Straits: een nieuw geluid op weg internationale erkenning Concert-agenda Aiary Lou Williams en Cecil Taylor: unieke omhelzing li PLATEN JAZZ 22 LEIDSE COURANT ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1978 Mark Knopfler (links): „Mensen, die in de studio schrijven, zitten in de muziek voor het geld". IZET oord- e H» oord- o°p Er zijn groepen, die direct een goede indruk maken en daardoor vanaf het begin naam maken. De Engelse vier- mans format ie Dire Straits is één van die bands. De eerste single in Neder land „Sultans of swingbevestigde de geruchten uit Engeland dat bet om een supergroep ging. De band lijkt ook geen eendagsvlieg te worden ge- rien hun debuutelpee „Dire Straits", waarop verfrissende popmuziek mdt gebracht, die vooral opvalt door de prima solo's van Mark Knop- j] fier. Even in Nederland om iets over de band te vertellen blijkt de belang- elling overweldigend te zijn. "k Knopfler, de briljante solo-gita- schrijver en frontman van de ?p is een vriendelijke prater. De solo's op de elpee zijn een goede ka rakterschets van zijn persoon. Hij raakte af en toe geïrriteerd wanneer hij vindt dat manager Ed Bicknell te ml praat. Het contrast is groot tussen die twee omdat Mark er niet zit om een promotiepraatje te houden, terwijl "I wel aan de platenverkoop denkt, i hoeft zich daar niet ongerust over te maken want de elpee verkoopt uit stekend. Ed Bicknell is overigens een vriendelijke persoon, die volgens Mark in The Average Band heeft gespeeld voordat die groep bekend werd. Hij werd ontslagen en is sindsdien mana- fcr van een aantal groepen. Hij zegt: Als de Straits er zelf in geloven zijn ve binnen zes maanden beroemder fondeAWB". fork werkte voordat hij samen met ijn broer David (slaggitaar), Piek Wi- bers (drums) en John Illsley (basgi- 9ar), Dire Straits oprichtte als journa- isf bij een krant. Hij studeerde Engels, atwee jaar les, ging naar Amerika naar kwam weer ierug. Hij zegt: „Ik ieb me altijd al met muziek bezig thouden, heb zelfs vroeger in een andje gespeeld. Het was dus eigenlijk igisch dat ik zelf een groep formeer- te". John Illsley, die ook aanwezig is hers I har), Ksf hi gaat verder: „We ontmoetten elkaar heel toevallig. Ik had een flat in Lon den waar Marks broer David ging wonen. Mark kwam nogal eens langs om met Da\id te spelen en als ik er ook was deed ik mee". Mark valt in en zegt: „Onze vierde man Pick Wi thers kende ik door een vriend, Bay Jackson, die in Lindesfarne speelt. Ik kende Ray van NewCastle waar mijn broer en ik maar ook Lindesfarne vandaan komen. We hadden een goede drummer nodig" en zegt dan grappend terwijl hij zijn stem verdraait: „Weet je, het is eigenlijk een hopeloos geval maar we dachten kom laten we hem een kans geven". Hij gaat dan gewoon verder. „Het probleem is dat er een hoop drummers rondlopen, die kun nen drummen, maar er zijn maar wei nig echt goede drummers. Piek heeft als sessie-muzikant in de Rockfield- studio gewerkt en o.a. meegewerkt aan platen van Michael Qhapman, hij is echt goed. De eerste keer dat Piek langs kwam speelde hij bongo's. We zijn toen als groep begonnen en heb ben een aantal maanden in de flat geoefend voordat we in clubs gingen spelen in Londen en later in de rest van Engeland". „Vrij snel erna zijn we een demo-tape gaan maken", jnet vijf nummers erop (Walking in the wild 'West End", „Sul tans of swing", „Down to the waterli- ne", „Scared loving", en Water love" hun komende nieuwe single). We heb ben al het geld (160 pond) bij elkaar gelegd om die demo-tape te kunnen maken. Met die tape zijn we naar Charlie Gillett gegaan. Charlie is dis cojockey op radio Londen en heeft een show op het station waar we altijd naar luisterden. We kenden niemand in de platenindustrie en hadden geen zin om met de tape langs de platen maatschappijen te gaan. We wisten trouwens niet eens wie we dan zouaen moeten spreken". John Illsley gaat verder: „Ik kende Charlie een klein beetje omdat ik hem al eens eerder ontmoet had. We vroegen hem eens naar de tape te luisteren, maar hij speelde de nummers direct in zijn programma". Mark zegt: „Plotseling bleek er erg veel belangstelling voor de opname te bestaan. Aalle grote platenmaatschappijen begonnen te bellen". Ed valt in: „Ze deden een verstandig ding en namen een goede advocaat, die ze hielp de beste deal te sluiten en dat werd Phonogram. Je kunt je afvragen waarom die maat schappij? Het heeft eigenlijk één reden en dat is dat ze volkomen vrij waren in hun doen en laten. Er werd de band niets opgelegd". Mark is echter niet helemaal tevreden over de plaat, die in drie weken werd opgenomen. „We waren toch een bee tje gebonden omdat de plaat op een bepaalde tijd klaar moest zijn. Hij zou anders pas na de zomer zijn versche nen. Het mixen begon eigenlijk, terwijl we het nummer nog aan het opnemen waren", zegt dan grappend: „We den ken erover om voor de nieuwe elpee dezelfde nummers te gebruiken. Ze worden dan alleen wat rustiger opge nomen". Voor die nieuwe elpee gaat de band naar de Bahama's. Ed vertelt: „We hadden de keus uit twee studio's, de Muscle Schoal of een studio op de Bahama's. Er werd gekozen voor de warmte, de mooie vrouwen en de om geving, dus de Bahama's". Voordat het zover is komt Dire Straits eerst nog naar Nederland, waar ze 17 oktober een concert geven in Paradiso te Amsterdam en ze gaan dan naar België, Duitsland en Zwitserland. Vast staat nu al dat Dire Straits het niet wil hebben van grote arena's en effecten. Mark zegt: „We spelen liever twee keer voor 5000 mensen, dan één keer in een groot voetbal-stadion met 10.000 of 20.000 mensen. Het pubhek moet komen luisteren naar de muziek en teksten en niet voor de leuke lich- teffecten". Mark begon met het schrijven van teksten toen hij een jaar of 18 was en net bij de krant werkte. „Ik geloof niet dat mijn stijl van schrijven erg veran derd is. Ik schrijf nog altijd over dezelfde dingen. Mijn nummers gaan over het leven in het verleden, het heden en de toekomst. Ik schrijf voor een elpee niet zomaar een paar num mers. De hedjes hebben met elkaar te maken al kan je het niet direct een concept noemen. Mijn schrijven is een heel proces, dat zeker nooit in de studio zal plaatsvinden. Mensen, die in de studio zomaar een paar nummers schrijven zitten in de rock rollmu- ziek voor het geld en dat kun je eigenhjk geen artiesten noemen, die de muziek een warm hart toedragen. Ik schrijf ook niet in de bus van het ene naar het andere optreden. Ik wil rusti ge de tijd hebben omdat de muziek en tekst één geheel moeten worden". Marks stijl van spelen, de vriendehjke gitaarsolo's waarvan de elpee bol staat, leerde hij zichzelf. „Vroeger speelde ik vooral op oude snaarinstru menten, waarop ik allerlei solo's pro beerde te spelen, in plaats van accoor- den. Het was daarom eigenlijk logisch dat ik dat op de gitaar ook ging doen. Zo ontwikkelde ik een bepaalde stijl van spelen". Die stijl is er ook de oorzaak van dat de elpee anders en nieuw klinkt. Vooral na de punk-perio de is het een verademing. Mark loopt na het gesprek mee naar de gang waar een discussie ontstaat over zijn capaciteit als schrijver. Hij vindt dat hij maar misschien twee procent van zijn capaciteit gebruikt, en nog veel nieuwe ideeën over heeft Het gesprek wordt onderbroken omdat er andere mensen staan te wachten. Hij zegt: ,JIet geeft niet wat er over ons geschreven wordt, het is voor mij alleen de muziek, die telt" en loopt dan weg op naar het volgende interview. Hans Piët Kenny Loggins Na het uit eenvallen van het duo Log gins en Messina, heeft Kenny zijn tweede solo-elpee uitgebracht, een elpee zon der kop of staart. Ook hij heeft gekozen voor een mak kelijk in het gehoor liggende aanpak, hetgeen inhoudt dat de elpee „Nightwatch" bol staat van rock-; jazz-; soft- soul- en funknummers, waardoor er geen sprake is van een vaste lijn. Er staan zeven eigen composities op,' die weinig interessant zijn. Verder telt de elpee enkele coverversies, die hoewel niet klakkeloos overgenomen, erg zwak zijn, zoals het Jerry Pi- opelle nummer „Easy Dri ver". Stevie Nicks (Fleet wood Mac) helpt Kenny een handje op het meest gangba re nummer „Whenever I call you Friend". (CBS) Roy Ayers De langspeel plaat „Let's do it" van vibra- fonist-pianist-zanger Roy Ayers en zijn groep Ubiq uityis een wat vervelend disco-jazz-gebeuren gewor den. De jazz van oudgedien de Ayers is zogezegd „toe gankelijk" gemaakt, oftewel verregaand vercommerciali- seerd. Soft-jazz verkoopt