HOE DE „GROTE GATEN" DOOR
VOELHOORNS WERDEN BEOORDEELD
.Wonderbaarlijke reizen" van binnenuit gezien
wfAD/REGIO
palingen gingen weer als warme broodjes over de toonbank.
LEIDSE COURANT
WOENSDAG 4 OKTOBER 1978 PAGINA 5
Om een „life "-reportage van de 3 oktober-optocht te maken, was de
-- i ziekenomroep van het Diaconessen Ziekenhuis tijdelijk gevestigd in het pand
Het lange wachten werd hier en daar iets veraangenaamd door muzikanten. van de Leidse Courant.
De zon was vertrokken, maar de stemming bleef ideaaL Bij de
Plesmanrotonde ontwaarde ik de, op maandagavond gecreëerde
kersverse Leidse ereburger ome Joop Riethoven met z'n gezin,
weer blakend van welstand. In de Steenstraat begon om 14.10
uur de kop de staart te bijten. Dat werd persen en „indikken"
geblazen binnen het gebied van de lus waar een enorme knoop
in was gekomen: K en G kon de Blauwpoortsbrug, op de weg
terug, niet op. Bericht: een brandende baal hooi bij de
Kozakken, „dat kan een zoodje worden". Korte meldingen van
„een puinhoop". Agitatie. De commissaris van politie stapte
even in en wiste zich 't voorhoofd: de staart zit nog bij de
Watersteeg. Onvoorstelbaar. Hederik: „De cirkel zal volgend
jaar toch groter gemaakt moeten worden." De commissaris:
„Het is nu de derde keer, dat ik die optocht meemaak, maar
ik heb nog nooit zo'n drukte gezien. En alleen maar leuke
reacties, weet je wel, langs de weg. Geen narigheid."
Melding: verontruste moeder die zoontje is kwijtgeraakt bij
Blauwpoortsbrug. Melding: verschrikte ouders, die meenden,
dat hun driejarig dochtertje bijna zou stikken in een zuurtje.
Adjudant: „Wie geeft zo'n peuter nou een zuurtje?"
Commissaris: ,,'t Is wel het sfeertje zou ik zeggen, snotver; ik
kan het aan de drank merken. Nooit zoveel gehad onderweg;
ik besteed die drankjes maar uit, denk ik." Een K en
G-muzikant kwam om bijstand bij LD 80; hij was in z'n hand
gestoken door een wesp. „Hebbie brandspiritus, of zo? Of
levertraanzalf?" Vereenigingsbestuurder: „Is er een priester in
de buurt?" In die tijd scheen Nova Zembla niet voorbij 't
Gangetje te kunnen komen. Hederik: „Volgend jaar hebben we
een tappie achter in de auto staan." Een inzittend inspekteur:
„Volgens mij loopt er ergens stiekum een andere optocht
mee..."
14.35 Uur. Melding: er zit volk tussen.... Juist zag ik de witte
helm van Livingstone bij de Blauwpoortsbrug (bijna „een brug
te ver") voorbij huppelen. Inderdaad zat „er volk tussen", want
op dit punt, bij de Apothekersdijk, begon de „grote trek" naar
de kermis. Mensen die eeuwen moesten wachten en al genoeg
hadden gezien wilden naar de noga, de rutschbaan en de
paling. Men brak door op punten waar geen politie stond, 14.40;
de commissaris, wat somber: „De paarden krijgen sherry
aangeboden..." Hoofdschudden. Kwart voor drie beklom
uiteindelijk de kop de Blauwpoortsbrug, zoals eens Hannibal
met meer dan één olifant de Alpen bedwong. Langzaam, langs
een biersteunpunt, dat voornamelijk door vrouwen werd bezet
en die „sherry, sherry, sherry" scandeerden.
Overstekend volk, publiek, in de Haarlemmerstraat Geheel
eigen publiek, zoals ik hoorde determineren. Dat zou na de Jan
Vossensteeg weer anders worden. Drinkend uit blikjes. De
schuifdeur van LD 80 ging dicht. Melding: bij Stille mare
stenen gooiende jongens die ook nog spijkers bij zich hadden.
