mm Veroordeelden zorgen voor nieuw oorlogsgeweld Duitse herfst met bange vermoedens 't 6ETA?T Praethuys" VAN BEROEPS WAAGHALZEN WORD JE NIET VEEL WIJZER Duitse expressionisten in Museum De Lakenhal Met bibliotheek maar zonder uithangbord En verder VRIJDAG 6 OKTOBER 1978 LEIDSE COURANT Oeral- Kozakkenkoor Stadsgehoorzaal LEIDEN Het Oeral-Kozak- kenkoor geeft morgen een con cert in de Stadsgehoorzaal. Dit koor heeft in de jaren van zijn bestaan een overweldigen de reputatie opgebouwd, zowel in binnen- als buitenland voor radio en televisie. Het Kozak- kenkoor zingt Russische volks melodieën, maar ook hymnen en psalmen zodat de kerkelijke traditie in Rusland ook tot zijn recht komt. Het Oeral-Kozak- LUXOR: The inglorious bastards (16) met Bo Svenson en Michel Constantin. Regie Enzo G. Castellari. Robert Aldricht zocht twaalf ter dood veroor deelden uit om ze in „The dirty dozen" om te toveren tot door de omstandigheden gedwon gen oorlogshelden. De Italiaanse regisseur Enzo G. Castellari, die wel erg veel Amerikaan se films moest zien om zoveel te kunnen afkijken, heeft er in „The inglorious bastards" maar vijf voor nodig om met hetzelfde geweld tegen de Duitse bezetter van leer te trekken. Het verhaal, in zoverre daarvan sprake is, speelt zich af na de geallieerde landing in Normandië. Vijf „misfits" in het Amerikaanse leger weten hun bewakers te overmeesteren en proberen naar Zwitserland te ontsnappen. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan en tijdens hun vlucht moeten zij meer gevechts handelingen verrichten dan het vijftal ooit gedroomd heeft. Tenslotte, na een ontmoeting met het Franse verzet, raakt het quintet er helemaal van overtuigd, dat nu ze toch eenmaal in Europa zijn, ze er het best aan doen eigenhandig de oorlog zo snel mogelijk te beëindigen met alle bloedige gevolgen van dien. Voer voor diegenen, die niet op logica of motivering uit zijn, maar genoegen nemen met de belevenissen van vijf meedogenloze vech ters, die niets meer te verliezen hebben. Het gevolg is een eindeloze serie genadeloze gevechten met veel geknal. Voor de liefhebber bij wie het niet zozeer om een zorgvuldig opgebouwd verhaal dan wel om een heleboel actie gaat. M. TRIANON De stuntmannen (16) met Robert Foster en Fiona Lewis. Regie: Mark Lester. Zo lang als de actiefilm be staat zijn er stuntmannen ge weest, die voor de camera ver schenen zodra de scène te veel risico's meebracht voor de duur betaalde ster of een mas sale vechtpartij in beeld moest worden gebracht. Tot voor kort leefden zij in anonimiteit, zich ieder op eigen terrein specialiserend, zoals autobot singen en de val van grote hoogte, terwijl enkelen er de voorkeur aan gaven om als menselijke fakkel hun gezond heid te riskeren. Met het toenemend aantal ac tiefilms en de steeds hogere graad van realisme die de ma kers van dit soort producenten nastreven, is de stuntman ook een beetje in het licht van de schijnwerper gekomen, getuige het groeiend aantal films dat over dit merkwaardige „vak" worden gemaakt. „Stuntmannen" van regisseur Mark Lester, waarin een tiental waaghalzen hun specialiteit de monstreren, pretendeert iets van de beweegredenen te wil len onthullen, die deze vakmen sen er toe brengt telkens weer hun leven te riskeren, maar komt niet veel verder dan kre ten als „stuntwerk is een com binatie van kunst en weten schap" en „zij zoeken de waar heid, want aan stunts kan niets vervalst worden". Omdat Les ter ook wel inzag dat je daar geen hele film op kunt bouwen, laste hij een moordverhaaltje in. Tijdens de opnamen van een actiefilm komen onder ver dachte omstandigheden enkele stuntmannen om het leven. De broer van één van de slachtof fers ex-professor, nu zelf stuntman! gaat op onderzoek uit en samen met een