Minister Van der Klaauw: sympathiek en geplaagd man Beroemd koffiehuis in Amsterdam wordt herbouwd Politiek Den Haag gaat zware maanden tegemoet T iWD ZOU HEM BETER MOETEN COACHEN '«BINNENLAND LEIDSE COURANT MAANDAG 4 SEPTEMBER 1978 PAGINA 9 DEN HAAG Het komt zelden voor dat een minister van Buitenlandse Zaken in week vijf dagen in het parlement doorbrengt, maar afgelopen week was het r. Minister dr. Christoph van der Klaauw bezocht maandag en vrijdag ver gaderingen van de Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken (over de ontwikkelin- in de Europese Gemeenschap), dins dag moest bij in de Kamer zijn voor enkele Europese verdragen en woensdag donderdag zat hij achter de regering stafel in verband met het kamerdebat de Molukse problematiek. Een druk bezet man. deze minister Van der Klaauw. Deze week presideerde hij ook de jaarlijkse conferentie van leiders Nederlandse diplomatieke missies, verder waren er de talloze zaken die van de chef van een departement verwacht worden en woonde hij een vergadering van de ministerraad bij. Discussies met het parlement behoren niet tot de meest favoriete werkzaamheden van ze minister van Buitenlandse Zaken. Dat geen wonder, juist aan het Binnenhof beleefde hij dit jaar zijn moeilijkste uren. tegenstelling tot de meeste van zijn voorgangers kreeg hij niet de gelegenheid het parlement een kalme start te maken; hij werd vrijwel direct na zijn ambtsaan vaarding geconfronteerd met hete hangij zers als de neutronengranaat en de Uren- co-levering van verrijkt uranium aan Bra zilië. Chris van der Klaauw, geboren en getogen Leidenaar, historicus van opleiding en vele jaren beroepsdiplomaat, was vorig jaar door zijn oude Leidse studievriend mr. Max v.d. Stoel, toen minister van Buiten landse Zaken, uit Genève (waar hij Neder land vertegenwoordigde bij het Europese Bureau van de Verenigde Naties en andere internationale organisaties) naar Den Haag geroepen. Hij kreeg daar de belangrijke functie van directeur-generaal Europese samenwerking. Nauwehjks was hij inge werkt op het ministerie aan het Plein of hij kreeg een telefoontje van zijn partijge noot Wiegel, die met formateur van Agt overlegde over de samenstelling van een i| kabinet CDA-WD. Van der Klaauw was niet Wiegels eerste keus. De toenmalige WD-leider had tevo ren o.a. oud-minister Toxopeus en de rei zende ambassadeur De Hoop Scheffer ge pokt voor de leiding van Buitenlandse Zaken, maar zij hadden een vriendelijk „nee" laten horen. Toen in politiek Den Haag verwacht werd j dat Wiegel daarna zijn fractiegenoot dr. W. F. van Eekelen (oud-topambtenaar) van Buitenlandse Zaken zou vragen kwam de naam Van der Klaauw - buiten de kring van BZ nauwelijks bekend - in het nieuws. De toen 53-jarige historicus ging wel op de uitnodiging in en werd dus de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken. Op dat moment al hielden velen hun hart vast. Zij wezen erop dat Van der Klaauw's voorgangers Schmelzer en Van der Stoel bij hun ambtsaanvaarding over grote par lementaire ervaring beschikten en Schmel- zers voorganger Luns in 1952, toen hij uit de diplomatieke dienst tot het ministe rambt werd geroepen, het geluk had dat hij samen met een andere minister mr. J. W. Beyen, het departement leidde. Boven dien was het parlement in 1952 lang niet zoals nu betrokken bij het buitenlands beleid en werd in die tijd een minister van Buitenlandse Zaken niet of nauwelijks ge confronteerd met geëngageerde actie- en andere groepen. BZ was in de vijftiger jaren nog mm of meer een elitair departe ment; over democratisering van het buiten lands beleid werd weinig gesproken. VERKEERDE START Velen in Den Haag vragen zich