hopen' op 4 september rustig zijn verjaardag te vieren" Familie Willebrands niet gebrand op pauskeuze van broer „Jo" WIM SPIT (NKV): „We kunnen Ariëns recht in de ogen kijken, we hebben zijn erfgoed niet verkwanseld" „Als hij het wordt, dan zijn we 'n broer kwijt". Evert Willebrands hoopt daarom, dat een benoeming tot opvolger van paus Paul us VI aan zijn oudste broer, kardinaal Jo Willebrands, voorbij zal gaan. Een dergehjke taak is zo zwaar, dat hij met geen mogelijkheid meer even kan aanwippen bij zijn familie, zoals hij nu doet als hij in de buurt is. Hij heeft altijd geprobeerd het contact met zijn zus en vier broers stevig vast te houden. Hoe weinig ze elkaar in hun jeugd zagen vaak alleen in de vakanties, want de meesten uit het gezin Willebrands gingen al vroeg huns weegs des te sterker worden de banden nu aangehaald als ze elkaar weer eens opzoeken. Ze zijn aan elkaar gehecht. Ook aan hun oudste broer, een .gezellige knul", wiens nuchtere humor en grote interesse voor het kleine voor hen onbereikbaar zullen zijn als hij plaats moet nemen op de Heilige Stoel. ,JIij zou gevangene zijn van het Vaticaan", zo voorziet zijn jongste broer Evert, waarmee hij ongetwijfeld het gevoelen van het grootste deel van de familie verwoordt. Zijn tante Geertje, enig overgebleven zuster van zijn moeder laat zich daarover zeer ontwapenend uit: „Ik hoop niet dat hij het wordt, omdat ik hem zijn vrijheid gun. zodat hij zelf achter het stuur van zijn auto kan gaan zitten, want dat doet hij zo graag." Amerikaans bezoek Tante Geertje is de 85-jarige mevrouw De Wit-Kok, een vieve dame, die een kamer in het bejaardenhuis ,JIet Hiemert" in Lutjebroek bewoont. Ze is de enige nog van de familie die de kardinaal vanaf diens geboorte heeft meegemaakt. Het gebeuren in Rome houdt ze dan ook nauwlettend in het oog. Ze laat en passant doorschemeren dat ze dezer dagen ook al bezoek heeft gehad van een Amerikaanse filmploeg in verband met haar neef. Zouden Willebrands' kansen voor het pausschap dan toch stijgen? Mevrouw De Wit heeft haar neef vanaf zijn geboorte op zien groeien, als haar zuster Af ra's steun en toeverlaat in de huishouding. Het gezin Willebrands was Evert Willebrands ...broer kwijt... volgens haar een heel gewoon gezin als alle andere, met de gezelligheid en de gebruikelijke strubbelingen van dien. Van Jo weet ze alleen, dat hij een bedaarde jongen was, die ontzettend veel las. Hij speelde als ieder ander op de boerderij van de buren en ging als ieder ander ook naar de kermis. Als hij in de vakanties thuis kwam bracht hij steevast een bezoek aan huize De Wit in Grötebroek voor een praatje en een spelletje. Dat is altijd zo gebleven. Hij heeft zijn tante zelfs in het bejaardenhuis al drie keer opgezocht. ,JHij was er van de zomer nog,vertelt ze en zegt plotseling heel beslist: „Hij kan geen paus worden, want hij is zo gewoon. Af ra en Herman Willebrands hadden negen kinderen, zes jongens en drie meisjes. Twee meisjes overleden vrij vroeg. Vorig jaar overleed een zoon, Herman (63). Afra Willebrands overleed in 1963. Haar man volgde haar in 1976 op 91-jarige leeftijd. Om een indruk van de Willebrands-familie te kunnen opdoen sprak hel NHD met drie broers van de kardinaal: Piet. Walter en Exert. Hun zus Annie Grol-Willebrands (61), woonachtig in Groningen, was wegens vakantie onbereikbaai', evenals hun broer Jaap (66), die als missionaris werkt in de rimboe van Suriname. Het gezin woonde in Bovenkarspel. Vader Herman, afkomstig uit Hoorn, was directeur van groenteveiling „De Tuinbouw" in Grootebroek. In het gezin had hij de touwtjes in handen. Hij stond er op, dat in de huiselijke kring behoorlijk