Harry Sparnaay
gaf de basklarinet
een eigen identiteit
JAZZ
PLATEN
Boomtown Bats vechten verder
Concert-agenda
ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1978
LEIDSE COURANT/
GEEN SUCCES CV NEDERLAND:
Harry Sparnaay
Wie naar een symfonie- of een
harmonie-orkest kijkt en luis
tert, denkt onwillekeurig dat
de muziekinstrumenten die de
orkestleden gebruiken, er al
heel lang zijn geweest, even
tueel in een primitiever vorm
dan nu het geval is. Het tegen
deel is waar. Het is onvoor
stelbaar hoeveel muziekin
strumenten alleen al in de
Westerse muziekcultuur van
bouw veranderd, in onbruik
raakten of naar de achter
grond werden geschoven. Er
staat tegenover dat er ook
muziekinstrumenten nog in
ontwikkeling zijn en mogelijk
pas later in ruimere mate
zullen worden toegepast.
Een voorbeeld van zo'n instru
ment in ontwikkeling is de
contrabas-of pedaalklarinet
die een bijzonder mooi timbre
heeft maar moeilijk is te be
spelen doordat voor de liefst
276 cm lange, gebogen buis
nog niet de juiste mondstuk
constructie is gevonden. Met
de basklarinet, waarvan de
eigenlijke buis nog geen an
derhalve meter is, staan de
zaken gunstiger. Dit laatste
instrument waarvan al op het
eind van de 18e eeuw de eerste
grondtypen werden gemaakt,
werd reeds in 1835 door
Meyerbeer gebruikt voor een
relatief belangrijke solo in zijn
opera „Les Huguenots" terwijl
Adolf Sax toch pas in 1839 een
basklarinet maakte met een
uitstekende applicatuur (me
chaniek van het kleppensys-
teem), een goede stemming ent
een fraaie toon.
Natuurlijk is de ontwikkeling
van de basklarinet sindsdien-
voortgeschreden en het instru
ment met zijn lange gedragen
tonen in het lage register voegt
dan ook een speciale kleur toe
aan het orkestpalet, bij voor
beeld in de dans van de bon
bonfee (als tegenspeler van de
celesta) in Tsjaikowski ballet
..De Notenkraker" en in het
eerste deel van diensPatheti-
que". Ook m de slotakte van
Verdi's „Aida" en in Richard
Strauss' „Don Quichotte" (als
tegenspeler van de cello en als
uitbeelder van Sancho Panza)
vond de basklarinet toepas
sing. Zo zijn er ook werken
van Wagner, Saint-Saëns, Puc
cini, Strawinski en anderen
waarin de basklarinet een rol
speelt, zij het een bescheiden
rol voor het coloristisch effekt.
Een zojuist bij Donemus ver
schenen langspeelplaat (Nr.
7801) bevestigt, wat belangstel
lenden al konden zien aanko
men, namelijk dat de basklari
net rijp is voor emancipatie.
Dat is mede te danken aan
Harry Sparnaay (34) die zich
als solist op dit instrument
ging specialiseren. In verband
met de van de gewone klarinet
afwijkende embouchure, wa
ren er al orkestleden die er
zich in hadden bekwaamd bij
voorkomende gelegenheden
de basklarinet te kunnen be
spelen, maar in ons land had
niemand het.voor mogelijk
gehouden er een solo-carrière
op te maken.. Ook buiten onze
grenzen waren de pogingen
daartoe sporadisch, een inci
denteel geval in Tsjecho-Slo-
wakije daargelaten.
Sparnaay als altsaxofonist be
gonnen, speelde in bandjes
ook wel eens klarinet, accor
deon, drums, altijd uit het
hoofd. Toen hij voor de saxo
foon naar het conservatorium
wilde, bleek daar in Amster
dam geen leraar voor te zijn.
