SAXON
DRIVE
35.000
soldaten
op de
been
en
voertuigen
op pad
Arne Larsson
ziet er
na 20 jaar
en
23 pacemakers
nog
prima uit
beeld, dat men in de komende twee weken overal iri de Noordduitse laagvlakte zal kunnen zien: soldaten van de groene ot de blauwe
jrtij in de aanval
DEN HAAG Straks als het weekeinde
nauwelijks voorbij is, trekt een Nederland
se troepenmacht van rond de zevenentwin
tig duizend militairen de grens over om
diep in Duitsland, samen met nog enige
duizenden Amerikaanse en Duitse soldaten
aan een grote oefening te beginnen die zo'n
twee weken gaat duren. Die oefening wordt
gehouden onder de naam „Saxon Drive",
jacht door Saksen, en staat onder bevel van
de commandant van het Nederlandse Eer
ste Legerkorps, generaal A. T. W. Gijsbers.
Hij krijgt in totaal drie Nederlandse en
twee volledig bemande Amerikaanse briga
des ter beschikking, alsmede een aantal
Duitse bataljons. In de voorbereiding van
dit, organisatorisch bezien toch wel unieke
gebeuren, zijn veel tijd, geld en mankracht
gestopt, terwijl de realisering van de plan
nen, waaraan één jaar is gewerkt, op aller
lei niveaus nog wel een extra claim zal
leggen op moed en' uithoudingsvermogen,
teamgeest en improvisatietalent van de
deelnemers.
Al gauw rijst de vraag waarom op een
dergelijke schaal en zo ver van huis door
de Nederlandse militairen moet worden
geoefend. Daarop geeft generaal Gijsbers
een duidelijk antwoord als hij stelt, dat
omdat wij als volk hebben gekozen voor de
instandhouding van een leger, de onderde
len daarvan dan ook door regelmatige oefe
ning voor hun taak, ook de verdedigende,
berekend moeten blijven: paraat moeten
zijn. Om die paraatheid te kunnen onder
houden moeten commandanten en staven
eens in de zoveel tijd kunnen oefenen. Voor
kleinere eenheden als compagnieën, zo'n 120
man, en bataljons, tussen de 700 en 800
man, is daar meer gelegenheid voor dan
voor brigades en divisies.
Wel Worden van tijd tot tijd commandopost
oefeningen gehouden, maar daarbij ont
breekt het realistische element. Tijd, ruimte,
sfeer en de wil van de individuele medewer
ker om een bepaalde taak zo goed mogelijk
te doen zijn niet op papier te meten. Daar
om moet van tijd tot tijd ook in groter
verband met troepen te velde worden geoe
fend. Dan kan voorts ook het effect van een
goede bevoorrading en verzorging bekeken
worden en worden bezien, of de transport
middelen toereikend zijn. Generaal Gijsbers
wijst voorts ook, en dat geldt dan.speciaal
deze oefening, op het belang van de interna
tionale samenwerking waarvan we het van
daag de dag in Europa toch moeten hebben
en verder ook nog op het uitproberen van
het systeem van oproepen en inzetten van
mobilisabele eenheden.
Zo zal een'volledig mobilisabel tankbataljon
in actie komen, alsmede "een pantsergenie-
compagnie.
Het nut van een dergelijke grootscheepse en
toch wel zekere kosten meebrengende oefe
ning bestaat allereerst in het laten zien dat
uit de parate en mobilisabele (op te roepen)
eenheden van ons leger een afschrikkings
kracht gevormd kan worden ten dienste van
onze verdediging en beveiliging. Een, gezien
de getalsterkte aan mensen en materieel van
een potentiële tegenstander, wie dat ook
moge wezen, niet zo'n gemakkelijke opgave,
maar waaraan het Nederlandse legerkorps,
samen met de NAVO-strijdkrachten, vol
gens generaal Gijsbers nog goed kan vol
doen.
