Fauna-
Film,
unieke
club
van
actie
voerders
met
lange
adem
De tijd dat natuur en
milieu vrijwel dagelijks
onderwerp van veler
gesprek was, is een
beetje voorbij. We spre
ken pas van natuur- en
milieurampen als bij
voorbeeld de olie uit
een gebroken tanker
over onze recreatie-
stranden spoelt. Dan
halen de natuur en het
milieu de voorpagina.
Niettemin, door een
groot aantal goed-ge-
richte akties, door
discussies, goede infor
matie en voorlichting
en door wetenschappe
lijk onderzoek is er een
toenemend verantwoor
delijkheidsbesef ont
staan. Optimistische
beschermers van natuur
en milieu hebben wel
eens gezegd: „De kop is
eraf. Begrippen als
natuur en milieu zijn
bezig te wortelen, voor
al bij jonge mensen.
Niemand kan er meer
onderuit. Het frappez-
frappez-toujours (al
werden we er soms mee
overspoeld) heeft tóch
gewerkt".
Maar er zijn ook wat
minder opgewekte
stemmen uit de kring
van natuur en milieu.
Weliswaar heeft er een
duidelijke confrontatie
plaats gehad en vooral
de jeugd heeft daartoe
bijgedragen, maar veel
ouderen hebben toch de
neiging terug te vallen
in het oude stramien.
Denken over natuur en
milieu betekent name
lijk ook belangen afwe
gen. En wat dat betreft
zit de tijd met werk
loosheid en economi
sche teruggang niet
mee. Veler aandacht is
natuurlijk terecht
gericht op economisch
herstel, maar de niet zo
erg optimistische mi
lieu-beschermers vinden
dat het gevaar wèl
dreigt dat we terugval
len in de oude situatie,
waarin alleen maar
geproduceerd werd
zonder dat men zich
afvroeg: wat zijn onze
werkelijke levensbe
hoeften?
Bovendien, de begrip
pen natuur en milieu
dreigen te verengen
naar het antwoord op
de vraag: hoe zou het
ideaal voor mensen
kunnen zijn. Het woord
milieu komt ter sprake
als we 't over „honde
poep" hebben, over
geluidshinder of over
een schone straat, ter
wijl het in wezen gaat
om het evenwicht in
levensgemeenschappen,
heel in 't groot en
heel in 't klein. Mis
schien is het nog niet
helemaal goed doorge
drongen dat de natuur
het heel best (misschien
veel beter) zonde?' men
sen kan, maar dat de
mens niet zonder de
natuur kan. Wij moeten,
zeggen zij (die nog
steeds grote zorgen
hebben over deze mate
rie) het woord milieu
niet als modewoord
hanteren (de commercie
doet dat al.en voor
al niet denken dat
milieu betekent: „het
wegnemen van ongerief
voor mensen".
Van de allesomvattende
„levensgemeenschap"
dreigt het begrip te
devalueren naar een
enkel aspectje en dan is
het effect van vroegere
acties en het druk bezig
zijn met de vraagstuk
ken van natuur en
milieu toch niet wat we
er van verwacht had
den.
Natuur en milieu vra
gen een lange adem.
Een groepje Apeldoorn-
se cineasten dat zich
heeft toegelegd op het
maken van documenta-
ties in de natuur en van
het milieu, weet daar
van mee te praten. Ze
timmeren niet aan de
weg. Zij investeren in
geduld en tijd om zo nu
en dan weer eens duide
lijk de confrontatie tot
stand te brengen.
Wat is hun motivatie,
wat zijn hun financiële
bronnen en wat is hun
doel? Wij spraken met
een uit de groep: de
man die acht jaar gele
den de kat de bel aan
bond: de cineast-regis
seur en onderwijskundi
ge Bert Koetzier, een
van de mensen achter
de eerste grote filmpro-
duktie: „de Veluwe
natuurlijk", die al weer
enige tijd geleden voor
de televisie in première
ging.
ongelijke 20-ender in bastgewei. Deze foto maakt deel uit van de opnamen voor „Klein begonnen", de levenscyclus van het edelhert.
V I
JK
De buizerd heeft door de zachte winters zijn vetvoorraden vrijwel niet hoeven aan te spreken.
Zelfs lukte het Fauna Film de zeldzame en zeer beweeglijke ijsvogel te filmen.
Nog een beeld uit de levenscyclus van het edelhert, moeder en kind.