af of Van der Klaauws start niet aanzienlijk beter zou zijn geweest, als hij met een rustige begrotingsbehandeling had kunnen begin nen. Nu ging het veel roeriger toe; een van de eerste gelegenheden waarbij hij de Tweede Kamer ontmoette was in het debat over de neutronengranaat, een stormachti ge gedachtenwisseling die nog gecompli ceerder werd door de houding van zijn toenmalige collega van Defensie, Kruisin- ga. Van der Klaauw. toch al geen geboren spreker, kreeg het in het loop van dit jaar steeds moeilijker in de Tweede Kamer, met als dieptepunt het befaamde Urenco- debat van eind juni dat voor deze bewinds man welhaast vernederend was. Hij moest de kern van de verdediging van het door de regering terzake gevoerde beleid overla ten aan minister-president Van Agt, nadat de minister van BZ er niet in geslaagd was op de talrijke interrupties uit de Kamer bekwaam te reageren. Van Agt vergoeilijk- te dat enigszins door erop te wijzen dat Van der Klaauw geen jurist is en hijzelf wel, maar toch. Het was een uiterst curieuze en voor de minister van BZ pijn lijke situatie. Eerder dit jaar had kamervoorzitter Von deling de bewindsman al een paar maal gered door hem meer (dan gebruikelijk) tijd te gunnen voor de voorbereiding van zijn antwoord op kameropmerkingen. Bij zonder vervelend voor Van der Klaauw was ook dat de hem geestverwante fractie hem in de ingewikkelde interruptietoestan den veelal in de steek liet. Mede daardoor kwam het gerucht in de wereld (heftig tegengesproken door WD-leiders als Riet kerk en Korthals Altes) dat de WD Van der Klaauw wilde laten vallen. Intern werd Wiegel verweten dat hij niet Van Eekelen - die zich als staatssecretaris van defensie ontpopte als een zeer bekwaam bewinds man - had aangezocht voor BZ. Maar niet alleen de WD-leiding wilde Van der Klaauw niet laten vallen. Van Agt voelde daar niets voor. Het prestige van het door hem geleide kabinet zou ernstig geleden hebben door het vertrek, kort na elkaar, van twee ministers. Ook wilde CDA en WD Van der Klaauw, die zo snel in het diepe was geworpen, een kans geven zich te herstellen. DEPARTEMENT Op het departement ontstond eveneens wrevel. Enerzijds liet de minister zich te weinig coachen door zijn top-ambtenaren - de zorgvuldig door deze ambtenaren op papier gezette concept-antwoorden op vra gen en opmerkingen uit de Kamer kregen niet de ministeriële aandacht die ze naar hun mening verdienden - ook stak weer het verschijnsel de kop op dat andere departementen zich gingen bewegen op terreinen waarop BZ zich als heer en meester beschouwt. Zoals gezegd trad pre mier Van Agt op als belangrijkste rege ringswoordvoerder in de Urenco-zaak, en daarnaast speelde minister Andriessen van Financiën de eerste viool toen het Neder landse standpunt terzake van de Frans- Duitse voorstellen over de Europese mone taire samenwerking naar voren gebracht moest worden. Wie de gevoeligheden in departementaal Den Haag kent weet wat zoiets betekent! In kringen rond BZ werd met enig heimwee gepraat over het minis terschap van Max van der Stoel. Is minister van der Klaauw een onbe kwaam minister? Wie deze vraag op het Haagse Plein en aan het Binnenhof stelt, krijgt geen eenstemmig antwoord. Mensen die hem goed gezind zijn zeggen dat hij als diplomaat een goede staat van dienst heeft en bovendien bijzonder intelligent is. Ook wordt zijn integriteit algemeen gepre zen. Van der Klaauw is een zeer vriende lijk mens met wie niemand ruzie kan maken. Zelfs na een verschrikkelijk moei lijk kamerdebat maakt hij geen aangesla gen indruk. Hij werkt hard; als hij in het land is rijdt zijn chauffeur al vóór acht uur 's morgens naar de ministerswoning in