Oefenruimte
Dat geldt alleen als we kunnen blijven
oefenen en als we geregeld nieuw materiaal
beschikbaar kunnen stellen aan de mensen
die daar mee moeten werken. Wat dat oefe
nen betreft, dat wordt toch wel wat moeilij
ker. De weerstand tegen het gebruik van
natuurgebieden wordt in eigen land steeds
groter, terwijl op de weinig overgebleven
grond steeds meer een beroep wordt ge
daan. In Duitsland zijn nog wel grotere
streken waar men met oefenende eenheden
terecht kan en hoewel men daar, zo dicht
bij het IJzeren Gordijn cje noodzaak van een
sterke defensie misschien watv duidelijker
ziet dan hier, toch wordt de bereidheid om
steeds maar weer troepen tóe te laten wat
minder.
Wat het materiaal betreft waarmee gewerkt
moet worden is men bij de Nederlandse
militairen niet helemaal ontevreden, hoewel
daarbij wel enige kanttekeningen zouden
kunnen' worden geplaatst. De brigades, de
kleinst mogelijke zelfstandig optredende mi
litaire eenheden, hebben of krijgen de be
schikking over modern luchtdoelgeschut ter
beveiliging van de grondtroepen. Een grote
hoeveelheid nieuwe gepantserde personeels-
voertuigen worden bij de troep ingezet, de
zogenaamde YPR 765, veertien ton zwaar,
met een motor van 260 pk en een beman
ning van tien koppen. Dan hebben we nog
de nieuwe Landrover-jeeps en gaandeweg
komt ook de nieuwe viertons DAF-vrach
tauto in roulatie, ook al doet die met Saxon-
Drive nu niet mee.
De kosten van de oefening zijn nauwelijks
te becijferen omdat deze grote herfst-ma-
noeuvre in de plaats komt van een hele serie
kleinere oefeningen die anders zouden moe
ten worden gehouden. Oefeningen waarvoor
Defensie een jaarlijks budget heeft vastge
steld.
Beperkte schade
Alleen voor de na de oefening te claimen
schadeposten kan ergens een kink in de
kabel komen. Maar die zaak wordt streng
bewaakt door een speciale schadecommissa-
ris, majoor P. Enzerink, die met een staf
van helpers, onder wie twintig kapiteins van
de hogere krijgsschool uit Den Haag, tracht
op zo voordelig mogelijke basis met de
Duitse boeren en wegbeheerders tot over
eenstemming te komen. Ook bij vorige grote
oefeningen is het bij ons nooit de spuigaten
uitgelopen. Situaties zoals vorig jaar bij
Amerikaanse troepen ontstonden waardoor
oefeningen voortijdig moesten worden ge
staakt vanvyege te grote schadeposten, zal
men bij Saxon-Drive niet aantreffen. Iedere
chauffeur heeft een in zijn eigen taal gestel
de instructie bij zich. Kwetsbare objecten
zijn duidelijk herkenbaar en om de vervuil
ing van wegen door uit het veld komende
tanks tegen te gaan zijn enige veegauto's
ingehuurd.
Om met Nederlandse ingrediënten door
Arrierikaanse koks een smakelijke maaltijd
voor 7000 „G.I.'s" klaar te kunnen maken
zijn eerst logistieke, verzorgende, functiona
rissen van ons legerkorps naar de basis
Grafenwöhr van het Amerikaanse leger in
Zuid-Duitsland gegaan om een en ander uit
de doeken te doen. Twintig Amerikaanse
koks hebben daarna op de koksschool in
Leiden de fijne kneepjes van de Hollandse
keuken geleerd. Maar er blijven toch wen
sen bij de Amerikanen die nauwelijks ver
vuld kunnen worden. Zo staan zij erop dat
ze bij het ontbijt een zacht gekookt eitje
krijgen. Dus moeten elke dag 8000 eieren
aangevoerd worden.
