Lucas
van
Leyden-
explosie
Nooit eerder ontdekte
ondertekeningen
Twee
exposities
en twee
boeken
halen
kunstenaar
in het licht
de eigenlijke oeuvre-catalogus, voorzien van alle bekende weten
schappelijke feiten is apart afgedrukt, zodat de geinteresseerde
leek niet telkens op dorre feiten gedrukt wordt. Die kan dit
gedeelte gewoon overslaan.
Wat de grafiek betreft is er met beide boeken sprake van een
overbodige verdubbeling, want ook Rik Vos nam het complete
grafische oeuvre met afbeeldingen op. Toch wel een beetje
jammer, want bij beter vooroverleg zou die verdubbeling niet
nodig geweest zijn. De Van Leyden-fans, en die zullen er door
de twee tentoonstellingen ongetwijfeld veel zijn, zullen beide
boeken willen bezitten, maar dan wel een kleine tweehonderd
afbeeldingen dubbel moeten kopen.
Glorie van Leiden
Het' Laatste Oordeel is al eeuwenlang de glorie van Leiden
geweest. Het stuk, oorspronkelijk geplaatst in de Pieterskerk,
ontliep verwoesting door de beeldenstorm, is enige malen verhuisd
en prijkt al weer sindslang in De Lakenhal. Het is, zeker voor
de tijd van zijn ontstaan, een uniek stuk met zijn talrijke
naaktfiguren. Na de restauratie prijkt het nu weer in zijn volle
glorie, niet in de zaal overigens waar nu de Van Leyden-bruiklenen
hangen, maar tussen werk van tijdgenoten dat aantoont dat Van
Leyden weliswaar baanbrekend was door zijn gedurfde composi
tie, speciaal die van het Laatste Oordeel, maar niet perse
uitstekend boven bijvoorbeeld een Cornelis Engebrechtsz. Dat
van de 17 aan de kunstenaar toegeschreven schilderijen er hier
10 kunnen worden getoond is overigens natuurlijk éen unieke
gebeurtenis, sommige ervan zijn sinds eeuwen niet in ons land
geweest. De tentoonstelling te Leiden omvat voorts een voortreffe
lijke keuze aan tekeningen en -in verband met de Amsterdamse
expositie- bescheiden een aantal grafische bladen.
Grandioos
Lucas van Leyden als schilder is een baanbreker, een durver,
meer dan een werkelijke top-schilder. De graficus is grandioos
en niet overtroffen voordat de meesters van onze Gouden Eeuw,
met name Rembrandt vooral, hun voortreffelijke platen gingen
maken. Dat Rembrandt destijds veel geld betaalde voor een
zeldzame Van Leyden-druk bewijst dat de allergrootste meester
op dit terrein het grote talent van Lucas onderkende. De
tentoonstelling in het Rijksprentenkabinet is een openbaring ook
voor hen die het werk van Lucas redelijk menen te kennen.
Men kan het nu allemaal bijeen zien, men kan ook vergelijkingen
trekken met Dürer en overeenkomsten en verschillen zien tussen
beide kunstenaars die eikaars werk kenden en waardeerden.
Wat opvalt aan de eigen bladen van het kabinet is dat de kwaliteit
van de drukken meestal zo hoog ligt. Lucas zelf was, Van Mander
vermeldt het, uiterst kritisch waar het die kwaliteit betrof en
hij zou heel wat bladen verbrand hebben die hij druktechnisch
niét helemaal in orde vond. Maar zijn platen zijn nog veel
nagedrukt en ook wel door anderen nagestoken en als 'eigenhan-
Een van de ondertekeningen die Van Asperen de
Boer ontdekte.
Mars, Venus en Cupido,
gravure.
Mohammed ert de monnik Sérgius, gravure.
De vrouw van Potiphar
loont haar gemaal
te rok van Jozef, schilderij,
l bruikleen van Museum
Boymans-Van Beuningen.
ook wat de eigenhandigheid van de schilderijen en sommige
tekeningen en prenten betreft. Voorts stoeit hij wat al te
gemakkelijk met ontleningen van Lucas aan werk van andere
kunstenaars. Elk been dat een beetje in dezelfde stand op een
vroeger werk voorkomt is 'ontleend'. Het boek is gemakkelijk
leesbaar en ook bestemd voor de kunsthistorische leek. Door
dat op losse schroeven stellen maakt Rik Vos het die leek alles
behalve gemakkelijk.
