'T» ;r" - r',-Y v ~|)riique Glasbergen (17), Oegstgeest 4 S.G. Duinzigt te Oegstgeest) Tineke v.d. Berg (18), Voorhout (6 vwo St. Agnes S.G. te Leiden) Inge v.d. Hulst (17), Sassenheim (6 atheneum Fioretti College te Lisse) •komst zie ik als een criminele, ide en ongelukkige wereld. jc dat ik over 10 of misschien 20 J?t eens meer kan trouwen of zal i omdat er steeds méér mensen •heiden en ongelukkig zullen leringen zijn er natuurlijk ook bij, ndat de criminaliteit zo snel t loop je gevaar dat je als je teeld ruzie hebt met je man, er is een pistool of mes bij kan wat dan vrij normaal is en vaak nt. enhuizen zullen dus over 10 of 20 eds vermeerderd moeten worden. keloosheid is dan ook veel meer imen en daarom zal ik dan maar int je nemen als verpleegster omdat baantje meer is als verkoopster iste winkels worden beroofd en 1, zodat op het laatst iedereen zijn moet sluiten. n s zullen dan ook gaan verminderen leuk 'en er a^een Ü^eren of betonnen yen over. Men bouwt geen flats mdat de mensen die zich als ze rvelen over de reling van 138 hoog sneden laten vallen, dit omdat ze ^^.et weten wat ze in de wereld zoeken. Ik zelf vind dit erg slap. I^Mderen uit de winkels worden in ^Hetale verkocht door de straat, die weer verbruikt om er materiaal, drank en pillen voor te Natuurlijk niet te vergeten het voor de kinderen, die toch niks meer eten. Het gevolg hiervan is at de gebitten steeds slechter in de ouders die ook wel eens een eidje lusten. i met verpeste gebitten het niet meer kauwen, dus koopt men dat men niet meer hoeft te Dat is dan babyvoeding, dat je kan slikken. 'liefhebbers vind je dan ook s meer, alleen een paar enkeUngen le foto's uit een ijzeren kist halen rop bomen en andere dieren en in op staan. Voor de kinderen is dat iets merkwaardigs om in te denken dat hun ouders vroeger zo geleefd hebben. Om terug te gaan op dat snoep, ik denk dat mijn kinderen misschien later en andere kinderen niet alleen snoep eten. maar ook kroketten en vieze fricandellen en patat. Dit vieze vette voedsel wordt alleen nog maar gemaakt van dieren. Want ja, wat moeten wij dan met dieren als alles vervuild is? Je kan ze beter opgebruiken. De insecten zullen door de vervuiling uitsterven, gevolg; geen bloemen en planten meer. De wereld wordt volgens mij dus een grauwe massa, waar ik liever niet over wil denken. Ik probeer nu nog zo veel mogelijk van de natuur te genieten en van het leven wat ik nu leid. Ik hoop niet dat de wereld zo wordt zoals jk daarnet gefantaseerd heb, maar wel dat het anders wordt en dat de wereld plannen moet gaan maken om zo'n nare wereld later over ongeveer 20 jaar te voorkomen. Maar nu denk ik alleen nog maar geniet van het leven. a Wasmus (14), Den Haag 3 3 atheneum Simon Stevin te Den Haag) uch P iel •en raagteken achter het motto van dit ar dis eigenlijk het meest essentieel, senópfvragend hoe IK mijn toekomst jm je al vlug op het thema „Hoe je alfij, en daar bedoel ik vooral mijn vechigenoten mee, onze toekomst?", k malvorens op die filosofie in te gaan, rug in de tijd dat ik wel wist wat naglde studeren om later te worden. jaar was ik, toen het beroep van ■onderwijzeres mij enorm aantrok, iand praatte mij dat uit mijn Nee, in de huishouding, net als loeder, alstublieft zeg. Dat duurde iele basisschool door, en toen het eigenlijk al dat kiezen. „Welke s een veelgehoorde vraag in je $de klas van de lagere school. En iekbegon ik te twijfelen. MAVO? 0. of LEAO. De schooltest wees uit 0, VWO plus. en ik liep met mijn vooruit, hallo. ^Jiijn oorspronkelijke plannetje om rleidster te worden kwam niets ■t. deels omdat er nogal wat ^fcosbeid onder dat beroep heerst en Mreede kreeg ik andere interesses. Ik