nu eenmaal beter wanneer er een flinke dosis funk en dis wat aan geschaafd moeten worden, wil de groep ooit echt doorbreken. Het blijft voor Toby Beau op hun ge lijknamige elpee allemaal knabbelen aan de marge. (RCA) The writers Het blijft na tuurlijk altijd de vraag of samenwerking tussen een aantal uitstekende sessie- mu zikanten en songwriters het resultaat oplevert, dat er van verwacht wordt. De nieuwe Amerikaanse band The Wri ters is zo'n groep die werd opgebouwd uit louter studio muzikanten, die allen met een niet gering aantal be roemde artiesten hebben gewerkt. Bij het beluisteren van hun eersteling „The Wri ters" wordt al snel duidelijk dat het experiment niet hele maal geslaagd is, wat vooral te danken is aan een gebrek aan originaliteit. Slechte tek sten in een wegwerp-funk- jasje overheersen de plaat. Hopelijk wordt de volgende plaat beter. De elpee is in ie der geval uitstekend ge schikt voor radio-stations omdat een aantal instrumen tale nummers goed als ach tergrondmuziek kunnen die nen bij het voorlezen van berichten en mededelingen. fCBS). co in wordt gestopt. De nummers zijn over het alge meen in eerste aanzet rustig, melodieus en swingend, maar er gebeurt te weinig. De basis-ideeën van de num mers worden eindeloos ge rekt en uitgesponnen, wat zeer slaapverwekkend werkt. Er zijn weliswaar fijne vi brafoon- en pianasolo'tjes te horen, af en toe strijkers, gladde koortjes op de ach tergrond, de zang van Roy zelf is zacht en vriendelijk, maar het is allemaal bepaald niet van grote klasse. Een rustige, eentonig plaat. Polydor Toby Beau Een niet on verdienstelijke debuutelpee hebben de vijf heren van de formatie 'Tob Beau uit het Amerikaanse Texas afgele verd. Hun muziek beweegt zich in de lijn van vocaal hoogstaande groepen als de Eagles. Hun invloedsfeer moet in de country gezocht worden, al heeft deze mu ziekvorm niet de overhand. Lead-zanger Balde Silva weet vooral in de wat pitti ger nummers en de wel heel erg „softe" ballads uit te blinken. Al ligt hun muziek lekker in het gehoor, er zal toch op het gebied van ar rangementen en orchestratie Kenny Loggins Zondag 10 september Gratis popfestival in het Rotterdamse Zuiderpark met de Ad vertisers, Tradition, The Smirks, The Darts, Gruppo Sport ivo, Herman Brood and his Wild Romance, Steve Gibbons, The Cira- mons. Only Ones en The Boomtown Rats. Zaterdag 23 september Gruppo Sportivo is na een lange tijd van afwezigheid weer eens te zien in Den Haag. Zondag 1 oktober Weather Report in het Concertgebouw in Amsterdam. Maandag 2 oktober Tweede optreden van de Amerikaanse band Weather Report. Nu in het Congresgebouw in Den Haag. Maandag 23 oktober AC/DC in de Jaap Edenhal te Amsterdam. In het voorprogram ma staat Mahogany Rush. leek haar actieve jazzbestaan van de baan. Maar in 1967 gaf ze een concert in Carne- gie-hall onder de titel .Hraise the Lord in many voices" en daarin gaf ze zó'n unieke en gedetailleerde samenvatting van de rol van de piano in de jazz dat iedereen zich plotse ling weer realiseerde wat een fenomeen de jazz in haar had. Sindsdien zijn de con certen niet van de lucht. Het laatste North Sea Jazz Festi val bracht Mary Lou Willi ams in een solo-concert in een stampvolle Sweelinck- zaal waar ze zelfs Ellka Fitz gerald op de eerste rij onder haar toehoorders had: een ju weeltje van een concert waa rin ze spirituals, blues, boo gie-woogie en bop door elkaar weefde tot een warm en intiem gekleurd muzikaal patroon. Het publiek was verrast en ongelooflijk en thousiast. Een paar musici, onder wie drummer Art Tay lor, noemden haar optreden zelfs het allermooiste van het festival. De muziek van Cecil Taylor beschrijven is een nauwelijks uitvoerbare zaak. Jazz-scri- bent Gary Giddins zei het ooit zo: „Ja, z'n muziek is sterk ritmisch, maar je kan er niet met je voeten bij mees tampen; z'n muziek is intens lyrisch, maar je kan er na het horen niets van na- Mary Lou Williams en Cecil Taylor omvatten met z'n tweeën zo'n beetje de hele ge schiedenis van de jazz. Zij, geboren in 1910, beinvloed door ragtime, boogie-woogie, „stride"-piano tot ze rond de veertiger jaren steeds moder ner ging spelen en na de oor log zelfs in het spoor van Bud Powell en Thelonious Monk