Trimmen,
al
weer
tien
jaar
oud
„Leven in je auto"
in Amerika
op de terugweg
ken en bekeken te
worden". Ze is nu drie
maanden „carhop",
zoals de bediensters
van een drive-in heten
en ze verwacht niet
dat ze dat langer dan
nog eens drie maan
den zal blijven. In het
zuiden en zuid-westen
zijn er nog wat drive-
ins die niet tot een ke
ten behoren. Ze zijn in
handen van particulie
ren en worden meestal
„mam- en papzaken"
genoemd. Soms moet
je door een microfoon
tje op een paal je be
stelling opgeven.
Langs de grote snelwe
gen zijn de drive-in-
restaurants even zeld-'
zaam geworden als
een antieke Ford.
De drive-in-restaurants
hebben dan misschien
de oorlog verloren,
maar de drive-in-bios-
copen zijn weer in Op
komst. In 1958 was er
een record-aantal van
vierduizend van deze
bioscopen in heel
Amerika. De kleinste
van die drive-in-biosco-
pen besloeg een hecta
re of acht, maar veel
eigenaars ondervonden
dat het vanwege de
hoge grondprijzen heel
onrendabel was om
een aantal tieners, die
in hun auto's aan heel
andere dingen dach
ten, een film te verto
nen. Bovendien kwa
men er overal
wettelijke bepalingen,
die een gevolg waren
van de protesten van
onwonenden. „De me
tershoge borsten en
andere curiosa die op
het scherm te zien
zijn, leiden de aan
dacht af van passeren
de automobilisten",
zeiden ze, „en wat
moeten onze kleine
kinderen er wel van
denken"?
Sommige drive-in-bios-
copen draaien nu weer
op winst omdat ze, net
als de gewone bios
coop, onderverdeeld
zijn in een aantal klei
nere.
Een groter probleem
was de afscherming
van het metershoge
beeld. Je kunt natuur
lijk een vijftien meter
hoge muur tegenover
het scherm bouwen,
maar die is even duur
als de rest van de bi
oscoop. Er werd daar
om met het scherm
zelf geëxperimenteerd.
„In december hopen
we te komen met een
nieuw scherm", ver
klaarde Robert T.Selig,
assistent van de presi
dent van Pacific Thea
ters, de grootste explo
itant van heel
Amerika. Het scherm
bestaat uit duizenden
kleine holle stukjes
nikkel met een laagje
chroom. Buiten de bi
oscoop zelf is het
scherm zwart.
In de vijftiger jaren
was de drive-in-bios-
coop de „onderwijs-
plaats van de liefde"
voor menig tiener. Te
genwoordig komen er
echter voornamelijk
echtparen met kleine
kinderen. „Ze kunnen
geen oppas betalen",
legde Selig uit: „Ze
kunnen de parkeer
plaats van de bioscoop
in de stad niet betalen
en ze willen met zijn
allen in de auto eten".
Toch vreest Selig dat
in sommige delen van
Amerika de drive-in-
bioscoopterrein zal
blijven verliezen. De
verleiding het land te
verkopen voor kan
toorgebouwen is te
groot. De afbraak van
een bioscoop kost bij
na niets. „Wij zouden
met zijn tweeën het
scherm, de snackbar
en het projectiehuisje
in een dag of twee,
drie omver hebben".
Maar in zuidelijk Cali-
fornië en in het zuid
westen, waar het weer
wat beter is, gaan er
weer meer mensen ge
zellig in hun auto naar
de film. Selig hoopt
dat dankzij het nieuwe
scherm de drive-in-bi-
oscopen weer als pad
destoelen uit de grond
zullen rijzen.
Een duidelijk teken
dat het idee van de
drive-in niet helemaal
aan het verdwijnen is,
is de wel zeer unieke
Garden Grove kerk in
Californië. Hier kun
nen de gelovigen de
dienst bijwonen zonder
uit hun auto te stap
pen. De dominee, Ro
bert Schuller, preekt
via een microfoon en
onderwijl loopt hij
over een balkon in
zijn kerk waarvan alle
muren van glas zijn.
Zo is hij zichtbaar
voor de parochie bin
nen en tegelijkertijd
voor de mensen in
hun auto's op de par
keerplaats. Schuller is
een zeer meevoelend
mens. Zo vraagt hij
zijn parochie nooit te
knielen bij het bidden
of te staan bij het zin
gen.