Nederlands werd gesproken en geen Westfries. In het dorp was hij een gezien man, die zich op velerlei wijzen dienstbaar maakte voor de gemeenschap, zoals in de Boerenleenbank, in school- en kerkbestuur. Hij had een dagelijkse gang naar de kerk. Zijn vrouw en hij waren diep gelovige mensen. Vandaar ook, dat het de gewoonste zaak van de wereld werd gevonden, dat enkele van de jongens voor priester gingen studeren. Uiteindelijk twee van hen zijn dat geworden. Wijze moeder Volgens Piet Willebrands (62) straalde hun moeder een enorme rust uit. „Ze ving alles met grote kalmte op". Bedachtzaam zegt hij: „Ik denk dat ze bijzonder wijs was." Piet Willebrands volgde zijn vader op als directeur van de Grootebroeker veiling „De Tuinbouw". Na er wjfenveertig jaar van zijn leven te hebben ingestoken, is hij gezondheidsredenen gestopt. De veiling heeft in totaal zestig jaar Willebrands meegemaakt. De stormachtige groei xran de veiling, de omschakeling van vaarveiling naar een modern opleiding voor sociaal werkster gevolgd in Haarlem. Ze had later een werkkring in Musselkanaal. Walter Willebrands (60): „Ik weet verdomd weinig van mijn broer. Hij was de oudste en ik een van de jongsten. We zagen elkaar alleen in de vakanties." Walter verhet op zijn zestiende het ouderlijk huis en trok naar Den Bosch. „Ik wilde de wereld zien.Na veel omzwervingen belandde hij in Bergen, waar hij nu al 27 jaar een bakkerszaak drijft. Hij verhandelt onder meer biologisch-dynamisch brood. Hij vertelt dat hij van een nummertjessysteem in zijn zaak niks moet hebben. „Als je klanten als een nummer gaat beschouwen, waar blijf je dan?" Hij weet zich een voorval te herinneren: „We waren blagen van een jaar of dertien, Evert en ik, en we waren op een dag stierlijk vervelend. Toen zei mijn vader: „Doe wat". Wij vroegen: „Wat dan?", waarop Jo zei: ,JLoop naar Hoorn". En we deden het, wat ze natuurlijk nooit hadden verwacht. De afstand Bovenkarspel Hoorn is niet niets. Walter lacht bij de gedachte. „Al weer op de terugweg, kwamen pa en Jo ons op de fiets bij Blokker tegemoet. We kregen geld voor de bus terug." Walter zegt zijn broer Jo nu beter te kennen dan vroeger: „Hij heeft een agenda van hier tot ginder, maar verjaardagen vergeet hij nooit. Hij interesseert zich voor kleine dingen, daar verwonderen we ons wel eens over.Walters vrouw noemt hem een diplomaat en een progressief man: „Dat komt vooral naar voren als hij in discussie is met onze kinderen.Als hij paus zou worden zou er volgens hen heel wat veranderen, maar een dergelijke zware taak gunnen ze hem toch liever niet. Ook Evert Willebrands (58) weet niet veel van zijn oudste broer. Toen hij geboren werd was Jo al naar het kleinseminarie. „Ik ken hem alleen maar in het zwart", zegt hij. Afgezien van een keer, dat ik hem in de vakantie in een licht pak heb gezien. Ik leerde hem pas kennen toen ik ook volwassen was. Evert is leraar Frans, (Nederlands en logopedist Even heeft hij redemptoristen-neigin gen" gehad. Op zijn twaalfde ging hij naar kostschool.. Met zijn vrouw bewoont hij een riante bovenwoning in Amsterdam oud-Zuid. Van vroeger weet hij, dat Jo altijd studeerde in zijn vakanties. „Ik deed nooit iets". En ook, dat hij vaak een ei kreeg, als hij thuis kwam, want hij was niet zo sterk. „Wij kregen dat niet daar was ik wel eens jaloers op.Later zagen ze elkaar meer. Evert woont als enige van zijn broers in Amsterdam, dichtbij Schiphol dus. „Er staat altijd een bed voor Piet Willebrands ...open voor de mensen... Evert: „Wij maken J< alleen onder gunstige omstandigheden mee, op feesten en verjaardagen. Dan ki je iemand eigenlijk niet goed kennen, is een gastheer