Europa's trein van de toekomst Nederland sceptisch tegenover Duitse plannen Duitse regering en rijfsleven pakken lagnetische zweeftrein aan Europa's modernste spoorweg, een ruim 31 kilometer lange op vijf meter hoge betonnen pijlers geprojecteerde monorail voor supersnelle magnetische zweef treinen, verrijst volgend jaar in het Duitse Eemsland vlakbij de Nederlandse grens. Een hypermoderne uit twee compartimenten opgebouw de negentig meter lange zweeftrein gaat dan rijden op een met een groot testcentrum en een hoge uitkijktoren uit te rusten proefbaan. Dit op de ontwikkeling van nieuwe „spoorwegtechnie ken" gerichte complex kan al eind 1980 begin 1981 in gebruik worden genomen. Met het project is een investering van minstens 150 miljoen Mark gemoeid. De proefbaan zal men straks kunnen vinden nabij de hoofd verkeersweg B70, op het traject Meppen-Papenburg. Tussen het dorpje Tinnen (nabij Haren), Lathen en de dorpjes Dorpen en Wippingen in de buurt van de ver keersweg 401. De monorail krijgt bij Tinnen en Wippingen twee grote lussen, zodat de zweeftrein langdurig kan rondsuizen en daarbij op het rechte eind snelheden tót 400 en 500 kilometer per uur kan ontwikkelen. Voor de aanleg van de proefbaan benut men de oostelij ke oever van het tijdens de oorlog geplande maar nooit voltooide Eems-Seitenkanaal nabij de verkeersweg B 70. Dankzij het feit dat er in dit gebied niet gebouwd is en de grond aan de staat toebehoort, kan men er nu zeer snel aan de slag. Aanvankelijk zou het Konsortium Magnetbahn Transrapid dat in München ook over een kortere proefbaan beschikt, het project aanleggen in het Beierse Manching. Er waren daar echter grote proble men en daarom ging men in München akkoord met het aanbod van de deelstaat Niedersachsen en het geweste lijk bestuur in Meppen om de proefbaan in Eemsland aan te leggen. In Meppen en Papenburg is men erg blij met dit project waarvoor minister Volker Hauf (Wetenschappen en Technologie) na lang aandringen van onder meer de door Niedersachsen afgevaardigde parlementariër Jan Ooster- getelo onlangs het groene licht gaf. Binnenkort wordt het project aanbesteed. Voor de bouw wereld in het Eemsland betekent de proefbaan een forse injectie. Men rekent in Meppen op een blijvend positief effect voor de hele streek omdat vanuit heel Europa spoorwegdeskundigen en andere belangstellenden naar de zweeftrein zuilen komen kijken. Het doel van het project is de ontwikkeling van een nieuw, uniform supersnel spoorwegsysteem voor de hele EEG, waarbij hogere snelheden kunnen worden ontwik keld dan de 200 tot 250 kilometer per uur die thans nog als de bovengrens worden beschouwd voor op wielen lopende treinstellen. Eén van onze redacteuren verdiepte zich in de technische bijzonderheden en mogelijkheden van „Europa's trein van de toekomst" en polste ook de mening van onze eigen Nederlandse Spoorwegen. Utrecht Den Haag Het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de 'Nederlandse Spoorwegen volgen de Duitse proeven met zweeftreinen zeer nauwgezet en met grote belangstelling. „Maar onze regering en spoorwegdeskundigen staan zeer sceptisch tegenover de Duitse plannen waarin 't bedrijfs leven veel geld heeft gepompt," aldus een woordvoerder van de Nederlandse Spoorwegen in Utrecht. Hij herinnert aan de plannen om de Spoorwegverbindin gen tussen de EEG-landen met conventionele rails te verbeteren door in de toekomst treinen in te zetten die een snelheid van ruim 200 kilometer per uur kunnen halen. Bij NS wijst men ook op het succes van de nieuwe Tokaiao-lijn tussen Tokio en Osaka in Japan waar zoge naamde „Kogeltreinen" met 300 kilometer per uur over normale rails door het fraaie landschap snellen. Geënt op die spoorwegverbinding zijn er in Europa ook plannen in ontwikkeling voor supersnelle treinen tussen Lyon-Parijs-Londen via een eventueel aan te leggen Ka naaltunnel, Amsterdam-Den Haag-Brussel en een noord- zuidverbinding van Duitsland naar Italië. Die plannen hebben de regering van de Bondsrepubliek en de indus trie geïnspireerd bij de ontwikkeling van de zweeftrein. „Maar we betwijfelen of zo'n trein in heel Europa^ zal gaan rijden. Want het magnetisch systeem vreet kolossale hoeveelheden elektriciteit