het Haagse Benoordenhout om de be windsman af te halen voor de korte rit naar het Plein. FOUTEN Het grote probleem is dat minister Van der Klaauw een verkeerde start gemaakt heeft en daardoor een bepaald imago heeft op gebouwd. Zijn presentatie, vooral in de Kamers, is zonder meer slecht; op dat gebied heeft hij zich volstrekt onvoldoende laten coachen door de daartoe bevoegde ambtenaren van zijn departement. Zijn karakter brengt het gevaar met zich mee dat hij zich wel eens te veel de kaas van het brood laat eten, zoals afgelopen week weer eens duidelijk werd tijdens de open bare vergadering van de Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken. Minister Van der Klaauw: verkeerde start. Het is een bekend feit dat zijn topambtena ren wel eens met klamme handen luisteren naar wat de bewindsman in het parlement te berde brengt. Bovendien maakt hij soms strategische fouten, zoals in de vergade ring van de ministerraad van medio juli waarin de, wat Wiegel noemde „bevrie zing" van de contacten met Moskou aan de orde kwam. Zijn departement moest er even later aan te pas komen om Wiegels uitlatingen zachtjes te corrigeren. Veel mensen in politiek-Den Haag verwijten Van der Klaauw een te passieve houding. Dit alles houdt niet in dat Van der Klaauw geen goed minister zou zijn. In Haagse kringen wordt gewezen op het feit dat hij niet over parlementaire ervaring beschikte toen hij minister werd, hij was ook te lang niet in Den Haag geweest en was te weinig op de hoogte van de veelal ingewikkelde politieke verhoudingen daar. Tal van hem welgezinde mensen hopen dat Van der Klaauw nu alles op alles zal zetten om zijn presentaties te verbeteren en dat hij ook meer aandacht zal schenken aan contacten met parlement en media. Zij gunnen deze sympathieke minister bepaald niet dat hij als zodanig mislukt. ,Maar die verbetering in de presentatie moet snel plaats hebben voegen zij eraan toe. Van dr. C. van der Klaauw wordt verwacht dat hij al het mogelijke zal doen om zijn imago te corri geren. Interessant is ook in hoeverre zijn oartij, die hem, althans voorzover zicht baar, niet krachtig terzijde staat de be windsman op zijn zware post de nodige steun in de rug zal geven. EVERT MATHIES (Van onze verslaggevers) AMSTERDAM Het beroemde Noord- Zuid-Hollandse Koffiehuis, dat van 1911 tot aan 1972 het stadsbeeld aan het Open Havenfront voor het Centraal Station in Amsterdam heeft bepaald en waar menig Nederlander graag een kopje koffie dronk op het terras aan het water, wordt her bouwd. Zes jaar geleden werd het uit staal en hout opgetrokken gebouw afge broken in verband met de bouw van de hoofdstedelijke metro, maar de toenmali ge wethouder Lammers zegde toe dat te allen tijde met serieuze gegadigden over herbouw gesproken zou kunnen worden. In de loop der jaren dienden zich verschil lende plannenmakers aan, maar tot her bouw is het tot nu toe niet gekomen. Thans is het de Stichting tot Herbouw van het Noord-Zuid-Hollandse Koffiehuis gelukt om bij de gemeente Amsterdam met een zodanig plan te komen, dat de gemeente alle medewerking heeft toege zegd. Sinds de oprichting van de stichting, in augustus van het vorig jaar, is zij bezig geweest de mogelijkheden van herbouw te onderzoeken. Daarbij is het uitgangspunt steeds geweest dat het Koffiehuis op (vrij wel) dezelfde plaats moet komen te staan, als waar het in 1972 werd afgebroken. In maart diende de stichting bij de ge meente wat plannen in waarmee herbouw op zo'n manier zou kunnen worden gereali seerd dat het Koffiehuis geïntegreerd zou kunnen worden in het nieuwe Stations plein. Het overleg dat sindsdien tussen de stichting en de gemeente is gevoerd, heeft