de reisleider Hertog liet dorp afbreken; het bedierf zijn uitzicht DE MAN, DIE ALLES CONTROLEERT, INSPECTEERT, NOTEERT, ORGANISEERT, DIE PRAAT, LUISTERT EN LACHT. DE MAN, DIE VOORIN DE TOURINGCAR OP DE STOEL NAAST DE CHAUFFEUR ZIT EN DE VRAAGBAAK IS VAN IEDEREEN WAT DOET EEN MÉÉR DAN RIJKE RIJKE MET Z'N GELD? BINNENLAND/BUITENLAND LEIDSE COURANT PAGINA 10 Reisleider, een vak apart. Je kunt het doen vanuit diverse invalshoeken. Op een standplaats in Mallor- ca, 's winters in Tirol, maar ook in een op en neergaande bewe ging met de toering- Niemand zal kunnen betwisten dat bij een touringcarreis de stoel naast de chauffeur de hartklep van het ge beuren is. Uiteraard is er meer, veel meer zelfs, dan dat zitje vóór. Kame raadschap in de cock pit tussen chauffeur en reisleider vormt een essentiële factor in het geheel, dat 'n succesvolle reis heet. Die kameraadschap vonkt over naar de mensen in de bus, de vakantiegangers waar het in wezen om gaat. En die collegialiteit ligt aan de basis van een gevoel van saam horigheid dat in tien dagen tot rijping komt. Afscheid is een beetje sterven. Na elke reis beleeft een reislei der dat steeds op- elkaar brengen. Hij heeft voor zichtig over de schouders van de chauffeur meegekeken of hij in een bus van firma zus of firma zo zijn tiendaagse gaat draaien en of hij toevallig weer een keer met Piet of Jan de trek gaat maken. Want die Piet was zo'n aardige kerel, daar kon je geweldig mee lachen en Jan wist er door zijn jarenlange ervaring ver schrikkelijk veel van. Het wordt een onbekende Hans. Terwijl deze de koffers syste matisch in het vooronder schuift haalt de reisleider zijn bescheiden, z'n geld, luncha- dressen, kaarten etc. Snel con troleren of alles in de map zit en dan rap weer terug naar de bus. En dan tellen. Er zijn er nog een paar niet. Later blijkt dat ze ook nooit zullen komen. Ze hebben het op het laatste moment af laten weten. Ten slotte klopt de lijst. Het sein voor vertrek staat op groen. Eerst een inleidend praatje. De mensen op hun gemak stellen. Gepaste autoriteit uitstralen en de chauffeur zijn deel geven. Een praatje over het schoon houden van een huis, want „de bus is ons huis die tien dagen". En dat huis wil je netjes hou den. Geen rommel in de asbak ken. Daar zijn emmers voor. Wijzen op de mogelijkheden om te ventileren, want het kan drukkend warm zijn. Niet aan de luiken komen. Lijsten met namen doorgeven. Ondertus sen met een half oog het eerste luchadres taxerend en de tijd plannend. Even later enkele minuten rust. Een eerste praatje met Hans. Leuke jongen. Heeft het in de knuisten, dat zei je in één oo gopslag. Trouwens, welke tou ringcarchauffeur heeft dat niet? Voor stuntelaars is geen plaats, ze verstaan allen hun vak. Hans maakt zich enige zorg over het feit, dat hij nog nooit in Kaprun is geweest. Wel in de omgeving. „We zullen het wel rooien". Dankbare blikken van zijn kant. Ook hij is op zijn gemak gesteld. Praatje over de Bondsrepubliek Duitsland. Over het gigantische staatsbe drijf dat „Autobahn" heet. En spoedig het eerste luchadres. In het Zevengebergte. Snel de Een goede dienstverlening is voor velen bepalend voor het prettige beleven van de verwachte vakantiegenoegens. Roken, drinken, het besturen van een touringcar en ook het leiden van een reis werken verslavend. Elke keer als je onder de druk van de omstan digheden serieus voorneemt om er nooit meer aan te begin nen, wordt dat vaste voorne men doorkruist door sterkere machten. Als het voorjaarszonnetje de kille aarde voorverwarmt en het frisse groen dat speciale sfeertje schept, waardoor je -nog op een mooie zonnige zo mer durft te rekenen, ja dan krijg je opeens die heel specia le prikkel waar niets tegen be stand is. Dan moet je eruit, dan lokt het avontuur met een on weerstaanbare roep. En je gaat. Niettegenstaande het feit dat je weet hoe moeilijk het allemaal kan zijn, hoe eenzaam je je kunt voelen en hoeveel negatieve effecten er op de loer liggen. Er is altijd weer iets dat sterker blijkt. Want reisleider zijn werkt verslavend. Haastige stappen, vragende blikken. De chauffeurs