„Als ik uit de boot val
kan ik beter stoppen"
„ZWARTE PERIODE" STIMULEERT
VIJFTIENJARIGE TURNSTER
N JAPAN WORDT BESLIST OVER WIL HARTOG
Super-
materiaal
voor
slechts
vier
coureurs
Door ongeluk mist Inge Wulz wereldstrijd
<A
5
PORT LEIDSE COURANT/ZATERDAG 21 OKTOBER 1978
IERKHOUT Er breekt een
pannende tijd aan voor motor-
oureur Wil Hartog. Nu de win-
«1 erslaap voor het actieve ge-
53 leelte van de motorsport we-
"'reld is ingevallen, vergaderen
D Japan dag in dag uit de voor
623 iet racegedeelte verantwoorde
lijke bazen van Suzuki. Onder-
lOjgerp van de besprekingen zijn
Ie Grand Prix plannen voor het
J olgende seizoen. Welke impor-
„lieurs en welke motorcoureurs
5Ói rijgen RN 500 cc-fabrieksma-
443 ihines tot hun beschikking na
een seizoen, waarin de hegemo-
lie van Suzuki door concurrent
ïahama in de persoon van de
jnerikaan Kenny Roberts
oorbroken werd? In het sei-
ien 1979 zullen twee coureurs,
ie onder de verantwoordelijk-
eid gaan vallen van Suzuki
ingeland, moeten terugslaan.
'erder zullen aan verschillen-
Europese importeurs fa-
rieksmachines toegezegd wor-
331 en.
22J ?il Hartog leeft in onzekerheid.
ihgetwijfeld zal zijn naam, na
243Een seizoen waarin hij een inter-
ationale doorbraak forceerde,
rele malen vallen in de vergade-
J1 'ingen in Japan. In het halve
eizoen de coureur de beschik-
dng had over de Heron-Suzuki
25] ran Pat Hennen, toonde hij aan
n-13
jat hij een potentiële titelkandi-
laat is in de 500 cc-klase.
.Mits ik zo'n fabrieksfiets tot
nijn beschikking krijg". Dat
gjit Wil Hartog de belangrijk-
te voorwaarde. „Dan heb ik
ansen. Wat dat betreft is het
ten simpele sport. Heb je je
enmaal bij de kanjers gereden
m dus in het oog bij de fabriek,
lan zit je meteen bij de vier
kanshebbers voor de titel. Ya-
Imaha heeft twee mensen die het
beste fabrieksmateriaal krij-
jen: Kenny Roberts en John'
Decotto. Met Suzuki is het net
eender. Het afgelopen jaar wa
ren Barry Sheene en Pat Hen
nen de mensen, die officieel het
beste spul ter beschikking kre
gen. Tegen vier van die jongens
met supermateriaal kan de rest
van privé-coureurs niet op. Als
ik dus zo'n fiets krijg, en de
eslissing daarover valt in no
vember, zit ik automatisch bij
Et rijtje kanshebbers voor de
fl in de 500 cc klasse"
Su of nooit
Jllaar ik lig er niet wakker van.
gallic ik ua een jaar> Waarin ik
Straks op supermateriaal?
zulke resultaten heb gehaald,
nog uit de boot zou vallen, zou
ik beter kunnen stoppen. Als
die fabrieksaanwijzing nu niet
komt, komt ie nooit meer".
Vanaf Assen 1977, waarin de
eerste vaderlandse overwinning
in de halve literklasse door toe
doen van Hartog viel te noteren,
heeft hij niets anders gedaan
dan zijn kwaliteiten bewijzen.
Wil Hartog: „Na die overwin
ning in de TT op mijn
privé-fiets is het eigenlijk alle
maal echt begonnen. Ik zat in
de kijker en bleef dat ook in
het begin van dit seizoen door
sprekende resultaten in de
Grand Prix. Toen kwam Barry
Sheene, of liever gezegd de we-
reldtitelvvoor Suzuki, in gevaar.
Halverwege het seizoen, vlak
voor de TT Assen. Sheen had
nogal wat steken laten vallen-
begon het er, echt naar uit te
zien, dat Roberts op zijn Yama
ha vrij gemakkelijk kampioen
zou worden. Omdat op dat mo
ment ook Pat Hennen voor de
ploeg weggevallen was, kwam
ik in beeld. Hé, moeten ze ge
dacht hebben. Die Nederlander
won daar vorig jaar, laten we
hem een fabrieksmachine geven
dan kan hij Sheene steunen om
daar die eerste plaats in de
wacht te slepen."