Hij koos toen maar klarinet
en deed er basklarinet bij. Met
de gewone klarinet had hij
echter meer moeite zodat hij,
tegen het eind van zijn studie,
het economisch hachelijke be
sluit nam alles op één kaart
te zetten en alleen basklarinet
te doen. wat inhield dat hij dan*
wel gedwongeh was er' tevens'
een werkkring voor te cree-j
meester
Dat lukte Sparnaay in luttele
jaren omdat hij zich een toon
de die de basklarinet m elk
register', ook in het hoge, mag
nifiek kon laten klinken. Spe
lenderwijs overwon hij alle
„onmogelijkheden", zelfs hef
speciale effekt van het door
overblazen slechts een deel
van de luchtkolom in trilling
te brengen, lukte hem moeite
loos. Tal van componisten in
binnen-en buitenland kwamen
zo onder de indruk van zijn
spel, dat zij in korte tijd spe
ciaal voor hem stukken gingen
schrijven. Hij heeft nu een vrij
groot, uiteraard hedendaags
repertoire waarmee hij overal
terecht kan en bewondering
wekt.
De genoemde Donemus-plaat
stelt het instrument in zijn
karakter voor met „Solo Iden
tity" (1972) van Jos Kunst. Dan
integreert Ton de Leeuw w
„Mountains" (1977) het spel
van de basklarinet met elek
tronische klanken op tape en
omgekeerd: een boeiend wis
selspel. De in ons land wonen
de Spanjaard Enrique Raxach
drijft in „Chimaera" (1974) het
instrument tot een extreme
hoogte op terwijl hij het uit-
speelt tegen klanken van de
basklarinet zelf op tape, ge
combineerd met menselijke
stemmen en andere geluiden.
Samen met de pianist Polo de
Haas is Sparnaay te horen in
een van de „Intersections"
(1975) van Joep Straesser die
elastische tempi manipuleert,
en ook in „Nieuw werk" (1976)
van Paul Termos, een compo
sitie waarin leuk dubbelzinnig
word gedaan. Eep niet gemak
kelijke maar wel een heel
boeiende plaat
J. KASANDER
Zaterdag 16 september up treden van
Fungus,Crackerhash, King's Galliard, Ga
briel Yacoub, Wannes v.d. Velde en Mike
Maran in het Leidse Vrijetijdscentrum
Zondag 17 september Optreden van Ro
bert Palmer in Rotterdam
De Engelse Magna Carta treedt op op in de
Amsterdamse Melkweg
Maandag 18 september Optreden van
Wilko Johnson m de Eksit in Rotterdam
Vrijdag 22 september Optreden van
Magna Carta in het Paard van Troje
Dave Berry and the Cruisers in het Leidse
Vrijetijdscentrum
Zaterdag 23 september Gruppo Sportivo
is na een lange tijd van afwezigheid weer
eens te zien in Den Haag.
Zondag 1 oktober Weather Report in het
Concertgebouw in Amsterdam
Maandag 2 oktober Tweede optreden
van de Amerikaanse band Weather Report.
Nu in het Congresgebouw in Den Haag..
Maandag 23 oktober AC/DC in de Jaap
Edenhal te Amsterdam. In het voorpro
gramma staat Mahogany Rush.
Zover is het echter nog niet voor de
Boomtown Rats. Als er succes in Ame
rika geboekt wordt ziet het er anders
uit. Europa echter belangrijk voor Bob
A en zijn maatjes. ..We blijven vechten,
■»w want we willen in Nederland ook erken
ning vinden".
The Boomtown Rats.
Nederland schijnt de Boomtown Rats
niet zo te zien zitten. De zesmans-for-
matie die eind 1975 bij het gebouw
ran de Ierse sociale dienst werd gebo
ren. maakte zich in 1977 in Engeland
waar door met vier singles in de top-10
te komen en met een elpee „The
Boomtown Rats" in de hoogste regio
nen van de Britse elpee top-30. In
Nederland krijgt de groep echter geen
voet aan de grond. Het probleem
waarmee de band worstelt is: „Hoe
komt dit". Bob Geldof, de sympathie
ke spreekbuis van de Rats zit ermee.
Hij heeft er geen oplossing voor en
zou graag het antwoord weten.
"We spelen voor uitverkochte zalen. De
elpee-recensies zijn goed. Alleen de
platen zijn niet op de radio-te horen.