Copyright
The Gua dian
ARNHEM Tien jaar geleden deed de Neder
landse Sport Federatie een eerste serieuze po
fing om de bevolking tot meer beweging aan te
letten. Dat initiatief was het gevolg van alar
merende berichten uit de medische wereld waar
men een beangstigend forse stijging van het
aantal hartinfarcten had geconstateerd. Beroep
om meer beweging vond weerklank, al had de
Nederlander geruime tijd nodig om ervan door
dongen te raken dat het met zijn lichamelijke
conditie maar droevig gesteld was. Onder het
motto „Trim U Fit" slaagde de NSF er zowaar
in om tal van landgenoten aan het wandelen,
fietsen, hardlopen of andere soorten van li
chaamsbeweging te krijgen. De Sportfederatie
profiteerde daarbij echter van de toenemende
hoeveelheid vrije tijd, waardoor de niet-presta-
liegerichte sportbeoefening in ons land snel in
iwang kon geraken. De bonden hadden evenwel
oiet zo snel een antwoord op het fenomeen re
creatiesport. Het competitie-element, dat nu een
maal in de sport overheerst, weerhield velen er-
ran om zich bij een vereniging aan te melden.
Pas later werden de clubs zich ervan bewust,
dat wildgroei in de sport pas dan voorkomen
u\ kunnen worden als ook de recreatiesport
deel van het verenigingsleven zal gaan uitma
ten.
De deze maand begonnen actie van de NSF om
het zittend deel der natie naar trimbaan of
sportveld te lokken, heeft dan ook meer dan bij
Torige pogingen tot doel de man-in-de-straat de
ieg te wijzen naar die verenigingen of activitei
ten waar men zich het meest toe voelt aange
trokken. Dat de enkele jaren geleden gelanceer
de slogan „Trim U Fit" nog altijd van
toepassing is valt op te maken uit het relaas van
dr. K. Huisman, die als hartspecialist aan het
Enschedese ziekenhuis Stadsmaten verbonden is.
De 33-jarige cardioloog legt niet alleen een meer
dan normale interesse voor sport aan de dag, hij
wordt ook dag in dag uit geconfronteerd met de
treurige gevolgen van bewegingsarmoede. Huis
man helpt dan ook snel het fabeltje uit de we
reld, dat het tegenwoordig met het aantal patiën-
leri die lijden aan hart- en vaatziekten wel
meevalt.
„Vergeet het maar", zegt hij. „Dat is inderdaad
wel enkele jaren het geval geweest toen er, mede
als gevolg van de talrijke oproepen in de publi
citeitsmedia om meer te bewegen, een dalende
tendens te bespeuren viel. Maar uit onlangs ge-
lubliceerde cijfers bleek dat het aantal hartin-
arcten dit jaar waarschijnlijk met twintig tot
dertig procent zal stijgen. En wat zeker zo erg
5, dat de slachtoffers ook steeds jonger zijn.
Vaar dat aan ligt? Nou, heel eenvoudig, de Ne
derlander is helemaal niet zo gemakkelijk tot
een grotere lichaamsbeweging aan te zetten".
„Speciaal in het westen is de situatie dieptreurig.
Vrijwel iedere mens heeft nu eenmaal beweging
nodig om in de maatschappij goed te kunnen
functioneren. Al houdt het bezig zijn alleen maar
fietsen of wandelen in".
De Enschedese cardioloog heeft zelf een racefiets
en als de tijd dat toelaat, trekt, hij er enkele ma
len per week op uit om de broodnodige conditie
ap te doen.
Jmgekeerd
Huisman: „De mensen vergeten dat de lichame-
OS ANGELES
loen Grease nog echt
was, in de „Happy
Days" van de jaren
rijftig, gingen de
Amerikaanse tieners
net hun auto en hun
jneisie" pronken in
to zogenaamde drive-
in-restaurants. Zoals
tovele instellingen uit
to gouden tijd van El-
lis zijn ook die eetge-
legenheden, waar je
net je auto en meisje
w naar binnen kon
rijden, aan het ver
fijnen. Zelfs in Los
Angeles, dat toch ter
ere van de auto ge
touwd werd, zijn ze
ten uitstervend ras.
«Dertig jaar geleden
Waren er achthonderd
jan in Los Angeles.
Nu zijn er niet meer
•jan vijf, zes over",
ton het woord is
Barry Pellesier van
«Bob's Big Boy", de
toten die op 6 augus-
fos 1936 de eerste dri-
Ve-|n opende. „De dri-
Ve-ins kunnen nu niet
concurreren tegen
«aar-ter wi j 1-u-wacht-
[tohuisjes, die goed-
toop, snel en overdekt
In de jaren vijftig
jolden de mensen in
tol) wagen Tia. de
maatschappij is veran
derd".
Pellesier sprak met
duidelijke spijt in zijn
stem. „Ik ben met ze
opgegroeid en was er
dol op. Zomaar wat
rondrijden, dat was
„je-van-het" in die da
gen. Mijn vrouw werk
te in een drive-in in
South Dakota. Hartje
winter moest ze af en
aan lopen, soms in de
sneeuw. Ik dacht dat
ze getikt was".
