hopen'
op
4 september
rustig
zijn
verjaardag
te
vieren"
Familie
Willebrands niet
gebrand
op pauskeuze
van broer „Jo"
WIM SPIT (NKV):
„We kunnen Ariëns
recht in de ogen
kijken, we hebben
zijn erfgoed
niet verkwanseld"
„Als hij het wordt, dan
zijn we 'n broer kwijt".
Evert Willebrands
hoopt daarom, dat een
benoeming tot
opvolger van paus
Paul us VI aan zijn
oudste broer, kardinaal
Jo Willebrands, voorbij
zal gaan. Een
dergehjke taak is zo
zwaar, dat hij met
geen mogelijkheid
meer even kan
aanwippen bij zijn
familie, zoals hij nu
doet als hij in de buurt
is. Hij heeft altijd
geprobeerd het contact
met zijn zus en vier
broers stevig vast te
houden.
Hoe weinig ze elkaar
in hun jeugd zagen
vaak alleen in de
vakanties, want de
meesten uit het gezin
Willebrands gingen al
vroeg huns weegs
des te sterker worden
de banden nu
aangehaald als ze
elkaar weer eens
opzoeken. Ze zijn aan
elkaar gehecht. Ook
aan hun oudste broer,
een .gezellige knul",
wiens nuchtere humor
en grote interesse voor
het kleine voor hen
onbereikbaar zullen
zijn als hij plaats moet
nemen op de Heilige
Stoel.
,JIij zou gevangene
zijn van het Vaticaan",
zo voorziet zijn jongste
broer Evert, waarmee
hij ongetwijfeld het
gevoelen van het
grootste deel van de
familie verwoordt.
Zijn tante Geertje, enig
overgebleven zuster
van zijn moeder laat
zich daarover zeer
ontwapenend uit: „Ik
hoop niet dat hij het
wordt, omdat ik hem
zijn vrijheid gun. zodat
hij zelf achter het
stuur van zijn auto
kan gaan zitten, want
dat doet hij zo graag."
Amerikaans bezoek
Tante Geertje is de
85-jarige mevrouw De
Wit-Kok, een vieve
dame, die een kamer
in het bejaardenhuis
,JIet Hiemert" in
Lutjebroek bewoont.
Ze is de enige nog van
de familie die de
kardinaal vanaf diens
geboorte heeft
meegemaakt.
Het gebeuren in Rome
houdt ze dan ook
nauwlettend in het
oog. Ze laat en passant
doorschemeren dat ze
dezer dagen ook al
bezoek heeft gehad
van een Amerikaanse
filmploeg in verband
met haar neef. Zouden
Willebrands' kansen
voor het pausschap
dan toch stijgen?
Mevrouw De Wit heeft
haar neef vanaf zijn
geboorte op zien
groeien, als haar zuster
Af ra's steun en
toeverlaat in de
huishouding. Het gezin
Willebrands was
Evert Willebrands ...broer kwijt...
volgens haar een heel
gewoon gezin als alle
andere, met de
gezelligheid en de
gebruikelijke
strubbelingen van dien.
Van Jo weet ze alleen,
dat hij een bedaarde
jongen was, die
ontzettend veel las. Hij
speelde als ieder ander
op de boerderij van de
buren en ging als ieder
ander ook naar de
kermis. Als hij in de
vakanties thuis kwam
bracht hij steevast een
bezoek aan huize De
Wit in Grötebroek voor
een praatje en een
spelletje. Dat is altijd
zo gebleven. Hij heeft
zijn tante zelfs in het
bejaardenhuis al drie
keer opgezocht. ,JHij
was er van de zomer
nog,vertelt ze en zegt
plotseling heel beslist:
„Hij kan geen paus
worden, want hij is zo
gewoon.
Af ra en Herman
Willebrands hadden
negen kinderen, zes
jongens en drie
meisjes. Twee meisjes
overleden vrij vroeg.