bij de supergeleiding met he lium. Het lijkt ons ook geen energievriendelijk systeem, want er moet toch een kilometerslang viaduct worden aangelegd. Volgens onze infqrmatie vereist een &Jccesvol- le toepassing van het systeem een min of meer „recht-toe- recht-aan-viaduct zonder hellingen. Maar onze deskundi gen letten overigens wel op de resultaten", aldus de NS-woordvoerder. Volgens de Duitse" plannenmakers is er bij de spoorwegen sprake van een overgangsfase. Men wijst er op dat er grote tekorten optreden. Snelheid is het toverwoord waar mee men op langere afstanden de gemotoriseerde wegge bruiker naar het „spoor" wil lokken. In Nederland bestaat al de „sprinter" en de snelle intercity. Op het traject Zwolle-Amersfoort bereikt men nu al een snelheid van 140 kilometer per uur. In grote landen haalt men al 160 tot 200 kilometer. Voorlopig zoekt men het in Europa in de ontwikkeling van normale treinen waarin hypermoderne technieken zijn verwerkt zodat Het rollend materieel hogere snelhe den kan bereiken. Voordeel is dat die in stedelijke gebieden de bestaande rails berijden, zodat de kostbare aanleg (5 miljoen gulden per strekkende kilometer) van viaducten kan vervallen., Dat neemt niet weg dat men in Duitsland naar de toekomst kijkt en dan treinen voor zich ziet die in een mum van tijd met 500 km per uur van noord naar zuid en van oost naar west snellen met behulp van lineaire inductiemotoren. Die hun energie betrekken van kerncen trales. Deskundigen zeggen dat er bij eventuele zware vervoers- stromen behoefte zal bestaan aan zowel de conventionele; als de zwevende trein. Men zal dan in Europa op de lange- trajecten de zweeftrein en op de kortere trajecten (met. vele halteplaatsen) het normale treintype kunnen laten' rijden MEPPEN Duitsland is nu koploper bij de ontwikke ling van supersnelle spoorwegverbindingen in Europa. Met man en macht werkt men op het hoofdkantoor van het Konsortium Magnetbahn Transrapid in de Steins- dorfstraat te München aan de verdere uitwerking van de tot nu toe bereikte resultaten met de „magnetische zweeftrein". Dat is een spoorwegsysteem waarbij de voertuigen tijdens de voortbeweging niet door wielen worden gedragen maar waarbij het onderstel op enkele centimeters afstand boven de baan „zweeft". De Fransman Emile Bachelet heeft het principe van de magneetkussentreinen al in 1912 uitgevonden. Hij ontwik kelde en demonstreerde destijds een model voor postver- Dit principe werd pas van betekenis nadat in de jaren zestig de zogenaamde" „supergeleiding" met electromagne- ten zijn intrede.deed. Zowel in Japan als in de Verenigde Staten en de Bondsre publiek zijn sinds 1969-1970 proefbanen aangelegd. In 1969 gaf de Duitse minister van Verkeer aan de „Hoch- leistungsschnellbahn Studiengesellschaft" in München op dracht om de mogelijkheden van het nieuwe systeem te onderzoeken. ECONOMISCH HAALBAAR De conclusie van het onderzoek luidde dat een nieuw supersnel vervoerssysteem economisch haalbaar zou zijn en daarom besloten regering en bedrijfsleven (met Mes- scherschmitt-Bolkow-Blohm (MBB), Kraus-Maffel. AEG, BBC, Dyckerhoff Widmann, Siemens en Thyssen Hen schel) tot een gezamenlijke aanpak. Die kwam na verschillende proeven in 1974 tot stand. Men begon aan de bouw van een zweeftrein, uitgerust met een lineaire inductiemotor. Bij het magneetkussen- principe (ook wel aangeduid met MAGLEU, afgeleid van het Engelse magnetic levitation) gebruikt men helium. Het vloeibare helium wordt öf aan boord van de treinstellen geproduceerd of meegenomen in voorraadtanks. Bij ande re ontwerpen, zoals het nieuwe project in het Eemsland, stelt men elektromagneten langs de baan op. Voortdurend meet men de ruinjte (10 tot 20 millimeter) tussen de trein en de baan. De gemeten resultaten gaan door middel van een computersysteem naar een controle post die de aantrekkingskrachten van de magneten op peil houdt en ervoor zorgt dat de trein in „zwevende toestand" over de monorail blijft suizen. LUCHTKUSSEN Er zijn twee soorten „zweeftreinen". In Frankrijk, Enge land, en Amerika zijn proefbanen aangelegd voor treinen met luchtkussenondersteuning. Die maken echter te veel lawaai. Gebleken is dat treinen met een magnetisch draagsysteem