tot ei met. Sterke karaktertrek van ht is, dat hij een uitstekende sfeer k< scheppen tussen zichzelf en zijn medewerkers. Hij gaa altijd amicaal met ,X-ang geleden, ik had net verkering, waren we weer eens bij elkaar. Jo was toen directeur in WarmondP Mijn meisje wist niet goed hoe ze hem aan moest spreken en zat er een beetje mee. Mijn vader vond, dat je hem aan moest spreken met professoi of zo. Maar Jo zag da en zei gewoon: „Zeg maar Jo, hoor." Hij zegt hetzelfde tegen mijn kinderen en hun aanhang. .Hen voorbeeld van zijn diplomatie: ons tweede kind was net geboren. Jo kwam op bezoek. In die dagen was ik nogal actief in\ j een parochie in BH Amsterdam. Hij had fS ons eerste kind ïl gedoopt. Ik vroeg her, „Jo, wil jij ons kind SC dopen?", met nadruk op jij. Hij zegt: „als ji, 0 dat op prijs stelt.Ik direct: „Nee". En hij daarop: „Je hebt groot* gelijk". Evert zegt tot slot een ding te hopen 53 „Dat we op 4 september rustig naar y Utrecht kunnen. Dan is hij jarig. Spit. ..Ach. ze zijn er'zelt niet eens tevreden ove hoe zou ik dat dan kunnen zijn? Ik begrijp d de kerken beperkte mogelijkheden hebben en wil ze dan ook geen rapportcijfer geven Maar al] lidmaat van zo'n kerk zou ik het een goeie zaal inden als men zich over een aantal problemei duidelijker en nadrukkelijker zou uitspreken je iets aangereikt krijgt, waarmee je in je bondswerk iets zou kunnen doen. En ook zou ik willen dat de Kerk wat nadrukkelijker contact zoi hebben met de werknemers, vooral met de georga niseerde werknemers" Gevraagd in dit verband wat Spit vindt van he bedrijfspastoraat in zijn algemeenheid en het nieu we project van het aartsbisdom Utrecht in he bijzonder, antwoordt de NKV-voorzitter dat be drijfspastoraat in eerste wstantie een zaak van de Kerk is. Fijntjes merkt hij op. dat in het verledei ooit de situatie heeft bestaan dat het bedrijfspasto raat zich tegen de vakbeweging richtte ..Thans heeft het bedrijfspastoraat een ontwikkeling door gemaakt waarin men de vakbeweging moet erken nen en er mee moet samenwerken. Mogelijk is hel een heel goede aanvulling op wat er parochiege wijs plaats vindt. In het ene geval gebeurt dat heel goed. in het andere is het knudde met een rietje Maar ik heb geen informatie hoe de situatie in z'n algemeenheid er voorstaat. Parochie-pastores kunnen heel nadrukkelijk tegen werknemerspro blemen aanlopen. En als ze er omheen zouden willen, begrijpen ze hun parochianen niet meer Dus doen ze er verstandig aan zich er wel mee bezig te houden" Bij het stilstaan bij de vijftigste sterfdag van de grondlegger van het Nederlands Katholiek Vakverbond (NKV), mgr. dr. Alphonse Ariëns, rijst de vraag of de doelstellingen, waarmee hij destijds de werknemers organiseerde nog steeds opgeld doen bij tegenwoordige voormannen. Vooral nu het NKV een federatieve samen werking is aangegaan met het NVV met als uiteindelijk doel een volledig opgaan van de twee vakorganisaties in de Federatie Nederlandse Vakbeweging, de FNV. Twee van onze verslaggevers hadden daartoe een gesprek met de voorzitter van het NKV, Wim Spit. In dit gesprek, waarvan u hieronder de weerslag aantreft, bleek Spit telkenmale geïrriteerd te worden door vragen betreffende indentiteits- bepalende aspecten rond het NKV. „Dit soort vragen krijgt veel te veel aandacht en wekt de indruk alsof ze gesteld worden vanuit een instelling waarbij wij moeten verdedigen waarmee we bezig zijn", zo zei hij. „Alsof wij het erfgoed van Ariëns aan het verkwanselen zouden zijn". AMSTERDAM „We kunnen Ariëns recht in de ogen kijken. En we hebben ook niet de minste neiging onze komaf te verloochenen en de pioniers van vroeger de eer te onthouden, die