lïeeft toen een tijdje gewacht in de ver wachting dat die auto wel sneeil zou wegrijden. Toen dat niet gebeurde deed hij even van „poep" met de claxon. Daar reageerde die agent nogal giftig op. En toen mijn zoon vervol gens, omdat er niets gebeurde „tuut tuut" deed met de claxon rent me die agent daar uit zijn auto, rukt de portier van mijn auto open, waar mijn zoon dus in reed, buldert hem de vrese lijkste verwensingen toe en smijt de deur weer keihard dicht En vervolgens moest mijn zoon naar Sassenheim om zijn papieren te laten zien en daar is hij verschrikkelijk onbe schoft behandeld door een rijtje van die jeugdige agenten. En dat allemaal terwijl de politie de weg helemaal niet mocht versperren. Een normaal mens krijgt daar een bekeuring voor", aldus de moeder van verdachte. Volgens kantonrechter Oomen was verdachte, blijkens het ver baal ook geen toonbeeld ge weest van beminnelijkheid. „Hij heeft daar als een wilde zitten toeieteren en bovendien her haaldelijk „hufter" tegen de agent gezegd. Dat gedrag stellen wij niet op prijs", aldus Oomen, die 50 gulden boete oplegde. Peuren Een Leidenaar stond gisteren terecht omdat hij zich in Zoeter- woude op gereserveerd terrein zonder vis-akte had begeven en daar was gaan „peuren", blijk baar met de bedoeling om wat vis te vangen. Toen de politie liet weten één en ander niet op prijs te stellen en op een gege ven moment zelfs tot verbalise ren overging gaf de kleine Lei denaar véin weeromstuit maar een valse naam op, hetgeen de opsporing wel bemoeilijkte maar niet onmogelijk maakte, blijkens de aanwezigheid van de Leidenaar op het kantonge recht, „Ja, ik was eerst na een waarschuwing van de politie een eind verderop gaan peuren, en toen kwam er een bootje aan. Ik dacht eerst, nou dat zijn ook peurders hè. Maar toeien bleek het weer de politie te zijn. Wat ik niet begrijp is dat mijn zwa ger geen bekeuring kreeg", al dus de peurende verdachte. Kantonrechter Oomen vond dat allemaal weinig relevant, en oordeelde 60 gulden boete voor het illegale peuren en 100 gul den vanwege de valse naam. ;ath« ^DEN Het rijksmuseum van geologie en mineralogie bestaat "teui °.r®en honderd jaar. Ter gelegenheid hiervan wordt een tentoon- illing ingericht die te bezichtigen is tot 28 april 1979. Tevens "it prof. dr. L. D. Brongersma, oud-waarnemend-directeur het museum, een voordracht over de geschiedenis van het unuseum in de filmzaal aan de Hooglandse Kerkgracht 19. tentoonstelling, die na de voordracht van prof. Brongersma, ija ordt geopend door dr. A. J. Piekaar, oud-directeur-generaal voor wetenschappen van het ministerie van onderwijs en weten nappen, geeft een overzicht van de ontwikkeling, die het museum .honderd jaar heeft doorgemaakt. Tevens wordt een indruk ba >geven van het veelzijdige werk waarmee het museum zich ;»j highoudt en waarvan het publiek zelden iets te zien krijgt. sn heel bijzondere plaats wordt ingenomen door de verzamelin- en. die bijeengebracht zijn door leden van het Koninklijk Huis. ;ide t t et rijksmuseum van Geologie en Mineralogie, dat sinds 1966 i ui gevestigd in de mooie zeventiende en achtteiiende eeuwse ai houwen van het vroegere Heilige Geest- of Arme Wees en rkir Bderhuis in Leiden, kan terugzien op een lange geschiedenis, blo) LEIDEN De heer S. M. H. Hiep is met ingang van 1 no vember benoemd tot directeur van de Bedrijfsgeneeskundige dienst te Leiden. Drs. Hiep, arts, volgt in die functie de heer K. A. van Praag op. De heer Van Praag blijft overigens tot zijn pensioengerechtigde leef tijd als bedrijfsarts aan de Dienst verbonden. Bedrijfsgeneeskunde houdt zich bezig met de veelsoortige aspecten van de gezondheids zorg - in de meest ruime zin - van de mens in de onderne ming voorzover deze zorg ver band houdt met beroepsarbeid. Bedrijfsgeneeskunde is in de eerste plaats preventieve ge neeskunde doch dient daar naast in positieve zin bij de dïagen aan een zo volledig mo- geliike ontplooiing van de mens Drs. S. Hiep. in zijn arbeid zodat deze vorm van geneeskunde een belangrij ke ieinbreng heeft in het sociale ondernemingsbeleid. De Be drijfsgeneeskunde Dienst Lei den, die in 1954 werd opgericht, is een zogenaamde gezamenlij ke bedrijfsgeneeskundige