Op een zondagavond
stonden er voor Bob's
Big Boy in Burbank,
een van de vier laatste
drive-ins die de onder
neming in Los Angeles
nog runt, niet meer
dan vijftien auto's met
eters. De kelnerinnen
namen de bestelling
aan de auto-raampjes
op en stonden bij de
keukenlift te wachten
tot het eten naar bo
ven zou komen.
„Over drie jaar is er
niet een meer over",
zei Karen Griffin, ter
wijl ze een dienblad
aan een auto vast
klemde. „De mensen
willen meer bediening.
En met de benzineprij
zen van tegenwoordig
gaat niemand meer
rondrijden om te kij-
eenmaal onontbeerlijk is om in de maatschappij
te kunnen functioneren. „Een goede conditie
hoort bij de totale hygiëne", zegt hij, „net zoals
het de gewoonste zaak van de wereld is, dat je
je 's morgens wast. Het is een stuk preventie".
„Vaak zeggen mensen tegen mij: ja dokter, maar
ik ben na afloop van mijn werk doodop. Moet ik
ook nog 's avonds op mijn fiets stappen of in
het bos gaan hardlopen. Jazeker, dat is gewoon
nodig. Voor mijn part ga je 's avonds je tuintje
maaien. Ook dat helpt als je het tenminste met
mate doet".
Naar de mening van de cardioloog houden veel
mensen ook vaak met sportbeoefening op zodra
ze de dertig of veertig gepasseerd zijn. „Maar
dèn moet je juist in beweging zijn. Niet voor
niets krijg ik steeds met jonge mensen te maken
die een hartinfarct hebben gehad. Juist voor die
leeftijdsgroep is lichamelijke inspanning een
dwingende noodzaak. Maar begin voorzichtig,
bijvoorbeeld met wat fietsen of wandelen om het
hele spierstelsel wat soepeler te maken. Later
kun je dan je conditie opvoeren met trimloop,
zodat je niet het gevaar loopt dat je direct tot
de bodem van je kunnen gaat".
Warming-up
„Door het lichaam dynamisch te belasten, kan
men zich forceren en daarom is het beter de
conditie heel gelijkmatig op te bouwen en als je
voordien nooit aan enige vorm van sportbeoefe
ning hebt gedaan, eerst leren wat voor mogelijk
heden je eigen lichaam biedt. Doe je dat niet
dan beginnen allerlei compensatiemechanismen
in het lichaam te protesteren. De bloedvaten
gaan knijpen en het hart kan het dan niet meer
aan. Daarom is een goede warming-up noodzake
lijk".
„Dertigers, veertigers en ouderen doen er overi
gens verstandig aan om eerst een arts te raad
plegen alvorens tot daden over te gaan. Welis
waar is voor degenen, wier gezondheid niets of
nauwelijks te wensen overlaat, vaak het opmeten
van de bloeddruk voldoende om het groene licht
van de huisarts te krijgen, maar advies heeft al
tijd zijn waarde".
Daar is men in de medische wereld, na zich ja
renlang in feite afzijdig te hebben gehouden van
sportbeoefening, ook achter. Vooral de Vereni
ging voor Sportgeneeskunde heeft daartoe zijn
steentje bijgedragen. Sportarts Leo Heeren heeft
wel een verklaring voor de dikwijls passieve
houding van sommige collega's. „De huisarts
heeft in zijn opleiding weinig kennis over sport
geneeskunde op kunnen doen, zodat er in het
verleden wel eens een foutieve behandeling van
blessures heeft plaats gehad. Vroeger was ons
recept aan de patiënt: neem een paar weken
rust dan gaat het vanzelf wel over. Maar daar
neemt de sportman geen genoegen meer mee. De
patiënt wordt steeds mondiger ten opzichte van
de arts en dat is ook wel terecht, als hij zegt dat
hij wil sporten-en niet rusten".
De toenemende vraag vanuit de sportwereld om
medisch advies heeft in de loop der jaren geleid
tot de oprichting van een groot aantal sportme-
dische adviescentra in ons land. Instellingen die
vaak ontstaan zijn, omdat men in een bepaalde
plaats of streek ontevreden was over de kwaliteit
van de sportkeuringen. Heeren beaamt dat.
„In sommige plaatsen was de kwaliteit van die
Conditie in ruil voor
luie stoel en televisie
lijke conditite nauw samenhangt met die van de
geest. Ze zeggen wel eens een gezonde geest in
een gezond lichaam, maar omgekeerd gaat ook
op. Kwaaltjes als migraine en rugpijn zijn niet
voor niets vaak te wijten aan gebrek aan bewe
ging".
