Groeneveld Stichting huisvestte een eeuw lang predikantenweduwen en domineesdochters erse setter Tommy zette het huis op z'n kop hond zoekt: huis ie ^TAP/REGIO LEIDSE COURANT ZATERDAG 28 OKTOBER 1978 PAGINA 5 ïdszti |gn van Leidens veie ofjes is aan het eerste euwfeest toe. In de luwte 'e,Ya an de toneeltoren van de beVl «eidse Schouwburg ligt "e P? chter de huizenrij aan de hide Vest een „hofje van j c !den", langs een fris groen 5niari azon. En daaraan huisjes v an eigenlijk wel evoorrechte mensen die aad ok nog een stel, thans met alende, majestueuze - .za' omen tot hun beschikking 113 ebben als natuurgenieting. V [et is niet een erg bekend "aacl omein, maar de eschiedenis ervan is rijk /er n vindt haar basis op eformatorische bodem. De 6 ruchten worden geplukt \s oor vrouwen, dames zelfs, jr™ ie tezamen de behuizing elen van de Groeneveld 10 tichting. De voorzitter ad de bo oc van de stichting, de lestei ggj. h J. van Achterberg, unpc 'verde me een boeiend elaas van 100 jaar efundeerde zorg voor [weduwen van gestorven Klik an ten". et initiatief van een bijna jarige hervormde leritus-predikant, ominee E. C. Groeneveld, leeft zijn naam in ere doen ouden tot op de huidige 11.30 aë"< aldus de heer Van 3t zan .chterberg: „bij 1-30; jstamentaire beschikking estemde hij zijn eigen huis groot deel van zijn alatenschap tot een 'eduwenhof voor Dhoo oogstens tien behoeftige redikants-weduwen. Die alatenschap bedroeg 000 gulden, honderd aar geleden een fors ipitaal. Dan had je nog :n groot huis, waar het htpaar Groeneveld in iwoond had, met een ote tuin erachter, naast le schouwburg. Bovendien id dominee landerijen ider Noordwijk, waar iminee was opgegroeid, ijn vader had daar een idel in kruiden en roogde groenten", luard Cornehs, die in werd geboren, zou in zaak van zijn vader en, maar in stede ■an ging hij theologie ideren in 1831 in Leiden. een tijdperk, dat Sleutelstad befaamde ikanten opleverde, Is o.a. Nicolaas Beets en, it later, Francois iverschmidt alias Piet ialtjens, die te kampen id met een „worgengel" tragisch aan z'n einde 'am. Bij Eduard Iroeneveld verliep het ider rampzalig, ofschoon een spraakgebrek had. j stotterde namelijk, wat iter op de kansel mwelijks merkbaar moet in geweest. Ik hoor nu de voorzitter ad hoe, -- at dominee in 1836 mm Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. Mm imi§, Het hofje van de Groeneveld Stichting. „proponent" was, (protestants kandidaat), maar pas in 1845 werd hij in Noordwijk aan Zee predikant. Daar „stond" hij slechts acht jaar en vroeg en kreeg daarna emeritaat. Omtrenf de gezondheidstoestand van Eduard C. Groeneveld verneem ik niets, maar als je op je 45ste de kansel al moet verlaten, is er wel iets aan de weleerwaarde knikker geweest, dunkt me. Eerst woonde dominee nog met zijn vrouw Catharina Elisabeth Dozy op een buitentje in Valkenburg, maar in 1861 verhuisde het rustend echtpaar naar Leiden, Oude Vest 41, waar beide echtelieden in de vreze des Heren zestien jaren doorbrachten, totdat mevrouw Groeneveld in '77 overleed, al spoedig gevolgd door haar echtgenoot, die aan een maagkwaal leed toentdertijd. Een predikantencarrière die in het domineesrijk geen furore maakte, maar wel alle schaapjes op het droge hield. Dominee Eduard zou al snel zijn vergeten, als hij niet voor een opmerkelijk en doorwerkend feit had gezorgd. Hij stelde zijn bezittingen ter beschikking van weduwen van zijn collega's, die vaak in uiterst moeilijke omstandigheden achterbleven na het overlijden van hun man en na het gedwongen vertrek uit een pastorie. Voorzitter ad hoc Van Achterberg: „Hij heeft die nood zelf gezien; ook van de predikants-dochters, die hun ouders bleven verzorgen tot in hun hoge ouderdom. Ook zij bleven vaak ih armoede achter. Er was immers geen pensioenregeling, geen AOW. Er was niets, op wat classicale of gemeentelijke weduwenbeurzen na van de predikanten onderling, dat enig soelaas bood". Eduard en Catharina Groeneveld hadden geen kinderen, maar hun nalatenschap werd best