ek op sport en op mijn huidige I (richting VWO) Simon Stevin veel aan sport gedaan, eb ik zes zwemdiploma's en nteel zit ik op een korfbalvereni- Uiteindelijk heb ik mijn vakkenpak- i overleg met mijn klassedocent lemd op de academie voor nelijke opvoeding, want ik wil astieklerares worden. s het tweede en derde leerjaar heb vrijdagsmiddags op de gemeentelij- iooi voor machineschrijven een trsus gevolgd en daar moet ik eind ran dit jaar examen doen. Vandaar lat ik dit opstel uittyp, dat is dan r een aardige oefening, en als ik doe ik misschien ook nog wel steno. b ik dus aardig mijn bezigheden, en og wat aan extra zakgeld te komen, dat is altijd zo gauw op, help ik een die een winkel heeft, op zaterdag- >2 ag. Zo kan ik nog wel eens extra in .is blazen. oe zie ik nu mijn toekomst? Tot nu het allemaal zo van een leien dakje ,n tn. dat ik me best voor kan stellen lijn ouders zeggen, dat ik een loos leven heb. Voor alles wordt gd. Je moet leren tot je achttiende on s je je best doet „mag" je nog •r leren. Men vraagt zich helemaal je if of alle jongelui wel oneindig door oeleren. Ik zou me bijvoorbeeld best kunnen stellen dat ik later een .j Itelijke dagtaak heb en dat mijn i (ahum) ook een gedeeltelijke ,T lak heeft en hij ook verder wil leren, studeren kun je altijd blijven doen, wel Jeuk hoor, maar er zou wat afwisseling moeten komen. Wat je aag leert is morgen verleden tijd, zei Nederlandse leraar eens, en ergens heeft hij natuurlijk gelijk. Wisten mijn ouders, toen ze op de lagere school zaten iets van computers? kernenergie? maanlandingen En zo is het natuurlijk met ons ook. Over een paar jaar moeten wij ons weer helemaal „bijscholen". Wie van onze ouders heeft daar nu zin in Het zou misschien een idee zijn om de werkloosheid wat te nivelleren. Gedeelte lijk werken, en studeren (bij blijven) met alles wat je interesseert in de huidige maatschappij. En dat behoeft niet alleen in je eigen beroep te zijn. Hoeveel mensen hebben er niet interessante hobby's waar ze als ze tijd en geld er voor hadden, veel plezier aan zouden beleven? Ja, natuurlijk heb je tijd als je vijfenzestig bent maar dan zijn de meeste mensen een beetje uitgeblust. Dit zie ik allemaal voor ogen als ik aan uw thema denk: „Hoe zie ik mijn toekomst"? Niet zo opgewekt zult u zeggen. Ach, valt best mee hoor. Uiteindelijk moet iedereen voor zichzelf vechten, dat is nu eenmaal zo gegroeid in onze maatschappijstructurr. Keihard vechten, de zwakkeren vallen af, en daar zorgen de sterkeren wel weer voor. Misschien is het daarom wel dat ik heb gekozen voor gymnastieklerares, buiten mijn interesse voor de sport. Onbezorgd, vrij, altijd onder de jeugd werkend, en hoef ik later niet op een bejaardentrim- club. Grapje dus. Later nadat ik een paar jaar mijn beroep heb uitgeoefend, en misschien getrouwd ben. wil ik wel weer gaan studeren b.v. voor fysiotherapeute, maar ik heb gehoord dat dit nogal een pittige studie is. Maar voorlopig heb ik nog twee jaar voor de boeg, en dan verder voor gymnatiekonderwijzeres, dus komt tijd, komt raad. Ik weet dat ik niet aan de 750 woorden ben gekomen, maar wilt u even rekening houden dat ik maar een keer per week typles heb en nu aardig aan het eind van mijn latijn ben. Leuke taal Latijn. Zal ik toch maar Latijn gaan studeren Nee, niet twijfelen gymnastieklerares een twee een twee een twee artien Wind (15), Den Haag as 4 LTS Loosduinen te Den Haag) namelijk op de LTS op de oom autotechniek. Mijn ideaal is nier. Na een heleboel gesputter van ers thuis die der zoontje al in ken ergens in Suriname ziet liggen, nu ook opgelost. Ach ja, als je van 'Jen houdt. Nu moeders eindelijk stemd heeft is alles o.k., natuurlijk, er