journalis te komt hij tot de ontdekking dat niet de grimmig kijkende man van de speciale effecten achter deze „ongelukken" zit. Wie dan wel, dat willen wij u niet verraden al zal dat ook u na een half uur duidelijk zijn. Wie van op twee wielen rijden de auto's en spectaculaire sal to's houdt, terwijl hij ook nog geïnteresseerd is in de fijne kneepjes van het vak, kan bij „Stuntmannen" terecht. Maar hij moet niet verwachten iets van de psyche van deze be- Jroepswaaghalzen onthuld te Een „overstapje" naar een helicopter één van de vele mslaam13 Wn fUm stunts in Mark Lester's film. milo Studio Duitsland in de herfst (16), een film van o.a. Fassbinder, Böll, Cloos, Brustellin, Mainka-Jelling- haus en Steinbach, die al len zorg dragen voor de regie. Herfst in Duitsland is een film van bange vermoedens. Deze film bevat bijdragen van tien bekende Duitse regisseurs en schrijvers, die samen een één geheel vormende schets geven van de vaak tegenstrijdige ge beurtenissen in het huidige Duitsland en de angst die daar door soms ontstaat. De film begint met een brief van de ontvoerde werkgever Schleyer aan diens zoon Eber- hardt en met de zich angstig voelende regisseur Rainer Wer ner Fassbinder, die eveneens aan de film meewerkt. Aanlei ding tot de crisis van het linkse bewustzijn, die zich duidelijk in de persoon van Fassbinder manifesteert vormt de dood van drie van de Baader-Mein- hofleden (Baader, Ensslin en Raspe) in de zwaar "beveilig de" strafgevangenis. De insnijdingspunten die de morele verontwaardiging in een "bloeiend crisisland" zowel van links als rechts blootleg gen, richtten zich op de jaren '45, '67 en 1977/78. Het is alsof de regisseurs na het vertonen van beelden uit genoemde tij den zelf niet meer weten welk standpunt zij in moeten nemen tegenover verschijnselen als oorlog, fascisme, democratie en terrorisme. De vraag die uit al deze beelden voortkomt wordt nog wel het best beantwoord door de in gevangenschap verkerende ad vocaat Horst Mahler. Hoe komt Meinhof ertoe onschuldige mensen om het leven te bren gen? Het antwoord van Mahler luidt als volgt: "Meinhof is er vanuit gegaan, dat niet alleen de staat de schuld draagt voor het kapitalistische Duitsland van nu, maar meer nog ieder individu zelf. De persoonlijke schuld gaat een rol spelen". Onschuld en schuld zijn syno nieme begrippen geworden. "Herfst in Duitsland" is'daar om geen amusementsfilm, maar geeft een rake schets van de zo moeilijk begrijpbare sfeer in het Duitsland van he den; het Duitsland in de herfst van 1977/68. peter viering UITWISSELING MET KREFELD Het Oeral-Kozakkenkoor in actie. kenkoor is in kwaliteit zeker te Kaarten zijn verkrijgbaar aan vergelijken met het Don-Kozak- de kassa van de Stadsgehoor- kenkoor, dat in het recente ver- zaal. Het concert begint om leden altijd volle zalen trok. kwart over acht. ftow Peter Vïcrw9 Café ,,'t Praethuys". V rou wenk er kk oorstraat 9, Leiden. Open: alle dagen van de week vanaf 's middags half vier tot na de gebruike lijke sluitingstijden van middernacht. Zaterdags gaat het café anderhalf uur eerder open en zondags anderhalf uur later. Snacks: portie kaas, leverworst, tosti's, pelpinda's, mosselen in het zuur, slaat jes en zure bommen. „Ik zou liever hebben, dat mijn zoon in de taveerne zou leren spreken, dan dat hij op school leert kletsen". Montaigne „Dit café is geen gelgenheid waar mensen zich bezighouden met flipperbakken en hit- parade-muziek. Uiteindelijk is het nooit de bedoeling geweest, dat dit een echt commer cieel draaiende zaak zou worden. Het verschil tussen ons en andere café's in de stad is, dat wij onder een stichting thuis horen; de Stichting Gesprekscentrum. De bedoeling is/was: het bieden en bevorderen van discus siemogelijkheden. We begeven