nu geresulteerd in het besluit van de ge meente om alle medewerking bij het laten herreizen van het Noord-Zuid-Hollands Koffiehuis te verlenen. De gemeente wil echter niet betrokken worden bij de her bouw of de exploitatie van het koffiehuis. Wel zal zij zo soepel mogelijk zijn waar het verlenen van een bouwvergunning en een gunstige erfpachtregeling betreft. Met de herbouw van het koffiehuis zal over ongeveer een half jaar worden begon nen. De bouwtijd zelf zal zo'n jaar gaan duren en de kosten worden voorlopig op 2,3 miljoen gulden geschat. Op het ogen blik is de stichting tot herbouw volop in bespreking met gegadigden voor de her bouw en exploitatie. Enkele grote bedrij ven hebben reeds interesse laten blijken, waaronder Heineken, Skoll, de Friesch Groningsche Hypotheek Bank en Smits Restaurants. Ook de Bijenkorf heeft be langstelling getoond. Als alles volgens plan verloopt zal het. koffiehuis aan het eind van 1980 weer in haar oude glorie zijn hersteld. Rond die tijd is ook de voltooiing van het eindstation van de metro-oostlijn en de algehele reor ganisatie van het Stationsplein gepland. Een en ander hangt nauw met elkaar samen, omdat het fundament van het kof fiehuis zal bestaan uit het laatste metro caisson. In het koffiehuis zal ook het VW- kantoor een onderdak vinden, terwijl er vlak naast het kantoor van de gemeentelijk vervoersbedrijf geplaatst zal worden. Het koffiehuis zal zoveel mogelijk uit origi nele elementen heropgebouwd worden. Sinds de afbraak hebben de onderdelen in het gemeentelijk magazijn opgeslagen gele gen en ongeveer tachtig procent van de karakteristieke delen is nog goed bruik baar. De rest zal moeten worden nage bouwd. Een belangrijk verschil met het oude koffiehuis zal zijn dat het nieuw geheel uit hout zal worden opgetrokken. Indertijd bij de afbraak bleek dat onder het hout een staalconstructie zat die komt te vervallen. Overigens heeft de stichting haar plannen wat betreft de verandering van het sta tionsplein laten varen. In eerste instantie had men ook daarvoor een kant en klaar plan, maar de gemeente is nu overeengeko men dat de stichting zich uitsluitend mét het koffiehuis bemoeit en dat de gemeente haar plannen voor het plein zoveel moge lijk zal aanpassen aan het herverschijnen van het Noord-Zuid-Hollands Koffiehuis. (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG In politiek Den Haag is de vakan tie voorbij: de ministerraad vergadert weer op. volle sterkte (afgezien van de door een kaakbreuk getroffen minister De Ruiter van Justitie) en de beide Kamers hebben eveneens hun werkzaamhe den hervat. Nog niet zo heel lang geleden placht de Tweede Kamer in de weken vóór Prinsjesdag illeen voor een aantal spoedeisende zaken bijeen te komen, maar sinds enige jaren puilen ook in deze periode de agenda's weer uit. Tweede Kamer gaat bijvoorbeeld de komende 'Weken belangrijke zaken bespreken als de wijzi ging van de Wet op de ondernemingsraden, de wet op de geluidshinder en de problematiek van de aanlanding van het Algerijnse aardgas. Aan de overzijde, in de Eerste Kamer, komen onder meer •de belangrijke wijziging van de Algemene Bij standswet en de nieuwe kinder aftrekregeling aan de orde. Het kabinet heeft op het ogenblik de handen vol aan de definitieve tekst van troonrede en miljoenennota, een karwei dat in deze bezuini gingstij d extra hoofdbrekens met zich meebrengt De politieke partijen en haar geestverwante Ka merfracties bereiden zich volop voor op het nieuwe seizoen dat zeer moeilijk wordt. Het spreekt van zelf dat de behandeling van Bestek *81, de op 1 juli door de regering bij de Tweede Kamer inge diende ombuigingsnota, in de beraadslagingen