Maak
het
ehaaglijk
in
huis
met
juiste
1 isolatie
Luidt
ook
voor
onze
kinds
kinderen
de
gasbel?
Willen of niet willen: de
herfst sluipt naderbij op
zachte voetjes. De koude
wind rekt zich eens uit
en de sneeuw maakt toe
komstplannen. Met de
winter kondigt zich het
verwarmingsprobleem
aan, te meer klemmend
door de gestegen ener
giekosten. Mensen die in
een flat wonen zijn op
dit punt goed af. Bijna
altijd is er voor het hele
blok centrale of gasver-
warming aangelegd. Wat
de behaaglijke tempera
tuur in de winterdag
aangaat zitten ze op zo
merse rozen.
Maar er zijn ook mensen
die in oude huizen wo
nen. Daar is het niet al
tijd zo'n ideale stooktoe-
stand. Velen lieten CV,
vloer- of elektrische ver
warming aanleggen en
dan zit het wel goed.
Maar duur is de verwar
ming vandaag de dag
wel, vooral als het om
grote ruimten gaat. Een
z.g. „klein herenhuis",
gebouwd omstreeks 1914
of eerder met een kamer
of vijf/zes (plus later
aangelegde of verbouw
de bad)douche(cel) heeft
vertrekken van zo'n
4 1/2 x 6 m vloeropper
vlak en ca. 3 m hoogte,
een enorme inhoud om
warm te stoken. Deze
huizen komen nog overal
in het land voor. Gasver-
warmingsinstallaties zijn
voor dit soort woningen
misschien nog het beste
geschikt omdat ze zo
sterk regelbaar zijn en
voor een warmtebron in
de directe omgeving kun
nen zorgen als dit nodig
is. Men kan volstaan met
kleine toestellen, als bij
voorbeeld een gevelka
chel voor een (doorge
broken) suite van 4 1/2 x
12 m, die 24 uur op de
laagste stand blijft bran
den. De kou is dan dag
en nacht uit de kamer. In
de zithoek echter staat
een gashaard met grote
capaciteit, die bij inscha
keling direct een fikse
uitstralende warmte
geeft. Hij hoeft echter
niet dag en nacht te
branden. Ideale manier
van stoken voor alleen
staanden met een baan
of gezinnen waar ieder
een buiten de deur
werkzaam is, -ook de
huisvrouw.
Pas wanneer een der ge
zinsleden thuis komt kan
de grote gashaard aan.
Maar die sproeit dan ook
meteen luiusse extra
warmte! Voor een econo-
de thermostaat op twin
tig graden en de waak-
vlammetjes lustig bran
den. Het kokendhete gei
serwater stroomde weer
langdurig en onbekom
merd over Gods akker.
En dat onder het motto:
na ons de zondvloed.
Drs. Groenewegen: „Zo'n
energiecrisis geeft een
schrikreactie. Daarna
herstelt het gewone ge
bruik zich. Het is dus een
moeizaam en langdurig
werk om een verande
ring van mentaliteit te
bereiken, die in stand
blijft en verder wordt be
vorderd, ook nadat de
schrikreactie weg is."
De VEGIN stopt daarom
nogal wat geld en ener
gie in voorlichtingscam
pagnes. Zij heeft onder
andere een stevige vin
ger in de pap bij de cam
pagne „verstandig met
energie" en de akties van
de Stichting Voorlichting
Energiebesparingen Ne
derland. Samen met de
Gasunie en het ministe
rie van Economische Za
ken voert de VEGIN de
campagne „Verstandig
met aardgas".
Langzaam maar zeker
beginnen die activiteiten
vruchten af te werpen.
Voor het eerst namelijk
bleef vorig jaar een ster
ke stijging van het gas
verbruik achterwege. Die
toename werd wel ver
wacht, onder andere om
dat de opmars van de
gasgestookte centrale
verwarming nog niet ten
einde is. Bij nieuwbouw
en renovatie wordt im
mers overal CV toege
past. In 1977 „produceer
de" Nederland honderd
miljard m3 aardgas. De
helft ging de grens over.