Voor het transport van benzine en dieselolie
maakt men gebruik van de door het Neder
lands Legerkorps Logistiek Commando al
enige tijd geleden ontwikkelde buiksysteem
met automatische machines voor het vullen
van jerrycans. Verder komen er rijdende
tankstations bij de grote aanvoerwegen en,
hoewel er niet met scherp wordt geschoten,
gaat men ook de munitie, met name die
voor de artillerie, (betoiinen granaten om
het gewicht te benaderen) met speciale
trucks vervoeren waarbij men ook Engelse
en Belgische voertuigen, uiteraard met éi
gen chauffeurs, heeft gecharterd.
Spel
Uiteraard blijft alles „spel". Maar wel een
spel met een dodelijke ernst. Het hele ge
beuren wordt dan ook uiterst serieus geno
men en niets wordt aan het toeval overgela
ten. Vandaar het oproepen, uitrusten en
naar de linies brengen van zeker een kleine
twee duizend reservisten. En vandaar ook
de beoefening van nucleaire procedures.
Dat betekent dat men op gezette tijden kan
doen alsof de aanvaller met atoomkracht
moet worden tegengehouden. De indruk be
staat dat men daar, zelfs in oefenverband,
van meet af aan rekening mee moet houden
en de onderdeelscommandant die daar geen
aandacht aan schenkt kan Wel eens lelijk
te kijk staan.
Dagelijks wordt een eigen legerkorpskrant,
„Saxon-Drive-Revue" geheten, in drie talen,
Nederlands, Engels en Duits, uitgegeven
zodat niet alleen de betrokken burgerij
maai* ook de troep elke dag van hét nieuws
op de hoogte blijft. Hopelijk alleen maar
goed nieuws.
LOU N. M. STEYGER
k nieuwste aanwinst van het legerkorps, de gemechaniseerde luch
nel artillerie, bestaande uit 35 mm dubbelloops geschut op een
sopard onderstel gemonteerd
Zwart eb blank werkt eendrachtig samen in de Amerikaanse eenheden,
die voor Saxon Drive onder Nederlands bevel zijn gesteld.
De natuurlijke gangmaker
Van het hart is de sinusknoop.
Deze ligt in de bovenste
rechter hartkamer, het atrium.
De elektrische impulsen, die
het hart doen samentrekken
(zo'n 70 slagen per minuut)
zijn alleen goed werkzaam als
ze via bepaalde zenuwbanen
langs de hartwand alle vier de
kamers kunnen bereiken.
Soms is de weg naar de beide
onderste kamers, de ventrikels
gestremd. Het gevolg is een
lagere polsslag of momenten
van hartstilstand, dus
zuurstofgebrek, vermoeidheid.
duizeligheid of zelfs
bewusteloosheid. Dit
hartblok is een
afwijking die door
een pacemaker kan
wórden verholpen.
Bijna alle
ingebrachte
pacemakers behoren
tot een van de
volgende drie
groepen,
a. Fixed rate
pacemakers voor
mensen met een
blijvend, volledig
hartblok.
b. dual-rate
pacemakers voor
dezelfde categorie.
Bij dit type kan men met een
zogenaamde magneet het ritme
van 70 op 95 slagen per minuut
brengen. De hogere hartslag is
gewenst bij zwaar werk.
c. demand pacemakers voor
patiënten met onderbroken
hartblok. Het instrument werkt
alleen wanneer de natuurlijke
hartslag onder een bepaald ni
veau is gekomen.
De Zweed Larsson, de eerste
pacemakermens draagt ook
zo'n instrument.
Met een pacemaker valt uitste
kend te leven. Dragers moeten
alleen uit de buurt blijven van
magnetron-ovens, die door hun
straling de pacemaker kunnen
ontregelen. Normale lichamelij
ke inspanning hoeven ze door
gaans niet te vermijden.