is nog een probleem. Ik had het op de T-stroom elektro gezeten, aangezien ik niet zo'n ster in leren haal ik dat niet en als ik voor lier afgekeurd word, wil ik bij de maar daar kan je alleen bij en met LTS T-stroom of MAVO of gelijk aan. Ik vind dit toch wel zo *itvaardig. Je kan toch wel een politieman zijn, ook al ben je geen lectueei. Lees de advertenties in de tt maar eens. Voor de eenvoudigste l( iepen vragen ze MAVO. zoals er intellectuelen bestaan met linkerhanden zijn er ook figuren zaagselhoofden. die goed met hun Het was min of meer toevallig, dat ik juist op mijn achttiende verjaardag de onderwijs bijlage „Wijzer Worden" met daarin de aankondiging van een opstel wedstrijd onder ogen kreeg. Toevallig en zeer toepasselijk; want iedereen denkt op z'n achttiende verjaardag onwillekeurig aan zijn toekomst. Of je nu al een volkomen uitgestippelde route hebt om te gaan. of nog ronddoolt tussen de richtingwijzers, niet wetend welke weg in te slaan. Juist op zo'n verjaardag overvallen die gedachten je weer eens, mede veroor zaakt door de belangstellende vragen van familie en vrienden, die er van overtuigd zijn dat je op die leeftijd toch wel „plannen" hebt. „Wat ga je doen na je eindexamen?" Mijn probleem is voorlopig: „Hoe red ik het tot en met mijn eindexamen?" Maar het is vanzelf sprekend dat ik ook toekomstplannen en toekomstdromen heb. Wanneer je zes jaar middelbaar onderwijs volgt, vraag je je af en toe wei eens af waar je het allemaal voor doet, of; ,Mijn einddiplo ma, en dan?" Het antwoord op de laatste vraag vond ik nog eens duidelijk in de bijlage „Wijzer Worden". Je wilt dus gaan studeren. Omstreeks je vierde leerjaar op de middelbare school begin je je te verdiepen in mogelijkheden tot een vervolgstudie, de volgende twee jaar onderwerp je je aan „interesse- en aanlegtesten," kruisverhoren van je dekaan, raad en advies van tientallen deskundigen op evenzoveel voorlichtings ochtenden, -middagen en -avonden, en een stroom van schriftelijke informatie overspoelt je via school of post. Wanneer je het voorgaande respectievelijk overleefd en doorgeworsteld hebt, ben je inderdaad al wat „Wijzer(ge)Worden". Alle inspanningen van bovengenoemden hebben je wat inzicht verschaft inzake de vervolgopleidingen. Je hebt een lijst voor je neus met meer dan verschillende studies aan universiteiten en hogescholen, om van de HBO-mogelijkheden nog maar te zwijgen. De keuze is aan jou. Wil je iets in de technische sector gaan doen? Veertien mogelijkheden maar liefst, waarvoor je ook nog op vier verschillen de TH's terecht kunt! Gelukkig is voor mij de keuze niet zo moeilijk geweest. Ik wist al snel dat ik, als ik zou gaan studeren, Landbouw wetenschappen zou kiezen, en aangezien dat wat W.O. betreft, maar in één plaats mogelijk is in Nederland, werd Wagenin- gen m'n voorlopige bestemmingsplaats. Die richting had ik alvast gevonden, en het hing nu nog slechts van m'n prestaties af, of ik er inderdaad ooit terecht zou komen. Veel dacht ik er toen nog niet over na, het leek nog zover weg. Maar nu, twee jaar later, sta ik er vlak voor; de formulieren aan het CBAP zijn al opgestuurd, ik heb „Open dagen in Wageningen" bijgewoond, en met de hulp van oudere-jaars me wat georiënteerd in de gang van zaken op de LH. Over ruim drie maanden ooop ik mijn VWO-diploma te hebben om dan vrolijk mijn toekomst binnen te stappen. Grote veranderingen op til; Leiden-Wage- ningen is bijna 150 km, en er zal dus niet meer gefietst worden naar school. Ik moet een xamer gaan zoeken en dus een heel ander leven gaan leiden dan dat ik tot nu toe gewend was. In allerlei brochures wordt er gewaarschuwd voor de moeilijkheden die je, behalve in de