Hooigracht: net zoals bij de intocht van de Canadezen in '45,
maar dan veel meer doorvoed. Melding: enorm gat achter de
olifant bij de Mare. Dus stoppen, op de Hooigracht, waar K en
G kon gaan showen. Luid gejuich voor de maitre die z'n stok
punctueel opving na een tuimeling van minstens zes meter
omlaag. Toch werd het ons wel duidelijk: Kozakken, Chinezen
en negers, die zorgden met hun geapprecieerde manifestaties
voor de opstoppingen. Voorzitter Lam an: „Toch moeten wij het
daarvan hebben, van die attracties bedoel ik. En laat alsjeblieft
die Draaitol weer meerijden. Dat ding is veel te duur geweest"
De heer Lam an haakte in bij de commissaris: „Kom, we gaan
bij de burgemeester protesteren, tegen al die nauwe straten en
lage bruggen in Leiden..."
Nog steeds de Hooigracht: even tijd voor een landelijke
amazone voor een kleine boodschap, ergens in een
Hooigrachthuis. La Rivière: ,Nou, die ene minuut kan er ook
nog wel bij." De hemel was dichtgetrokken. Watersteeg weer:
een traditioneel drankje, pittige kleine glaasjes voor
politieruiters, LD 80 inclusief chauffeur, „voor deze éne keer",
vond de hoofdinspekteur, „want langzamer rijden bestaat niet
eens." De Chinezen achter de groene draak bleven de zaak
traineren. Die shows moesten beëindigd worden, ook al was het
jammer voor het verdere publiek. Opnieuw de Breestraat, 15.30
uur. De rijen werden dunner. „Nog best," meende meneer De
Vroom, „want andere jaren rijden we hier voor joker; dan is
er bijna niemand meer te zien. Het moet toch wel mooi zijn
geweest." Het zat erop, voor de kop althans. De rest van de
slang had toen nog heel wat hindernissen te overwinnen.
Stadhuisplein. Einde van de stoet. Punt, uit Rijdend langs het
kordate K en G. We konden gaan ontbinden. Meneer De Vroom
maakte z'n tas open. Toch gek, dat ik dit jaar totaal niets van
die optocht heb gezien. Het moet best erg leuk zijn geweest
heb ik gehoord.
Ton Pieters
LEIDEN Dit wordt een relaas van voldoening en smart,
ran vrolijkheid en bezorgdheid, van de visie die „de aap"
noet hebben van de zich verkneukelende bezoeker van de
lierentuin waar men zich op een kluit verdringt bij het
ipenverblijf. Voor de afwisseling maakte ik de 3
rktober-optocht „van binnen" mee. In de „buik van de slang",
tarnen met mensen die doorgaans niet in de gelegenheid zijn,
lit hoogtepunt in het jaarlijkse Leidse bestaan in zijn
Kilometerslange glanzende geheel met eigen ogen te zien.
ïrtij^66^11®®1111^ uur ,an£ deelde ik de ervaring van de
Dssif^lhoorns d*e zich door de duizendkoppige massa boorde.
orjt|>uizendkoppig? Volgens proefondervindelijke gegevens zijn er
pag?P 3 oktober, inclusief de buitengemeentelijke aanvoer,
jk ftieestal honderd vijftigduizend mensen op de been langs het
wa|raject, aanleiding gevend tot een constipatie die zich via de
jk efermis weer oplost.
a<De voelhoorns vormden, achter Leidens representatieve
irummende, pijpende en trompetterende muziekambassadeurs
iran „K en G", het onderdeel „politiewagen en politie op
fnotoren". Ik deelde het beroepsmatige lot van de
^Wagenbezetting, volgens een code aangeduid met LD 80, zittend
i Pachter hoofdinspekteur La Rivière en tussen hoofdagent D.
Hederik en de heer H. M. De Vroom, bestuurslid van de 3
pr>tr.Kor Vereeniging. Eerst zwierf ik nog wat rond over de
Burggravenlaan, waar de hele constellatie een acceptabele
amenhang moest krijgen. Tot twee minuten vóór het vertrek
Mom drie over één) was van die samenhang niets te merken. Dat
is één van de grote krachten van de optochtmissie, onder mr.
IpJ. W. Janssen, die een begerenswaardige routine heeft
opgedaan in een jarenlange praktijk.