minder geluid produceren en sneller kun nen rijden. De Transrapid EMS produceert op het toekomstige Eems- landcircuit bij een snelheid van 300 kilometer per uur tijdens een uur proefrijden minder lawaai dan men^bij een drukke verkeersweg kan horen. Zuigkracht op naast de baan staande mensen oefent de zweeftrein nauwelijks uit. In het Eemsland zal men eerder voordelen dan nadelen van de proefbaan ondervinden. Het project verrijst in een soort natuurgebied waar men aan de oevers van het Eems-Seitenkanaal kan verpozen. Vissers en eventuele baders zullen geen hinder van de zweeftrein hebben. De bouw van het project begint op de plaats waar het testcentrum moet komen, noordoostelijk van Lathen. De aanleg van de baan gebeurt in fasen. Eerst legt men het rechte middentraject en de noordelijke lus nabij Dorpen aan. In een later stadium is de zuidelijke lus aan de beurt. De monorail komt te rusten op pijlers die op 24 meter afstand van elkaar staan. Op die pijlers monteert men electromagneten. Het viaduct wordt 4,70 meter hoog, zodat ook vrachtverkeer gemakkelijk onder de monorail door kan rijden. De eigenlijke spoorbaan wordt 12 meter breed. Men begint eerst met de aanleg van provisorische „bouwstra- ten" die later weer kunnen worden verwijderd. Blijvend is de aanleg van een smalle „bedrijfsweg" bij de monorail langs het kanaal. Voor de bouw van de proefbaan moeten nogal wat bomen en struikgewas („wildgroei,, zegt men in Meppen) sneuve len over een breedte van 24 meter. Daar staat tegenover dat men op diverse plaatsen beschuttend groen in drie rijen zal aanleggen. De proefbaan komt door geen enkel dorp. Zelfs op de plaats waar de lijn de dorpen Tinnen en Neudorpen „raakt" blijft er grote afstand tussen de eerste woningen en de monorail. „Een ideale situatie" aldus de woordvoer ders Eitlhuber en Kretzschmar van de leidinggevende firmav in het Münchener Konsortium MBB Neue Verkehr- systeme. De hypermoderne zweeftrein die in het Eemsland wordt beproefd zal nog moeten worden gebouwd. Het is een uit twee compartimenten bestaande trein die er helemaal op gebouwd is om zeer snel te rijden. De trein wordt ongeveer 90 meter lang, 3,6 meter breed en 4,2 meter hoog. De hoogste snelheid bedraagt 400 kilometer per uur. De trein zal 77 passagiers (32 in de eerste en 45 in de tweede klasse) kunnen vervoeren. Er zijn zelfs al plannen voor een trein voor 300 passagiers. Tussen de verschillende proefritten waarbij de maximale snelheid uiteraard op het rechte stuk wordt bereikt last men pauzes van enkele dagen in. „De tussenliggende tijd" aldus de plannenmakers, „benut ten we voor de verwerking van de resultaten". PROEFCENTRUM Dat gebeurt in het proefcentrum nabij Lathen. Voor de bouw van dit complex benut men een oppervlakte van 11.000 vierkante meter. Er komt een ruime wachtkamer, perron, remise, een proef- en montageplatform en uite raard een ruimte voor een controlesysteem. Er komt bij dit complex ook een platform waar hef- schroefvliegtuigen (met mogelijke belangstellenden aan boord) kunnen landen. Tenslotte bouwt men bij het plaatsje Dorpen, aan de rechterkant van de weg Dorpen-Neudorpen bij het Eems- Seitenkanaal een uitkijktoren waar het publiek de zweef trein kan gadeslaan en een overzicht van de totale proefbaan heeft. Die uitkijktoren zal gratis toegankelijk worden. Het wordt een project dat door het Münchener Konsortium in samenwerking met de omliggende gemeenten wordt uitge voerd. De plannenmakers hebben al toegezegd dat de bewoners van de omliggende dorpjes gratis een proefrit in Europa's modernste trein mogen meemaken... ALEX SNELLEMAN Rechts onder: Zo ziet het schema er uit van een zweeftrein op het viaduct: 1) Cel. 2) Zweefgestel 3) Draagsteen 4) Ankergeleider 5) Draag- en gelei dingsmagneet 6) Lengtedrager 7) Stroomoverbren- ging LIM 8) LIM-geleider Bij de foto's: Rechts boven: Deze door Jan Otter getekende kaart toont waar de proefbaan voor de magnetische zweeftrein in het Eemsland wordt aangelegd. Op het inzetje kan men zien hoe het project ten opzichte van het Nederlandse grensgebied is gesitueerd. De baan is bijvoorbeeld vanuit Emmen per auto binnen een half uur bereikbaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 21