Doris kan niet luisteren
Frans Rombout: luchtfotograaf
is een mooi weer-vlieger
Volksdansen te kust en te keur
Uit de dagen van
de „Hooge Rijndijk"
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen
tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
H
STAD/REGIO LEIDSE COURANT ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1978 PAGINA
Frans Rombout
hoogte, want lager mag het niet,
boven een stad. Bij het maken van
zo'n plaat moet je werkelijk overal op
letten. Op de lichtvalling met name.
Je zoekt vaak een soort „strijklicht",
licht van opzij, om reliëf in de foto
te krijgen. Die tijd, dat je de beste
lichtvalling hebt, moet je precies
uitkienen". Rombout opereert vanuit
Schiphol of Zestienhoven. Zijn
luchtwerk staat of valt met een goeie
vlieger. Wat is een goeie vlieger?
Voor Rombout in elk geval iemand
die als-ie erg goed is „naar de KLM
gaat en dan krijg je ze niet meer".
„Kijk, als je in zo'n twee- of
vierpersoons Cessna zit, moet je een
vent bij je hebben als piloot die
feeling heeft voor wat een
lu chtfotograaf aan het doen is. Ik
heb een man nodig aan het roer die
bijna intuïtief aanvoelt wat er moet
gebeuren terwijl ik met mijn
camera'tje half buiten boord hangt.
Er zijn er bijvoorbeeld bij die heel
moeilijk draaien; er zijn maar weinig
piloten waar het als luchtfotograaf
ideaal mee samenwerken is". Niet
zelden ervaart Frans Rombout zijn
luchtfotografie als „zenuwenwerk":
„je maakt een planning en houdt
onderwijl het weer in de gaten. Een
dichttrekkend zwerk kan alles in
duigen doen vallen. Die lucht moet
helder blijven, vooral als je
kleuropnamen wil maken".
Het is een vak apart. Frans Rombout
kent een collega, een jongen die ook
aan luchtfotografie doet, maar het
elke keer opnieuw bijna in z'n broek
doet omdat-ie steeds luchtziek wordt.
„Je maakt daar boven ontzettend veel.
draaien en dan komt zo'n knaap
helemaal groen op de grond terug. 1
Gelukkig heb ik daar geen last van.
Ik had een keer een architect bij me
die een garage in Beverwijk had
gemaakt. Hij wilde van dat bouwsel
een luchtfoto hebben en hij moest
per se in het vliegtuigje mee. Daar
heeft hij eeuwig spijt van gehad,
want de hele vlucht zat hij
ineengedoken met een plastic zakje
voor z'n mond. Als je eenmaal bezig
bent in de lucht, kun je niet meer r
terug omdat er een passagier is die
even uit wil stappen".
Pikant detail in het werk van Frans
Rombout die onder andere veel
heeft gedaan voor het Leidse
gemeente-archief wordt gevormd
door de bemoeienissen van
„hogerhand". „Alle foto's stuur ik op
naar Den Haag, naar de generale staf-
op het ministerie van defensie. Daar
zitten ze met loepen de hele zaak op
een foto af te stropen. Of er geen
militair object op staat, snap je. Dat
is „beschermd gebied" of zo. Het
komt voor, dat ze foto's vasthouden.
Die krijg je niet meer terug. Dan
heeft er iets op gestaan dat niet door
de staatsveilige beugel kon. Ik ben j
wel verplicht, al m'n luchtfoto's voor
onderzoek aan te bieden, want ik wil l
m'n licentie behouden. Ik heb die
vergunning nou eenmaal en daar
moet ik zuinig op zijn, want het is
een stuk brood dat op het spel staat".*
Overigens wil Rombout zichzelf
beslist niet zien als „de Leidse
luchtfotograaf'. „Ik doe ook andere
dingen natuurlijk, zoals cursusen
geven. Over twee weken begin ik met
een cursus fotografie voor K O.
Daar komt nog een cursus „donkere
kamer" bij. Dat is nou echte
liefhebberij voor mij: kijken of je je
ideeën onder woorden kunt brengen -
en enthousiast uitdragen.
