'T» ;r" - r',-Y v
~|)riique Glasbergen (17), Oegstgeest
4 S.G. Duinzigt te Oegstgeest)
Tineke v.d. Berg (18), Voorhout
(6 vwo St. Agnes S.G. te Leiden)
Inge v.d. Hulst (17), Sassenheim
(6 atheneum Fioretti College te Lisse)
•komst zie ik als een criminele,
ide en ongelukkige wereld.
jc dat ik over 10 of misschien 20
J?t eens meer kan trouwen of zal
i omdat er steeds méér mensen
•heiden en ongelukkig zullen
leringen zijn er natuurlijk ook bij,
ndat de criminaliteit zo snel
t loop je gevaar dat je als je
teeld ruzie hebt met je man, er
is een pistool of mes bij kan
wat dan vrij normaal is en vaak
nt.
enhuizen zullen dus over 10 of 20
eds vermeerderd moeten worden.
keloosheid is dan ook veel meer
imen en daarom zal ik dan maar
int je nemen als verpleegster omdat
baantje meer is als verkoopster
iste winkels worden beroofd en
1, zodat op het laatst iedereen zijn
moet sluiten.
n s zullen dan ook gaan verminderen
leuk 'en er a^een Ü^eren of betonnen
yen over. Men bouwt geen flats
mdat de mensen die zich als ze
rvelen over de reling van 138 hoog
sneden laten vallen, dit omdat ze
^^.et weten wat ze in de wereld
zoeken. Ik zelf vind dit erg slap.
I^Mderen uit de winkels worden in
^Hetale verkocht door de straat, die
weer verbruikt om er
materiaal, drank en pillen voor te
Natuurlijk niet te vergeten het
voor de kinderen, die toch niks
meer eten. Het gevolg hiervan is
at de gebitten steeds slechter
in de ouders die ook wel eens een
eidje lusten.
i met verpeste gebitten het
niet meer kauwen, dus koopt men
dat men niet meer hoeft te
Dat is dan babyvoeding, dat je
kan slikken.
'liefhebbers vind je dan ook
s meer, alleen een paar enkeUngen
le foto's uit een ijzeren kist halen
rop bomen en andere dieren en
in op staan.
Voor de kinderen is dat iets
merkwaardigs om in te denken dat hun
ouders vroeger zo geleefd hebben.
Om terug te gaan op dat snoep, ik denk
dat mijn kinderen misschien later en
andere kinderen niet alleen snoep eten.
maar ook kroketten en vieze fricandellen
en patat.
Dit vieze vette voedsel wordt alleen nog
maar gemaakt van dieren.
Want ja, wat moeten wij dan met dieren
als alles vervuild is? Je kan ze beter
opgebruiken.
De insecten zullen door de vervuiling
uitsterven, gevolg; geen bloemen en
planten meer.
De wereld wordt volgens mij dus een
grauwe massa, waar ik liever niet over
wil denken.
Ik probeer nu nog zo veel mogelijk van
de natuur te genieten en van het leven
wat ik nu leid.
Ik hoop niet dat de wereld zo wordt zoals
jk daarnet gefantaseerd heb, maar wel
dat het anders wordt en dat de wereld
plannen moet gaan maken om zo'n nare
wereld later over ongeveer 20 jaar te
voorkomen. Maar nu denk ik alleen nog
maar geniet van het leven.
a Wasmus (14), Den Haag
3 3 atheneum Simon Stevin te Den Haag)
uch
P iel
•en raagteken achter het motto van dit
ar dis eigenlijk het meest essentieel,
senópfvragend hoe IK mijn toekomst
jm je al vlug op het thema „Hoe
je alfij, en daar bedoel ik vooral mijn
vechigenoten mee, onze toekomst?",
k malvorens op die filosofie in te gaan,
rug in de tijd dat ik wel wist wat
naglde studeren om later te worden.
jaar was ik, toen het beroep van
■onderwijzeres mij enorm aantrok,
iand praatte mij dat uit mijn
Nee, in de huishouding, net als
loeder, alstublieft zeg. Dat duurde
iele basisschool door, en toen
het eigenlijk al dat kiezen. „Welke
s een veelgehoorde vraag in
je $de klas van de lagere school. En
iekbegon ik te twijfelen. MAVO?
0. of LEAO. De schooltest wees uit
0, VWO plus. en ik liep met mijn
vooruit, hallo.