studie zelf, ook in je huishouden, je omgang met anderen en jezelf, tegen kunt komen. Ondanks dergelijke ontnuchteren de berichten loop ik toch vaak te dromen over het studenten leven. Lekker je eigen gang gaan, jezelf en anderen je zelfstan digheid bewijzen, nieuwe mensen leren kennen. Een heel andere wereld wacht je, een wereld die je instapt en die je wel's even zult gaan veroveren. Je gaat een studie volgen én daarmee gaat een wens, die je jaren gekoesterd hebt, in vervulling. Mijn ideaal is de dingen die ik tijdens die studiejaren zal leren (en hiermee bedoel ik niet alleen de leerstof van de LH, maar ook de ervaringen die ik daarbuiten op doe) in mijn verdere leven te gebruiken en toe te passen, en mezelf zo een beetje nuttig proberen te maken voor andere mensen. Hierbij denk ik, behalve aan ontwikke lingshulp, ook aan verbeteringen in b.v. de Westeuropese landbouwmethoden. Alle mensen samen hebben de wereld al heel wat viezer, rommeliger en onoverzichtelij ker gemaakt, en ik vind dat alle mensen zich dan ook moeten inspannen om de wereld wat leefbaarder te maken, zowel in sociaal als b.v. in landbouwkundig opzicht. Dit is een van de redenen, naast het feit dat ik me bijzonder interesseer voor alles wat maar enigszins met landbouw te maken heeft om zo'n studie te gaan volgen. Misschien blijft het een droom, misschien wordt er iets van waar, in ieder geval: zo zie ik mijn toekomst. Joke v.d. Ploeg (15), Wassenaar (klas 3 b Ihno de Spinbaar te Wassenaar) De nu nog felle zon zal steeds zwakker gaan schijnen. De golven gaan steeds harder dijnen. De kansen worden steeds kleiner. Iedereen heeft zijn eigen dromen die jammer genoeg niet allemaal zullen uitkomen. Ik wil schrijfster worden. Ik wil mijn naam lezen op allerlei borden. De bladeren vallen van de bomen. De wereld wordt steeds slechter en dan de neutronenbom. Wat moeten we ermee? Weg er mee Weg met oorlog en geweld, geef liever de ontwikkelingslanden meer geld. Weg met de kanonnen en stoere geweren, laten we het eens zonder proberen. Iedereen, jong en oud wil zo lang mogelijk leven. Allemaal moeten we mee werken elkaar die kans te geven. Het zal wel met veel moeite gaan. Het zal wel alleen in verhalen blijven bestaan. Olie, aardgas, steenkool, alles raakt op. Het komt door ons. Het hebzuchtige volk. Door angst en beven moeten we naar het eind toe leven. Iedereen houdt elkaar stevig vast. Niemand wil zien hoe de zon voor altijd en voor het laatst onder gaat. Jacco Boek (16), Den Haag (5 havo Aloysius College te Den Haag) handen overweg kunnen. Ik vind dat die mensen ook een kans moeten hebben Hoe zie ik mijn toekomst? Dit is erg moeilijk samen te vatten in een kort stukje, want hoeveel toekomstvormen zijn er? Je huwelijk, je kostwinning, om er enkele te noemen. Deze laatste vorm vind ik erg belangrijk en daarom wil mij, in dit stukje daartoe beperken. Tijdens de studie vind je jezelf in een bepaald ritme. Naar school, studeren, slapen enz. Dat is niet erg. Het valt te breken, en je hebt een uitzicht op iets heel anders, je toekomstige beroep.. Ik vrees echter dat ik bij het beroep dat ik mij voorstel, (ik wil graag het bedrijfsleven in) ook een ritme zal vinden. Dit zal veel moeilijker te doorbreken zijn dan het ritme van naar school toe gaan. Je kunt je er jezelf natuurlijk aanwennen, en dan zal het ritme wegvallen doordat het niet meer opvalt. Maar wat moetje doen als je er zelf niet aan kunt wennen? Er zijn enkele mogelijkheden. De eerste is een betrekking zoeken dat erg gevarieerd werk inhoudt, ik geloof echter dat dit zeer moeilijk zal zijn. In welk beroep dan ook, is er altijd iets dat een regelmaige verveling veroorzaakt Het is aan jezelf te