ons op esote risch (voor ingewijden? - red.) vlak. Komende week houden we ons in het Gesprekscentrum bezig met de Magie der Getallen. Toch is het café in de loop der tijd een eigen leven gaan leiden als bruine kroeg, een kroeg waar overigens de hele Leidse burgerij bijeen komt. Tevens zijn wij het enige café in zeer wijde omstreken, dat in het bezit is van een eigen bibliotheek en ruim een hectare land". „Ook onderscheiden wij ons van de rest doordat er geen uithangbord aan de gevel hangt. Wie dat allemaal niet weet kan ons ook nooit vinden. De meeste mensen zoeken ons trouwens in de buurt van de Pieterskerk, omdat 't Praethuys in de Vrouwenkerkkoor- straat is gevestigd. Dat die mensen verdwalen en ten einde raad de kroegen rond de Pieterskerk induiken vinden we niet erg. Uiteindelijk hebben die café's dan ook wa- t. Ideeën Humor en ernst liggen hoog opgeslagen in het brein van Jan Boer. Bij elke zin die hij spreekt wordt dat wel duidelijk. Elk gedeelte van zijn hersenen bevat een dijk van een idee. Ideeën die ooit naar buiten zullen treden en in een of ander evenement een eindpunt zullen vinden. Het spreekwoord „wat in het vat zit, verzuurt niet" lijkt hem op het lijf geschreven. Zeven jaar geleden gaf hij de aanzet tot het oprichten van een soort club huis, dat de naam kreeg van Stichting Ge sprekscentrum, een trefpunt dat bestemd leek te zijn om de fantasie van een ieder te prikkelen rond de materie van niet alle daagse onderwerpen. De thema's lagen zo'n beetje, om dat zo maar eens voor het gemak te zeggen, tussen de behandeling van het anarchisme tot aan het verschijnsel van vliegende schotels. Die gesprekken vonden plaats in de ruimte van het huidige Prae thuys. Op het moment dat de bezoekers van de lezingen te kennen gaven, dat niet alleen incidenteel 's avonds de behoefte bestond om een glaasje tijdens het praten te drinken, werd besloten om 't Praethuys op andere grondslagen te gaan runnen, 't Praethuys werd een permanent café met riante opening stijden en is de financiële bron gaan vormen voor niet-subsidiabele nevenactiviteiten van het Gesprekscentrum en de cinefielen-club het Kijkhuis. Pelpinda's ,,'t Praethuys" behoort tot die café's, die worden gerubriceerd onder het kopje bruin café. De inrichting is doorgaans sober, de tint is donker, al dan niet op oorspronkelijke wijze tot stand gekomen door de teeraanslag van tabaksrook. Op de vloeren ligt het rond sluitingstijd bezaaid met sigarettenpeuken. Bang hoeft men er niet te zijn, dat de kastelein luid gillend komt aanrennen als iemand „per ongeluk" een glas omstoot Kenmerk voor alle bruine café's is, of ze nu een jaar of honderd jaar bestaan, dat de specifieke sfeer bepaald wordt door het dagelijks bezoek, de stamgasten. „Bij 't Praethuys is het zo, dat je hier ook nog pelpinda's op de vloer mag gooien. Dat is hier een dikwijls beproefde methode om een gesprek een andere wending te geven als iemand toevallig op een ongewenst moment zijn hele ziel en zaligheid over de bar wenst uit te strooien. Men gooit dan wat pinda's neer op de vloer en gaat er over heen lopen. Króak. Einde gesprek", aldus Jan Boer, die ruiterlijk toegeeft dat dit hem al menig maal is overkomen. ,,'t Praethuys" is een gastvrije kroeg. Soms lijkt het of dit café 's middags al stampvol zit met stamgasten. Iedereen staat dan op een kluitje aan de bar, terwijl het achterge deelte leeg is. De individuen zoeken elkaar aan de bar op en grotere gezelschappen kiezen de tafels en stoelen. Boven het café ligt de bibliotheek, waar doorgaans weinig amusementslectuur valt te lezen. De biblio theek is uitsluitend bestemd voor de leden van het gesprekscentrum. In het café zelf leest men de Panorama of de Revue. Over een tijdje hoopt Jan Boer aan de Besjeslaan de