De resterende vijftig mil
jard m3 dekte de helft
van de totale Nederland
se energiebehoefte. Su-
pergrote verbruikers be
trokken 29 miljard m3
rechtstreeks van de Gas-
Unie. De gastbedrijven
distribueerden 21,7 mil
jard m3, waarvan veer
tien miljard naar klein
verbruikers. In 1976
stroomde 21 miljard m3
door de gaskraan. Vorig
jaar was er dus nauwe
lijks sprake van een stij
ging. Het gemiddeld ver
bruik per kleinverbrui
ker daalde zelfs.
Volgens de VEGIN-se-
cretaris is de oorzaak
moeilijk te analyseren
De stabilisatie kan ver
oorzaakt zijn door stag
natie in de bouw. Hij is
er echter van overtuigd
dat ook de voorlichtings-
akties, het meer energie-
bewust worden van de
mensen en isolatie een
steentje bijdragen.
In de Nederlandse bo
dem zit naar schatting
nog een slordige twee
duizend miljard kubieke
meter aardgas. Als we
op de huidige voet
voortstoken en exporte
ren luidt niet lang na de
eeuwwisseling de gasbel
voor de laatste ronde. Is
de wereldkaars, die het
affiche „verstandig met
energie" siert, dan opge
brand en wordt het koud
en donker? Drs. G. G.
Groenewegen, secretaris
van de VEGIN in Apel
doorn de vereniging
waarbij alle 156 Neder
landse gasdistributiebe-
drijven zijn aangesloten
is niet pessimistisch.
„Ik geloof, dat de mens
heid altijd in staat is om
in een nieuwe situatie
weer nieuwe vindingen
te doen en nieuwe oplos
singen te bedeiiken om
toch zijn welvaart in
stand te houden".
Maar dan mogen we niet
met de armen over el
kaar blijven zitten,
meent hij. „We. zullen tij
dig maatregelen moeten
treffen om te zorgen dat
ook ons nageslacht vol
doende energie tot zijn
beschikking heeft. Het
verwijt dat je de rijks
overheid kunt maken is,
dat in deze jaren, waarin
nog overvloedig gas in
eigen bodem is, de grote
opbrengsten daarvan
verdwijnen in de lopende
rekening van het Rijk.
Er worden onvoldoende
voorzieningen getroffen
om de energievoorraad
in de toekomst veilig te
stellen".
Er wordt koortsachtig
gezocht naar alternatieve
energievoorzieningen.
Vijftien tot twintig jaar
geleden zag men kerne
nergie als de oplossing.
Maar de discussie er om
heen, met name over de
veiligheidsaspecten en
het probleem van de af
valstoffen, droegen er
toe bij, dat het nucleaire
aandeel nog maar heel
bescheiden is. „Het laat
zich niet aanzien dat het
op korte termijn groot
zal worden", voorspelt
de heer Groenewegen.
In tegenstelling tot gas
en olie zit er nog volop
steenkool in de bodem.
De VEGIN-secretaris be
schouwt steenkoolver
gassing daarom als een
van de belangrijkste bij
dragen aan de gasvoor-
ziening in de toekomst.
Op'korte termijn kan het
„zwarte goud in gas
vorm worden gebruikt
om het hoogcalorisch gas
uit de Noordzee en Alge
rije op de kwaliteit van
het Groningse aardgas te
brengen. Het ingevoerde
gas is namelijk niet zo
maar zonder meer in on
ze gastoestellen te ge
bruiken. Door vermen
ging met steenkoolgas
kan een dure ombouwo
peratie van alle gasfor
nuizen, geisers, e.d.
zoals indertijd bij de om
schakeling van „stads-
gas" op aardgas wor
den vermeden. Boven
dien kan de Groningse
gaskraan dan een paar
slagen dicht, zodat de re
serves over een langere
periode kunnen worden
uitgesmeerd. Op langere
termijn kan steenkoolgas
het aardgas geheel ver
vangen. Andere pijlen op
de energieboog zijn
wind- en zonne-energie.
„Maar iedereen is het er
over eens, dat de bijdra
ge daarvan pas na 1990-
2000 van enige betekenis
zal zijn".
Als iedereen zuinig om
springt met gas, is vol
gens de heer Groenewe
gen een besparing van
tien tot vijftien procent
op het kleinverbruik een
haalbare kaart. Dat bete
kent een bezuiniging van
twee miljard m3 per
jaar. Heel even zag het
er naai- uit, dat de Ne
derlanders hun schou
ders onder die uitdaging
wilden zetten. Dat was
tijdens de oliecrisis.