bepalen in de verveling van een ritme (om niet te zeggen sleur) op moeten wegen tegen de afwisseling. De een zal met een wat mindere mate afwisseling tevreden zijn dan de ander. Voor mijzelf geloof ik dat de afwisselen de werkzaamheden véél groter moeten zijn dan de regelmatig terugkerenden. De tweede mogelijkheid is van je hobby je beroep te maken. Voor veel mensen is dat daarentegen onmogelijk, hun hobby's zich daar niet voor lenen. Dat doet de mijne ook niet. De derde mogelijkheid is de mogelijkheid waar ik het meest voor voel. Door om een bepaalde tijd van baan te verande ren, kun je je leven tot op zekere hoogte spannend houden. Je krijgt andere collega's, een andere werksfeer, het is dan weer noodzakelijk dat het werk met plezier gedaan wordt Wanneer je zo regelmatig van betrekking veranderd, blijf je leven vol ups en downs. Blijf je echter in een bepaald ritme, (baan) geloof ik dat ik dan in een voortdurende fase tussen up en down blijf steken Het leven wordt dan a.h.w. een geheel zonder einde. Daarom lijkt het mij beter deze golfbeweging in stand te houden door regelmatig van betrekking te veranderen. De regelmaat hiervan wordt door bepaalde zaken beïnvloed. Is de werksfeer prettig, blijf je langer; is hij dat niet, zoek je vlug een andere werkgever. Op zich lijkt dit een leuke oplossing, maar er zijn enkele nadelen aan verbonden. Op de eerste plaats moet je een beroep hebben dat zich hiervoor leent. Wat betreft het beroep dat ik mij voor ogen heb, geloof ik niet dat dit een probleem is. Op de eerste plaats is het de laatste tijd nogal moeilijk een baan te vinden, Iaat staan een andere. Maar ook dit lijkt mij geen obstakel. Op de derde plaats is daar de financiële achteruitgang. Dit doet vele schrikken. Ik hoop niet dat het mij ook zal afschrikken. Nu nog niet in ieder geval! Aan de hand van het bovenstaande stukje, wil ik nu een voorzichtige conclusie trekken. Ik denk dat ik mijn toekomst in het bedrijfsleven met een gerust hart tegemoet kan zien, mits ik een afwisselend bestaan kan leiden. In zo'n situatie zal ik mij het gelukkigst voelen. Als ik in de schoolbank hang en behoor te luisteren naar één van m'n zeven oersaaie leraren, dan dan dwaal ik wel eens af, en ga ik denken aan het opwindende leventje dat ik zal krijgen als maar eenmaal dat diploma in m'n zak heb. Eerst 'n poosje werken, lekker geld verdienen in 'n bejaardentehuis ofzo, en dan drie weken naar Frankrijk, heerlijk bruin worden, zwemmen en 'n heleboel nieuwe ervaringen opdoen. Als ik dan weer terug ben in dit kikkerlandje zal ik nog een poosje gaan werken, en dan begint er een nieuwe levensfase: een H.B.O. opleiding. Welke dat zal zijn staat nog niet vast: het wordt öf 'n éénjarige secretaresse opleiding, zodat ik al vlug 'n baan zal kunnen gaan zoeken en ik eindelijk zelfstandig kan worden, öf 'n opleiding tot museologe, die ook heel wat interessante perspectieven biedt. Dan word je immers opgeleid tot museumme dewerkster, zodat je 'n hoop te weten komt over kunst, schilderijen, antiqiteiten enz. Van de stages die je moet lopen, zijn er 'n paar in het buitenland, wat natuurlijk nóg interessanter is. Het zal een heel ander leven zijn dan datgene dat ik nu leidt: me dag in, dag uit zitten te vervelen in de schoolbanken en me ergeren aan die vreselijke leraren, en dingen moeten doen als gym- en maatschappijleer lessen volgen, waar ik niets voor voel. Als ik eenmaal museologe ben, begint het nieuwe leven pas goed: dan ga ik in 'n museum werken met prachtige oude dingen, bijvoorbeeld de sieraden van de vrouw van Karei de Grote, of de kinderstoel van Toetan-Amon. Ik zal het hele museum even reorganiseren, duizenden bezoekers trekken, miljoenen