hebben het tijdens de aanlooproute goed en met nadruk verteld, maar dat is allemaal vergeten als het in Venlo echt gaat be ginnen. Rustig uitstappen, zor gen dat de handbagage en kof fers in de goede bus komen en dan alleen nog maar instappen. Duidelijk genoeg dat wel. En l vooral rustig blijven want in je vakantie moet je immers geen haast hebben. Toch blijken het elke keer weer loze woorden. De mensen hebben er zichtbaar moeite mee om uit hun dagelijkse sleur los te komen. En de mees ten hebben er al een uur of wat opzitten als ze in Venlo arrive ren. Twintig, dertig en soms wel meer bussen staan daar keurig met de neuzen naar el kaar toe geparkeerd. Borden met de bestemming er op aan .voor- en achterzijde. Ook het nummer van de bus is duide lijk aangegeven. Er kan ge woon niets mis gaan. Uiteinde lijk gaat er ook ruets mis. Toch wel die spanning net als op een druk perron. Een wirwar van dooi- elkaar lopende mensen, met de blik op oneindig en het verstand heel even op nul. Ze weten het wel, uiteraard. En toch is er die druk van het moment. Het niet te onder drukken gevoel dat het alle maal niet klopt, dat het op het laatste moment misgaat. De reisleider is al enige tijd hard aan het werk. Hij heeft de reis uitgebreid voorbereid, hij heeft zijn documentatie ver zameld, zijn geografische ken nis toegespitst en zijn informa tie op peil gebracht. Hij heeft zich geestelijk ingegraven in het te bereizen gebied. Maar dat is het thuiswerk, dat al weken van tevoren is gebeurd. Op deze eerste dag is hij net als al die mensen, die vakantie gangers, ingestapt op één van de bussen die de mensen voor de grote wissel ui Venlo bij Elke dag twee plaatsen opschuiven met de wijzers van de klok mee... legende van Kriemhilde ver teld. Tussen door wat informa tie over saillante punten en net op het punt dat de magen enige neiging tot opstandigheid ver tonen is het zover. Duidelijke afspraak over tijd stip van vertrek en verder gaat het. We komen nauwelijks van de autoweg af zo'n eerste dag. Je richt je af en toe met een per soonlijk woordt tot een van de passagiers. Dat doet het altijd goed. Beslist geen toezeggingen over aankomsttijden en trou wens helemaal geen dingen die je niet waar kunt maken. On dertussen de groep wat taxe ren. Een beschaafd stukje mu ziek, niet te uitbundig vooral. De eerste gesprekken ontwik kelen zich. „Gut zeg, daar wa ren wij vorig jaar. Was Annie daar nog, daar hebben we toch zo mee gelachten. En die prachtige dagtocht naar Salz burg; onvergetelijk". Voordat je tussen vijf en zes in Bruch- sal binnenrolt is het ijs gebro ken, is de sfeer gemaakt en de spanning weg. Terwijl de bagage voor de nacht wordt aangereikt en de chauffeur de helpende hand biedt aan enkelen die tpch de pyama in de koffer hebben ge stopt die in de touringact ach terblijft, heb je al snel de ka mers verdeeld. Tijdens de thee pauze heb je telefonisch al een kamerindeling gemaakt, loopt zoveel vlotter. De mensen zijn moe. Ze kunnen zich opfrissen, daarna vlot aan tafel gaan en hebben nog gelegenheid om het paleis van Von Speyer te bekij ken. Of om even bij te praten. Maar het wordt niet laat. Zelf bekijk je samen met Hans de route voor de volgende dag. Je komt tot een eerste gesprek onder het genot van een pilsje. Je hebt het geruststellende ge voel dat je elkaar mag. Dat je er samen op uit bent er iets goeds van te maken, je niet uit het lood te laten slaan door kleinigheden die altijd mis gaan, maar dat ene doel zuiver voor ogen te houden. Wisselen van plaats? Dat is een schijnbare nietigheid, die ech ter bij een verkeerde aanpak desastreuze gevolgen kan heb ben. Voor niemand behoeft het op de eerste dag. Maar voor iedereen moet het op de laatste dag. En als je dan niet voortij dig door eigen initiatief een regeling hebt getroffen, dan komen de problemen. Twee plaatsen opschuiven met Op de verzamelplaats staan de Dussen Klaar om aan het voor velen toch nog wel grote onbekende avontuur te beginnen. de wijzers van de klok mee. Desnoods nog' eens geduldig uitleggen. Maar ook niet schro men om in te grijpen als er onwil in het spel is. Geen