weekpuzzel door dr. Pluizer BRIDGEN SCHAKEN dierenportret postzegels y oplossing vorige puzzel m 9 m w m DENKSPORTEN/HOBBY LEIDSE COURANT ZATERDAG 5 AUGUSTUS 1978 Oe prijswinnaars van de puzzel van deze week zijn: De prijzen worden binnen drie weken per cheque toegestuurd. NR. 31 KRUISWOORDRAADSEL Horizontaal 1. niet vrij; 6. eenvoudig; 11. wijnhuis; 12. keerkringslanden; 14. gek; 15. hulp middel bij het eerste rekenonderwijs; 17. bundel; 19. soort grauwe erwt; 21. tropi sche slingerplant; 22. vestingwerk; 24. naar. onze mening (afk.); 25. groot aan tal wilde varkens (jagersterm); 27. boom- loot; 28. vogel; 29. voorzetsel; 30. onbe paald v.n.w.; 32. telwoord; 33. donker grijs gesteente; 34. verachtelijk; 35. zwak; 37. klap; 39. afgesneden stuk viè; 40. plaats in Friesland; 42. fijne kleiaar de; 44. aanspreeknaam v.e. papegaai; 45. aanvoerder; 46. vliegtuigbestuurder; 47. projectiel; 49. tapijtachtige stof; 51. klein goed; 54. wisselborgtocht; 56. ple zier; 58. aanwijzend v.n.w.; 59. proper; 60. meisjesspeelgoed; 61. inhoudsmaat;: 63. loopplaats voor kippen; 64. titel (afk.); 65. insekt; 66. zoogdier; 68. wijn soort, 70. Chinese afstandsmaat; 71. verouderde benaming voor salon; 73. gereed; 75. schriel; 77. gewricht; 78. halsriem voor paarden; 80. Engels ei land; 81. wapenschouwing; 83. stand in de middeleeuwen; 85. stad in Frankrijk; 86. lange stok v.e. vogelaar. Verticaal: 1. zuivelprodukt; 2. en dergelijke (afk.); 3. verplaatsing v.e. schaakstuk; 4. stekel- huidig dier; 5. hijswerktuig; 6. toestand waarin iets verkeert; 7. stad in Algerije; 8. schijfvormige stop in een vat; 9. schaakafkorting; 10. figuurraadsel; 11. gymnastiektoestel; 13. kloosterzuster; 14. tak van sport; 16. soldatenrugtas; 18. de oudere (Latijn); 19. vierwielig rijtuig; 20. metalen staaf; 22. afkerig van werk; 23. familielid; 26. ogenblik; 28. bloei maand; 31. opening achter in de mond; 34. krombaangeschut; 36. werkelijk; 37. soort kers; 38. deel v.h. oog; 39. straf baar feit; 41. waterkoud; 42. vogelsna vel; 43. snoer v.e. hengel; 44. haarkrul; 47. vissersmandje; 48. op alle plaatsen; 50. wat iemand tot iets verlokt (fig.); 52. vrouwelijk dier; 53. buigzaam; 55. ge zichtsorgaan; 57. derhalve; 60. gegraven diepte; 62. scheepsvloer; 65. stad op Sumatra; 66. niets uitgezonderd; 67. geestelijke; 69. in reliëf gesneden halfe delsteen; 72. ombuiging aan een hoefij zer; 73. aanlegplaats; 74. toespraak; 76. gemalin van Aegir; 78. soort broodbeleg sel; 79. elasticiteit; 82. regiment infante rie (afk.); 84. maanstand (afk.). Oplossingen onder vermelding van „Puzzel 31" dienen uiterlijk woens dagmiddag in bezit te zijn van Leidse Courant Postbus 11 Leiden. 1 2 3 4 5 6, 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 I25 26 27 28 H29 30 31 32 33 BH 3 4 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 BH 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 78 79 80 81 82 83 84 85 86 Niet alleen de leiders in een spel zijn vaak aangewezen op het toe passen van safety plays (het be handelen van een kleur op zoda nige wijze dat er met zekerheid, dan wel met de beste kans van slagen niet meer slagen in wor den verloren dan kan worden ge permitteerd) maar soms moeten de