Fotograferen is nog steeds iets dat
een beetje tussen de wal en het schip
hangt. Maar je kunt het gerust als
kunst zien, ofschoon voor veel
mensen fotografie het
vakantiefotootje is of die prent in de
krant Langzaam aan komt het betere
begrip van fotografie op gang. Het
aantal fotografen dat foto's verkoopt
aan een galerie wordt gfoter.
Fotografie is ook een medium dat bijt
uitstek geschikt is voor
vermenigvuldiging, het is een kunst
die ook betaalbaar blijft".
Dansen is plezier voor twee, maar
volksdansen geeft vertier dat op een
veel bredere basis staat. Het is een
sociale en musische bezigheid die
steeds meer om zich heengrijpt en
steeds meer mensen in de ban van
haar cadans brengt. Neem nu
bijvoorbeeld weer eens zo'n initiatief
van het Leidse Volksdans Overleg.
Dit organiseert in het seizoen 1978/79
een aantal dansavonden in het Leidse
Vrijetijdscentrum. Ook de Leidse
Jeugd Actie wordt bij het volkse
dansen betrokken. Zo geeft het LVO
in samenwerking met de LJA een
cursus „Israëlische dansen", onder
leiding van Karin Bellaart. Deze
cursus begint 21 september. Wie meer
wil weten over het reilen en zeilen
van het Leidse Volksdans Overleg
kan hiervoor terecht bij A. Touw,
Ericalaan 22, Leiderdorp, tel. 140620
en 130541.
Nog meer goed dansnieuws: de LJA
verzorgt bovendien een volksdanscur-
sus met een internationaal program
ma, dat aansluit bij het programma
van de Leidse volksdansgroepen.
Deze cursus begint op 11 oktober en
kost 90 gulden. Nadere inlichtingen
verschaft het bureau van de LJA aan
het Noordeinde, tel. 132847. Verder
wordt melding gemaakt van de
activiteiten der verschillende
volksdansgroepen. Zo danst de
demonstratiegroep Irici Krici Ticek
elke vrijdagavond van half acht tot
elf uur in de aula van de MTS aan
de Dieperpoellaan 2. Misirlou heeft
zich belast met volksdansen voor
beginners op de dinsdagavonden van
half acht tot kwart voor negen en
voor gevorderden van negen tot half
elf. Dit gebeurt in het Leids Volks
huis. De groep Oud Poelgeest danst
in de aula van de Agnesscholenge-
meenschap aan de Eijmerspoelstraat:
op maandag van half acht tot negen
uur voor beginners en van negen tot
half elf voor gevorderden.
En of dit alles nog niet genoeg was
komt de groep Rusmarin op de
donderdagavond bijeen in het
dorpshuis aan de Dr. van Noortstraat
in Stompwijk. Tarantella oefent elke
woensdag in het Leids Vrijetijdscen
trum en Trandafir geeft een cursus
volksdansen op dinsdag van acht uur
tot half tien; de plaats is nog niet
bekend. Migdalim Paiduska. tenslotte,
viert zijn volksdanslusten bot op de
dinsdagen van zeven tot negen uur en
op woensdag van acht tot tien uur in
het Breehuys aan de Breestraat. Deze
cursus is uitsluitend bedoeld voor
beginners.
ZENUWENWERK OP HOOG STANDPUNT
Natuurlijk, ik weet heus wel dat ik gisteren
op de Hoge Rijndijk met enige verbazing
naar een straatnamenbordje heb staan
kijken. Dat was niet de Hooge Rijndijk.
Althans niet meer. Bij het invoeren van de
„nieuwe spelling" voor mijn gevoel al
weer eeuwen geleden zijn al die dubbele
klinkers in open lettergrepen hardhandig
verwijderd uit het taalbeeld. Maar in Leiden
is de oude tijd wat blijven doorsudderen,
omtrent de Kettingstraat, de zijstraat van die
Rijndijk en wat povertjes en kleinsteeds
toegang verlenend tot de exclusieve
woonerven van het met een gouden faam
omgeven en bewierookte Waardeiland. Op de
Rijndijkse hoek is een emaille bordje
geschroefd: Hoge Rijndijk; zeven huisnum
mers verder prijkt nog immer, omgeven door
afgestorven klimop, „Hooge Rijndijk",
ingebakken in blauw craquelé en ingemet
seld ten eeuwigen dage in de rode bakstenen
gevel die behoolijk gesloopt zou moeten
worden om het anachronisme uit te kunne
wissen. Een niet meer los te krijgen
monumentje van inkonsekwentie en
mentaliteit van „la maar zitten", zoals in
sommige gemeenten de bordjes van de
Dorpstraat zowat om en om Dorpsstraat en
Dorpsstraat vermelden. Taal; de kwaal van
gans een volk en straks wellicht het stiefkind
van het basisschoolpakket, als de schrappers
in de grammatica hun zin krijgen.