^Jiijn oorspronkelijke plannetje om
rleidster te worden kwam niets
■t. deels omdat er nogal wat
^fcosbeid onder dat beroep heerst en
Mreede kreeg ik andere interesses. Ik
ek op sport en op mijn huidige
I (richting VWO) Simon Stevin
veel aan sport gedaan,
eb ik zes zwemdiploma's en
nteel zit ik op een korfbalvereni-
Uiteindelijk heb ik mijn vakkenpak-
i overleg met mijn klassedocent
lemd op de academie voor
nelijke opvoeding, want ik wil
astieklerares worden.
s het tweede en derde leerjaar heb
vrijdagsmiddags op de gemeentelij-
iooi voor machineschrijven een
trsus gevolgd en daar moet ik eind
ran dit jaar examen doen. Vandaar
lat ik dit opstel uittyp, dat is dan
r een aardige oefening, en als ik
doe ik misschien ook nog wel steno.
b ik dus aardig mijn bezigheden, en
og wat aan extra zakgeld te komen,
dat is altijd zo gauw op, help ik een
die een winkel heeft, op zaterdag-
>2 ag. Zo kan ik nog wel eens extra in
.is blazen.
oe zie ik nu mijn toekomst? Tot nu
het allemaal zo van een leien dakje
,n tn. dat ik me best voor kan stellen
lijn ouders zeggen, dat ik een
loos leven heb. Voor alles wordt
gd. Je moet leren tot je achttiende
on s je je best doet „mag" je nog
•r leren. Men vraagt zich helemaal
je if of alle jongelui wel oneindig door
oeleren. Ik zou me bijvoorbeeld best
kunnen stellen dat ik later een
.j Itelijke dagtaak heb en dat mijn
i (ahum) ook een gedeeltelijke
,T lak heeft en hij ook verder wil leren,
studeren kun je altijd blijven doen,
wel Jeuk hoor, maar er zou wat
afwisseling moeten komen. Wat je
aag leert is morgen verleden tijd, zei
Nederlandse leraar eens, en ergens
heeft hij natuurlijk gelijk. Wisten mijn
ouders, toen ze op de lagere school zaten
iets van computers? kernenergie?
maanlandingen En zo is het natuurlijk
met ons ook. Over een paar jaar moeten
wij ons weer helemaal „bijscholen". Wie
van onze ouders heeft daar nu zin in
Het zou misschien een idee zijn om de
werkloosheid wat te nivelleren. Gedeelte
lijk werken, en studeren (bij blijven) met
alles wat je interesseert in de huidige
maatschappij. En dat behoeft niet alleen
in je eigen beroep te zijn. Hoeveel
mensen hebben er niet interessante
hobby's waar ze als ze tijd en geld er
voor hadden, veel plezier aan zouden
beleven? Ja, natuurlijk heb je tijd als je
vijfenzestig bent maar dan zijn de meeste
mensen een beetje uitgeblust.
Dit zie ik allemaal voor ogen als ik aan
uw thema denk: „Hoe zie ik mijn
toekomst"? Niet zo opgewekt zult u
zeggen. Ach, valt best mee hoor.
Uiteindelijk moet iedereen voor zichzelf
vechten, dat is nu eenmaal zo gegroeid in
onze maatschappijstructurr. Keihard
vechten, de zwakkeren vallen af, en daar
zorgen de sterkeren wel weer voor.
Misschien is het daarom wel dat ik heb
gekozen voor gymnastieklerares, buiten
mijn interesse voor de sport. Onbezorgd,
vrij, altijd onder de jeugd werkend, en
hoef ik later niet op een bejaardentrim-
club. Grapje dus.
Later nadat ik een paar jaar mijn beroep
heb uitgeoefend, en misschien getrouwd
ben. wil ik wel weer gaan studeren b.v.
voor fysiotherapeute, maar ik heb
gehoord dat dit nogal een pittige studie
is. Maar voorlopig heb ik nog twee jaar
voor de boeg, en dan verder voor
gymnatiekonderwijzeres, dus komt tijd,
komt raad.
Ik weet dat ik niet aan de 750 woorden
ben gekomen, maar wilt u even rekening
houden dat ik maar een keer per week
typles heb en nu aardig aan het eind van
mijn latijn ben. Leuke taal Latijn. Zal ik
toch maar Latijn gaan studeren Nee,
niet twijfelen gymnastieklerares een
twee een twee een twee
artien Wind (15), Den Haag
as 4 LTS Loosduinen te Den Haag)
namelijk op de LTS op de
oom autotechniek. Mijn ideaal is
nier. Na een heleboel gesputter van
ers thuis die der zoontje al in
ken ergens in Suriname ziet liggen,
nu ook opgelost. Ach ja, als je van
'Jen houdt. Nu moeders eindelijk
stemd heeft is alles o.k., natuurlijk,
er is nog een probleem. Ik had het
op de T-stroom elektro gezeten,
aangezien ik niet zo'n ster in leren
haal ik dat niet en als ik voor
lier afgekeurd word, wil ik bij de
maar daar kan je alleen bij
en met LTS T-stroom of MAVO of
gelijk aan. Ik vind dit toch wel zo
*itvaardig. Je kan toch wel een
politieman zijn, ook al ben je geen
lectueei. Lees de advertenties in de
tt maar eens. Voor de eenvoudigste
l( iepen vragen ze MAVO.