besteed. Nauwkeurig heeft de dominee alles zwart op wit laten zetten; „zelfs voor de enige, ongehuwde, dochter van zijn enige zuster, juffrouw J. M. Vogelpoot in Den Haag, heeft hij voor haar leven 1000 gulden vruchtgebruik vastgesteld", aldus de heer Van Achterberg. Een commissie van de Hervormde Kerkeraad te Leiden (een predikant, ouderling en bakker-diaken) nam het legaat in ontvangst ten huize van notaris Kaiser op 16 november 1878. Sedertdien zijn er in de tuin acht woningen gebouwd. In het hoofdgebouw hebben tien „portiersters", (we zouden nu zeggen .hoofdbewoonsters") gewoond. De acht huizen hebben, met de huidige bewoonsters meegerekend, 56 dames geherbergd. Inmiddels zijn de tijden veranderd. Niemand leeft meer, aldus de voorzitter ad hoc, in kommervolle omstandigheden, „maar ds. Groeneveld is zijn tijd ver vooruit geweest. Menigeen bewoont nu liever een (verzorgings-) flat dan een huis in de rij op een rustiek hofje. Maar niet iedereen denkt er zo over, getuige het feit dat alle huisjes bewoond zijn. Komt er een woning leeg, dan kan het weieens even duren, maar altijd weer meldt zich een predikants-weduwe of een predikants-dochter. Als men de ruime, goed verzorgde en centraal verwarmde woning heeft gezien, beschouwt men het meestal als een voorrecht, hier voor het leven gratis te mogen wonen, na storting van een bedrag „pro introïtie", aldus de heer Van Achterberg. De vorige „portierster", hoofdbewoonster juffrouw M. W. Vossers, heeft een „registerboek" over de Groeneveld Stichting samengesteld. Daarin zijn alle „regenten" te vinden van de afgelopen honderd jaar, verder alle bewoonsters en portiersters en een uittreksel uit de notulen van alle gehouden vergaderingen. Dat is niet alleen een „bloemlezing", het is een volledige geschiedschrijving geworden. Van Achterberg: „uit die notulen bijvoorbeeld, komen merkwaardige, soms grappige voorvallen tevoorschijn. Ik denk onder andere aan een lantaarnpaal in de Caeciliastraat, achter de stichting. Dit bleek al in 1897 een grote „hinderpaal" te wezen, omdat kwajongens en straatvlegels zomaar over de mum- wisten te komen en in de tuin allerlei baldadigheden verrichtten". In 1902 kwam zelfs een Eduard Cornelis was z'n tijd ver vooruit verzoek van de bewoonsters om „den tuinmuur te verhoogen, daar zij nu Voortdurend in het grootste gevaar zijn, voor altijd ongelukkig, verminkt of doodgegooid te worden". Gelukkig, dat dominee dit nooit heeft kunnen bevroeden. De tuinmuur bleef een indringende rol spelen: in 1919 werden de kosten voor verhoging van die mum op ongeveer duizend gulden geraamd. De rekels bleven verschijnen. In 1922 werd aan de Gasfabriek om verplaatsing van de lantaarnpaal gevraagd. De jeugd bleef een uiterst hinderlijke entree maken en weduwen en dochteren belagen in hun vredig bestaan. In 1934 werd besloten, de lantaarnpaal te laten verplaatsen en de omheinende mum met beton en gemeen glas schuin af te dekken. Na 37 jaar ellende verdween de paal eindelijk van de agenda. De Groeneveld Stichting ging verder met haar tijd mee. Graag of niet. Zo was er enkele jaren terug de verkoop van een strook grond aan de gemeente Leiden, nodig voor de restamatie van de oude schouwbmg. De aan de tuin grenzende mum is door de gemeente hoger opgetrokken, maar dan wel in een aan de omgeving aangepaste steensoort Meer feiten: c.v. in alle woningen, kosten 45.000 gulden; geleidelijke vernieuwing en verzorging achterstallig onderhoud van alle huisjes. De financiële mogelijkheden, eenmaal gegrondvest door de dominee, werden wel aangetast, maar ook werd het hele complex een stuk meer waard. Versterking van de liquide middelen zou zeer aangenaam zijn, zeker ter gelegenheid van de viering van het eeuwfeest op 16 november (met een receptie in het Hooglandse Huis bij de Hooglandse kerk, ook al ter nagedachtenis van het echtpaar Groeneveld-Dozy, van 5 tot 7 um 's middags). Gironummer Groeneveld Stichting: 392 56 79. Het hoofdgebouw en daar wil ik beslist niet omheen wordt thans „bevolkt" door een bekend