Een typische mooi weer-vlieger, die
Frans Rombout, een knaap die over
de lage landen scheert in vogelvlucht
om zichzelf en toeschouwers te
plezieren. Frans Rombout, 33 jaar
oud, origineel Hagenaar die tien jaar
geleden naar Leiden kwam en zich
allengs ging ontpoppen als expert in
luchtfotografie. Leiden, Den Haag, of
omliggende Randstadgemeenten uit
de lucht bekeken, uw bedrijf, school
of bollenschuur, uw kantoor of
aangebouwde garage, wat dit alles en
nog meer betreft kunt u Frans om
een boodschap sturen. Hij kiekt de
zaken in een wip, verleent de prent
een eigen chachet, siert het
luchtgezicht met fantasie vanuit z'n
hoge standpunt en staat alweer gauw
met beide benen op de grond. In de
loop der jaren heeft Frans Rombout
op deze manier een luchtfoto-archief
van Leiden opgebouwd. Dat gaat hij
nu uitbuiten. Uitgever Los in Leiden,
die alles afweet van fotoboeken, laat
Rombout nu een luchtig boekje over
Leiden open doen. Frans: „Dat kan
best heel aardig worden. Ik stel het
boek samen met medewerking van
Leiden-kenner Herman Kleibrink. Dat
is een man die ik bij dit werk
absoluut niet zou kunnen missen. We
zien het helemaal zitten, Herman en
ik, dat fotoboek, een kijkboek met
heel weinig tekst".
Bij het realiseren van „Leiden in
luchtfoto's" bedient Rombout zich
niet alleen van kersverse opnamen,
maar ook van oud materiaal
(bijvoorbeeld uit de dertiger jaren)
van andere luchtfotograf en. „Het
heeft niets te maken met
luchtkartering. Dat werken loodrecht
boven je doel is niks voor mij. Ik
probeer iets aan de foto toe te voegen
dat die plaat net even „anders" doet
zijn". Ongeveer drie maanden per
jaar zit Rombout in de lucht.
Uitsluitend als het mooi weer is. „Het
is puur technisch werk waarin je
verschrikkelijk beperkt bent. Een
jaar of vier terug ben ik toevallig in
deze job gerold. Iemand wilde met
mij een luchtfotobedrijf opzetten,
maar dat lukte niet best. Ik ben er
toen alleen mee doorgegaan. Er is
veel werk voor bouwers en
aannemers bij, maar ik ga ook voor
m'n eigen lol de lucht in en maak
foto's van wat ik zelf leuk vind".
Frans Rombout is zich ervan bewust,
dat luchtfoto's vaak saai zijn.
„Daarom heb je er wel een kluif aan
als je het goed wil doen. Om te
beginnen kan ik met pokkeweer niet
werken. Je bent afhankelijk van de
weersomstandigheden. Minstens 10
kilometer zicht moet je hebben en
dan moet je opereren op 300 meter
Doris heeft in haar korte leventje al heel
wat mensen tot wanhoop gebracht. Deze
anderhalf jaar oude cocker spaniël kwam
voor het eerst in aanraking met het diere
nasiel op 31 mei 1978 toen zij als zwerf
dier werd* binnengebracht. Overigens is
Doris één van de weinige zwerfdieren die
de oorspronkelijk toebedachte naam
heeft kunnen behouden, omdat deze werd
gevonden in de binnenkant van haar
halsriem.