Dat is ook de reden waarom we niet
op de televisie komen. Nederlandse
disc-jockeys luisteren niet, zoals mu-
ziek-recensenten. naar de platen. Ze
zijn eigenlijk helemaal niet geïnteres
seerd in muziek. De enige interesse,
die ze hebben, is het horen van hun
eigen stem en de luisterdichtheid van
het programma. Weet je dat we in.
België twee maal zoveel elpees verko
pen als in Nederland. We hebben in
Engeland een uitdrukking: „Catch 22",
wat zoveel betekent als, wat je ook
probeert, je kunt nooit winnen. Dat
is onze situatie in Nederland. Holland
is een belangrijk land voor ons, omdat
het de weg vrij maakt naar andere
Europese landen.
Het is een frustrerende situatie maar
we kunnen niet accepteren dat we dood
gezwegen worden. We zijn een band,
die een aantal maanden of jaren zal
bestaan. Ik heb daarna nog wel 40 of
50 jaar te leven. Aangezien er niet veel
is dat ik kan of wil doen, moet ik wat
geld bij elkaar zien te krijgen om later
van te kunnen leven. Het maakt me
soms ongerust dat mijn leven in handen
is van een platenmaatschappij. Je be
gint tegen ze te schelden en zegt dat
er meer reclame voor ons gemaakt
moet worden, maar eigenlijk kan die
maatschappij er ook weinig aan doen.
Het is in ieder geval een probleem waar
een oplossing voor gevonden moet
worden. Het grote geld zit overigens
niet in Europa maar in Amerika. Als
je je daar als band waarmaakt zijn
de afgesloten leningen snel afbetaald
Een slechte elpee verkoopt daar ge
makkelijk 30.000 stuks, een uitstekende
plaat haalt verkoopcijfers var>. één a
twee miljoen, terwijl er van een redelij
ke plaat ongeveer 500.000 exemplaren
worden verkocht.
In Engeland wordt je niet rijk van een
aantal hit-singles daarom gaan bands
naar Amerika omdat daar het grootste
geld zit en de overleving."
Tournees
De Boomtown Rats hebben in Amerika
een goed contract met platenmaat
schappij CBS afgesloten, nadat ze Pho-
nogram-Amerika hebben laten vallen.
De tweede elpee „Tonic for the troops,"
die in Nederland een aantal maanden
geleden uitkwam, zal daar rond Kerst
mis uitgebracht worden. Die plaat heeft
drie weken nummer één op de import-
lijst gestaan. „Het zegt niet zo veel maar
geeft toch iets aan. Johnny (Fingers)
en ik gaan er begin oktober naar toe
voor een-promotie-tour. de band volgt
later, waarna we zes weken lang in het
land optreden. Dan gaan we terug naar
Europa voor -een kersttournee door
Engeland en Ierland."
Er staat echter eerst een 35 dagen
durende tour door Europa op het pro
gramma. waarmee de Boomtown Rats
ruim 6000 pond verliezen. Toch spelen
ze omdat de band moet, willen er elpees
verkocht worden. Daarbij subsidieert
Phonogram een groot.gedeelte van de
tour. De landen waar ze naar toe gaan
zijn Duitsland, België, Spanje, Fran
krijk, Joegoslavië, Hongarije, Tsjechos-
We zijn niet zo'n hypocritische groep
als de politiek getinte Tom Robinson
Band, die revolutie preekt met de ene
hand en met de andere hand honderd
duizend gulden ontvangt. De anderhalf
uur die je per dag optreedt dient er
voor öm al die frustraties weg te werken
en zo moet het met het publiek ook
zijn. Het publiek moet zich er ook van
bewust worden dat er niets betoverends
is om in een band te spelen. Het is
keihard werken, want zo is de realiteit.
We mogen dan misschien in wat meer
landen komen, maar we verkopen ge
woon onze arbeid waarmee ik een hoop
geld wil verdienen."