cen traal staat. De Tweede Kamer besloot vorige week definitief de behandeling van Bestek '81 uit te stellen tot begin oktober. Hoe jammer het ook is dat pas dan de grote lijnen van het in de komende jaren te voeren financieel-economisch-sociaal beleid door de volksvertegenwoordiging worden behandeld, een andere weg stond de Kamer niet open. Pas eind augustus kwam de regering met de antwoor den op de 337 door de Kamerfracties gestelde vragen over Bestek '81, een dik boekwerk dat veel studie vergt. Bovendien komen de grote maat schappelijke organisaties, met name de werkge vers- en werknemerscentrales, langzaam maar ze ker met hun reacties op de nota. De Kamer kan uiteraard niet om die reacties heen, ze leveren trouwens bijzonder waardevol materiaal ten be hoeve van het parlementaire debat. Daar komt bij dat het een vreemde situatie zou zijn als de Kamer over Bestek '81 zou debatteren terwijl de Miljoe nennota, waarin de lijnen van Bestek '81 voor 1979 worden geconcretiseerd, al bij de Staatsdrukkerij ligt. Aan een vaag debat heeft niemand behoefte, wel aan duidelijkheid. Een en ander houdt in dat gezamenlijke behande ling van Bestek '81 en de begroting voor 1979, op 5, 10, 11 en 12 oktober, een uitermate belangrijke gebeurtenis wordt. Kabinet en coalitie staan dan voor de vuurproef. Het is duidelijk dat vooral de CDA-fractie voor hete vuren komt te staan. Zij is de belangrijkste regeringsgezinde fractie, maar ze moet eveneens terdege rekening houden met de naar gebleken is uiterst kritische reactie van een organisatie als het CNV. Ook de PvdA-fractie krijgt het trouwens niet gemakkelijk; wie de „te- gennota" van Den Uyl van 30 juni naast de eerste reactie van de FNV legt, constateert duidelijke verschillen. De partijen zelf gaan eveneens een complexe periode tegemoet. In het jonge CDA is sprake van verschillende vleugels die tot dusver door fractie leider Aantjes wonderbaarlijk bij elkaar werden gehouden. Veel zal afhangen van de vraag of de vier A's in het CDA, Van Agt, Aantjes, Albeda en Andriessen, op één lijn blijven. Als dat lukt kan het CDA na alle problemen van de afgelopen jaren de toekomst wat zonniger tegemoet zien. Maar ook de PvdA heeft interne strubbelingen die onlangs weer tot uiting kwamen toen kandidaat voorzitter Max van den Berg, oud-partijbestuurder Han Lammers en partijsecretaris Gerard Heijne den Bak hun visie op de partijstrategie gaven. Met veel spanning wordt het volgend jaar te houden partijcongres tegemoetgezien: daar moet de strate gie voor de komende periode vastgesteld worden. De WD is evenmin probleemloos. Ze heeft onge lukkige verkiezingen achter de rug en moet als minderheidsgroepering in de coalitie haar eigen identiteit meer benadrukken. Onlangs vergaderde de partijtop daarover in Wolfheze. Al met al: de Nederlandse politiek gaat een bijzonder interessan te en boeiende periode tegemoet De tegenstellin gen zullen hevig opbloeien en van de politici zal zeer veel gevergd worden. Een curieus feit is dat in de eerste vergaderweek van de Tweede Kamer van de grote tegenstellingen in de Nederlandse politiek niets bleek. Integendeel: over de hoofdmoten het beleid ten aanzien van de Molukse minderheid en de voorbereiding van de Europese verkiezingen waren de grote frac ties in grote lijnen eensgezind. Het waren erg belangrijke zaken, het gewicht van de Molukse problematiek is evident en het feit dat volgend jaar eindelijk voor het eerst de kiezers in de negen .landen van de Europese Gemeenschap naar de stembus gaan om de leden van het Europese Parlement te kiezen is een zaak van de eerste orde, uniek in de wereld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 9