zoals er intellectuelen bestaan met
linkerhanden zijn er ook figuren
zaagselhoofden. die goed met hun
Het was min of meer toevallig, dat ik
juist op mijn achttiende verjaardag de
onderwijs bijlage „Wijzer Worden" met
daarin de aankondiging van een opstel
wedstrijd onder ogen kreeg.
Toevallig en zeer toepasselijk; want
iedereen denkt op z'n achttiende
verjaardag onwillekeurig aan zijn
toekomst. Of je nu al een volkomen
uitgestippelde route hebt om te gaan. of
nog ronddoolt tussen de richtingwijzers,
niet wetend welke weg in te slaan. Juist
op zo'n verjaardag overvallen die
gedachten je weer eens, mede veroor
zaakt door de belangstellende vragen van
familie en vrienden, die er van overtuigd
zijn dat je op die leeftijd toch wel
„plannen" hebt. „Wat ga je doen na je
eindexamen?" Mijn probleem is
voorlopig: „Hoe red ik het tot en met
mijn eindexamen?" Maar het is vanzelf
sprekend dat ik ook toekomstplannen en
toekomstdromen heb. Wanneer je zes jaar
middelbaar onderwijs volgt, vraag je je
af en toe wei eens af waar je het
allemaal voor doet, of; ,Mijn einddiplo
ma, en dan?" Het antwoord op de laatste
vraag vond ik nog eens duidelijk in de
bijlage „Wijzer Worden".
Je wilt dus gaan studeren. Omstreeks je
vierde leerjaar op de middelbare school
begin je je te verdiepen in mogelijkheden
tot een vervolgstudie, de volgende twee
jaar onderwerp je je aan „interesse- en
aanlegtesten," kruisverhoren van je
dekaan, raad en advies van tientallen
deskundigen op evenzoveel voorlichtings
ochtenden, -middagen en -avonden, en
een stroom van schriftelijke informatie
overspoelt je via school of post. Wanneer
je het voorgaande respectievelijk
overleefd en doorgeworsteld hebt, ben je
inderdaad al wat „Wijzer(ge)Worden".
Alle inspanningen van bovengenoemden
hebben je wat inzicht verschaft inzake de
vervolgopleidingen. Je hebt een lijst voor
je neus met meer dan verschillende
studies aan universiteiten en hogescholen,
om van de HBO-mogelijkheden nog maar
te zwijgen. De keuze is aan jou. Wil je
iets in de technische sector gaan doen?
Veertien mogelijkheden maar liefst,
waarvoor je ook nog op vier verschillen
de TH's terecht kunt!
Gelukkig is voor mij de keuze niet zo
moeilijk geweest. Ik wist al snel dat ik,
als ik zou gaan studeren, Landbouw
wetenschappen zou kiezen, en aangezien
dat wat W.O. betreft, maar in één plaats
mogelijk is in Nederland, werd Wagenin-
gen m'n voorlopige bestemmingsplaats.
Die richting had ik alvast gevonden, en
het hing nu nog slechts van m'n
prestaties af, of ik er inderdaad ooit
terecht zou komen. Veel dacht ik er toen
nog niet over na, het leek nog zover weg.
Maar nu, twee jaar later, sta ik er vlak
voor; de formulieren aan het CBAP zijn
al opgestuurd, ik heb „Open dagen in
Wageningen" bijgewoond, en met de hulp
van oudere-jaars me wat georiënteerd in
de gang van zaken op de LH. Over ruim
drie maanden ooop ik mijn VWO-diploma
te hebben om dan vrolijk mijn toekomst
binnen te stappen.