verdedigers dat ook doen. Met name in slemspellen moet een tegenspeler zijn uitkomst zeer zorgvuldig overwegen en als het om een groot slem gaat. moet degene die praktisch nietsjn zijn hand heeft er voor oppassen dat hij niet in den blinde met een kleur uitkomt die een honneur bij zijn partner (vaak een vrouw; niet de partner, maar de honneur) er uit snijdt. In die gevallen is een troefuit- komst vaak het veiligst, om niet te zeggen een verplichting. In een viertallenwedstrijd werd het zondigen tegen deze ..safety play" een uiterst dure zaak voor de overtreders. Het spel zag er als volgt uit: H B86 o A 9 3 A H 10 2 ♦8742 m 5 <7 1097 w O °V543 o B 6 2 Z o V 8 7 5 *963 V B 8 7 A V B 10 9 3 <7 A2 o H 104 54 mer dacht west dat hij wel van de gouden regel mocht afwijken hoewel zijn 8 7 4 2 geen aanleiding waren te veronderstel len dat hij bij zijn partner iets stuk zou spelen en kwam dus „veilig" met harten 10 uit, de top van niets. De boer van noord forceerde de vrouw bij oost en de leider had geen enkele moeite om, na het trekken van de troeven, via har tenheer en een ingetroefde harten de harten 8 hoog te spelen om zijn verliezende ruiten te parke- De kansrekenaars mogen aan de slag om na te gaan of de gevolg de hartenaanpak van zuid kansrij ker is dan het snijden op de 9, maar de leider heeft mijn zegen omdat, als de 9 niet valt. er nog verschillende mogelijkheden op een dwangpositie zijn. In de gesloten kamer werd wel met troef gestart en hier kwam zuid niet verder dan twaalf sla gen. In deze vakantietijd is een puzzel tje nooit weg en daarom aan u de vraag hoe zuid zijn contract, ondanks de beste start, toch had kunnen maken. De oplossing is, dat uit noord hartenboer moet worden voorge speeld. Als oost duikt, doet zuid dat ook. Als oost dekt neemt zuid met het aas, incasseert de heer en troeft harten 6 af, waarna de vrouw. 10 en 9 zijn gevallen en de 8 alsnog hoog is geworden. Aan de tafel zijn dit soort excen trieke speelwijzen echter moeilijk te vinden, tenzij de zuidspeler zich bij het voorstellen als Peter Hurkos ontpopte. Hoewel. Het genootschap DAMAS verricht veel propagandistisch werk voor de damsport. Vaak, bijna altijd, in stilte. Een enkele keer treedt het genootschap in de openbaarheid bij een bepaald evenement. Ook de bijeenkomsten worden veelal ongemerkt afgewerkt. Dan wordt er gebruik gemaakt van de om standigheid dat er een toernooi wordt gespeeld, zoals vorig jaar augustus in Hoogezand, bij het KSH-toernooi. Leden van DAMAS werken ook in het buitenland ten bate van de damsport. Zo bracht een negenmans delegatie onlangs een bezoek aan Parijs, waar een wedstrijd werd gespeeld tegen de damclub Damier Parisien. Ook de vrouwen gaan mee op zo'n uit stapje. maar zij prefereren het winkelen boven een bezoek aan de wedstrijdzaal. De wedstrijd tegen Damier Pari sien eindigde in een 13-5 over winning voor DAMAS. Drs. C. Bulk, Leen de Rooij en Henk Smit speelden remise, Anton Schota nus verloor. De andere Nederlan- I B\ «OS IS- IS FiFl I I m m M i 1 1 1 I m m m s s b m r n o at ai 1 1 1 S L SS jw A. JURG SR. ders wonnen. Van hen boekte wereldkampioen Harm Wiersma wel een heel gemakkelijke zege op de Congolees Fidéle Nimbi, die al jaren in