guldens verdienen, door mijn inzet en m'n vernuft, waarmee ik steeds waarde volle voorwerpen uit zolders vol rommel weet te halen. Natuurlijk kom ik dan in aanmerking met de meest interessante mensen en krijg ik waardevolle connecties, waardoor ik tenslotte in staat zal worden gesteld om in 'n zonnig, warm land een klein museum vol gouden en zilveren schatten te krijgen. Ik zal dan een paar aardige mensen in dienst nemen, en zelf kunnen doen wat ik wil in mijn luxe villa met de verschrikkehjk knappe, leuke, lieve man, die ik uit de hordes die om mij heen stroomden uitgekozen heb. Mocht het zo zijn dat ik niet uitverkoren wordt om museologie te mogen studeren aan het Reinwardt-Academie, waar immers jaarlijks maar vijftig gegadigden een plaats kunnen krijgen, dan is er nog niets aan de hand, want dan ga ik gewoon naar Schoevers. Dan studeer ik daar 'n jaartje, en dan zal ik alle fijne kneepjes onder de duim krijgen: steno, typen, zakelijkheid en efficiency, en vooral: weten hoe je met lastige directeuren omspringt, en hoe je ze naar je hand moet zetten. Mocht ik dat bij Schoevers niet leren, dan kom ik er zelf wel achter, uit ervaring. Ook met dat diploma op zak zal ik 'n leuke baan kunnen krijgen, en waar schijnlijk heb ik dan meer keuzemogelijk heden ook. Mijn bazen moeten natuurlijk altijd jong en rijk zijn, anders begin ik er niet aan, öf het moet een baantje zijn waar je veel in aanraking met andere jonge knapperds komt Een baantje bij een uitgeverij trekt me wel aan, ik geloof dat de meeste schrijvers tegenwoordig aardig oversext zijn, en dat hoeft nou ook weer niet. Een beetje romantiek hoort erbij. Nou, dan toch maar de jonge, knappe baas met z'n prachtige huizen in het zonnige zuiden, en z'n grote jachten en sleeën van auto's. Natuurlijk wordt hij meteen verliefd op zijn eenvoudige secretaresse, en blijft haar tot in de lengte van dage aanbidden, verafgoden, en op handen dragen. Zit ik effe goed! En mocht ik op geen enkel kantoor zo'n knap, rijk manspersoon tegenkomen, ach dan heb ik nog de kans dat iemand in mij 'n verborgen talent ontdekt zodat ik zélf rijk word. De toekomst ziet er rooskleurig uit! Joep Blanken (16), Boskoop (klas 4 Maranatha Mavo te Boskoop) Ik zie mijn toekomst als een gapend groot zwart gat waarin bijna niets valt te zien. De mensen uit deze tijd zien de toekomst ontzettend negatief; grote werkeloosheid, overbevolking, hongersnood en de milieuvervuiling; we stinken er in is een bekend gezegde. Maar dan vraag ik me af: is dat wel zo, zijn we tegenwoordig niet op zo'n hoog wetenschappelijk niveau dat voor deze problemen oplossingen kunnen worden gevonden? Zelf ben ik niet zo pessimistisch, natuurlijk, ik weet dat de werkeloosheid nu al een enorm probleem is en dat dit probleem over 10 20 jaar nog groter zal zijn, maar is dit een goede reden om zo somber over ons aller toekomst te zijn? Nee.mijn opinie is dat we ervan moeten maken wat we kunnen, dat we de problemen met frisse moed te lijf moeten gaan. Ons land heeft zo een ontzettend hoog sociaal voorzieningenniveau dat we ons eigenlijk daarover helemaal geen zorgen hoeven te maken. Denk maar eens aan de honderdduizenden werklozen in ons land, ze komen niet aan de slag maar ze krijgen wel een werkeloosheidsuitkering, waarvan ze ruim kunnen leven. Ook voor de 65plussers wordt goed gezorgd, al houden sommigen er niet van om met werken op te moeten houden, maar dit is helaas noodzakelijk om voor de jonge generatie nieuwe werkplaatsen (arbeidsplaatsen) te kunnen scheppen. Renate Nieuwmans (16), Den Haag (klas 4 Lüdger Mavo te Den Haag) ,JIoe zie ik m'n toekomst?" Eind mei doe ik examen MAVO met als keuzevakken Frans, Duits, Engels, Nederlands, Aardrijkskunde en Geschie denis. Dan hoop ik het diploma in ontvangst te kunnen nemen. We hebben nu al twee schriftelijke schoolonderzoe ken gehad; het derde is namehjk mondeling. Deze laatste twee schoolonder zoeken heb ik naar, eigen mening, goed gemaakt De laatste twee jaren ben ik eigenlijk pas goed over m'n toekomst na gaan denken. In januari ben ik naar een voorlichtingsavond geweest van M.B.O.