Vorig jaar overleed
een zoon, Herman (63).
Afra Willebrands
overleed in 1963. Haar
man volgde haar in
1976 op 91-jarige
leeftijd. Om een
indruk van de
Willebrands-familie te
kunnen opdoen sprak
hel NHD met drie
broers van de
kardinaal: Piet. Walter
en Exert. Hun zus
Annie Grol-Willebrands
(61), woonachtig in
Groningen, was
wegens vakantie
onbereikbaai', evenals
hun broer Jaap (66),
die als missionaris
werkt in de rimboe
van Suriname.
Het gezin woonde in
Bovenkarspel. Vader
Herman, afkomstig uit
Hoorn, was directeur
van groenteveiling „De
Tuinbouw" in
Grootebroek. In het
gezin had hij de
touwtjes in handen.
Hij stond er op, dat in
de huiselijke kring
behoorlijk Nederlands
werd gesproken en
geen Westfries.
In het dorp was hij
een gezien man, die
zich op velerlei wijzen
dienstbaar maakte
voor de gemeenschap,
zoals in de
Boerenleenbank, in
school- en kerkbestuur.
Hij had een dagelijkse
gang naar de kerk.
Zijn vrouw en hij
waren diep gelovige
mensen. Vandaar ook,
dat het de gewoonste
zaak van de wereld
werd gevonden, dat
enkele van de jongens
voor priester gingen
studeren. Uiteindelijk
twee van hen zijn dat
geworden.
Wijze moeder
Volgens Piet
Willebrands (62)
straalde hun moeder
een enorme rust uit.
„Ze ving alles met
grote kalmte op".
Bedachtzaam zegt hij:
„Ik denk dat ze
bijzonder wijs was."
Piet Willebrands
volgde zijn vader op
als directeur van de
Grootebroeker veiling
„De Tuinbouw". Na er
wjfenveertig jaar van
zijn leven te hebben
ingestoken, is hij
gezondheidsredenen
gestopt. De veiling
heeft in totaal zestig
jaar Willebrands
meegemaakt.
De stormachtige groei
xran de veiling, de
omschakeling van
vaarveiling naar een
modern
opleiding voor sociaal
werkster gevolgd in
Haarlem. Ze had later
een werkkring in
Musselkanaal.
Walter Willebrands
(60): „Ik weet verdomd
weinig van mijn broer.
Hij was de oudste en
ik een van de jongsten.
We zagen elkaar alleen
in de vakanties."
Walter verhet op zijn
zestiende het ouderlijk
huis en trok naar Den
Bosch. „Ik wilde de
wereld zien.Na veel
omzwervingen
belandde hij in
Bergen, waar hij nu al
27 jaar een
bakkerszaak drijft. Hij
verhandelt onder meer
biologisch-dynamisch
brood. Hij vertelt dat
hij van een
nummertjessysteem in
zijn zaak niks moet
hebben. „Als je
klanten als een
nummer gaat
beschouwen, waar blijf
je dan?"
Hij weet zich een
voorval te herinneren:
„We waren blagen van
een jaar of dertien,
Evert en ik, en we
waren op een dag
stierlijk vervelend.
Toen zei mijn vader:
„Doe wat". Wij
vroegen: „Wat dan?",
waarop Jo zei: ,JLoop
naar Hoorn". En we
deden het, wat ze
natuurlijk nooit
hadden verwacht. De
afstand Bovenkarspel
Hoorn is niet niets.
Walter lacht bij de
gedachte. „Al weer op
de terugweg, kwamen
pa en Jo ons op de
fiets bij Blokker
tegemoet. We kregen
geld voor de bus
terug."