hun recht streeks toekomt. Aan de andere kant is het zo dat de opvattingen van Ariëns bekeken moeten worden in het licht van die tijd en die omstandig heden. Het is dan ook beslist niet zo dat rooms- katholieke organisaties, die lid zijn geworden van het CNV, aanspraak zouden kunnen maken op het gedachtegoed van Ariëns. De meeste hebben zelfs nooit deel uitgemaakt van de Katholieke Arbei ders Beweging, het latere NKV. En ik wil ook tegenhouden als zou het CNV aanspraak kunnen laten gejden op het rooms-katholieke erfgoed van de rooms-katholieke vakbeweging. Dat erfgoed berust bij het NKV en wordt meegenomen naar het FNV". Aldus een bitse Wim Spit (54). voorzitter van het Nederlands Katholiek Vakverbond (NKV), de werknemersorganisatie, waarvoor Alphonse Marie Auguste Ariëns in 1889 in Enschede de grondslag legde door middel van de stichting van de Rooms Katholieke Werkliedenvereniging. Met die vereni ging wierp Ariëns - zo luidt althans de historie tegelijkertijd een dam op tegen wat wel genoemd werd ..de atheïstisch socialistische propaganda van Domela Nieuwenhuis". die veel succes boekte on der het Twentse textielproletariaat. dat in de meest ellendige omstandigheden verkeerde. Vandaar dat Ariëns in sommige kringen te boek staat als een bestrijder van het socialisme (en communisme) en een onvermoeibaar ijveraar voor het overeind houden van de christelijke (lees: rooms-katholieke) beginselen in de sociale strijd. Tegen die achter grond gezien is het op z'n zachtst gezegd opvallend dat morgen (27 augustus) de voorzitter van het NKV samen met de voorzitter van het socialisti sche NW. Wim Kok. een krans gaat leggen op het graf van Ariëns in Maarssen. Spit: „Dat is beslist geen paradox of merkwaardig, net zo min als de federatie van NKV en NVV dat is. De kranslegging van Kok en mij op het graf van Ariëns is de uiterlijke verschijning van een maatschappelijke ontwikkeling, die we met z'n allen hebben meegemaakt. En ook Ariëns stond een veel bredere vakbeweging voor dan alleen maar een rooms-katholieke. Maar hij werd er voor op zijn vestje gespuugd door de toenmalgie clerus, waardoor hij nolens volens naar een katholieke vereniging toe moest. Je zou je kunnen afvragen of de man niet doodgelukkig zou zijn geweest met een ontwikkeling, die geleid heeft tot een zo brede vakbeweging als thans het geval is. Bovendien moeten we de leden van de KAB en het latere NKV niet idealiseren. Die waren heus niet dag en nacht bezig met de relatie geloof-vakbe\Veging Soms wordt daarover gesproken op een manier die de grenzen van de huichelarij benadert. Alleen het christen zijn zou de serieuze reflectie zijn v an datgene waarmee je bezig bent? Nou. m'n zolen Met dit alles wil Spit gezegd hebben dat ook vanuit historisch perspectief de federatieve samenwerk ing tussen NKV en NVV niet alleen te verklaren is. maar ook voor de hand ligt „Het NKV is heus niet bezig met erfgoed van Ariens te verkwanselen, zoals ik uit uw vragen proef. Dat irriteert mij in hoge mate. De samenwerking met het NVV is dooi de leden zo niet unaniem dan toch met de grootst mogelijke meerderheid gewild. In mijn visie is godsdienst als organisatie-criterium niet meer van dwingende betekenis. Maar het is triviaal, kwaar- daardig en in elk geval oppervlakkig als mensen op grond daarvan beweren dat het NKV de gods dienst overboord zou hebben gezet. Nee. ik beweer niet dat u dat zegt. maar er zijn mensen die dat wel doen. Het is maar een klein kringetje waarin dat wordt gezegd, maar het is er. LEVENSOVERTUIGING En de vragen die u stelt komen mij in dat opzicht bekend voor. Levensovertuiging kan een inspiratie bron zijn voor een vakbeweging