Te weinig actie heeft niet alleen dikwijls overtol
lig lichaamsgewicht, maar ook een te gering uit
houdingsvermogen tot gevolg. Vaak is het „bier
buikje" er de oorzaak van dat mensen ervan
doordrongen raken dat wat extra-beweging geen
kwaad kan, maar in feite is dit visuele aspect
slechts bijzaak. Veel belangrijker is het opvoeren
van het uithoudingsvermogen, dat niet alleen een
goedfunctionerend hart garandeert, maar tevens
de zogeheten stress-tolerantie verhoogt.
„Juist dat uurtje fietsen of lopen", zegt ook dr.
Leo Heeren, die als hoofd van de afdeling Sport
geneeskunde aan het Sportcentrum Papendal te
Arnhem verbonden is, „kan preventief werken
ten aanzien van hart- en vaatziekten. Maar er is
vaak moed voor nodig om in Nederland in je
eentje een eindde gaan hardlopen. Gelukkig ver
andert de houding van de mensen. In Engels
sprekende landen, ik heb het onlangs nog met
eigen ogen gezien, kun je op elk uur van de dag
mensen in parken zien rennen. Of ze tien of
veertig jaar zijn, dat maakt niets uit. Maar hier
lachen ze je uit als je dat doet. Het wordt min
der, er zijn steeds meer mensen die het doen,
maar je wordt toch nog wel even voor gek ver
sleten. De drempelvrees van de man of vrouw,
die dolgraag~wil sporten, maar eigenlijk niet zo
goed durft, neemt dus af, maar bestaat nog
steeds".
Hygiëne?
Dr. Huisman kan zich die angst om door de
buurman voor dwaas te worden uitgemaakt wel
voorstellen, maar vindt aan de andere kant dat
die opvattingen dan maar moeten wijken voor
het besef dat een goede lichamelijke conditie nu
Een drive-in-bioscoop
keuringen goed, in andere delen van het land
gaven die keuringen wat minder indruk over het
lichamelijk presteren. Als je elke dag een aantal
uren aan sport doet, vergt dat meer van het li
chaam, waardoor je ook adviezen dient te krij
gen betreffende de begeleiding, over het preven
tieve deel, over voeding, en over al dat soort
zaken meer".
Het hoeft geen betoog, dat Leo Heeren een
warm voorstander is van dergelijke centra. Wel
wil hij het misverstand uit de wereld helpen, dat
een sportmedisch adviescentrum, kortweg SMA
genoemd, specifiek ten dienste zal staan voor de
topsporter. „Zo'n centrum is er juist voor de
wedstrijd- en recreatiesporter. Ik denk bijvoor
beeld aan een trimmer van veertig, die ineens wil
gaan hardlopen, maar van toeten noch blazen
weet en daardoor de hele opbouw verkeerd doet.
Deze mensen dienen dan ook goed opgevangen
te worden en dan kan een sportarts uitkomst
brengen".
Dat neemt niet weg dat iemand die van de ene
op de andere dag sport wil gaan bedrijven, zelf
vooraf ook de nodige maatregelen kan treffen
voor hij zich in beweging zet.
Uiltje knappen
Dr. Huisman wijst in dit verband op de hoeveel
heid rust, die een mens van tijd tot tijd nodig
heeft. Hij constateert tè korte rustpauzes. „Dan
kweek je als het ware stressgevoelens. Ik prefe
reer mensen, die 's middags tussen de bedrijven
door even een uiltje knappen en vervolgens weer
aan de slag gaan boven degenen die vijf dagen
keihard werken om daarna twee dagen niets te
doen. Daarom heb ik die vijfdaagse werkweek
nooit zo zien zitten".
„Ik zet ook vraagtekens bij de tegenwoordige rol
van de huisvrouw. In mijn praktijk constateer ik
vaak een matige tot slechte conditie bij huis
vrouwen. Het huishouden is veel minder zwaar
dan vroeger. Vroeger was ze gewend dag-in-dag-
uit te boenen, te schrobben of te dweilen. Tegen
woordig komt dat veel minder voor en het lijkt
misschien vreemd, maar toch breekt je dat vroeg
of laat op. Vandaar mijn advies om te gaan
sporten. Niet alleen een middel om gezond te
blijven, maar ook vaak een geweldig stuk com
municatie en een manier om te leren afzien. Dat
lukt je vaak niet in de maatschappij, waar je
meer dan ooit gedwongen bent in je lot te berus
ten. Maar op het sportveld heb je vaak een ge
weldige uitlaatklep".
„Mensen beseffen het niet altijd, maar we heb
ben het in Nederland in feite geweldig. Wij heb
ben volop voorzieningen en enorme mogelijkhe
den om ons te ontspannen. Maar we doen er zo
weinig mee. Doe daarom eens rustig aan een
trimloop mee. Bepaal je eigen tempo en laat je
niet opzwepen, en je merkt vanzelf dat je er een
kick van krijgt, zodat je je na afloop heerlijk
ontspannen voelt". HES LAGRAND