Walter zegt zijn broer
Jo nu beter te kennen
dan vroeger: „Hij heeft
een agenda van hier
tot ginder, maar
verjaardagen vergeet
hij nooit. Hij
interesseert zich voor
kleine dingen, daar
verwonderen we ons
wel eens over.Walters
vrouw noemt hem een
diplomaat en een
progressief man: „Dat
komt vooral naar
voren als hij in
discussie is met onze
kinderen.Als hij paus
zou worden zou er
volgens hen heel wat
veranderen, maar een
dergelijke zware taak
gunnen ze hem toch
liever niet.
Ook Evert Willebrands
(58) weet niet veel van
zijn oudste broer. Toen
hij geboren werd was
Jo al naar het
kleinseminarie. „Ik
ken hem alleen maar
in het zwart", zegt hij.
Afgezien van een
keer, dat ik hem in de
vakantie in een licht
pak heb gezien. Ik
leerde hem pas kennen
toen ik ook volwassen
was.
Evert is leraar Frans,
(Nederlands en
logopedist Even heeft
hij
redemptoristen-neigin
gen" gehad. Op zijn
twaalfde ging hij naar
kostschool.. Met zijn
vrouw bewoont hij een
riante bovenwoning in
Amsterdam oud-Zuid.
Van vroeger weet hij,
dat Jo altijd studeerde
in zijn vakanties. „Ik
deed nooit iets". En
ook, dat hij vaak een
ei kreeg, als hij thuis
kwam, want hij was
niet zo sterk. „Wij
kregen dat niet daar
was ik wel eens jaloers
op.Later zagen ze
elkaar meer. Evert
woont als enige van
zijn broers in
Amsterdam, dichtbij
Schiphol dus. „Er staat
altijd een bed voor
Piet Willebrands ...open voor de mensen...
Evert: „Wij maken J<
alleen onder gunstige
omstandigheden mee,
op feesten en
verjaardagen. Dan ki
je iemand eigenlijk
niet goed kennen,
is een gastheer tot ei
met. Sterke
karaktertrek van ht
is, dat hij een
uitstekende sfeer k<
scheppen tussen
zichzelf en zijn
medewerkers. Hij gaa
altijd amicaal met
,X-ang geleden, ik had
net verkering, waren
we weer eens bij
elkaar. Jo was toen
directeur in WarmondP
Mijn meisje wist niet
goed hoe ze hem aan
moest spreken en zat
er een beetje mee.
Mijn vader vond, dat
je hem aan moest
spreken met professoi
of zo. Maar Jo zag da
en zei gewoon: „Zeg
maar Jo, hoor." Hij
zegt hetzelfde tegen
mijn kinderen en hun
aanhang.
.Hen voorbeeld van
zijn diplomatie: ons
tweede kind was net
geboren. Jo kwam op
bezoek. In die dagen
was ik nogal actief in\ j
een parochie in BH
Amsterdam. Hij had fS
ons eerste kind ïl
gedoopt. Ik vroeg her,
„Jo, wil jij ons kind SC
dopen?", met nadruk
op jij. Hij zegt: „als ji, 0
dat op prijs stelt.Ik
direct: „Nee". En hij
daarop: „Je hebt groot*
gelijk". Evert zegt tot
slot een ding te hopen 53
„Dat we op 4
september rustig naar y
Utrecht kunnen. Dan
is hij jarig.