Arne Larsson na 23 pace
makers
De vervanging van een pacemaker is een chirurgisch routineklusie
geworden. De patiënt maakt de gebeurtenis bewust mee Hij is alleen
plaatselijk verdoofd
Een ellendige zomeravond in 1957. „We kunnen niets meer voor
uw man doen, mevrouw". Met deze boodschap sturen de dokters
mevrouw Larsson naar huis. Ze hebben alle medische ingrepen
uitgehaald met de hartzieke Zweed Arne Larsson. Hem volge
stopt en gespoten met pepmiddelen, van atropine en isoprenaline
tot en met caffeine. Maar zijn hartritme blijft gestoord. Er komt
zelf een ramp bij. Op een ongeluksdag krijgt Larsson een te
grote dosis digitalis toegediend. Elke twintig minuten staat zijn
hart stil. De reactie in het ziekenhuis is snel en doeltreffend.
Bij elke stilstand zet een zuster zich in postuur en verkoopt hem
,met de volle vuist een rechtse directe op de borst. Zo slaat ze
de 42-jarige electrotechrucus twee volle weken lang door het
leven.
Dan is de kritieke periode voorbij. Maar de ellende blijft.
Larssons polsslag pendelt tussen de dertig en tachtig slagen per
minuut Vaak, heel vaak, gaat hij onderuit. Thuis, op straat, op
kantoor. Het werken wordt praktisch onmogelijk. Zijn levenskan
sen duikelen verder.
Arne Larsson heeft dan toch geluk. Een jaar later, in 1958, is
er redding. Als eerste mens ter wereld krijgt Arne Larsson een
pacemaker in zijn lichaam gezet. Een batterij in zijn buik levert
stroom die via een geleidedraad naar de hartspier voert Aan
het eind van de draad zit een electrode die het hart telkens een
impuls geeft Een technisch hoogstandje van de Zweedse dokters
Senning en Elmquist. Maar wat belangrijker is: Larssons hart
slóat weer regelmatig. „Een onbeschrijflijke sensatie", vertelde
Larsson vorige week op een medisch congres in het Zweedse
Sodertalje legen doktoren en enige journalisten. Hij zag er prima
uit, twintig jaar en 23 pacemakers later. „Ik leef ook een
praktisch normaal leven zonder enige behandeling. En ik heb
geen problemen met lichamelijke activiteiten, binnen zekere
beperkingen natuurlijk". En dat laatste kwam dan neer op een
middagdutje en geen hardloopwedstrijden. Maar een sport als
golf dat mocht.
Een medisch wonder, die meneer Larsson? Helemaal niet Er
lopen nu een paar honderdduizend mensen met een pacemaker
rond. onder wie meneer Brezjnev. Jaarlijks komen er zo'n 150.000
bij. Weliswaar gaan ze doorgaans niet zo lang mee als de
opmerkelijke Zweeds, die nog altijd de Zweedse club van
pacemakerdragers aanvoert. De helft overlijdt binnen 5 jaar en
een kwart binnen 2 jaar na de eerste implantatie. Dat hangt
ook samen met de leeftijd waarop ze een pacemaker krijgen.
De meeste patiënten hebben dan al AOW. En natuurlijk neem
je met een pacemaker de oorzaak van de hartziekte niet weg.
Die gaat gewoon door, tot de dood erop volgt.
Vernuftig apparaat zo'n pacemaker. Eigenlijk alleen maar een
paar batterijen en een electronische schakeling. Niet te vergelij
ken met een batterijhorloge of een transistoiTadio. Ongelooflijk
veel betrouwbaarder. De bouw vereist de beste materialen en
de uiterste nauwkeurigheid, Zo'n ding mag geen seconde haperen
en moet jaren mee in een mensenlichaam.
Bij Vitatron in Dieren. Euro
pa's grootste vijftig gram
gezondheid pacemakerfabn-
kant, is al een apparaatje ont
wikkeld met een levensduur
van negentien jaar. 't Is niet
veel groter dan een lucifers
doosje. En 75 gram zwaar.
Eind dit jaar komt Vitatron
met een pacemaker van een
half onsje op de markt Dat is
tien keer lichter dan de eerste
exemplaren.
„Ja 't is een erg dankbaar
artikel", zegt voorlichter drs.
Henk Wissink van Vitatron.