„Mijn kans dus. Nou, het ging
falikant mis. We hadden door
de vele regen weinig mogelijk
heden om de machine uit te
testen en in de wedstrijd bleek,
dat er een tekort aan remvermo-
gen was. De remblokjes hadden
niet de vereiste kwaliteit. Een
vijfde plek dus. En met moeite".
„Teleurstelling bij de Japanners
natuurlijk, al moet je eigenlijk
zeggen bij de Engelsen want zij
runnen het team officieel, ter
wijl Japan slechts het materiaal
ter beschikking stelt".
Praten
„De eenmalige kans, want zo
lagen de zaken op dat moment,
hadden we niet al te best aange
grepen. In eerste instantie
peinsden de Engelsen er dan
ook niet over om de machine
nog een keer aan die Hollander
te geven. Evert Louwman de
Nederlandse importeur, heeft
wat moeten praten voordat men
er in wilde toestemmen mij op
Francorchamps een tweede
kans te geven".
„We hadden de machine veel
beter geprepareerd en wonnen.
Overigens nadat ik het grootste
gedeelte van de race mijn pro
tectie aan de plannen van Shee
ne had verleend, die echter niet
kon meekomen en toen kreeg
ik het sein uit de spits om de
punten dan maar voor Roberts'
neus weg te snoepen. Vanaf dat
moment kon het niet meer stuk.
Ik hielp Barry Sheene in Zwe
den op Karlskoga aan een over
winning. Dat was de eerste
en enige keer dat ik me echt
in het belang van Sheene tot
aan de finish heb moeten inhou
den. Ik werd daar tweede. Vlak
erop won ik de G.P. van Fin
land. Dus ik kan niet anders
zeggen dan dat ik mijn sprong
naar de top uitstekend geplaatst
heb".
Veel zal afhangen van wat Suzu
ki met. Pat Hennen en Barry
Sheene wil. Sheene verkeerde,
zeer opvallend voor iemand die
afscheid wil nemen en naar de
autosport wil overstappen, de
laatste tijd in de vorm van
zijn leven en won in twee weken
acht races. Hartog denkt het
zijne over de man, die hem
eigenlijk in de weg staat bij het
overnemen van de troon bij
Suzuki. „Barry Sheene is een
geweldige coureur. Sportief ge
zien moet je hem ook nooit
wegdoen, maar men is hem bij
Suzuki-Engeland eigenlijk al
een beetje zat. Hij heeft het
afgelopen jaar nogal wat onte
rechte kritiek geuit op dat team
en zoiets kweekt spanningen.
Maar of dat inderdaad betekent
dat men Sheene loost, moet je
maar afwachten. Het kan ook
een manier zijn om hem wat
minder eisen te laten stellen".
Voorts zal de Engelse importeur
het nooit in zijn hoofd halen een
toom te bekostigen waarin al-
Hiermee is het pas echt begonnen, de zege van Wil Hartog in de 500cc-klasse
in de TT 1977 op zijn privéfiets.
leen buitenlanders zitten. Shee
ne zal dus gehandhaafd worden.
Of er moet een nieuwe Engels
man voor hem in de plaats
komen. Nick Grant, bij Kama-
zaki ontslagen, en Dave Potter
maken in dat geval de beste
kans.
Volgende
Pat Hennen, die op Man viel
en daarna lang in coma lag, is
het volgende vraagteken. Ter
wijl niemand hem eigenlijk ooit
meer op aarde, laat staan op
de circuits, terug verwachtte, is
de Amerikaan enige weken ge
leden het ziekenhuis uitgestapt
en met een paar motorfietsen
naar zijn geboorteland afge
reisd, met de bedoeling om vol
gend jaar een come-back te
maken. Wat Suzuki met hem
aan wil is niet duidelijk. Waar
schijnlijk houdt men een derde
plaats in het Engelse team voor
hem open.
Er mag dus gesteld worden, dat
het er gunstig uitziet voor Wil
Hartog. Hij heeft naast zijn
Engelse kansen nog een anderè
mogelijkheid om aan het snelle
materiaal te komen. De Japanse
fabriek kan een machine be
schikbaar stellen aan de Neder
landse importeur, die dan op
zijn beurt een eigen team
draaiend moet gaan houden.
Met een klassemonteur als Willy
van Wanrooy is dat mogelijk,
maar niet voor de hand liggend,
want de in de races te volgen
taktiek zal bijzonder moeilijk
vast te stellen zijn met zoveel
uiteenlopende belangen.