Spit. ..Ach. ze zijn er'zelt niet eens tevreden ove
hoe zou ik dat dan kunnen zijn? Ik begrijp d
de kerken beperkte mogelijkheden hebben en
wil ze dan ook geen rapportcijfer geven Maar al]
lidmaat van zo'n kerk zou ik het een goeie zaal
inden als men zich over een aantal problemei
duidelijker en nadrukkelijker zou uitspreken
je iets aangereikt krijgt, waarmee je in je
bondswerk iets zou kunnen doen. En ook zou ik
willen dat de Kerk wat nadrukkelijker contact zoi
hebben met de werknemers, vooral met de georga
niseerde werknemers"
Gevraagd in dit verband wat Spit vindt van he
bedrijfspastoraat in zijn algemeenheid en het nieu
we project van het aartsbisdom Utrecht in he
bijzonder, antwoordt de NKV-voorzitter dat be
drijfspastoraat in eerste wstantie een zaak van de
Kerk is. Fijntjes merkt hij op. dat in het verledei
ooit de situatie heeft bestaan dat het bedrijfspasto
raat zich tegen de vakbeweging richtte ..Thans
heeft het bedrijfspastoraat een ontwikkeling door
gemaakt waarin men de vakbeweging moet erken
nen en er mee moet samenwerken. Mogelijk is hel
een heel goede aanvulling op wat er parochiege
wijs plaats vindt. In het ene geval gebeurt dat heel
goed. in het andere is het knudde met een rietje
Maar ik heb geen informatie hoe de situatie in
z'n algemeenheid er voorstaat. Parochie-pastores
kunnen heel nadrukkelijk tegen werknemerspro
blemen aanlopen. En als ze er omheen zouden
willen, begrijpen ze hun parochianen niet meer
Dus doen ze er verstandig aan zich er wel mee
bezig te houden"
Bij het stilstaan bij de vijftigste sterfdag van de grondlegger van het Nederlands
Katholiek Vakverbond (NKV), mgr. dr. Alphonse Ariëns, rijst de vraag of de
doelstellingen, waarmee hij destijds de werknemers organiseerde nog steeds opgeld
doen bij tegenwoordige voormannen. Vooral nu het NKV een federatieve samen
werking is aangegaan met het NVV met als uiteindelijk doel een volledig opgaan
van de twee vakorganisaties in de Federatie Nederlandse Vakbeweging, de FNV.
Twee van onze verslaggevers hadden daartoe een gesprek met de voorzitter van
het NKV, Wim Spit. In dit gesprek, waarvan u hieronder de weerslag aantreft,
bleek Spit telkenmale geïrriteerd te worden door vragen betreffende indentiteits-
bepalende aspecten rond het NKV. „Dit soort vragen krijgt veel te veel aandacht
en wekt de indruk alsof ze gesteld worden vanuit een instelling waarbij wij
moeten verdedigen waarmee we bezig zijn", zo zei hij. „Alsof wij het erfgoed
van Ariëns aan het verkwanselen zouden zijn".
AMSTERDAM „We kunnen Ariëns recht in de
ogen kijken. En we hebben ook niet de minste
neiging onze komaf te verloochenen en de pioniers
van vroeger de eer te onthouden, die hun recht
streeks toekomt. Aan de andere kant is het zo
dat de opvattingen van Ariëns bekeken moeten
worden in het licht van die tijd en die omstandig
heden. Het is dan ook beslist niet zo dat rooms-
katholieke organisaties, die lid zijn geworden van
het CNV, aanspraak zouden kunnen maken op het
gedachtegoed van Ariëns. De meeste hebben zelfs
nooit deel uitgemaakt van de Katholieke Arbei
ders Beweging, het latere NKV. En ik wil ook
tegenhouden als zou het CNV aanspraak kunnen
laten gejden op het rooms-katholieke erfgoed van
de rooms-katholieke vakbeweging. Dat erfgoed
berust bij het NKV en wordt meegenomen naar
het FNV".
Aldus een bitse Wim Spit (54). voorzitter van het
Nederlands Katholiek Vakverbond (NKV), de
werknemersorganisatie, waarvoor Alphonse Marie
Auguste Ariëns in 1889 in Enschede de grondslag
legde door middel van de stichting van de Rooms
Katholieke Werkliedenvereniging. Met die vereni
ging wierp Ariëns - zo luidt althans de historie
tegelijkertijd een dam op tegen wat wel genoemd
werd ..de atheïstisch socialistische propaganda van
Domela Nieuwenhuis". die veel succes boekte on
der het Twentse textielproletariaat. dat in de meest
ellendige omstandigheden verkeerde. Vandaar dat
Ariëns in sommige kringen te boek staat als een
bestrijder van het socialisme (en communisme) en
een onvermoeibaar ijveraar voor het overeind
houden van de christelijke (lees: rooms-katholieke)
beginselen in de sociale strijd. Tegen die achter
grond gezien is het op z'n zachtst gezegd opvallend
dat morgen (27 augustus) de voorzitter van het
NKV samen met de voorzitter van het socialisti
sche NW. Wim Kok. een krans gaat leggen op
het graf van Ariëns in Maarssen.