echtpaar als „portierster". Het zijn de heer en mevrouw J. H. Sira-Stouten, vele jaren het kosters-echtpaar van de Leidse Pieterskerk. Daarna was de heer Sira gevierd „claviger" ofwel „sleutelhouder" van het Stedelijk Gymnasium aan de Fruinlaan. ïmy, een Ierse Setter van jaar oud, werd op 10 okto- aan het asiel afgestaan. de reden van afstand hoe weinig woorden vuil ge kt te worden. Net als de in de rubriek van vorige i zette Tommy bij afgewe- eid van de baas het halve op zijn kop. Met dit kleine chil echter, dat Tommy niet iets kapot maakte. Vaak st Tommy in zijn eentje de doorkomen en was dus op zelf aangewezen bij het be ten van spelletjes. Dat deze liet direct rustig van aard zijn is duidelijk een hond van een jaar oud wil rennen, vliegen en draven. Het formaat van een bijna volgroeide setter in acht nemend, is het niet zo ver won- delijker dat in een huiskamer van vier bij zes meter niet veel meer op zijn plaats blijft. Een hond als Tommy moet tenmin ste drie uur per dag afgedraafd worden om hem zijn overtollige energie te laten kwijtraken en om hem binnenshuis enigszins hanteerbaar te maken. Het pro bleem is dat niemand daar aan denkt bij de aanschaf van zo'n schattig klein bolletje wol uit r lekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond kkf huis". In deze rubriek wordt een hond beschreven die I het asiel verblijft om daar een zekere dood tegemoet te tan... tenzij het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek fcschreven honden zijn alle door hondenbezitters naar het asiel tbraent. Om uiteenlopende redenen, vaak begrijpelijk, maar fms ook volslagen onzinnig. De in „hond zoekt huis" beschre- dieren zijn alle goed gezond, hebben een wormkuur idergaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van ca. 60 ji/den ten bate van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres: [ieuw Leids Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 131670. jeopend di. t/m vr. 10.00-12.00 en 14.00-17.00 uur. Zaterdag van 0 00 12.00 en 14.00-16.00uur. Zondag en maandag gesloten. een kennel of dierenwinkel. Bo vendien blijkt steeds weer dat de flexibiliteit van de maat- schappijke positie van de baas in dat opzicht niet toereikend is om de destijds gemaakte ver gissing alsnog te herstellen. De tijd die een dier als Tommy vraagt, kan dan onmogelijk vrij gemaakt worden. En op die manier belanden er veel meer honden in het asiel dan men aanvankelijk zou denken. Bij Tommy echter leek het niet zo'n vaart te lopen. Na twee dagen kpn hij alweer geplaatst worden bij een gezin met kinde ren. Na vier dagen was Tommy weer terug in het asiel. Wat was er gebeurd: Tommy was uit speelsheid twee keer tegen de jongste telg uit het gezin opge sprongen en had hem twee keer omver gegooid. Tommy werd teruggebracht met het argu ment dat hij bij kinderen niet te vertrouwen was. Hetgeen na tuurlijk onzin is, de kinderen waren te klein voor de hond. En dat is iets anders dan de verdachtmaking „niet te ver trouwen". Ook bij deze geschie denis blijkt dat mensen bij het aanschaffen van een hond niet voldoende nadenken. Want bo venstaande gebeurtenis was ge makkelijk te voorzien geweest. Het mag duidelijk zijn dat Tom my alleen gebaat is bij een groot huis en een baas die tijd heeft en niet afkerig is van een fikse wandeling. Andere huisdieren leveren voor Tommy geen pro bleem op, evenals een ritje in de auto, mits dit niet te lang duurt. Kinderen beneden de acht jaar worden niet aanbevo len zich langdurig in de nabij heid van Tommy op te houden, met het oog op ongelukjes. Maar dat is in voorgaande regels al beschreven. t Setter Tommy heeft de ruimte nodig Tommy's uiterlijk mag er zijn. De karakteristieke goud-bruine kleur van de vacht (langharig) en de prachtige slanke bouw van de Ierse Setter komen bij Tommy bijzonder goed tot hun recht. Vooral de bouw van de setter is interessant genoeg om eens nader te beschouwen. Sinds enige eeuwen wordt het dier in Ierland voor de jacht gefokt. In de loop der tijd heeft het lichaam van de