stadsboerderij „Wonkie" te openen. De stichting heeft daar ruim een hectare land voor aangekocht. Wonkie was de hond van mede-kastelein Henk Sintuer, die ooit per ongeluk in het dierenasiel aan de Besjeslaan terecht kwam. „Als het met de boerderij zover is, dan geef ik je wel een seintje. We zullen dan ook op die dag het standbeeld van Wonkie onthullen. Want zo'n hondje was het wel", zegt de ideeënmagnaat van 't Praethuys Jan Boer. V.l.n.r. „vrijwillige" medewerker Johan Burgmeijer, kastelein Henk Sintuer en ideeënmagnaat Jan Boer. LIDO I - Coma (16). De handel vrachtwagenchauffeurs die in in organen staat centraal in dit een massale optocht diverse huiveringwekkende werkstuk staten doorkruisen, al ruziënd van regisseur en auteur Mi- met malafide politiefunctiona- chael Crighton. Vol griezelef- rissen. De regie is in handen fecten, een stevige maag is van Sam Peckinpah, hetgeen CAMERA Ben Hur (16). wenselijk (tweede week). een garantie betekent voor een Charlton Heston in een oudere LIDO II - Convoy (16). Bont stevige portie spanning en sen- spektakelfilm (reprise). spektakel van Amerikaanse satie (negende week). LIDO III - La vie devant soi (16). Simone Signoret in wel licht haar allerbeste film tot op 'heden. Op een voortreffelijke wijze geeft zij gestalte aan de pleegmoeder van een Arabisch weesje. Ronduit indrukwek kend (zesde week). REX - Erotische dromen van een nimf (16). Mager sexwerkje voor de liefhebbers. EUROCINEMA I (Alphen) - Coma (16). Zie Lidol. EUROCINEMA II (Alphen) - Once upon a time in the West (12). Een „evergreen" onder de Westerns. EUROCINEMA III (Alphen) - LEIDEN - In 1975 werd de Hollandse 17e eeuwse kunst uit het stedelijk museum De Lakenhal aan de Oude Sin gel 28-32 naar Leidens zus terstad Krefeld in Duitsland gebracht waar het in het Kaiser Wilhelm Museum werd tentoongesteld. Dit ge beurde in het kader van de artistieke uitwisseling Lei- den-Krefeld. De expositie „Van Kirchner tot Campen- donck", die tot en met 12 november in De Lakenhal wordt gehouden kan worden beschouwd als het artistieke spiegelbeeld van de tentoon stelling in Krefeld in 1975. Leiden fungeert nu als gas theer van schilderijen uit het Kaiser Wilhelm Museum. Al leen gaat het nu niet om J7e eeuwse kunst maar om Duit se expressionistische kunst van voor 1940. De Duitse schilders Kirchner, Schmidt-Rotluff, Heckel, Nol- de, Modersohn Becker, Rohlfs, H. Macke, Fr. Jansen, Campendonck, G. Muche en H. Nauen vertegenwoordigen in De Lakenhal het expressi onisme in Duitsland vóór 1940. De term „expressionisme" moet in dit geval ruim wor den opgevat. Naast Kirchner, Schmidt-Rotluff en de andere deelnemers aan de Dresdense (en later Berlijnse) groep „Die Briicke", die vanaf 1905 het expressionisme als kuns tbeweging op de artistieke landkaart zette zijn ook min der centrale figuren als Pau la Modersohn, Helmut Macke en Christian Rohlfs met goed werk vertegenwoordigd. Bij zondere aandacht wordt be steed aan twee geboren Kre- felders, op wier werk de term „expressionisme" slechts met voorbehoud van toepassing is, namelijk Hein rich Campendonck (1889- 1957) en Heinrich Nauen (1880-1949). Campendonck Campendonck is in Neder land redelijk wel bekend, hij heeft er van 1935 af tot aan zijn dood in 1957 gewoond, was docent aan de Rijksaca demie te Amsterdam en zijn werk is in verschillende mu sea te vinden. Een expressio nist in de strikte zin was hij niet; zijn cubistische vormdis cipline, gecombineerd met een helder en suggestief colo- riet roept eerder een Chagall of een Franz Mare in herin nering, zijn onderwerpmateri- aal van mensen in interieurs soms ook wel een Kruyder of een Gust de Smet. Cam- pendoncks lange verblijf in Nederland - in een tijd dat de artistieke reactie er opper machtig was - heeft zijn in ternationale bekendheid geen goed gedaan. Zelfs in Duits land wordt hij slechts in klei ne kring gewaardeerd. Zijn werk is niettemin zeer de moeite waard. Nauen Ook het werk van de wat oudere Heinrich Nauen ont stond juist iets te ver van Parijs en van enige duidelij ke kunstbeweging om inter nationale roem te verwerven, ook al bracht hij het op dat punt in Duitsland - hij was een bekend professor aan de Academie in Düsseldorf - verder dan Campendonck. Misschien iets provincialer dan deze verwerkte hij de in vloeden van wat rond 1910 „moderne" - en toch niet al te extreme - kunst was; Cé- zanne, Van Gogh, Matisse, Gauguin en ook wel het sym bolisme van de Hollander Thorn Prikker, die van 1904 tot 1910 een zeer invloedrijk docent aan de Kunstgewerbe- schule in Krefeld was ge weest. In Leiden wordt een cyclus van zes zeer grote schilderijen getoond die hij in 1913 maakte voor het kas teel Drove in de Eifel, deels decoratief, deels symbolisch van opzet, maar alle zeer kleurig en tot in alle uithoe ken levendig en intens van uitvoering. Een spectaculair ensemble, zoals de moderne Nederlandse schilderkunst er in deze techniek van ver plaatsbare schilderijen eigen lijk geen kent, en dat goed geslaagd is in zijn ambitieuze opzet. Als tentoonstelling over Duits expressionisme kan „Van Kirchner tot Campendonck" als een vervolg worden be schouwd op de tentoonstel ling „Cobra in Nederland, 1948-1951" die dit voorjaar in de Lakenhal te zien was. De expositie is tot stand ge komen mede dankzij de steun van het Goethe-Institut te Amsterdam en het minis terie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk. Bij de expositie is de Duitstalige catalogus .Malerei in unse- rem Jahrhundert" gevoegd (een uitgave van het Kaiser Wilhelm Museum) die een schitterend beeld in kleuren geeft van kunst van deze eeuw, (onder meer ook met Appel en Mondriaan) met daarin veel aandacht voor het werk van de Duitse ex pressionisten. Het Hongaarse ensemble „Dina". Hongaars zang en dans LEIDEN Het Hongaars staats zang-, dans- en rauziekensemble Duna brengt op zaterdag 7 oktober een voorstelling in de Leidse Schouwburg. Duna werd opgericht in 1957 en bestaat geheel uit beroepskunstenaars. Het programma bevat veel mooie choreografieën, hetgeen tot uiting komt in onder meer de Flessedans, de Mannendans en de danscompositie „Carnaval". Het zigeunerorkest vertolkt melodieën van Bihari, Lavotta, Rózsavölgyi, Liszt, Bartok,' Kodaly en éndere componisten. Leiden wordt aangedaan in het kader van een toernee door Nederland. De voorstelling begint om kwart over acht. The man with the golden gun (12). Roger Moore als Jams Bond in een van zijn recentere films. EUROCINEMA IV (Alphen) Thank god it's friday (a.l.). Popfilm voor de muzieklief hebbers met onder andere Donna Summer. Orgelconcert inLisse LISSE - De bekende Haagse voorkeur voor de Franse organist Ben van Oosten school. Voor het concert in geeft morgenavond een con- Lisse heeft Ben van Oosten eert in de Lissese Agatha- gekozen uit werken van: kerk. Het concert dat om Boëly en Widor. De toegang kwart over acht begint, be- sprijs tot het orgelconcert be staat geheel uit een frans ro- draagt 4 gulden. Scholieren mantisch programma. en 65-plussers betalen 2 gul den. Ben van Oosten is in 1955 in Op zaterdag 4 oktober wordt Den Haag geboren en speel- in de Sint Agathakerk de fi de al op 15-jarige leeftijd op nale gehouden van de jaar- het orgel van de Haagse Zui- lijkse orgelwedstrijden voor derkerk. Momenteel studeert amateurs. De finalisten zijn: hij bij Albert de Klerk aan Bas de Vroomen en Rudi het Sweelinck-conservatori- Schollaart uit Rotterdam en um. Hij heeft een sterke Leo Kajim uit Maarsen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 7