Alles liep of reed door elkaar. Vanuit de Doelenkazerne kwam
liet Middeleeuwse paardenvolk, cavalerie van broodjes kaas
[etende monniken, edel vrouwen die onder heur robe een stevige
1 'rijbroek droegen, kauwende Saracenen. Daar reed praalhans
l^Joop Visser op z'n bromfiets rond; Joop die de praalwagens in
elkaar heeft laten zetten, maar nog weieens moeite heeft met
jde hoogte ervan. Vanuit de Stadsgehoorzaal, die op 3 oktober
/Stadsverkleedzaal mag heten, werden per bus ladingen
lcia actrices en acteurs" en opgetogen figuranten aangevoerd. Voor
iet merendeel oud-Leidenaars (zoals Columbus in dit spel) of
Teemdelingen die met paarden weten om te gaan. Het was
jsjorren aan afzakkende kousen en panty's. Bij de wagen van
*Odysseus hielden zich medewerkers op die geleverd waren door
^het Stedelijk Gymnasium: Griekse knapen, die trachtten een
'uiltje te knappen op het herfstnatte gras, gekoesterd door het
zonnetje, of een partijtje voetbalden, terwijl vlak
de enorme Cycloop, de mythologische éénoog, van een
'avbaardje werd voorzien dat het kijkgat bovenin moest
"^camoufleren. De Cycloop dreigde te kapseizen bij 't inlopen.
nLater, bij de Morspoortbrug (een optocht-handicap van de
vierde categorie) moest hij uit de vaart worden genomen.
e^,.Loopt het nogal, meneer Janssen?" vroeg ik de chefkok van
P3 de optocht, die als „Wonderbaarlijke reizen" geboekstaafd zal
^blijven in de annalen. „Ja zeker; alleen is een Belgische bus
met de negerhut van Oom Tom bij de grens zoekgeraakt. De
^politie is op weg om de ongeluksvogels op te vangen." Willem
"Barentsz liep met een „Chinese" aan zijn hand op zoek naar
**z'n stek op Nova Zembla. In de Verdamstraat stond Hannibals
1 vaeigen olifant kunstjes te maken met rechtervoorpoot en slurf.
Als je zó de Alpen over moet....
Uit de hele warwinkel groeide men naar het Uur O, van
mpoptocht. Ergens stak een bestuurder met hoge hoed z'n hand
vr^op en daar ging het dan: vort... In LD 80 nauwelijks
waarneembare nervositeit: „Eén voor éen, achter de nullen op;
staan op één, ze moeten op twee staan..." Daar begrijpt
m< natuurlijk alleen maar een doorgewinterde mobilofonist iets
dodvan. Geheimtaal die rustig werd opgevat; richtlijnen voor
agenten langs de hele route, in afwachting van de
mammoetslang. Hoofdinspekteur La Rivière: „Heel langzaam
hoor, in 't begin." Achter K en G aan en vier rossen van de
rijkspolitie. Na 150 meter de eerste stop. De mensen links en
val rechts van ons stonden in vijfdubbele hagen. Pauken en
trompetten begonnen achter de politiewagen opwindend zich te
laten horen. Dat paukenstel kwam uit Wassenaar, voor het
eerst in de Leidse optocht.
Bij de Hogewoerd kreeg ik de indruk, een fuik binnen te
[3 rijden, zo dicht opeen stond er de massa mensen langs de
route. Vreemde ervaring: stapvoets met een auto bijna drie uur
lang door de Leidse city te rijden. „Post Watersteeg, komt u
j uit; over..." Meneer La Rivière: „Iedere groep heeft haar eigen
snelheid, dat geeft de enige moeilijkheden voor de motorrijders
die de zaak in de gaten moeten houden." Meneer De Vroom
meende, dat de olifant van Hannibal het tempo wel zou gaan
„Gulliver's" reizen vormde de eerste groep van de optocht.
aangeven. Ha, daar had je Bromsnor alias Lou Geels, midden
op de Hogewoerd. De Vroom: „Die staat hier elk jaar te
filmen." Hoofdagent Hederik: „Hé, Brom, je moet wel die dop
voor je lens vandaan halen!"