Frankrijk woont. Frans kampioen is, maar tevens clubgenoot van Wiersma in de bondscompetitie. waarin beiden voor de damclub Lent uitkomen. Wiersma won volgens een beken de openingsvariant al na een paar zetten een schijf. Interessant spel ontstond in de LOS partij Los (wit)—Delhom van de eerste diagramstand uit. Los aan zet speelde 42-38! (natuurlijk niet de schijfwinst 30-24 19x30 35x33 wegens 14-19 25x23 en zwart wint.) 20-24 nu gedwongen, 32- 28! de dreiging 28-23 wordt on aangenaam, temeer daar 18-23 is verhinderd (23x21 26x6) 11-17 26- 21! 17x26 28-23 23x32 30x17 28- 32 lijkt voldoende voor een gelijk waardig afspel, maar Los heeft beter gerekend: 25-20! 32x12 20x9 26-31 (moet wel, anders 9-4) 9-3 31-36 3x26 36-41 (8-12 is nauwelijks een alternatief,men zie 8-12 26x3 36-41 39-33 en wit wint nog een schijf nu damhalen op 47 niet mag) 26-37! 41x31 38X27 en nu nog volgt na de schijfwinst nog een boeiend en leerZëam eindspel :7-12 45-40 12-17 43-38 15-20 40-34 29x40 35x44 20-24 39-34 17-22 27-21 18-23 44-40 24-29 21-16! 22-28 (2-27 verliest kansloos: 16-11 27-31 11-7 31-37 7-1 gevolgd door 38-33) 16-11 28-33 38-32 23-28 32x23 29x18 34-29 33x24 en zwart gaf zich gewonnen, een schitterende triomf. De tweede diagramstand is een dwangzetprobleem van A. Jurg sr. De inleidende zet ligt voor de hand: 41-36 alsmede het ant woord van zwart: 13-18 36x27 22x31. Nog lijkt er niets aan de hand. maar na wits 42-37! 31x42 48x37 past slechts stille bewon dering. er dreigt dam op twee manieren: 37-31 26x28 33x4 39-34 30x28 32x1zodat zwart 26 of 30 moet offeren en de partij verliest. door C. J. de Feijter Nee, het heeft niets met de geschiedenis te maken, maar hebt u ooit van Richard de vijfde gehoord? Denkelijk hebben niet velen onder u ooit zijn naam gehoord, want ik doel op Richard Teichmann, geboren in Altenburg in 1868. Een man van hoge be schaving en daarenboven een zeer bescheiden en sportief fi guur. Als u een toernooifoto uit de decennia rond 1900 onder ogen krijgt kunt u daarop dikwijls een kleine, ietwat boerse figuur zien, met een zwarte lap voor een van zijn ogen. Hij nam aan vele toernooien deel met groot sukses, maar juist zijn bescheidenheid en sportiviteit bracht hem nog al eens op de vijfde plaats in de einduitslag van een toernooi. Hij kreeg daarom bij zijn confraters de titel van Richard de vijfde. Maar dat deed helemaal geen afbreuk aar. de hoge achting die deze medetoernooispelers hem toedroegen. Zijn grootste sukses was de eerste prijs in het toernooi van 1911 in Karlsbad. Een groot en sterk toernooi met liefst 26 deelnemers, onderwie de groten uit die tijd. Van de twintig te spelen partijen verloor hij er slechts twee, een tegen de Brit Brun (één van de drie B's, Bird, Burn en Blackburn, waarvan de laatste de beste was) in het mid den van het toernooi en in de laatste ronde tegen Duras, toen tertijd met Wolf een van de beste kenners van de Spaanse partij. Het overzicht van de prijsdragers laat zien dat Teichmann met liefst drie punten voorsprong op (in volgorde) Rubinstein, Schlechter, Rotlewi, Marshall, Nimzowitsj, Vidmar, Aljechin, Duras, Leon- hardt, Tartakower en Spielmann veruit de beste was. Teichmann won dertien partijen en speelde