Jesse Winchester Deze
34-jange singer- songwriter
mocht onlangs Amerika
weer m. nadat hij dat land
enige jaren gelèden wegens
desertatie moest verlaten.
riert dat met een nieu-
zevende elpee. Jesse is
een typisch voorbeeld van
Amerikaanse singer-
songwriter.Een man met
een ingetogen stem,zonder
enige hoorbare emotie.direc-
te tekstén. vaak reflecterend
op zijn eigen omgeving en
muziek, die sterk melodisch
is. maar erg sentimenteel
gearrangeerd.De elpee A
Touch of the Rainy Side"
telt tien nummers.die -eer
lijk gezegd- weinig tot de
erbeelding spreken.Het is
allemaal aan de vlakke
kant.Jesse mist net genoeg
'power' in stem en song om
te blijven boeien. Vooral de
overgevoeligheid van som
mige nummers Wintry
Feeling" en ..Just now it
feels so right") doet afbreuk
aan de kwaliteiten, die Jes
se ongetwijfgeld bezit, maar
die er zelden volledig uitko
men misschien alleen in-
Candida", het enige niet
door hem geschreven num
mer overigens). Een regel
rechte misser is de gospel
..I'm looking for a Miracle",
die volledig uit de toon valt
en teveel lijkt op het af
knappende werk van Billy
Swan („I can help"),De hele
elpee maakt een verzorgde
indruk,telt een enkele sax
solo, en is vooral geschikt
voor de late
a vond u ren .(Bearsvi lie/ WEA)
City Boy Het blijft ook
na het veelvuldig draaien
van de nieuwe City Boy-el-
pee/ „Book Early" onbegrij
pelijk dat deze Engelse zes-
mansformatie nog steeds
niet die erkenning heeft ge
kregen. die zij ongetwijfeld
verdiend. Ook op dit vierde
album slaat de groep uit
Birmingham zich bekwaam
door diverse muziekstijlen
heen, die zich (ditmaal) het
meest laten vergelijken met
lOcc of zelfs Supertramp.
„Book Early" opent met de
in ons lahd geflopte single
„5.7.0.5.",een meer gekuiste
versie van „Turn on to Je
sus", waarmee de groep en
kele maanden geleden op
de markt kwam. Behalve de
titel en tekst onderging ook
de muziek van deze single
een verandering,het klinkt
stukken harder.En dat geldt
ook voor de rest van de
nummers:City Boy zoekt
het meer in de richting van
de hard-rock. al is het ze
ker niet het recht-toe-recht-
aan werk, dat we veelal ge
wend zijn.De eerste elpee
kant zakt na de eerste twee
nummers in met nietszeg
gende songs als Goodbye
Lorelie" en Raise your
glass". Ingesloten door de
stevige rocker „Summer in
the schoolyard" en het Su
pertram p-achtige „Cigaret
tes" vallen die twee volledig
uit de boot. In Sergent Pep
per-stijl,comleet met,,
McCartney en Lennon-
zang", is het laatste num
mer van die kant:„What a
night". Kant 2 kent geen
zwakke plekken,mede door
toedoen van gitarist Mike
Slamer, die in elk nummer
snijdende soli afwisselt met
lyrisch gitaarwerk.Het is
vooral door Slamer dat City
Boy ver boven de middel
maat uitstijgt. En natuurlijk
door de traditioneel cyni
sche teksten met een over
dosis aan
humor.(Vertigo/Phonogram)
Emotions Liefhebbers
van funk, en speciaal van
Earth, Wind and Fire kun
nen hun hart ophalen met
de nieuwe elpee van het
trio Amerikaanse dames.dat
onder de naam the Emoti
ons door het muzikale leven
stapt. Grote man achter deze
groep is Maurice White, en
dat is duidelijk te horen.
Direct in het eerste num
mer op Sunbeamzijn alle
E,W&F-ingredienten voor
treffelijk verwerkt. Het
swingt zogezegd de pan uit-
.Voeg bij de voortdurende-
.onverwachte tempowisselin
gen, het lekkere blaaswerk,
en de stuwende faas. de
voortreffelijke vocalen van
het trio. die vooral in de
hogere regionen glashelder
overkomen.Af en toe wordt
deze aanpak onderbroken
door veel minder uit de
verf. komende nummers als
„Walking the line"(a la
Barry White) <JT „I Wouldn't
lie (in een meer traditionele
aanpak). (CBS)
Plant De debuut-elpee
van de Groningse formatie
Plant, valt op door zijn
strakke bas en drum rit
mes. Van de niet geringe
talenten van Gerrit Veen,
die kort geleden van Her
man Broods Wild Romance
is overgekomen, wordt wel
gewoon hard werken voor ons bestaan.