Inmiddels lag K en G al honderden meters voorop; die moest
gestopt worden. Meneer De Vroom bleef zich afvragen, hoe die
olifant uit Duitsland zich zou houden. Niet lang daarna zou
blijken, dat de grootste gaten vielen door de Chinezen en
Franse Kozakken, die weliswaar bij het publiek de show stalen,
maar in feite de grote verstoorders van het tempo waren,
samen met de negers overigens. De mensen in de politiebus
kregen onderwijl van meneer La Rivière enig onderricht
omtrent Hannibal en toen waren de moppen niet van de lucht
Bij de St. Jorissteeg kwamen de eerste dwarrelbuien met
krantesnippers, confetti en glaswol, spreekkoren en geheven
glazen. Het was nog prachtig zonnig weer en men genoot. Het
verbindingsteam in ons mobiele zenuwcentrum bleef alert.
Hoofdagent Hederik, die steeds doende was met een installatie
van 3500 gulden en zich „80" noemde, vond het druk en
drukkend worden: „Waar is de blikopener, dan kan ik het dak
openzetten." 13.23 Uur: 't Gangetje. Een mooi schone straat;
keurig hoor. Vriendelijke mensen langs de kant, wel soms met
gezichten van: daar heb je die politiesnoeshanen ook weer met
hun drukdoenerij met de microfoontjes en zo. Ik weet nou wel
beter: een 3 oktoberoptocht, of het nou wonderbaarlijke reizen
zijn of niet, gaat niet over rozen.
Als een rustige beek kabbelden we de Breestraat binnen, met
K en G weer op gehoor- en zichtafstand. Bij het stadhuis stond
toen al de „hele handel" stil, hoorden we via post zoveel. Bij
Wolfslag de hele brandweer op de stoep, met de commandant
in hun midden, vast overtuigd van een alarmloos tijdperk en
dan nóg: even rennen en je zat zó weer in de kazerne om de
hoek van de steeg. „Strogoff draait nu de Plantage in", hoorde
ik knerpen. Even een K en G-show voor het stadhuis waar een
stuit volk stond en zat: raadsleden, ambtenaren, bejaarden,
invaliden op stoelen en banken en „zowat alle meldkamerspe
cialisten", constateerde Hederik. Allemaal tevreden gezichten.
De Vroom: „Gek, in Leiden is niks van de grond te krijgen,
alleen dit, op 3 oktober. Een pracht gezicht, al die mensen."
We naderden „Io vivat" bij sociëteit Minerva. Het regende
opeens kleine marsreepjes van het stadsgehoorzaalbalkon,
afkomstig van de dames-van-het-bestuur. Hartelijk dank.
Flessen sherry waren er nog niet bij, constateerde een
adjudant-mobilofonist. Ze mochten toch niets aannemen, die
agenten. Maar meneer De Vroom had wel wat in z'n tas zitten.
Dat heeft-ie elk jaar. Voor de hoogwaardigheidsbekleders in de
koetsen achter ons waren er wel glazen sherry en ook voor de
fanfarende landelijke ruiters. Pas bij de Papengracht werd
gemeld, dat „de staart van de Hoge Rijndijk af was". Meneer
De la Rivière: „Dat was vorig jaar ook zo, bij dit punt" Om
3.45 uur kwam de kop bij een kritiek punt: de Blauwpoorts
brug, waar lange wagens in de bocht nauwelijks kunnen
passeren. En dan de Morsstraat; onder het spandoek van de
EO-jongerendag door. Er waren inderdaad paaltjes weggehaald,
anders was de slalom hier niet te nemen. Ja hoor, daar was
de Yell-club, het spontane koor met de gesmeerde kelen,
verhitte hoofden en serpentinerollen. De paarden werden wat
onrustig. In een minuut was het voorbij.
Toen kwam de melding van „een groot gat". De kop bleef in
de Morsstraat stilstaan. De Vroom: „Altijd dat gedonder met
die sherry in de Breestraat", (maar het waren, ik zei het al,
de Kozakken die de bliksemse boel ophielden. Ook de sherry
natuurlijk). Verder ging het, een slinger om de Morspoort heen,
via de enge Morspoortbrug, een te zware handicap voor
hoogopgetaste objecten, zoals de Cycloop (die terug moest) en
de „Draaitol" van de Droomreis die helemaal uit de vaart
genomen moest worden, tot diepe teleurstelling van drs. Lam an,
voorzitter van de Vereeniging, die kwam zeggen, dat 't ding
„een handvol geld had gekost".
ei
Met name de enthousiaste demonstratie van de „Chinese hofacrobaten", behorende bij de groep van
Marco Polo maakten dat er grote gaten in de stoet vielen.
Een demonstratie van stuntrijders op de Breestraat