en van betekenis blijken bij de bepaling van het beleid We willen dan ook een boodschap blijven houden aan de Kerk en gaan er vanuit dat het omgekeerde ook het geval is. Waarom dacht u dat we anders het gesprek met de Nederlandse bisschoppen hebben gehad? En met de Nederlands Hervormde Kerk en het Humanistisch Verbond? De verhouding levensovertuiging - vakbeweging moet ook organi satorisch gestalte krijgen binnen de FNV Het NKV is een maatschappelijke organisatie, die zich met de meeste ernst over die problematiek gebo gen heeft. Dat blijkt duidelijk uit het analytisch gedeelte van het NKV-program. Zelfs de opvattin gen van Ariëns zijn in dat gedeelte herkenbaar Het gaat het NKV niet in de eerste plaats om de knikkers. En zo'n benadering zou ook het NVV voor nog geen vijf centen recht doen. De Katholie ke Arbeiders Beweging is een uitermate vruchtba re affaire gebleken en zo ook het NKV. We zijn gegroeid naar een grote maatschappelijke organi satie die met het nodige gezag en invloed de belangen van de werknemers verdedigt en dat met het nodige succes". De opmerking van Spit dat de vakbeweging een boodschap wil hebben aan de Kerk leidt tot de vraag wat met name het NKV van die kerk verwacht en of ze concreet de weg zou moeten aangeven, die zou moeten leiden tot de door de vakbeweging bepleite maatschappijvernieuwing Volgens de NKV-voorzitter is er geen algemeen antwoord op die vraag te geven. „Maar een Kerk, die Christus als leidsman heeft kan er niet omheen zich bezig te houden met maatschappelijke proble men en daarover uitspraken te doen. Maar ze moet niet optreden in de plaats van bijvoorbeeld de vakbeweging of de politieke partijen. De Kerk moet de deskundigheid en de betrokkenheid van de maatschappelijke organisaties in dit opzicht ook serieus nemen. Maar voor het overige hangt haai stellingname af van de concrete omstandigheden. Nogmaals: door de levensovertuiging van je leden moet je een relatie onderhouden met die. zeg maar levensovertuigelijke hiërarchie. Maar je moet daar niet je wijsheid halen. De relatie met de Kerk is één aspect van de zaak en in die zin functioneert iemands levensovertuiging in het grote geheel Maar je zult als vakbeweging zelf opvattingen dienen te formuleren over bijvoorbeeld de factor arbeid en die niet buiten de deur halen" Bent u tevreden over wat de Kerk op dit gebied doét? veilingcomplex, de herhaaldelijke verbouwingen en de uitbreidingen hebben bij Piet hun sporen achter gelaten, ofschoon hij nog steeds binding heeft met de veiling. Grote kracht van de Willebrandsen vindt hij, dat ze open staan voor de mens om zich heen, het maakt niet uit wie of wat hij is. Piet heeft zijn broer Jo niet zo gekend, hij was al met zijn elfde het huis uit. „We zagen hem alleen in de vakanties. Als jongen muntte hij al uit. op de lagere school sloeg hij een klas over." Veilingman Piet herinnert zich wel, dat hij vaker thuis was Walter Willebrands weet weinig van Jo... Jaap Willebrands ...diep in Suriname... Later zagen zij hem vrij vaak, toen hun vader nog leefde. Jo reisde veel en als hij een stop maakte in Amsterdam, kwam hij altijd even aan. Piet kenschetst hem als een zeer trouwe bezoeker aan thuis. „Onze ouders hebben ons liefde voor muziek en kunst bijgebracht. Dat vraagt luisteren en zien. Jo heeft dat ooit nog eens aangehaald in een preek. Hij bedankte zijn ouders voor de begeleiding in de mooie dingen van het leven." Onderhoudend Volgens Piet weet zijn oudste broer zijn familie voortreffelijk te onderhouden als hij een feest geeft of jarig is. „Hij zorgt altijd voor iets aardigs. Toen we met de hele familie naar Rome gingen voor zijn