setter zich volledig aan de geografische omstandigheden van het Ierse jachtterrein aangepast. Hoog op de poten in verband met de vaak hoge heide en drassige veengrond, en aërodynamisch gebouwd om de loopsnelheid die bij de jacht een grote rol speelt volledig uit te buiten. De setter heeft zich in de loop van de tijd dan ook geklassificeerd als een van de beste jachthon den ter wereld. Het karakter mag uitgesproken eigenzinnig genoemd worden. Hetgeen men bij honde geslachten meer te genkomt. In de praktijk komt het er op neer dat de hond wel gehoorzaamt maar zijn baas altijd eerst zal „uitproberen". Maar dat neemt men bij zo'n klassehond graag voor lief. Bruno Bruno, de hond van de vorige week heeft helaas nog geen nieuwe baas mogen begroeten. Niet alle hoop is echter de bo dem in geslagen want, wat niet is, kan nog komen. BART SPIJKER é/om... Wie wil er tegenwoordig nog dansleraar worden? Die moet dan onmiddellijk met twee aspirines onder de wol, want het beroep dansleraar is weggelegd voor een man of vrouw met stalen zenuwen en een sapcentrifuge. Wordt dus liever kledingadviseur in een vlooientheater of journalist Dansinstructeurs worden in de regel niet oud. Er zijn dan ook maar weinig mensen die het benodigde geduid („Nee mevrouw, uw andere rech terbeen") en tact kunnen opbrengen teneinde de pensioengerechtigde leeftijd te bereiken. Quick, quick, slow is in goed gezelschap; mijn dansleraar is zo'n man. Me< de souplesse van een berggeit draait hij bedaard en rustig zijn programma af. Hij „begrijpt", „heeft het ook gehad" of „vindt het niet erg", net zo vaak als dit van hem verlangd wordt De man heeft een uitste kend gevoel voor humor, gecombineerd met de ernst van een bioloog, gespeciali seerd in het intieme leven van de poolijsbeer. Volgens mij put hij zijn onuitputtelijke kracht uit een goed huwelijk. Vermoe delijk omdat zijn vrouw niet kan dansen of zulks In elk geval goed weet te verber gen. Er zijn overigens wel raak vlakken te ontdekken met andere beroepen, niet in het minst met dat van een cabaretier. Het gaat toch vooral om het inhaken op maatschappelijke ontwikke lingen. „We buigen niet naar links en we buigen niet naar rechts". Een internationaal dansschool congres besloot onlangs dat de foxtrot voortaan dient te beginnen met het linkerbeen. Dat lijkt een kleine verandering, maar als instructeur moet je je wel aanpassen, nietwaar? Dan is er nog het hypermo derne „disco-dansen". Als dansleraar moet je toch maar mooi op de ladder om de danspiste van flikkerlicht te voorzien. Een abonne ment op bioscoopfilms is voorts nodig om de zaken een klein beetje bij te houden. Ga er maar eens aanstaan. En dan is er nog het emancipatievraagstuk dat op de dansvloer in extenso aan de orde komt De heer leidt en de dame mag niet meekijken. Hoe peuter je dat het regionale publiek aan het progressie ve verstand. Afgezien daarvan loop je het risico dat een nieuw dans-congres besluit dat de dame de leiding mag overnemen. Daarbovenop komt dan de concurrentie nog eens. En juist in hun tak van sport is dat moor dend. Ik heb eens een withete dansleraar met aanverwante hoge bloed druk aan de lijn gehad. Al jaren adverteerde hij regel matig in de Leidse Courant om vervolgens te constate ren dat zijn meest directe concurrent de toch zo fel begeerde publiciteit kreeg. Dit naar aanleiding van een quasi-nleuwe dans die de snoodaard introduceerde. Ik heb zijn tranen niet kunnen stelpen, want niet lang na het telefoongesprek ver dwenen 's mans adverten ties uit onze kolommen. Mijn voorstel om ook maar eens wat nieuws te bren gen moet hem te veel geworden zijn. Naar ik hoor, heeft de man nu een dansschool In donker-Afrt- ka. Met twee weken redak- tionele ervaring heb Ik het voorval destijds hardnekkig verzwegen uit angst voor mijn baantje. Nu, een paar jaar en vele telefoontjes verder, vind Ik het tijd geworden om mijn wange drag op te biechten. En hoe kan dat beter dan In deze rubriek. Hopelijk tot

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 5