Wil Hartog dus, op welke ma
nier ook, op een fabrieksmachi
ne. Dat staat voor vijfennegen
tig procent vast. Men denkt dan
aan een wereldtitel. Roberts
verklaarde pas nog op Imola:
„Die Hollander zal de hardste
noot zijn die ik volgend jaar
moet kraken, wil ik mijn titel
prolongeren". Hartog houdt lie
ver een paar slagen om de arm.
Behalve dat hij nog steeds niet
officieel tot het team behoort,
heeft hij geen branieachtige uit
spraken voorhanden zoals Ken
ny Roberts. Hartog: „Hij zei
vorig jaar dat hij dit jaar met
drie titels naar Amerika zóu
terugkeren. Dat werd er maar
een. Ik ga, zeker in dit stadium
niet hoog van de toren blazen".
JOHN VOLKERS
ZOETERMEER Topsport is toch al geen overdre
ven lollige bezigheid, maar de manier waarop turnster
Inge Wulz de bijna spreekwoordelijke hardheid ervan
heeft ondervonden, maakt het zelfs tot een zeer
onaangenaam gebeuren. Centraal daarbij staat haar
ongeluk aan het eind van juni, waarvan ze zich niets
kan en zal herinneren. Op een moment dat ze bij
de beste drie turnsters van Nederland behoorde, werd
ze door een trainende wielrenner aangereden. Ze sloeg
met haar hoofd tegen de grond en balanceerde vier
dagen op de rand van leven en dood. Vanaf 3 augustus
mocht ze weer voorzichtig gaan opbouwen. „Een klein
medisch wonder", oordeelde de neuroloog.
Het algemeen kampioenschap in Dordrecht (laatste
weekeinde van september) werd een klap in haar
gezicht De verplichte brugoefening kon ze nog niet
zonder hulp doen en daarom werd ze die eerste dag
teruggetrokken door haar ouders. De leiding liet haar
vallen, ook al was meedoen onverantwoord. Coach
Hans van Zetten viel haar aan op haar mentaliteit.
Op hem richt zich dan ook de kritiek van Inge en
haar ouders. Strafmaatregelen zouden niet uitblijven,
liet ook de inmiddels bijgedraaide bondstrainer Albert
Asarjan weten. De interland tegen Noorwegen, maar
ook het veel belangrijker wereldkampioenschap in
Straatsburg, dat dit weekeinde begint, kon van haar
agenda worden geschrapt. Sommige mensen willen
nu nog doen geloven dat haar thuisblijven inderdaad
een represaille is. Een weinig verheffende affaire
waarin nota bene een meisje van pas vijftien jaar
de hoofdrol speelt
„De enige reden dat ik nu thuis in Zoetermeer zit
en niet in Straatsburg", legt Inge Wulz uit, „is dat
ongeluk. Die coma, die hersenbeschadiging, die vrijwel
helemaal genezen is op een litteken na, hebben zoveel
conditie en kracht gekost, dat het volstrekt onmogelijk
is om nu alweer helemaal op het oude niveau terug
te zijn. Op de balk ben ik dat overigens al. Daarop
ben ik nu zelfs de beste van allemaal. Maar vooral
de brug gaat nog moeizaam. Dat kostte me ook op
het Europees kampioenschap voor junioren een hoge
klassering. Vóór de brugoefening stond ik zevende,
erna na twee keer vallen eindigde ik als negenendertig
ste. Dat toernooi in Milaan was overigens alleen
keuzestof, geen achtkamp met verplichte oefeningen.
En dat dachten de mensen hier eerst, vreemd genoeg,
wel. Er werd gezegd, dat ik in Milaan geen moeilijkhe
den had met de verplichte stof, dat ik geen nadelige
gevolgen meer had. dat ik geen excuses had om in
Dordrecht weg te blijven. Maar dat was dus eenvoudig
niet waar".
„Ik vind het op zich nog helemaal niet zo erg, dat
ik er niet bij ben, maar wel als er zoiets aan vooraf
is gegaan. Ik weet van mezelf dat ik nog niet helemaal
hersteld ben. Vóór dat ongeluk was er geen discussie
-•mogelijk. Toen zat ik zeker inïde nationale ploeg.
Ik werd tenslotte tweede achter Monique Bolleboom
in de categorie vijftien jaar en ouder".
„Voor elke oefening", vult haar moeder aan, „moest
anders wel haar gekneusde teen ijskoud worden
gespoten. Dan turnde ze weer. Over mentaliteit gespro
ken. Als ze de mentaliteit had gehad die haar werd
aangewreven, zou ze nu niet meer turnen. Wat mij
betreft had dat na het nationale kampioenschap in
Dordrecht anders best gemogen. Ik was het spuugzat.