Maar de sjeiks hadden
de oliekraan nog maar
net opengedraaid, of de
meesten van ons lieten
de gordijnen weer open,
misch verbruik van elke
warmtevoorziening ech
ter moet aandacht wor
den gegeven aan warm-
te-isolatie. Goed be
schouwd is onze kleding
de eerste isolatielaag.
Uitgaande van dit stand
punt vormen meubels en
tapijten dan een tweede
laag, die bescherming
geeft tegen koudestraling
van stenen muren en op
trekkende vloeren. Bij
nieuwe aankoop verdie
nen dus houten of gestof
feerde meubels de voor-
Dit wist men vroeger al.
Vandaar de aaneengeslo
ten vlakken van houten
meubels (Middeleeuwen:
koude kastelen later
bekleding en stoffering
(koude 19e eeuwse palei
zen en koopmanshuizen).
Dit' allemaal niet alleen
voor het mooi of prettig
zitten, maar vooral als
goede warmtehouders.
Later kwamen er voeten
bankjes en stoven, poefs
en voor de slaapkamer
hemelbedden die soms
nog op een houten vlon
der stonden. Tussen de
posten hingen zware gor
dijnen, die de lichaams
warmte binnenhielden
en zorgden dat het in het
ledikant-kamertje war
mer was dan daarbuiten.
De bewoners van de Ve-
netiaanse paleizen wisten
Aaneengesloten vlakken van houten meubels houden
de warmte vast. (foto boven)
In het ledikant-kamertje was het vroeger warmer dan
daarbuiten, (foto links)
j Met een goede gasverwarming zit men op rozen.
glaswoldekens. Warmte-
technisch bezien bestaat
het voordeel van een iso
latielaag aan de binnen
kant hierin dat alleen het
dunne houtwerk of de
van isolatielaag voorzie
ne binnenmuren en het
lager gemaakte plafond
verwarmd behoeven te
worden en geen van na
ture al koude stenen of
kil beton. Door de snelle
re opwarming kan men
de temperatuur 's nachts
dan ook rustig laten zak
ken. Dit spaart energie.
Oude huizen zijn soms
vochtig. Muurbekleding
en houten vloeren moe
ten dus voorzien zijn van
ventiiatieruimte, evt.
voor extra isolatie opge
vuld met minerale wol of
hard kunststofschuim
tussen de balken of on
der het loopvlak. Tegen
woordig is het ook moge
lijk vochtige muren een
„anti-vocht"-injectie te
geven. Een oude Griekse
wijsgeer moet eens heb
ben gezegd. „Geef mij
een hefboom en een
steunpunt en ik zal de
wereld voor u lichten".
Misschien kan men
straks in het jaar 2000
zeggen: „Geef mij de
juiste isolatiematerialen
en ik zal het stoken (bij
na) overbodig maken
ren bewoonde hofjeshui
zen in Delft en Leiden
hebben bijna allemaal
sehrootjeshouten muren,
zelfs plafonds. Hout iso
leert, bovendien staat het
knus en laat schilderijen
en wandversiering goed
uitkomen door de neu
trale achtergrond.
Het verlagen van een
plafond draagt ook veel
bij tot het houden van
„warmte-binnenska-
Dit kan op ver
schillende manieren en
met verschillende mate
rialen gedaan worden,
bijvoorbeeld door het
aanbrengen van platen
minerale wol met daarop
I ook wat isoleren was. Ze
bekleedden de buitenmu
ren, uitkomend op het
Canal Grande met lin
nen, zijden of fluwelen
doeken (de oorsprong
I van ons papieren be-
j hang), die vaak prachtige
fresco's bedekten. Wie
echter over genoeg geld-
I middelen beschikte en
toch ook graag naar iets
bijzonder moois wilde
kijken in de kamer liet
het linnen beschilderen.
Zo zijn sommige werken
van Tintoretto eigenlijk
mets anders dan warm-
te-isolatie van koude mu
ren, die over houten lat
werk werd gespannen.