er tien remise. En ik kan u verze keren dat alle deelnemers hem, met respekt en genegenheid, die uiteindelijke grote triomf van har te gunden! Het feit dat de toen malige wereldkampioen (die wel was uitgenodigd, maar niet deel nam vanwege zijn te hoge finan ciële eisen) hem de hoogste lof toezwaaide spreekt voor zichzelf. Lasker hield zich in die tijd wel diagram nr. 1. buiten de ergerlijke stekeligheden die Tarrasch wedervoer, maar was nu niet zo uitbundig in zijn lofuitingen tegenover andere gro-- te schakers. Ik laat u hier de Spaanse partij zien waarmee Teichmann de opkomende Rubin stein naast het bord zette. De Spanjaard was in die dagen nog een van de meest gespeelde ope ningen en Rubinstein was daar ook een kei in: Wit: R. Teichmann. Spaanse par tij. Zwart: A. Rubinstein. 1. e2-e4 e7-e5; 2. Pg1-f3 Pb8-c6; 3. Lf1-b5 a7-a6; 4. Lb5-a4 Pg8-f6; 5. 0-0 Lf8-e7; 6. Tf1-e1 b7-b5; 7. La4-b3 d7-d6; 8. c2-c3 0-0 (Ook toen al was Pc6-a5 en c7-c5 ge bruikelijker). 9. d2-d3.9. d4 vond men toen verdacht wegens het antwoord 9 Lg4.) 9. Pc6-a5; 10. Lb3-c2 c7-c5; 11. Pb1- d2 Pa5-c6; 12. a2-a4 Lc8-b7; 13. Pd2-f1 Dd8-c7; 14. Pf1-g3 g7-g6 (Allemaal ook nu nog „geijkte" zetten. Wellicht is men van zwar- t's laatste zet, zo vroeg, wat afge stapt.) 15. Lc1-g5 Ta8-d8; 16. a4xb5 a6xb5; 17. Dd1-c1! Tf8-e8; 18. h2-h3 Td8-a8; 19. TaJxa8Te8- xa8 (Zwart voelt zich blijkbaar niet erg behaaglijk in zijn stelling en poogt die door afruil wat te verbeteren. Maar hij krijgt geen „grip" op de vaste en sterke witte stellfng.) 20. Pf3-h2 Voorberei ding om de f-pion naar voren te schuiven. 20. Lb7-c8; 21. f2-f4 Pf6-e8; 22. f4-f5 Le7xg5; 23. Dc1xg5 Dc7-e7; 24. Dg5-h6 De7-f8 (Zwart zoekt verdere ruil om zijn stelling te ontlasten.) 25. Dh6-c1! De beste plaats voor de dame, die bij voorbaat een aanval op b2 diagram nr. 2. tegengaat. 25. Df8-g7; 26. Te1- f1 g6-g5; 27. Ph2-g4 Pe8-f6; 28. Pg4xf6+ Dg7xf6. (Zie diagram nr. 1) In de echte „Teichmann-stijl heeft wit door rustig en krachtig spel een sterke stelling opgebouwd en hij aarzelt nu niet tot de slotaan- val over te gaan 29. h3-h4ü h7-h6; 30. Pg3-h5 Df6-d8; 31. f5-f6 Kg8- h7; 32. h4xg5 Lc8-g4; 33. Ph5-g7 Kh7-g6; 34. Lc2-d1 Dd8-d7l; 35. Pg7-f5! Lg4xf5; 36. e4xf5+ en zwart gaf de partij op. Omdat op 36. Kg6-h7; 37. Ld1-h5! er geen verweer meer is. Teichmann was toen midden veertig, maar wat een kracht om meer dan vijf weken achtereen schaken op dat hoge niveau vol te houden! In de Krakauer schaakclub speel de in 1911 ene dr. Ziolo zijn partijtje schaak en werd een partij van lange duur. Tenslotte kwam het tot de volgende stand: Zwart: dr. Ziolo. (Zie diagram nr. 2.) Wit: Ke2, Pf1. Zwart: Kg2, Lf2; pion: h3. Wit moest zetten en liet volgen: 1Pf1-h2 een voor zich spre kende zet, want neemt zwart dit paard dan stelt wit zich schade loos met de loper en houdt de zwarte koning voor zijn pion op gesloten met remise. Zwart had niet veel keus en liet volgen: 1. Lf2-c5; 2. Ph2-f1 Lc5-d4; 3. Ke2-e1 Ld4-c3+; 4. Ke1-e2 én dan speelde onze brave dokter: 4. Lc3-d2ü en onder bijval van de medeleden gaf wit op. omdat hij geen enkele goede zet meer had. Na: 4. Ph2; 5. Kh2, Kf2; 6. Le3+, Kf 17. Lg1 loopt de pion door. Nu was die dr. niet zo'n