Ik heb haar bijna gesmeekt te stoppen. Ze heeft zelf
ook op het punt gestaan. Maar uiteindelijk hebben
we na veel gesprekken elkaar op de been gehouden.
Je kunt je kind toch niet zomaar kapot laten maken.
Het is echt heel erg als je ziet hoeveel onrecht haar
is aangedaan. Je moet niet vergeten dat je met kinderen
te doen hebt".
Bezeten
Allesbehalve zielig kijkt Inge Wulz inmiddels weer
uit haar meer blauwe dan groene ogen. „Ik ben bezeten
van turnen, ik zou niet zonder kunnen", bekent ze.
„Met Hans van Zetten heb ik de laatste trainingsstage
ook erg fijn samengewerkt. Hij is nog nooit zo aardig
tegen me geweest. Ik ben nooit z'n lievelingetje
geweest. Voor het grootste deel heb ik het alleen
moeten doen. Hij was alleen periodes intensief met
me bezig. Bij Pro Patria werd ik er vaak door hem
uitgestuurd, mocht ik voor onbepaalde tijd niet
terugkomA. Op Papendal gaat dat gelukkig fijner.
Daar vandaan hoef ik nooit naar huis te bellen dat
ik niet meer mee mag doen".
„Door die hele periode ben ik voor mezelf harder
geworden. Het heeft me zelfs gestimuleerd. Ik heb
nu het idee: het is gebeurd, we gaan verder. Ik ben
niet meer ondersteboven van bijvoorbeeld een negatief
bericht over me. Ik wil revanche nemen in april bij
het Nederlands kampioenschap. Maar mijn echte doel
is de Olympische Spelen. Zoiets heb ik nog nooit
meegemaakt, net zomin als een wereldkampioenschap.
Zoals het trainen de laatste tijd gaat, red ik het Het
is een kwestie van hopen en hard werken. Aan mijn
balkoefening wordt niets meer veranderd, alleen geper
fectioneerd. Verder zit ik niet aan mijn plafond. Ik
begin helemaal opnieuw, ik wil weer de top bereiken".
Tussen die uitspraak en de bijna fatale klap liggen
nog geen viereneenhalve maand. En ook al mag ze
dan al in het ziekenhuis handstand-overslagen op de
gang hebben gemaakt toen niemand het zag, ze zit
toch met twee verloren jaren en een zwarte vlek in
haar geheugen van vier dagen. „Ik weet dat ik na
het zwembad naar de training ging. Daarna herinner
ik me een lange gang in het ziekenhuis toen ik in
een rolstoel zat. Wat daar tussenin ligt, dus ook het
ongeluk zelf (lang nadat ik van trainen kwam) weet
ik niet meer. Eerst was de kans dat ik er toevallen
aan over zou houden tachtig procent. Die is nu gedaald
tot één promille".
„Wel slik ik nog twee pillen per dag voor mijn
concentratievermogen. Ik kan slecht leren momenteel,
neem weinig in me op, heb af en toe nog hoofdpijn.
Het is nu al bijna zeker, dat ik de derde klps van
de MAVO nog eens moet overdoen. Dat wordt dan
de tweede keer, want het ongeluk gebeurde kort voor
het eind van het derde jaar. Dat haalde ik niet. Nu
dus weer niet, maar ik mag het in dit geval nog eens
doen. Die uitzondering maken ze wel. Daarna ga ik
misschien een tussencursus volgen om nog even te
kunnen blijven turnen. Maar daarna wil ik naar de
MTS. Ik heb interesse in edelsmid, juwelier, creatief
zijn. Dan zal het turnen afgelopen zijn. Leren kun
je nog zoveel, turnen maar eens in je leven. Bovendien,
juist door het turnen ben ik zo goed uit dat ongeluk
tevoorschijn gekomen".
En dan toch nog ovér Straatsburg: „Annelies Nijdam
kwam naar me toe en vroeg of ik het niet erg vond
dat zij en niet ik ging. Ik gun het haar dat ze dit
eindelijk eens kan meemaken. Ze heeft er misschien
wel het hardst van allemaal voor moeten trainen. Ach,
als Lisa Asarjan het voor het zeggen had, zat ik nu
waarschijnlijk toch in Frankrijk. Maar wat geeft het
Er is geen afgunst in de ploeg. Monique Bolleboom
had vakantie toen ik in het ziekenhuis lag; ze kwam
me toen bijna elke dag opzoeken. En misschien is
het zelfs beter dat ik niet mee ben. Het is tenminste
wel een stuk rustiger geworden".
DICK HOFLAND