dienst die op grond van de Wet op de Bedrijfsgeneeskunde is erkend door de Minister van Sociale Zaken. Naast het para medisch personeel zijn thans vijftig bedrijfsartsen aan de Dienst verbonden die hun werk zaamheden vervullen in de deel nemende bedrijven, waarin in totaal op dit ogenblik 13.000 werknemers werkzaam zijn. In het bestuur van de vereniging zijn vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers op genomen. LEIDEN De Leidse universiteitsraad heeft gisteravond de controle geregeld op het zogenaamde recombinant DNA-onder zoek, ook wel bekend als genetische mani pulatie. De bedoeling van deze regeling is onderzoekers op dit terrein zekerheid te geven over het kader waarbinnen zij moeten werken, zodat zij kunnen beginnen met hun onderzoek. Tegenover de zestien voorstanders in de raad stonden dertien tegenstemmers. Deze laatste wilden met het starten van dergelijke onderzoeken wachten op de uitkomst van de diskussie hierover in het parlement, die naar ver wachting begin 1979 zal plaatsvinden. Twee raadsleden onthielden zich van stem- De verantwoordelijkheid voor de opzet en uitvoering van recombinant DNA-onder zoek, waarbij erfelijke eeiigenschappen bij een ander worden ingebracht, komt volgens deze regeling te liggen bij vakgroep en (sub)faculteit. Ieder onderzoek moet gemeld worden bij het college van bestuur. Dit is verantwoordelijk voor de veiligheidsaspec ten, maar zal zich voor de beoordeling hiervan houden aan de adviezen van een commissie van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen, en wel de commissie belast met het toezicht op de genetische manipulatie. Bovendien komt bij iedèr onderzoek een aparte veiligheidsfun- tionaris. Deze regeling komt te vervallen wanneer wettelijke maatregelen zijn getroffen. In een motie dringt de raad er bij de regering op aan de parlementaire diskussie over dit type onderzoek zo snel mogelijk te doen plaats vinden. Gevaren Er werd gisteravond niet veel gepraat over de mogelijke gevaren van recombinant DNA-onderzoek, al steldeie collegelid Prof. dr. D. Keunen dat bij de huidige onderzoe ken op dit gebied de veiligheidsgarantie afdoende is, omdat wordt gewerkt met bacteriën die buiten de laboratoria niet levensvatbaar zijn. Onenigheid bestond vooral over de vraag of de maatschappelijke diskussie over dit type onderzoek in het parlement afgewacht moest worden. Het raadslid drs. C. van Kuijen beantwoordde deze vraag bevesti gend. Hij stelde dat onderzoekers een anten ne moeten ontwikkelen voor de maatschap pelijke implicaties van hun onderzoek. Het recombinant DNA-onderzoek is vanwege de vermeende gevaren na 1974 door de onder zoekers zelf op een zeer laag pitje gezet, in afwachting van de maatschappelijke diskussie eröver. Nu moeten de onderzoe kers niet voor hun beurt gaan en, omdat de gevaren kleiner lijken, toch met dergelijk onderzoek beginnen, aldus Van Kuijnen. Het is in heeit belang van een goede relatie tussen wetenschap en samenleving dat de parlementaire diskussie afgewacht wordt. Het onderwerp is te belangrijk om niet op nationaal niveau over te beslissen. Het bezwaar van Van Kuijen tegen controle door de bewuste commissie van de KNAW is dat in deze commissie ook alleen maar de wetenschap vertegenwoordigd is. Het college van bestuur en de raadsleden die wel een regeling willen treffen, stelden dat de veiligheid door deze regeling gegaran deerd is en dat daarom de onderzoekers de gelegenheid moeten krijgen deze tech niek, die veel perspectieven biedt, in de laagste risicocategorieën verder te ontwik kelen. De bestaande onzekerheid is niet in het belang van het onderzoek, zo luidt hun mening. Nu het parlement zo lang op zich laat wachten, moet er alvast een voorlopige regeling getroffen worden. De diskussie in de universiteit beieperkte zich gisteravond hoofdzakelijk tot het re combinant DNA-onderzoek, hoewel de goedgekeurde regeling ook op ander onder zoek waar risico's aan verbonden zijn, van toepassing kan worden geacht Op vragen van Van Kuijen over het gevarenruveau van het onderzoek aan de Leidse universiteit kreeg hij echter, ondanks herhaalde verzie ken, geen antWoord.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 5