bisschopswijding, organiseerde hij voor ons een tocht door Rome.Piet laat weten dat zijn broer een man is, die smakelijk kan vertellen. Iemand die plezier kan hebben om kleine dingen. Ook Piet is ervan overtuigd, dat hij zijn broer kwijt zal zijn, als deze tot paus wordt gekozen. „Een ontzettend zware taak, die hem helemaal in beslag zal nemen. Een andere broer. Jaap Willebrands, trok in 1947 naar Suriname, werd redacteur van „De Surinamer" en pastoor van de Bonifatiuskerk in de stad Paramaribo. Op zijn zestigste gaf hij gevolg aan zijn hartewens en trok de rimboe in als missiepater. Piet karakteriseert hem vergenoegd als een „bijzonder stukje eenvoud". Hij moet uren varen voor hij op de plaats van bestemming is en leeft er midden tussen de bosnegers. Hij heeft drie nederzettingen van de grond gebracht en is bezig met een vierde. Piet: „Die knul heeft zich helemaal los gemaakt van onze wereld, onze leefwijze. Hij werkt drie weken en gaat er dan een week tussenuit, om weer eens normaal voedsel tot zich te kunnen nemen. Daar wordt van alles gegeten, bedorven of niet. Hèt lichaam van de bosnegers is daarop ingesteld, maar het onze niet Sterk geslacht „De Willebrandsen zijn van een sterk geslacht. Herman is weliswaar vorig jaar overleden, maar hij heeft langer geleefd, dan de dokters hem hadden voorspeld,zo vertelt Piet. „Als gevolg van een slecht behandelde tbc, heeft hij jaren geleefd op een deel van een long. Herman woonde in Leidschendam en werkte bij het departement van Sociale Zaken. Hij begon bij de gemeente Bovenkarspel en belandde via onder meer het Arbeidsbureau in Enkhuizen bij het ministerie. Hij was erg bemind bij zijn personeel.Hun zus Annie („Schat van een meid") heeft een Wim Spit: ..We hebben niet de minste neigi ig onze kom af te verloochenen" Dr Ariëns, de grondlegger van het huidige NKV SCHOLING Pratend over het scholingselement binnen het NKV en de indruk, die ontstaat dat daaraan (als gevolg van de federatieve samenwerking binnen de FNV) minder wordt gedaan dan in het verleden, zegt Spit dat „Veel dingen uit het verleden zijn weggevallen, omdat ze niet meer nodig waren" „Maar de vakbeweging in Nederland is nooit een eng-materialistische loonmachine geweest. Er is altijd, en ook nu nog. aandacht geweest voor scholing, vorming en onderwijs. Binnen het NKV hebben we honderd sociale scholen, waar groepen leden cursussen van drie jaar volgen. We hebben een beleidsgroep maatschappelijk welzijn, vooral dankzij de samenwerking binnen de FNV. Ook hebben we een bewustwordingsproject met betrek king tot de Derde'Wereld opgericht. Nee. we graven dieper dan alleen maar een centje meer loon in handen krijgen. We hebben niet alleen aandacht voor de werksituatie van onze 'eden. maar ook voor hun leefsituatie. Al met al is het heel goed gesteld met het NKV. en de ontwikkelingen die we hier hebben doorgemaakt sluiten heel goed aan bij hedendaagse ontwikkelin gen in de maatschappij. Er wordt veel geromanti seerd over o.a. het verleden van het NKV. Vaak is dat echter grandioze flauwekul". Klaas Goinga Johan Nijkamp dan anderen. Jo was lichamelijk niet zo sterk. Nauwelijks voorstelbaar als je ziet hoe sterk hij nu is. Hij zette zich kennelijk te veel in." Hij had veel vrienden in het dorp en trok in de vakanties wel eens met hen de polder in, met een schuit. Piet herinnert zich de komst van een brief, die heel wat opschudding veroorzaakte: „Jo schreef vanuit Vaals, dat hij er geen zin meer in had. Vader er heen. Toen hij terugkwam bleek dat Jo het zo niet bedoeld had. Hij wilde liever naar de wereldheren. Hij was geen kloostertype bepaald."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 22