Spit: „Dat is beslist geen paradox of merkwaardig,
net zo min als de federatie van NKV en NVV dat
is. De kranslegging van Kok en mij op het graf
van Ariëns is de uiterlijke verschijning van een
maatschappelijke ontwikkeling, die we met z'n
allen hebben meegemaakt. En ook Ariëns stond
een veel bredere vakbeweging voor dan alleen
maar een rooms-katholieke. Maar hij werd er voor
op zijn vestje gespuugd door de toenmalgie clerus,
waardoor hij nolens volens naar een katholieke
vereniging toe moest. Je zou je kunnen afvragen
of de man niet doodgelukkig zou zijn geweest met
een ontwikkeling, die geleid heeft tot een zo brede
vakbeweging als thans het geval is. Bovendien
moeten we de leden van de KAB en het latere
NKV niet idealiseren. Die waren heus niet dag en
nacht bezig met de relatie geloof-vakbe\Veging
Soms wordt daarover gesproken op een manier
die de grenzen van de huichelarij benadert. Alleen
het christen zijn zou de serieuze reflectie zijn v an
datgene waarmee je bezig bent? Nou. m'n zolen
Met dit alles wil Spit gezegd hebben dat ook vanuit
historisch perspectief de federatieve samenwerk
ing tussen NKV en NVV niet alleen te verklaren
is. maar ook voor de hand ligt „Het NKV is heus
niet bezig met erfgoed van Ariens te verkwanselen,
zoals ik uit uw vragen proef. Dat irriteert mij in
hoge mate. De samenwerking met het NVV is dooi
de leden zo niet unaniem dan toch met de grootst
mogelijke meerderheid gewild. In mijn visie is
godsdienst als organisatie-criterium niet meer van
dwingende betekenis. Maar het is triviaal, kwaar-
daardig en in elk geval oppervlakkig als mensen
op grond daarvan beweren dat het NKV de gods
dienst overboord zou hebben gezet. Nee. ik beweer
niet dat u dat zegt. maar er zijn mensen die dat
wel doen. Het is maar een klein kringetje waarin
dat wordt gezegd, maar het is er.
LEVENSOVERTUIGING
En de vragen die u stelt komen mij in dat opzicht
bekend voor. Levensovertuiging kan een inspiratie
bron zijn voor een vakbeweging en van betekenis
blijken bij de bepaling van het beleid We willen
dan ook een boodschap blijven houden aan de
Kerk en gaan er vanuit dat het omgekeerde ook
het geval is. Waarom dacht u dat we anders het
gesprek met de Nederlandse bisschoppen hebben
gehad? En met de Nederlands Hervormde Kerk
en het Humanistisch Verbond? De verhouding
levensovertuiging - vakbeweging moet ook organi
satorisch gestalte krijgen binnen de FNV Het
NKV is een maatschappelijke organisatie, die zich
met de meeste ernst over die problematiek gebo
gen heeft. Dat blijkt duidelijk uit het analytisch
gedeelte van het NKV-program. Zelfs de opvattin
gen van Ariëns zijn in dat gedeelte herkenbaar
Het gaat het NKV niet in de eerste plaats om de
knikkers. En zo'n benadering zou ook het NVV
voor nog geen vijf centen recht doen. De Katholie
ke Arbeiders Beweging is een uitermate vruchtba
re affaire gebleken en zo ook het NKV. We zijn
gegroeid naar een grote maatschappelijke organi
satie die met het nodige gezag en invloed de
belangen van de werknemers verdedigt en dat met
het nodige succes".