Het onderste deel be-
I stond dan uit een houten I
lambrizering. In Enge- I
land, dat al jaren spreek-
I woordelijk „koud" en j
„mistig" heet, wordt
enorm veel gewerkt met i
j houten betimmeringen i
en lambrizeringen. Voor-
i al de oude huizen, win-
j kels (Harrods, het prach- j
tigste warenhuis van
heel Londen is helemaal j
betimmerd, evenals „Li- I
berty", waar het maho-
niehout je overal tegen- j
gloeit) en pubs pronken I
met hout langs muren en i
plafonds. Deze trend van
vroeger geldt nu al jaren
lang in Nederland als
modern en gemakkelijk.
Door studerende jonge-
Zeventig
procent
Nederlanders
zit
maar
te
zitten
Textiel hoog op
hobbyladder
Zo'ii lage tafel doet het toch
Hijd wel. Hij speelt zelfs een
(langrijke rol in het huiselijk
'Vep van zeer veel Nederlan
ds. Want, aldus de woningin
richters, zo'n lage tafel vormt
'aak het verbindend element
lussen de zitmeubels. Haalt
Men hem weg, dan is het
onderling verband verbroken
Het lage tafeltje is overal goed
foor. Als bijzettafeltje bijvoor
beeld, als zijtafeltje naast een
fM, als opvulling van het
Middenvlak van de kamer, En
daarvoor schijnt de ronde lage
'a/el ideaal te zijn. Er tegen
in stotend voelt men dit
minder dan bij een hoekig
tfeltje.
'W een goed advies: om
bassen op de tafeltjes te
Vorkomen, kan men aarden
^bakjes, bloempotten en
Pillen aan de onderkant
beplakken met een stukje
'aJcen of vilt. Maar dan moet
toen deze voorwerpen niet
eerder op tafel zetten, voordat
Men zeker weet, dat de lijm
t<xd droog is.
Meer dan een miljoen
Nederlanders houden
zich in hun vrije tijd
bezig met het werken
met textiel, zoals breien,
haken, weven, borduren
en knopen. Tweede op
de „vrije-tijd-top-tien" is
tekenen en schilderen.
Dit doen naar schatting
bijna 700.000 mensen.
Ook het fotograferen is
een geliefde manier van
vrijetijdsbesteding. Deze
hobby wordt actief beoe
fend door zo'n 670.000
Nederlanders. Deze cij
fers, afkomstig van de
Nederlandse Stichting
voor de Statistiek, en
uitgebracht door het mi
nisterie voor CRM, zijn
naar voren gekomen uit
een onderzoek naar ama
teuristische kunstbeoe
fening.
Zulke getallen zeggen
heel wat, maar toch niet
alles, want bijna 70 pro
cent van de Nederlan
ders doet niets aan dit
soort vrijetijdsbesteding.
De resterende 30 procent
die dat wel doet beoefent
onder meer, behalve de
reeds genoemde hobby's,
muziek of toneel, zingt of
doet aan beeldhouwen,
schrijft poëzie of danst.
De wijze van vrijetijds
besteding wordt in be
langrijke mate beïnvloed
door de opleiding en het
inkomen van de mensen.
Bij sommige hobby's
moet men over veel
ruimte en geld beschik
ken, daardoor zijn be
paalde activiteiten niet
bij iedereen mogelijk.
Ongeveer 25 procent van
de mensen met een hoge
opleiding beoefent twee
of meer kunstactivitei
ten, tegen vijf procent bij
mensen met een lagere
opleiding. Ook is opmer
kelijk dat in het westen
van ons land zich relatief
meer mensen met crea
tieve handvaardigheden
bezighouden dan in het
resterende deel van Ne
derland. In het noorden
en zuiden van Nederland
beoefent driekwart van
de bevolking geen enkele
kunstactiviteit.
Niet alleen krijgen steeds
meer mensen er lol in
een „klus" te doen, ook
uit puur financiële mo
tieven knapt men het lie
ver zelf op. De professio
nele behanger bijvoor
beeld is zo duur gewor
den dat momenteel naar
schatting 80 procent van
de mensen zelf zijn be
hangetje tegen de muur
plakt.
De honderdduizenden ei
gen huisbezitters worden
als een belangrijke groep
doe-het-zelvers gezien,
omdat zij, vaak gedwon
gen door zware hypothe
caire lasten, sneller ge
neigd zijn hamer en
kwast in eigen hand te
nemen. Men heeft de in
druk dat het aantal doe-
het-zelvers verder is ge
stegen door de invoering
van de zomertijd (langer
licht) en de matige kwali
teit van de televisiepro
gramma's.