sterke speler en hij had nog nooit zijn naam in een schaakblad gedrukt gezien. Toen dus de andere spe lers hem aanrieden dit moois |naar Marco te sturen, de gere nommeerde redakteur van de Wiener, was hij daar direkt voor te vinden. En zo geschiedde. Met ere werd zijn naam genoemd in dat beroemde blad en een hele maand glom onze dr. van trots. Maar dan kwam er een paar maanden later het bericht van een zeker Schindlbeck, een van die lui die nooit iets voetstoots aannemen en hij meldde dat dat eindspel door wit toch niet had behoeven te worden verloren. Want, zei hij, ik speel na: 1. Pf1-h2 Lf2-c5; 2. Ph2-f3! en ik zie geen winst. Daarbij bracht hij de volgende varianten. B) 2. Lb4; 3. Ph4+, Kg3; 4. Pf3, Lc3; 5. Kf1!, Kf3; 6. Kg1, remise. En daar sloot zich terzelfdertijd prof. Berger uit Graz, bij aan, die er op wees dat wanneer dat par- tijspel inderdaad remise was een prijsgekroonde studie van hem haar waarde zou verliezen. Ook hij gaf een reeks bevredigende varianten. Maar dr. Ziolo hoefde zich dat niet aan te trekken, want hij had dankzij het zwakkere spel van zijn tegenstander toch maar die fraaie dwangstelling op het bord gebracht en daarvoor dien de hij terecht genoemd te wor den. Opletten dus in de partij winst of remise ligt vlak naast elkaar in het bijzonder in het eindspel! Die driezet van Von Holzhausen uit een vorige rubriek kunt u alleen maar tot een goed einde brengen door op de eerste zet een LOPER te halen op b8. Had u dat gezien? Nog even de stand: Wit: Kb4, Pc3; pionnen: b7, d2 Zwart: Kd4, Lf4; pionnen; d3, e5. Indien een dame wordt gehaald op b8 dan staat zwart na: 1. b8D?, e4; 2. Df4, pat! De rest vindt u zelf wel. Een aardige kleinigheid. Kleine sergeant-majoor: de Schotse terriër De Schotse terriër geniet ook onder niet-kynologen een grote bekendheid, de naam die hij dan draagt is „whiskyhondje". Dit naar aanleiding van het feit dat de etiketten van het whiskymerk „Black and White" steevast op geluisterd worden door twee kleine hondjes - een wit en een zwart. De witte helft van dit duo is een terriërras met de wellui dende naam West Highland Whi te Terriër. Zijn zwarte veel be kendere makkertje, is de roem ruchte Schotse terriër. Toen de Engelsen na harde strijd en veel bloed, zweet en tranen eindelijk de onafhankelijke en vrijheidslievende Schotten aan zich onderworpen hadden, bleek dat dit land een aantal verschil lende. tot dat toe praktisch onbe kende hondenrassen herbergde. Het gros hiervan behoorde tot de grote terriërfamilie; de aardhon- den. Zij werden gebruikt om de zuinige Schotten te bevrijden van de roofdieren als bunzings, mol len en ratten waar landbouwers een gruwelijke hekel aan hebben. De Schotse terriërrassen zijn meestal uitgerust met korte been tjes en zo gebouwd dat zij zowel in het moeilijk toegankelijke hooggebergte als in de heidevel den hun taak naar behoren kon den verrichten. De Schotse terriër komt aan zijn naam, omdat men in het onwetende Engeland de eerste terriërsoort die uit Schot land kwam maar direct Schotse terriër doopte zonder zich af te vragen of er wellicht nog meer terriërs in Schotland hun domici lie hadden. Vroeger zag men de Schotten op tentoonstellingen nog wel eens met het