huis houding kan zonder leefregels. Ook niet een samenleving als deze. Geen slaaf worden van eigen goedheid; uiteindelijk keert het zich tegen je als een boemerang. Gepaste autoriteit. Daar komt het op aan. En er zijn wanneer je er wezen moet. Maar niet te nadrukkelijk. Ieder weldenkend mens be grijpt dat „24 uur klaarstaan" een theoretische zaak is. Je hebt gewoon behoefte om af en toe met de chauffeur samen dingen door te praten. Of met de hotelhouder. Dat is noodza kelijk en behoort tot het werk. Altijd vriendelijk blijven. Prachtig als uitgangspunt. Niet snel afwijken ook. Alleen als het moet. Beseffen dat het be lang van de groep voor die van het individu gaat. Maar het is de grote kunst om die belangen goed tegen elkaar af te wegen. Vrijheid in gebondenheid, dat is het ongeveer. Duidelijke leefregels. Goede af spraken voor alles wat je on derneemt. Na enkele dagen groeit er iets. Je probeert enige afstand te houden en vooral niet persoonlijk te worden. Maar wat doe je als een moe dertje van even in de zeventig haar dankbaarheid voor het steuntje bij in en uitstappen kwijt wil. Net zo goed als ze kwijt wil dat ze manlief erg mist en haar lieve jongen. Dan luister je toch. Net zo goed als je luistert naar alle anderen mensen met hun grote en klei ne zorgen. Het uiten ervan lucht ze op. Je moet je er alleen tegen wapenen dat je niet een deel van die zorgen op je eigen schouders overlaadt. De band groeit wel steeds nauwer. De mensen willen je helpen met het organiseren van een bingo- of kegelavond. Want die organiseer je uite raard. Niet overdadig, maar aangepast aan de omstandighe den en vooral het weer. Je probeert het aan te voelen. Controleren, inspecteren, pra ten, luisteren, noteren en orga niseren. Het hoort er allemaal bij. En lachten. Er wordt geluk kig zeer veel gelachen. Verhalen over drinkgelagen en vrijages aan de lopende ban- d.Je haalt er de schouders over op. Ieder kent z'n eigen verantwoordelijkheid. Je wordt er voor betaald om de mensen te onderhouden, om ze bezig te houden. Als reisleider voel je je ook wel eens eenzaam. Je praat veel met de chauffeur. Je trekt veel met mekaar op. De mensen zien dat het klikt tus sen die twee vóór in de bus en dan klikt het vaak in de groep ook. Kniesoren en ze zijn er in Nederland worden al spoedig omgeturnd door de meerderheid. Je moet wel waakzaam blijven, maar niet domineren. Gepaste autoriteit. En op de „ketting" als er iets niet klopt. Direct reageren, nooit afwachten. Je hebt Marietje van achttien lentes naar de bus zien bren gen. Moe heeft het niet gezegd, maar haar ogen spraken boek delen: pas je een beetje op de kleine meid. En als je dan ziet dat het lieve kind bezig is zich te verslingeren aan een overja rige nozem van twijfelachtige allure, goed, dan kun je er van uitgaan dat je er niets mee te maken hebt. Maar dan schiet je toch ergens tekort. En zo zijn er duizend en één dingen die niet in de voor schriften staan. Een goede reis kan nu eenmaal niet worden geprogrammeerd. Je moet waken voor uit de hand lopende lolbroekentoe standen. Wel sfeer verhogen. En als het laat op de avond stiller wordt, als iedereen zo ongeveer naar boven geschui feld is, och dan kan het ook gezellig zijn. Met Hans, met Jannie en met Marijke, met Willem en met toevallige ande re aanwezigen. Na tien dagen komt het schei den van wegen. Een afscheids speech zittend op het dash- bord. Woorden uit het hart. Het is een leuke reis geweest. Je hebt elkaar leren kennen onder zonnige omstandigheden. Het leven van alledag wacht. Een afscheidsdiner waaraan som migen met lange tanden begin nen. Het afscheid valt niet licht. Afscheid is een beetje sterven. Het is werkelijk waar. En als ze dan allemaal naar hun eigen „stekkie" gaan, dan heb je vaak een schreeuwende leegte in je hart. Maar ook klinkt het nog in je oren na: „Bedankt m'n jongen, we heb ben samen een fijne reis ge had". DICK VAN DER VEEN LONDEN Toen Philip Sassoon zijn trein miste, droeg hij de stationschef op een andere te laten voorrijden. Lord Berners had een Roll-Royce met ingebouwde piano. E. T. Stotesbury gaf zijn vrouw