„Het biedt de dragers een on
gelooflijke verbetering van de
kwaliteit van hun bestaan. Van een wrak met de dood in de
schoenen komen ze terug als mensen voor wie het leven weer
de moeite waard is". Vitatron maakt er nu 450 per week, in
allerlei maten en soorten. Het gros (95 pet.) gaat naar het
buitenland, vooral naar de rijke landen. Want er is een heel
duidelijk verband tussen de afzet van pacemakers en het Bruto
Nationaal Produkt. De helft van alle dragers woont in de
Verenigde Staten en een derde in West-Europa. In het welvarende
westen legt de ziektekostenverzekeraar de drie tot negen duizend
gulden op tafel. In de ontwikkelings-landen is een pacemaker
onbetaalbaar en gaat een hartzieke gewoon dood.
De ontwikkeling in de pacemaker-industrie is nauwelijks bij te
benen. Vervanging van zo'n gangmaker - een chirurgisch „klusje"
van een half uur - is hoe langer hoe minder nodig. Zeker nu
de gebruikelijke kwik-zink batterij er een zusje bij heeft gekregen
dat veel langer leeft: de lithium batterij. Er zijn trouwens ook
al atoombatterijen. De vraag is of daar zo'n grote behoefte aan
is. Wat heb je aan pacemakers die veel langer meegaan dan
de patient. Zeker niet als ze veel duurder zijn.
Ook de micro-electronica gaat de pacemaker niet voorbij. Het
ding krijgt steeds meer mogelijkheden op minder ruimte. Bij
Vitatron speelt men daar op in. Volgend jaar februari opent het
bedrijf een eigen halfgeleiderfabriek in het Californische San
Diego, het mekka van de ruimtevaartindustrie. Tot nu toe is men
voor deze onderdelen afhankelijk van de grote toeleveranciers
en dus kwetsbaar.
Het innaaien van een pacemaker mag dan tegenwoordig een
fluitje van een cent zijn, de bevestiging van de electrode in het
hart lukt niet altijd. Dat was vorige week overduidelijk op het
medisch congres in Sodertalje, door Vitatron georganiseerd bij
gelegenheid van de opening van een nieuwe vestiging in Scandi
navië. Het ding wil nog wel eens gaan wandelen. Zo'n dislocatie
maakt dan een nieuwe ingreep van de chirurg noodzakelijk,
ongerief voor de patiënt en een vergroot infectiegevaar. De
industrie heeft zich nu op dit probleem gestort. De ene vernuftige
electrode na de andere verschijnt op de markt. Over de nieuwe
ling van Vitatron, in dubbele spiraalvorm, waren de verzamelde
artsen enthousiast. Een verbetering in de praktijk, vonden ze.
Met twee tot drie slagen wordt deze electrode, na eerst via een
ader te zijn ingebracht, vastgeschroefd in het hartweefsel. Hij
is er ook weer gemakkelijk uit te schroeven.
De technici voerden in Sodertalje het hoogste woord. De pacema
ker was onderwerp en de patiënt min of meer lijdend voorwerp,
behalve dan meneer Larsson. Gelukkig was er ook nog de
Zweedse hartspecialist dr. Munksgard Kruse Hij verhief zijn
stem tegen de universele pacemaker, die „alles" kan en steeds
meer gestoorde hartfuncties overneemt en dus ongelooflijk duur
wordt.
Elke westerling straks 95 jaar? Best, vond meneer Munksgard
Kruse, maar niet met medisch kunst —en vliegwerk, aardig hoor.
zo'n technisch wondertje, maar dat kunnen we gewoon niet
maken, meende hij uit de grond van zijn hart Zijn advies aan
de industrie: „Blijf soorten pacemakers maken die doen wat een
lijdende patiënt nodig heeft, meer niet.
Géén loze luxe die alleen maar geld kost, dat je beter kunt
besteden".
HOMME KROL
De nieuwe lithium pacemaker van Vitatron
op ware grootte
De eerste pacemaker, in 1932 gebruikt door de Amerikaanse arts Albert
Hyman, Het apparaat werkte met een veer die elke zes minuten
opgewonden moest worden