Als eep film „grijs ge
draaid" is (zoals filmma
kers zeggen) en er scherp
gesteld moet worden „op
de kabels", dan ziet het
er met de film zelf niet
best uit, maar dat „grijs
draaien", is dan wel een
compliment voor het
product. Zo vaak heeft
men de film willen zien.
Welnu, cineast Bert
Koetzier heeft al heel
wat films over natuur
en milieu „grijs ge
draaid". Dat is een ge
weldige opsteker voor
filmers, die behalve er
varing en vakkennis on
gelooflijk veel tijd heb
ben geïnvesteerd in hun
films, vooral als die de
natuur en het milieu tot
onderwerp hebben.
Acht jaar geleden startte
Bert Koetzier zijn werk
als natuurcineast. Kan
hij nu al zeggen of iets
van het doel, waarnaar
gestreefd werd (mensen
bekend en vooral bewust
maken) bereikt is?
„Ja", zegt Koetzier, „al
leen al dat grijs draaien
is iets heel positiefs. Dat
is belangstelling. Pas
daarna kan bekendheid
groeien en weer daarna
kan de echte liefde voor
de natuur ontstaan en
begrip voor de ingewik
kelde levensprocessen,
die in.j hun samenhang
duidelijk maken wat ei
genlijk precies „milieu"
is. Maar Koetzier en zijn
filmvrienden hebben
meer ontdekt.
„Wij waren in het begin
van deze zeventiger ja
ren eigenlijk een soort
actiegroep. Er was bij
ons aanvankelijk zelfs
een soort gebeten stem
ming. Het was de tijd dat
de Veluwe te maken
kreeg met verschillende
agressors: mensen die
hier olie uit de bodem
wilden halen (of althans
onderzoeken of er wat
zat); mensen die de Velu
we wilden verontreinigen
met vuil IJsselwater om
te kijken of onze bodem
de water zou kunnen rei
nigen tot helder drink
water; mensen die het
liefst van de Veluwe een
grote speeltuin zouden
willen maken, een groot
knooppunt van wegen,
van waaruit de recreant
zich op de natuur zou
kunnen storten. Wij heb
ben toen gezegd: daar
doen we wat tegen, als
het tenminste niet al te
laat is. Ja, we waren een
beetje in de stemming
gekomen om de barrica
de te bestijgen".
Om de kwaliteit
,,Maar al^gauw hebben
we gezien, dat veel acties
als het ware stuk lopen
op gebrek aan kennis, op
het ontbreken van ach
tergrondinformatie en op
zo-maar-doen, alsof ac
tievoeren een soort vrije
tijdsbesteding is. Actie
om de actie. Het werd
ons heel gauw duidelijk,
dat acties in korte tijd
veel kwantiteit verwer
ven, want onmiddellijk
schreeuwt iedereen mee
dat je 't grootste gelijk
van de wereld hebt,
maar tenslotte blijkt, dat
je van de emotie eigen
lijk niet veel overhoudt.
En dat wil je toch; vooral
kwaliteit overhouden".
Daarom is de eerste gro
te film „De Veluwe na
tuurlijk" van Wil van
Schieveen, Jan Kwak en
Bert Koetzier geen
schreeuwerig lawaaistuk
geworden met oproepen
tot nog meer actie, maar
een fijnbesnaard be
schouwen van wat de na
tuur ons (nog) biedt en
hoe voorzichtig we er
mee moeten omgaan.
Om de dialoog
„De bezinning op het
doel van actie bracht ons
tot pogingen om onze ge
drevenheid te funderen
op wat wijdheid, erva
ring en kennis van de
natuur. We hebben ge
merkt dat dat geleid
heeft tot kwalitatieve be
langstelling, tot gesprek
ken en discussies, die
noodzakelijk zijn om de
dialoog op gang te hou
den".
Die dialoog is volgens
Koetzier nog steeds
gaande, niet zonder emo
ties („nee, gelukkig
niet..."), maar meer ge
richt op doelstellingen.
Daarom is het nog steeds
nodig dat er acties ge
voerd worden, maar wel
met kennis van zaken.
Waar halen Koetzier en
de zijnen het geld van
daan voor hun filmpro
ducties?
Koetzier: „Er is in de
begintijd geweldig veel
geliefhebberd. Kilome
ters film zijn uit eigen
beurzen betaald, maar
daar komt natuurlijk,
vroeg of laat, een eind
aan, ook al is de opstel
ling nog zo ideëel.
„Denkend in kosten en
baten, werden we met de
neus op de feiten ge
drukt. Maar we waren er
eigenlijk al zij het niet
persoonlijk aan ge
wend geraakt Natuur
lijk, milieubeheer is ook
terug te voeren op gald.