Royaal
Aan de andere kant is het in sommige opzichten toch een erg
goed boek. Het zet alles wat over de. kunstenaar bekend is op
een rij, beeldt bijna alle schilderijen in kleur af en geeft een
compleet overzicht van tekeningen en grafiek. Een royaal uitgege
ven boek, dat alleen door de steun van het Prins Bernhard Fonds
slechts 37,50 hoeft te kosten.
Aardigste kant van het boek is wellicht dat het summier de
uitkomsten toont van het onderzoek dat J. R. J. van Asperen
de Boer instelde naar het Laatste Oordeel. Hij vond met zijn
bijzondere manier van fotograferen ondertekeningen terug die
nooit eerder zichtbaar konden worden gemaakt. Die tonen aan
dat de kunstenaar tijdens het schilderen vaak van rijn oorspronke
lijke opzet afweek. Hij veranderde standen van hoofden en voeten,
veranderde een jongeman in een oudere, werkte eigenlijk de
hele compositie al schilderend bij tot een grotere eenheid dan
de eerste opzet voorzag. Jammer dat auteur Vos dit baanbrekende
werk van Van Asperen de Boer wel in zijn uitkomsten vermeldt,
maar diens naam daarbij niet noemt. Die komt alleen voor in
de literatuurlijst en in het onderschrift van een toevallige foto.
Aan het werk van Van Asperen de Boer wijdt De Lakenhal
overigens een voortreffelijk documentair gedeelte op de tentoon
stelling.
Compleet
Aristoteles en Phyllis,
houtsnede
dig' in omloop gebracht. Op de Amsterdamse expositie blijkt
dat het bestand van het Rijksprentenkabinet voor wat Van Leyden
betreft meestal van de allerhoogste kwaliteit is.
Sommige prenten van Van Leyden zijn sinds eeuwen erg populair
in ons land. Zijn 'Melkmeid' bijvoorbeeld of de heel vroege,
maar vrijwel volmaakte 'Mohammed en Sergius'. Maar momenteel
kan men in Amsterdam het complete oeuvre zien, dus ook de
werken die men alleen van 'plaatjes' kent. Daardoor krijgt men
een ongewoon compleet Toeeld van dit werk dat wonderlijk vroeg
al heel sterk begint en tot het einde toe hoge kwaliteit behoudt.
Daar komt bij, met name als men gaat vergelijken met Dürer,
dat dit werk zo oer-Hollands is. Geen volmaakte lichamen bij
de naakten, geen overdreven pose, eenvoud, ook bij de religieuze
thema's. En, Van Leyden is hier zowel in schilderijen als in
grafiek een baanbreker, zoekend naar onderwerpen die in het
leven van alledag te vinden zijn, zelfs in de meeste religieuze
voorstellingen zijn Lucas' tijdgenoten afgebeeld.
Vrouwenhater?
van Leyden een onbekend kunstenaar noemen zou onzin
De drie schilderijen die in Nederlandse openbare ver^ame-
aanwezig zijn staan sinds jaar en dag in hoog aanzien,
van zijn kwaliteiten als grafisch kunstenaar kan men zich
elmatig overtuigen. Zowel het Rijksprentenkabinet te Am-
als Museum Boymans-Van Beuningen te Rotterdam
op hun tentoonstellingen van oude grafiek vaak delen
zijn oeuvre, zodat dit werk bij, tentoonstellingsbezoekèrs
redelijk bekend kan zijn. Maar 'eenmanstentoonstellingen' waren
niet eerder; een monografie over de schilder bestond niet
evenmin een oeuvre-catalogus. En nu is het er ineens allemaal:
n tentoonstelling van zijn schilderijen in de Leidse Lakenhal,
een nagenoeg complete tentoonstelling van zijn grafiek in het
Rijksprentenkabinet, een monografie-catalogus en een voortref
felijke grafiek-catalogus die de Amsterdamse tentoonstelling
begeleidt.