raakte. Hij, geboren in 1933, in z'n eentje het voorste gelid van de Amerikaanse avant-garde, tot 1970 nauwe lijks in staat meer dan der tien weken per jaar zijn mu ziek aan het publiek te slijten, en de laatste jaren ge promoveerd tot de keizer van de moderne piano. Twee ui tersten, die elkaar blijkbaar toch raakten want Cecil Tay lor had Mary Lou Williams al eens als een van z'n inspira tiebronnen genoemd, terwijl Mary Lou luisterend naar Taylor in Ronnie Scotts jazz- club in Londen hem tot ,Mijn reus van de Avant- Garde" had uitgeroepen. Ze hebben elkaar toen beloofd ooit een concert samen te ge ven, en al komen zulke din gen vaak niet verder dan mooie gedachten, op 17 april van vorig jaar wés het zover. Mary Lou Williams en Cecil Taylor: „Een concert met nieuwe muziek voor twee pi ano's met liefde op onder zoek door de geschiedenis van de jazz" luidde de onder titel. Impressario-producer Norman Granz zette het kort geleden op een van z'n Pa- blo-dubbel-elpees (2620 108) als „Embraced". Twee arties ten van allure die elkaar mu zikaal omhelzen. En denk niet dat één van beiden ook maar een enkele concessie in stijl doet. Ze blijven zichzelf, stilistische tegenpolen, zoiets als Vondel en Lucebert die naast elkaar hun poëzie de clameren, en al is het alle maal niet zo gemakkelijk luisterwerk, het is van begin tot eind door en door interes sant wat ze laten horen. Mary Lou Williams mag dan in^ ons land niet zó bekend zijn, ze is waarschijnlijk de grootste vrouwelijke pianist uit de jazz-historie. Nadat ze in 1950 tot de katholieke kerk was toegetreden en haar tijd verdeelde tussen les geven aan universiteiten en het componeren van religieuze muziek, waaronder drie mis sen, een daarvan in opdracht van het Vaticaan geschreven en ook in Rome uitgevoerd, Cecil Taylor: Als een hamer op een aambeeld. Mary Lou Williams: Van spiritual naar bop. neuriën; zeker, z'n muziek is harmonisch, maar akkoor denmodulaties gebruikt hij niet". Taylor aan hei werk is wel eens vergeleken met een menselijke hamer die het kla vier als aambeeld gebruikt Taylors concerten zijn van een ongelooflijke intensiteit Met zijn gevleugelde techniek en met een tijgerachtige fy siek bespringt hij de piano, waaraan hij golven van no ten ontlokt. Een branding van. geluid als hij met twee handen simultaan door de re gisters vliegt, geweldige tre molos loslaat, z'n handen los van elkaar over de piano laat springen in een plotseling staccato. De weinige legato's en stiltes krijgen bij hem na al dat geweld, dat overigens steeds helder blijft, een nieu we dimensie.Al is Taylor uit gebreid bewonderd door ge accepteerde musici als Chick Corea, hij is een eenling ge bleven die alle wetten van de jazz heeft losgelaten en nau welijks navolgers heeft. „Ik tracht op de piano de spron gen in de ruimte na te boot sen die een danser maakt", heeft hij zelf eens gezegd. Op „Embraced" is het alle maal te horen. Mary Lou Wil liams speelt zeven eigen nummers. Een spiritual („The Lord is heavy,,), een ragtime („Fandangle"), een boogie- woogie („Good ole boogie") een blues („Basic chords - bop changes on the blues") en Cecil Taylor speelt daar in feite dwars door heen. Soms ontstaat er een merk waardig samenspel, maar even vaak is het een geluids kluwen waar af en toe ritmi sche of melodische patronen van Mary Lou Williams ko men boven drijven (soms ge steund door bassist Bob Cranshaw en ddrummer Mic key Roker) of waarin de gril lige manipulaties van Taylor overheersen. Een uiterst merkwaardige combinatie waarnaar je zeer exact moet luisteren om contact te hou den met wat er aan de hand is op die twee vleugels. Ge- rshwins „I can't get started" is helemaal Mary Lou Willi ams, traditioneel, „Ayizan" - een nummer van een hele plaatkant, veertien minuten lang - is puur Taylor. Al speelt Mary Lou daarin een zeer geavanceerde rol op het tweede; plan. Het blijft onge bruikelijk, ongemakkelijk, met een Cecil Taylor die voortdurend melodieën en ritmes ontkracht en overhoop gooit, als eenm grommende vulkaan voortdurend drei gend aanwezig, maar het is ook uniek, twee zulke figuren samen. Norman Granz heeft slechter ideeën voor z'n Pa- blo-platen gehad. BERTJANSMA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 23