Ik verdien momenteel minder dan een
Engelse leraar. Toch vind ik het beter,
dan op kantoor zitten".
De laatste elpee „Tonic for the troops"
had voor de Rats de doorbraak in
Nederland kunnen worden, omdat de
plaat minder is en voorzien van de
nodige verschillende muziekstijlen. „Ik
hoorde onze eerste elpee toen we in
Zürich waren. Ik had de plaat een jaar
niet gehoord en vindt dat er een ontzet
tend verschil tussen de eerste en de
tweede elpee is. De eerste is erg rock
and roll-achtig. Op de tweede spelen
we veel beter, wat voornamelijk komt
omdat we nu een jaar samen als band
opereren. De arrangementen en teksten
zijn ook veel beter. Ik kan met de derde
elpee veel kanten op. Het ligt eraan
hoe de nieuwe songs worden. Ik heb
veel geschreven maar geen tijd om ze
met de band te oefenen omdat we
constant aan het optreden zijn. De
meeste ideeën die ik krijg zing ik in
op een bandje. Na de tournee werk ik
ze uit op de gitaar. Daar heb ik nu
geen tijd voor omdat je laat naar bed
gaat en je de nachtrust hard nodig hebt.
Het 'enige wat je wil doen als er een
beetje vrije tijd is, is relaxen. De mu-
ziek-business is niet gemakkelijk om
in te werken."
Muziek-industrie
Bob's visie v^n de industrie is door de
jaren niet veranderd. Het bestaat voor
50 procent uit dogma's en voor 50
procent uit idealisme. In de praktijk
blijkt dat voor iedere stap die wij als
zesmans-formatie doen, papieren wor
den getekend en geld in andere handen
overgaat. Als de Rats willen spelen
komt Phonogram in actie, agentschap
pen beginnen te adverteren en mensen
die posters maken gaan die drukken.
Er blijft steeds die druk dat mensen
geld aan je willen verdienen. De mu
ziek-industrie is een dogmatische maar
snelle business. De 50 procent idealisme
komt als je speelt en het publiek blij
maakt. Het cynisme stopt wanneer je
het podium op stapt. Het beste is "om
de industrie van een afstand te bekij
ken. Ik ben me er van bewust dat ik
verkeer in de situatie waar een grote
geldmakende machine zes mensen ge
bruikt om een publiek te amuseren en
om zo een hoop geld te verdienen. De
enige troost is dat ik er zelf ook beter
van hoop te worden en me amuseer
met wat ik doe. Het is een vreemde
balans en daar ben ik me van bewust;
Jesse Winchester
wat erg overvloedig gebruik
gemaakt. Vooral op de eer
ste kant van de plaat klinkt
veelvuldig boven alles de
vette bas van Gerrit Veen
door. Kant twee is wat dit
aspect betreft een stuk ster
ker. Misschien is het de in
vloed van Eelco Gelling, die
de groep op vier van de
vijf nummers bijstaat en
het geluid wat volwassener
laat klinken. Een eigen
sound weet de groep op de
plaat niet te bereiken.
Waarschijnlijk komt dit,
doordat de groep afwisse
lend met vier zangers
werkt, terwijl niet ieders
stem zich daar goed voor
leent. Het achtegrondkoor-
tje. waarin bekende namen
voorkomen, zoals Mariska
Veres en Martha Hollestelle,
draagt zorg voor een funky
geluid. (POLYDOR)
lowakije en m januari 1979 staat ook
Japan op het-programma.
Bob Geldof: „Het grote geld zit
in Amerika."
„Het klinkt allemaal erg interessant,
maar het is leuk en vervelend. Overal
waar we komen is het hetzelfde. We
gaan naar Japan, doen dezelfde inter
views, slapen in dezelfde hotels en zien
misschien iets van de stad waar we
zijn. Dat is de werkelijkheid. We moeten