Voor het andere boek, de grafiekcatalogus van J. P. Filedt Kok
(kosten 20,—) hebben we alleen maar lof. Het is zo compleet
als men maai- wensen kan, geeft een overzicht van de geschiedenis
van de Amsterdamse collectie, gaat uitvoerig in op de artistieke
ontwikkeling van Lucas van Leyden aan de hand van royale
illustraties die voortreffelijk zijn afgedrukt. In kleiner formaat
volgen dan afbeeldingen van het complete grafische oeuvre en
Van de kunstenaar is wel beweerd dat hij een vrouwenhater
geweest moet zijn. Dit om de vele bladen die hij wijdde aan
vrouwen- lagen en listen. De zpndeval, waar Eva Adam verleidt,
wordt telkens opnieuw in soms heerlijke bladen afgebeeld. En
ook figuren als Jezebel en Delila. En graag toont hij grote mannen,
als Aristoteles en Virgilius die door vrouwen belachelijk gemaakt
worden. Vrouwenhater? Het zal wel zijn dat er in rijn tijd veel
mannen waren die dergelijke bladen wilden hebben. De thema's
komen -de tentoonstelling laat het zien- ook bij andere kunste
naars vaak voor. Er moet een goede markt voor geweest zijn
en Lucas maakte daar gebruik van. Overigens zou het een vrouw
geweest zijn die verantwoordelijk was dat gaandeweg zijn
scheppingskracht afnam. Hij trouwde namelijk met een rijke
vrouw en dat bracht zoveel maatschappelijke verplichtingen mee,
dat hij minder tijd kon wijden aan de kunst die hij, beter dan
wie van zijn tijdgenoten ook in ons land, beheerste.
VOLKERING
Van Leyden-explosie derhalve, ontstaan doordat verschillen
de activiteiten min of meer toevallig samenvielen. Op de eerste
plaats was dat het gereedkomen van de restauratie van 'Het
Laatste Oordeel', het pronkstuk van De Lakenhal te Leiden,
dat dit museum met een speciale tentoonstelling viert. Tot en
met 29 oktober zijn daar behalve het Laatste Oordeel nog negen
andei-e schilderijen van de meester te zien, benevens een aantal
hkeningen en een beperkte keuze van de grafiek van Van Leyden.
W Afctiviteiten ook in Amsterdam. Rik Vos, werkzaam op de
Educatieve Afdeling van het Rijksmuseum, stelde een monografie
over de kunstenaar samen, die bij de uitgevers Landshoff en
Schwarz verscheen. En drs. J. P. Filedt Kok van het Rijksprenten-
kabinet voltooide een handboek voof het grafisch oeuvre van
Lucas van Leyden en ter gelegenheid daarvan toont het kabinet
t/m 3 december dat grafisch oeuvre nagenpeg compleet. Veel
uit eigen bezit, maar met belangrijke bruiklenen; soms van unica,
uit verzamelingen over de gehele wereld.
Wonderkind
In zijn Schilderboek (1604) geeft Carel van Mander aan Lucas
meer ruimte dan aan welke kunstenaar ook. Hij vermeldt de
•egrijpheid van dit 'wonderkind'; dat al op zijn 8ste jaar
Ipvures maakte en op zijn 14de een volleerd graficus was die
gil niets meer te leren had. Hij somt de hem destijds bekende
H Ihilderijen op en komt woorden tekort om die te bejubelen,
i Ms graficus stelt hij Lucas zelfs hoger dan zijn beroemde
üjdgen Albrecht Dürer.
Van Mander haalde zijn kennis uit de tweede hand. Toen hij
zijn Schilderboek schreef was Lucas al zo'n zeventig jaar dood.
Kunsthistorici hebben vaak vraagtekens gezet bij Van Manders
mededelingen, met name ook bij zijn vermelding van 1494 als
Lucas' geboortejaar, zo wonderlijk laat gezien de eerste, al van
groot vakmanschap getuigende, gedateerde prenten. Toch is er
eigenlijk weinig gevonden dat Van Mander tegenspreekt, zodat
hét Schilderboek nog steeds de voornaamste informatie biedt
over het leven van de Kunstenaar.
Vraagtekens
Veel vraagtekens zet Rik Vos in zijn 'Lucas van Leyden'. Eigenlijk
zet hij alles wat over de kunstenaar bekend is op losse schroeven,