zogenaamde „sigaren kist jeshoofd". De exposant rom melde dan door een geraffineerde manier van trimmen net zo lang tot het hoofd van de terriër er lang en vierkant uitzag. Deze merkwaardige modegril is in onze tijd gelukkig nauwelijks bekend meer. De Schotten zijn nu weer heel wat normaler getrimd. De Schotse terriër heeft een ty pisch karakter dat niet iedereen ligt. Het feit dat zij terriër zijn impliceert al een grote dosis hardheid en felheid. Ook het ui terlijk en vooral de expressie van het hoofd versterken deze karak tertrekken nog. Zijn priemende oogjes en zijn grote snorbaard geven hem het uiterlijk van een sergeant-majoor voor wie alle sol daten doodsbang zijn. Wij vonden het dan ook helemaal niet vreemd toen wij hoorden dat een Schotse terriëreigenaar zijn hond „shut up" had genoemd; analoog aan de Engelse t.v. serie „Moeder wat is het heet". Ook heeft de Schotse terriër iets meer dan andere terriërs al op vrij jeugdige leeftijd „ouweheren-ma- niertjes". Vaak een beetje brom- merigen sjagrijnig als hem iets niet bevalt, zeker als een vreemde de aanleiding van zijn gramschap is. Tegenover dit kleine minpuntje staan ontzettend veel pluspunten. De Schot is over het algemeen een goede bewaker die erg alert is op onraad. Zijn moed is bijna spreekwoordelijk. Het formaat (een hoogte van ongeveer 28 cm.) maakt hem zeer aantrekkelijk voor de wat kleiner behuisde hon denliefhebber. Gehoorzaamheid is vaak een punt bij de Schotse terriër. Niet voor niets lezen wij in de officiële raspunten: „Het lichaam is bedekt met dicht aan sluitend grof ruw haar en met zijn doordringende schrandere ogen en rechtopstaande oren ziet de hond er naar uit dat hij onver schillig waarheen zal gaan en onverschillig wat zal verrichten". Er zijn heel gehoorzame Schot ten, maar daar is met veel geduld hard aan gewerkt. Wij willen nie mand kopschuw maken, maar één ding is zeker. Als u zich door een Schot laat „inpakken" bent u voor altijd verloren. In Noorwegen hebben de Europa zegels dit jaar een waarde van resp. 125 en 180 ore en als thema „Kerken". Op de zegel van 125 ore ziet men de duigenkerk van Heddal in het district Telemark, die rond 1250 gebouwd heet te zijn. De tweede zegel toont de duigenkerk van Borgund in het district Sogn, die uit de midde leeuwen dateert. De duigenkerk vormt in Noorwe gen een hoog ontwikkelde vorm van kerk-architectuur waarvan de oorsprong terug gaat tot de eer ste helft van het jaar 1100. Het ontwerp voor de zegels kwam van de hand van Sverre Morken en het drukken werd verzorgd door de Postzegeldrukkerij van de Noorse Bank in Oslo. We blijven nog even in Noorwe gen. Er is een serie van twee postzegelboekjes, ieder met tien zegels, verschenen. De zegels hebben als onderwerp de Noorse natuur, wat ook op de omslag van de boekjes tot uitdrukking wordt gebracht. Het eerste boekje bevat tien ze gels in de waarde van 100 ore. Afgebeeld is Lenangstindene en Kerkjes en natuur van Noorwegen Sor-Lenangen in de provincie Troms. De zegels in het tweede boekje hebben een waarde van 125 ore en tonen de Gaustatop met een hoogte van 1883 meter. Deze berg is te vinden in de provincie Telemark. Voor deze ze gels werden de foto's gemaakt door de firma Mittet