- C.D. (Middelbaar Beroeps Onderwijs Civiele Diensten) en dit sprak mij erg aan. Nu zeggen je ouders wel „daar laten we je helemaal vrij in", maar dit is toch ook wel erg moeilijk, want je kan zoveel richtingen op. Ik wilde niet twee jaar naar de Havo, hoewel ik dat best zou halen, daar ik wilde iets wat meer beroepsgericht was. Het M.B.O. heeft vele studierichtingen maar degene die me het meest aansprak was huishoudkunde. Deze studierichting bestaat pas vier jaar. Het is een driejarige opleiding met het tweede jaar als stage-jaar. Het tweede jaar ziet er als volgt uit: twee weken school, 16 weken grote instelling (ziekenhuis), 2 weken naar school, 8 weken kleine instelling (bejaardentehuis, verpleegte huis), dan weer 2 weken naar school, 8 weken naar iets wat je zelf leuk vindt bijvoorbeeld een kindertehuis en dan twee weken naar school. Als je op school komt, het eerste jaar dus, krijg je de volgende vakken; Nederlands, Engels, expressie, natuur- en scheikunde, administratie, lichamelijke oefening, gezondheidsleer, psychologisch inzicht, leiding en organisatie, maatschappelijk inzicht, voeding, wonen, textiel, gezond heidszorg en praktijkoriëntatie. In de hele Randstad is hier maar één school; namelijk Academie de Laan, Morsestraat 1, Den Haag. Over deze school heeft onlangs ook wat in het Bivienhof gestaan. Dit heb ik met volle belangstel ling gelezen, maar nu weer terzake. Op 21 februari ben ik op een Open Dag geweest. Daar kon je zien wat de opleiding zowel te bieden had. Ik heb zelfs nog met een meisje uit de opleiding gepraat Je kunt bijvoorbeeld met het diploma M.B.O.C.D. hoofd van een huishoudelijke dinst van een kleine inrichting, hoofd van een afdeling zoals de groot keuken het zusterhuis of de conversatiezaal worden. Ook kun je hoofd van een huishouding in een vormingscentrum verzorgingsflat of studiecentrum worden. Je kunt een functie in een hotelbedrijf krijgen, ontwikkelingshulp doen en voorlichtwgs- werk bij overheidsinstanties en bedrijven gaan doen. Dat was dus ook weer een welbestede middag geworden. In het eerste jaar heb je corvee; dat houdt in dat je in het restaurant van de school voor eten moet zorgen want er komen veel studenten en buurtbewoners eten. Als je tegen bepaalde mensen zegt dat je huishoudkundige wilt worden denken ze meteen dat ik werkster wil worden maar dat is absoluut niet waar. Ik zit tot m'n negentiende op deze school. Daarna kan je doorgaan naar H.B.O. (Hoger Beroeps Onderwijs). Maar dat is nog te ver van mijn bed. Als ik dat diploma heb, M.B.O. dus, zou ik graag op een cruiseschip meegaan. Dat kan ook met dat diploma. En dit verruimt mijn horizon zal ik maar zeggen en je ziet nog eens wat van de wereld. Ik zou ook wel in een kinderte huis willen werken, dat lijkt me ook leuk werk. Ik heb alvast een formulier ingevuld om vakantiewerk te doen bij het Gulden Huis of zo maar ik denk dat ik niet eens mag komen praten. Misschien trouw ik nog wel eens maar dan wil ik wel blijven werken want anders heb ik voor niets geleerd. Nu zult u wel wat te weten zijn gekomen over mijn toekomst Ik vond het een moeilijk onderwerp want je kan er niets bij fantaseren. Nu hoop ik maar dat u mijn nDstel wel ened vindt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 21