Als dat er genoeg zou
zijn, zouden er heel wat
problemen in de natuur
en van het milieu opge
lost kunnen worden.
Maar de feiten zijn nu
eenmaal anders".
Onafhankelijk
Daarom hebben Koetzier
en zijn medewerkers ge
kozen voor twee „maat
schappen": het allang be
staande Filmcentrum Ci-
nefoon gaat gewoon door
met het maken van com
merciële producties
bedrijfsfilms, voorlich
tingsfilms, televisiespots,
etc. en Fauna Film,
die niet in opdracht films
maakt, maar waarvoor
de ideeën uit de film
ploeg zelf komen. Cine-
foon boekt winst en is
als het ware een sponsor
van Fauna Film. Die
constructie noemt Bert
Koetzier uniek in Neder
land, want die waarborgt
een volkomen onafhan
kelijke opstelling. Daar
om aanvaardt Fauna
Film ook geen subsidie
(van gemeenten, provin
cies of rijk).
Fauna Film heeft veel
deskundigheid in huis,
niet alleen de technische
vakkennis van filmers,
geluidsmensen, regis
seurs en anderen, maar
ook kennis en weten
schap van biologen, eco
logen en natuurbescher
mers. Is er een op
drachtgever, een geldge
ver dus, dan krijg je
gauw de situatie dat hij
de intentie van de film
bepaalt. Ten aanzien van
onderwerpen over na
buur en milieu (ideële
produkties dus) acht
Fauna Film dat niet ge
wenst. Die positie - een
film te moeten maken
met de „hete adem van
de financier in je nek" -
is een slecht uitgangs
punt voor het maken van
een onafhankelijke pro
ductie.
Beeldbibliotheek
Een andere geldbron is
in opbouw: de Dutch
Wildlife Library, een
soort beeldbibliotheek
(dia en film) met een
groot aantal diersoorten,
waaruit een ieder die
beelden nodig heeft, te
gen betaling kan putten.
Dutch Wildlife Library
wisselt bovendien met
een soortgelijke Ameri
kaanse organisatie mate
riaal uit. Filmproducers
zitten vaak te springen
om dit soort zeldzame
shots. Zelf hebben ze
geen tijd om dagen, we
ken of maanden speuren
naar een paar meter film
en betrekken dan een be
paalde diersoort uit de
Library.
Bert Koetzier zegt heel
duidelijk: „Die Wildlife
Library is een investe
ring op heel lange ter
mijn. We zeggen nu al
tegen elkaar: „Laten we
dit of dat dier maar uit
voerig filmen als we 't
eenmaal voor de camera
hebben, want „morgen"
is het dier er misschien
niet meer..." Zo opereert
dus Fauna Film, initia
tief van Bert Koetzier en
de zijnen.
Koetzier: „Ja, jaren gele
den zijn we geïnfecteerd
geraakt door de schoon
heid van de natuur. We
hebben ontdekt hoe
kwetsbaar het milieu is
en hoe gauw de samen
hang der dingen ver
stoord kan-worden. We
hebben ook ontdekt dat
je daarin nauwelijks ver
andering kunt brengen
door alleen maar met
borden de straat op te
gaan. Voor veranderin
gen ten goede is meer
nodig. Acties zullen no
dig zijn - maar dan pro
testen van deskundigen,
niet van schreeuwers.
Fauna Film wil die des
kundigheid steunen met
Produkties
Inmiddels is de eerste
documentaire van de
schoolserie „Horen, zien
en nog wat" bijna ge
reed. Die documentaire
heet „Boom van 'n bos".
Verder wordt gewerkt
aan een roodwildfilm
„Klein begonnen", waar
in onder andere duide
lijk de opbouw van het
hertegewei te zien is.
Dan komt er een film
getiteld „Zorgen voor
morgen" (hoe de natuur
en het milieu op de Velu
we in kwaliteit teruglo
pen) en staat op stapel
een film over bescher
ming van dieren „In de
ban van het beest". Ten
slotte zal de „grijs ge
draaide" rolprent „De
Veluwe natuurlijk" wor
den vervolgd met twee
films, t.w. „Zie-maar"
(het dier en de mens) en
„Refugium" (de allerlaat
ste plaats waarin je je
veilig kunt voelen).
Wie meer wil weten van
Cinefoon en/of Fauna
Film: postbus 444 Apel
doorn, tel. 265860. Coör
dinatrice is mevT. Wil
Koetsier-van Zomeren.