Foto A.S. Het ontwerp werd vervaardigd door M O Michaelsen en het drukken werd verzorgd door Emil Moestue A.S. Eerder werden in Noorwegen drie nieuwe gebruikszegels in roulatie genomen, met als thema toeristi sche attracties. Op een zegel van 100 ore ziet men het landgoed Austrat, eens de zetel van de districtsbestuur der van Sor Trondelag. Het ge bouw stamt uit de tiende eeuw en werd in later tijden meermalen gerestaureerd. De tweede zegel heeft een waarde van 110 ore en toont de Trondeneskerk bij Har- stad. Deze stenen kerk dateert uit de dertiende eeuw en is de meest gave kerk uit die tijd. Tot slot een zegel van 140 ore met daarop de ruïnes van de kathedraal van Ha- mar. Dit kerkgebouw stamt uit de twaalfde eeuw. en werd gebouwd nadat Hamar aangewezen werd tot bisschoppelijke residentie. In de oorlog van 1567 werd het gebouw totaal verwoest. Het ont werp voor deze zegels is van de hand van Henry Welde, Knut Lok- ke-Sorensen en Sverre Morken. Het drukken in korordieodruk k||^' 3 werd verzorgd door 5LL- de Noorse Staats- TTT drukkerij te Oslo. if, lou opmerkelijk is dat bij deze zegels de naam van het land weer in de conventionele spelling voorkomt, n.l. „Norge" in plaats van „No- reg". Wat hiervan de oorzaak is willen wij in het kort uiteenzetten. Ook een liefelijk land als Noorwe gen heeft de taalstrijd niet kun nen ontlopen. Eeuwenlang, tot 1814, stond Noorwegen onder heerschappij van Denemarken en de taal, vooral de officiële schrijf taal, was sterk verdeenst. Rond 1850 begon Ivar Aasen, een Noor se onderwijzer, met een stroming om de Deense elementen die het Noors waren binnengeslopen uit te bannen. Zo ontstond het „Ny- norsk" (nieuw Noors) dat thans als een officiële taal erkend wordt, evenals „Bokmal" (boe kentaal). In het Nynorsk wordt de naam van het land geschreven als Noreg. Deze naam verscheen voor het eerst op de postzegels gewijd aan Ivar Aasen's 150e ge boortedag. De eerstvolgende emissie waarop de nieuwe-Noorse naam „Noreg" voorkomt verschijnt op 6 oktober Eerder verscheen in Noorwegen een serie bestaande uit twee ze gels. Dit ter gelegenheid van het feit dat het dit jaar 150 jaar gele den is dat de Noorse schrijver Henrik Ibsen geboren werd. Het motief op een zegel van 125 ore is een reproduktie van een teke ning door Per Krohg. Deze teke ning komt als illustratie voor in een editie van het verhaal „Peer Gynt". Men ziet Peer Gynt terwijl hij het rendier ment dat voor de (denkbeeldige) slede gespannen is, die hem en zijn stervende moeder naar betere gewesten moet voeren. Peer Gynt verzint dit gebeuren, teneinde zijn ijlende moeder het scheiden uit deze wereld te vergemakkelijken. De Noorse componist Edvard Grieg scheef bij deze scène „Ase's dood" zeer suggestieve muziek. Op de tweede zegel is de schrij ver Henrik Ibsen zelf afgebeeld zoals de kunstenaar Erik Werens- kiold hem in 1895 vereeuwigde. Deze zegel heeft een waarde van 180 ore. Reeds in 1928 verscheen een serie van vier zegels als hul debetoon aan Ibsen bij gelegen heid van zijn 100e geboortedag. Het ontwerp voor deze zegels is van Chrix Dahl en de zegels wer den in offset vervaardigd door Emil Moestue A.S

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 20