Het begon allemaal gewoon. In de drie
weken dat zij in het asiel moest verblij
ven voordat haar nieuwe eigenaar op de
proppen kwam, gedroeg Doris zich zoals
een hond dat doorgaans in een asiel doet.
Beslist uit haar gewone doen, maar even
min onhanteerbaar. Beheerder van het
asiel Wil Tiele kon dan ook niet in de
verste verten vermoeden wat de nieuwe
baas van Doris nog te wachten zou staan.
Op 21 juni liep een opgetogen baas met
een al even opgetogen Doris de deur van
het asiel uit. Op 22 augustus strompelde
diezelfde baas het asiel weer in, met een
volledig onhanteerbare, volmaakt losge
slagen Doris. Het relaas van Doris' baas
helderde echter veel op. Aanvankelijk
was het gezin erg blij met Doris en ook
omgekeerd scheen dat het geval te zijn.
Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hona
zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond beschreven die
in het asiel verblijft om daar een zekere dood tegemoet te
gaan... tenzij het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek
beschreven honden zijn alle door hondenbezitters naar het asiel
gebracht. Om uiteenlopende redenen, vaak begrijpelijk, maar
soms ook volslagen onzinnig. De in „hond zoekt huis" beschre
ven dieren zijn alle goed gezond, hebben een wormkuur
ondergaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van ca. 60
gulden ten bate van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres:
Nieuw Leids Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 131670.
Geopend di. t/m vr. 10.00-12.00 en 14.00-17.00 uur. Zaterdag van
10.00-12.00 en 14.00-16.00 uur. Zondag en maandag gesloten.
De gezinsleden zagen veel van Doris'
streken door de vingers in de ditmaal
onterechte veronderstelling,dat een zo
jonge hond veel vrijheid nodig heeft. Zo
begon de „coup" die Doris uiteindelijk
aan de macht hielp, en de gezinsleden
degradeerde tot willoze volgers.
De grootste tegenstanders van „koningin"
Doris werden de kinderen, omdat die
evenveel aandacht vroegen als zij. Het
werd Doris een doorn in het oog en ten
einde raad besloot zij haar toevlucht te
nemen tot lijfelijk geweld tegen de kinde
ren. Dit bleek een grote fout, want de
„volgers" kwamen hier tegen in opstand
en pleegden op hun beurt een staatsgreep
door op laaghartige wijze de „tiran" naar
het asiel te verbannen. Hier eindigde het
sprookje en derhalve staat Doris dan ook
weer stevig met de vier benen op de
grond, en is weer het aimabele diertje dat
ze altijd geweest is. Met één restrictie:
zolang zij kan doen wat zij wil. En daar
zit hem de kneep, want dat is praktisch
niet uitvoerbaar, zoals uit de geschiedenis
is gebleken. Daarom is er voor Doris
maar één mogelijkheid. Een baas met een
nóg wilskrachtiger karakter dan dat van
Doris. Medelijden is bij haar uit den boze.
Doris is alleen gebaat bij „bruut geweld",
althans met woorden. Een harde, zware
stem strekt dan ook tot aanbeveling.
Een andere mogelijkheid om verbetering
in Doris' gedrag te brengen, is de zoge
naamde gehoorzaamheidstraining, een
cursus waarbij Doris zeker baat zal heb
ben. Nogmaals; Doris is van nature een
lief dier, ze heeft alleen een speciale
behandeling nodig.
Voor de volledigheid nog een beschrij
ving van haar uiterlijk. Ze heeft een
opvallend mooie vacht van glanzende
goudbruine haren. Een mooie, niet al te
spitse snuit, en oren die laag aan de kop
zitten. Ook de bekende „veren" zijn aan
wezig aan alle vier de poten.
Boy en Kazan
Van de twee honden van vorige week was
Boy, de boxer de gelukkigste. Afgelopen
dinsdag vond hij een nieuw thuis in
Hazerswoude-Rijndijk, waar hij een van
ouderdom gestorven soortgenoot tot volle
tevredenheid vervangt. Spijtig is dat Ka
zan, de herder, nog geen nieuw thuis
gevonden heeft. Veel mensen belden op,
maar niemand liet zich voor het hok van
Kazan zien.
BART SPIJKER
Doris bleek een tiran.