De opmerking van Spit dat de vakbeweging een
boodschap wil hebben aan de Kerk leidt tot de
vraag wat met name het NKV van die kerk
verwacht en of ze concreet de weg zou moeten
aangeven, die zou moeten leiden tot de door de
vakbeweging bepleite maatschappijvernieuwing
Volgens de NKV-voorzitter is er geen algemeen
antwoord op die vraag te geven. „Maar een Kerk,
die Christus als leidsman heeft kan er niet omheen
zich bezig te houden met maatschappelijke proble
men en daarover uitspraken te doen. Maar ze moet
niet optreden in de plaats van bijvoorbeeld de
vakbeweging of de politieke partijen. De Kerk
moet de deskundigheid en de betrokkenheid van
de maatschappelijke organisaties in dit opzicht ook
serieus nemen. Maar voor het overige hangt haai
stellingname af van de concrete omstandigheden.
Nogmaals: door de levensovertuiging van je leden
moet je een relatie onderhouden met die. zeg maar
levensovertuigelijke hiërarchie. Maar je moet daar
niet je wijsheid halen. De relatie met de Kerk is
één aspect van de zaak en in die zin functioneert
iemands levensovertuiging in het grote geheel
Maar je zult als vakbeweging zelf opvattingen
dienen te formuleren over bijvoorbeeld de factor
arbeid en die niet buiten de deur halen"
Bent u tevreden over wat de Kerk op dit gebied
doét?
veilingcomplex, de
herhaaldelijke
verbouwingen en de
uitbreidingen hebben
bij Piet hun sporen
achter gelaten,
ofschoon hij nog
steeds binding heeft
met de veiling. Grote
kracht van de
Willebrandsen vindt
hij, dat ze open staan
voor de mens om zich
heen, het maakt niet
uit wie of wat hij is.
Piet heeft zijn broer Jo
niet zo gekend, hij was
al met zijn elfde het
huis uit. „We zagen
hem alleen in de
vakanties. Als jongen
muntte hij al uit. op de
lagere school sloeg hij
een klas over."
Veilingman Piet
herinnert zich wel, dat
hij vaker thuis was
Walter Willebrands weet weinig van Jo...
Jaap Willebrands ...diep in Suriname...
Later zagen zij hem
vrij vaak, toen hun
vader nog leefde. Jo
reisde veel en als hij
een stop maakte in
Amsterdam, kwam hij
altijd even aan. Piet
kenschetst hem als een
zeer trouwe bezoeker
aan thuis. „Onze
ouders hebben ons
liefde voor muziek en
kunst bijgebracht. Dat
vraagt luisteren en
zien. Jo heeft dat ooit
nog eens aangehaald
in een preek. Hij
bedankte zijn ouders
voor de begeleiding in
de mooie dingen van
het leven."
Onderhoudend
Volgens Piet weet zijn
oudste broer zijn
familie voortreffelijk te
onderhouden als hij
een feest geeft of jarig
is. „Hij zorgt altijd
voor iets aardigs. Toen
we met de hele familie
naar Rome gingen
voor zijn
bisschopswijding,
organiseerde hij voor
ons een tocht door
Rome.Piet laat weten
dat zijn broer een man
is, die smakelijk kan
vertellen. Iemand die
plezier kan hebben om
kleine dingen. Ook
Piet is ervan overtuigd,
dat hij zijn broer kwijt
zal zijn, als deze tot
paus wordt gekozen.
„Een ontzettend zware
taak, die hem helemaal
in beslag zal nemen.
Een andere broer.