als huwelijksgeschenk drie miljoen dollar zo in 't hadje en voor een zelfde bedrag aan parels. De hele geschiedenis door, zegt Alan Jen kins, zijn er mensen geweest die zo veel geld hadden, dat zij bijna wanho pig werden bij het zoeken naar nieu we manieren om het kwijt te raken. Jenkins is een Brits journalist die zojuist een intrigerend boek over mannen en vrouwen heeft laten ver schijnen die gerekend moeten worden tot de lieden die niet op een cent doodvielen. In „The Rich Rich",.zegt Jenkins in een voorwoord: „De mees te boeken over rijke mensen gaan over de manier waarop ze hun kapi taal vergaarden. Dit boek daarente gen gaat over de wijze waarop ze het uitgaven". Zo was er bijvoorbeeld de derde mar kies van Hertford. Hij bezat een groot landgoed in Wales dat hij nooit had gezien, laat staan bezocht. Maar elke avond werd een uitgebreid diner voor twaalf personen bereid. Voor het ge val iemand op bezoek zou komen. „De butler eet het op", placht lord Herford te zeggen. De zesde hertog van Devonshire liet een heel dorp afbreken omdat zijn uitzicht erdoor bedorven werd. De bewoners kregen elders hun huizen. En dan de hotelmagnaat Potter Pal mer in Chicago: Hij behing zijn vrouw met zoveel diamanten, dat ze er letter lijk onder gebukt ging. „Daar staat ze dan", had Palmer de gewoonte uit te roepen, „met een half miljoen op haar rug". Calouste Gulbenkian, de van oor sprong Armeense oliebaron, besteed de in de jaren dertig 2.5 miljoen dollar aan een tuin. Hij liet er 61 tuiniers aan werken - ze hadden er een volledi ge betrekking aan - en hij kwam twee keer per jaar meedoen. Hij verbleef dan in een naburig hotel, want er was geen huis bij de tuin. Toch vond hij het kostbaarste dat men voor geld kon kopen, privacy. Hotel opgekocht James Gordon Bennett, de New-York- se krantenmagnaat, werd zo ver schrikkelijk boos dat hem op een avond een bepaald tafeltje in een restaurant in Monte Carlo werd ge weigerd, dat hij het betrokken hotel ter plaatse opkocht en het na het diner ten geschenke gaf aan een ober wiens gezicht hem aanstond. Jenkins heeft het in zijn boek over de meest uiteenlopende wijze van geld uitgeven, maar hij keurt alleen de frivole manier goed. „De echte man die het breed laat hangen is hij, die uitgeeft zonder er bij na te denken maar er plezier van heeft. Het plezie- relement moet er zijn". Om deze reden rekent Jenkins gok kers niet tot de echte verspillers. Er zijn excentrieke lieden die ertoe beho ren, maar niet allemaal, meent hij. Wie er wel toe behoorde was de twee de Lord Rothschild, die Piccadilly af reed in een door zebra's getrokken landauer. Fiets met diamanten Maar de frivoolste rijken werden vol gens hem gevonden in de Verenigde Staten. De auteur staat langdurig stil bij de Vanderbilts en de Astors en hun paleizen en de jachten en de privétreinen van de Morgans en Goulds. „Diamond Jim" Brady placht goud-beslagen en met edelstenen be zette rijwielen weg te geven. Krantenmagnaat William Randolph Hearst behoorde tot de „vindingrijk ste" rijken. Hij zette het kasteel San Simsen neer en onder de verspillers in het hoofdstuk „Texas" (met zijn olierijkdom) neemt hij verreweg de eerste plaats in. Lady Houston gaf de Britse regering in de jaren dertig een enorme cheque, voor het van de grond krijgen van een squadron gevechtsvliegtuigen voor de verdediging van Londen. Zij gaf daar mee de stoot tot de ontwikkeling van de „spitfire" en zij kreeg de titel „sprookjesmoeder van de R.A.F.". De gouden eeuw van de rijke man die niet op een dubbeltje kijkt wanneer hij het aan iets geks kan weggooien, is nog niet helemaal voorbij. Op dezelfde dag waarop Weidenfeld and Nicolson het boek van Jenkins lieten verschijnen, stond in een Lon- dense krant het bericht dat Adnan Khashoggi van Saoedi-Arabië zojuist 4 miljoen dollar had uitgegeven voor zijn vijfde privévliegtuig. Khashoggi heeft nu twee Boeing-727's, een Boeing-707, een DCV-9 en een vlieg tuigje van knusser afmetingen. „Over zijn drie zeewaardige jachten zullen we het maar niet hebben", aldus het bericht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 10