Jaap Willebrands, trok
in 1947 naar Suriname,
werd redacteur van
„De Surinamer" en
pastoor van de
Bonifatiuskerk in de
stad Paramaribo. Op
zijn zestigste gaf hij
gevolg aan zijn
hartewens en trok de
rimboe in als
missiepater. Piet
karakteriseert hem
vergenoegd als een
„bijzonder stukje
eenvoud". Hij moet
uren varen voor hij op
de plaats van
bestemming is en leeft
er midden tussen de
bosnegers. Hij heeft
drie nederzettingen
van de grond gebracht
en is bezig met een
vierde.
Piet: „Die knul heeft
zich helemaal los
gemaakt van onze
wereld, onze leefwijze.
Hij werkt drie weken
en gaat er dan een
week tussenuit, om
weer eens normaal
voedsel tot zich te
kunnen nemen. Daar
wordt van alles
gegeten, bedorven of
niet. Hèt lichaam van
de bosnegers is daarop
ingesteld, maar het
onze niet
Sterk geslacht
„De Willebrandsen zijn
van een sterk geslacht.
Herman is weliswaar
vorig jaar overleden,
maar hij heeft langer
geleefd, dan de dokters
hem hadden
voorspeld,zo vertelt
Piet. „Als gevolg van
een slecht behandelde
tbc, heeft hij jaren
geleefd op een deel
van een long.
Herman woonde in
Leidschendam en
werkte bij het
departement van
Sociale Zaken. Hij
begon bij de gemeente
Bovenkarspel en
belandde via onder
meer het
Arbeidsbureau in
Enkhuizen bij het
ministerie. Hij was erg
bemind bij zijn
personeel.Hun zus
Annie („Schat van een
meid") heeft een
Wim Spit: ..We hebben niet de minste
neigi ig onze kom af te verloochenen"
Dr Ariëns, de grondlegger van het huidige
NKV
SCHOLING
Pratend over het scholingselement binnen het
NKV en de indruk, die ontstaat dat daaraan (als
gevolg van de federatieve samenwerking binnen
de FNV) minder wordt gedaan dan in het verleden,
zegt Spit dat „Veel dingen uit het verleden zijn
weggevallen, omdat ze niet meer nodig waren"
„Maar de vakbeweging in Nederland is nooit een
eng-materialistische loonmachine geweest. Er is
altijd, en ook nu nog. aandacht geweest voor
scholing, vorming en onderwijs. Binnen het NKV
hebben we honderd sociale scholen, waar groepen
leden cursussen van drie jaar volgen. We hebben
een beleidsgroep maatschappelijk welzijn, vooral
dankzij de samenwerking binnen de FNV. Ook
hebben we een bewustwordingsproject met betrek
king tot de Derde'Wereld opgericht.
Nee. we graven dieper dan alleen maar een centje
meer loon in handen krijgen. We hebben niet
alleen aandacht voor de werksituatie van onze
'eden. maar ook voor hun leefsituatie. Al met al
is het heel goed gesteld met het NKV. en de
ontwikkelingen die we hier hebben doorgemaakt
sluiten heel goed aan bij hedendaagse ontwikkelin
gen in de maatschappij. Er wordt veel geromanti
seerd over o.a. het verleden van het NKV. Vaak
is dat echter grandioze flauwekul".
Klaas Goinga
Johan Nijkamp
dan anderen. Jo was
lichamelijk niet zo
sterk. Nauwelijks
voorstelbaar als je ziet
hoe sterk hij nu is. Hij
zette zich kennelijk te
veel in."
Hij had veel vrienden
in het dorp en trok in
de vakanties wel eens
met hen de polder in,
met een schuit. Piet
herinnert zich de
komst van een brief,
die heel wat
opschudding
veroorzaakte: „Jo
schreef vanuit Vaals,
dat hij er geen zin
meer in had. Vader er
heen. Toen hij
terugkwam bleek dat
Jo het zo niet bedoeld
had. Hij wilde liever
naar de wereldheren.
Hij was geen
kloostertype bepaald."