Grote veranderingen op til; Leiden-Wage-
ningen is bijna 150 km, en er zal dus niet
meer gefietst worden naar school. Ik
moet een xamer gaan zoeken en dus een
heel ander leven gaan leiden dan dat ik
tot nu toe gewend was. In allerlei
brochures wordt er gewaarschuwd voor
de moeilijkheden die je, behalve in de
studie zelf, ook in je huishouden, je
omgang met anderen en jezelf, tegen kunt
komen. Ondanks dergelijke ontnuchteren
de berichten loop ik toch vaak te dromen
over het studenten leven. Lekker je eigen
gang gaan, jezelf en anderen je zelfstan
digheid bewijzen, nieuwe mensen leren
kennen. Een heel andere wereld wacht je,
een wereld die je instapt en die je wel's
even zult gaan veroveren.
Je gaat een studie volgen én daarmee
gaat een wens, die je jaren gekoesterd
hebt, in vervulling. Mijn ideaal is de
dingen die ik tijdens die studiejaren zal
leren (en hiermee bedoel ik niet alleen de
leerstof van de LH, maar ook de
ervaringen die ik daarbuiten op doe) in
mijn verdere leven te gebruiken en toe te
passen, en mezelf zo een beetje nuttig
proberen te maken voor andere mensen.
Hierbij denk ik, behalve aan ontwikke
lingshulp, ook aan verbeteringen in b.v.
de Westeuropese landbouwmethoden. Alle
mensen samen hebben de wereld al heel
wat viezer, rommeliger en onoverzichtelij
ker gemaakt, en ik vind dat alle mensen
zich dan ook moeten inspannen om de
wereld wat leefbaarder te maken, zowel
in sociaal als b.v. in landbouwkundig
opzicht. Dit is een van de redenen, naast
het feit dat ik me bijzonder interesseer
voor alles wat maar enigszins met
landbouw te maken heeft om zo'n studie
te gaan volgen. Misschien blijft het een
droom, misschien wordt er iets van waar,
in ieder geval: zo zie ik mijn toekomst.
Joke v.d. Ploeg (15), Wassenaar
(klas 3 b Ihno de Spinbaar te Wassenaar)
De nu nog felle zon zal steeds zwakker
gaan schijnen. De golven gaan steeds
harder dijnen. De kansen worden steeds
kleiner. Iedereen heeft zijn eigen dromen
die jammer genoeg niet allemaal zullen
uitkomen. Ik wil schrijfster worden. Ik
wil mijn naam lezen op allerlei borden.
De bladeren vallen van de bomen. De
wereld wordt steeds slechter en dan de
neutronenbom. Wat moeten we ermee?
Weg er mee Weg met oorlog en geweld,
geef liever de ontwikkelingslanden meer
geld. Weg met de kanonnen en stoere
geweren, laten we het eens zonder
proberen. Iedereen, jong en oud wil zo
lang mogelijk leven. Allemaal moeten we
mee werken elkaar die kans te geven. Het
zal wel met veel moeite gaan. Het zal wel
alleen in verhalen blijven bestaan. Olie,
aardgas, steenkool, alles raakt op. Het
komt door ons. Het hebzuchtige volk.
Door angst en beven moeten we naar het
eind toe leven. Iedereen houdt elkaar
stevig vast. Niemand wil zien hoe de zon
voor altijd en voor het laatst onder gaat.
Jacco Boek (16), Den Haag
(5 havo Aloysius College te Den Haag)
handen overweg kunnen.
Ik vind dat die mensen ook een kans
moeten hebben
Hoe zie ik mijn toekomst? Dit is erg
moeilijk samen te vatten in een kort
stukje, want hoeveel toekomstvormen zijn
er? Je huwelijk, je kostwinning, om er
enkele te noemen. Deze laatste vorm vind
ik erg belangrijk en daarom wil mij, in
dit stukje daartoe beperken. Tijdens de
studie vind je jezelf in een bepaald ritme.
Naar school, studeren, slapen enz. Dat is
niet erg. Het valt te breken, en je hebt
een uitzicht op iets heel anders, je
toekomstige beroep.. Ik vrees echter dat
ik bij het beroep dat ik mij voorstel, (ik
wil graag het bedrijfsleven in) ook een
ritme zal vinden. Dit zal veel moeilijker
te doorbreken zijn dan het ritme van
naar school toe gaan. Je kunt je er jezelf
natuurlijk aanwennen, en dan zal het
ritme wegvallen doordat het niet meer
opvalt. Maar wat moetje doen als je er
zelf niet aan kunt wennen? Er zijn enkele
mogelijkheden.
De eerste is een betrekking zoeken dat
erg gevarieerd werk inhoudt, ik geloof
echter dat dit zeer moeilijk zal zijn. In
welk beroep dan ook, is er altijd iets dat
een regelmaige verveling veroorzaakt Het
is aan jezelf te bepalen in de verveling
van een ritme (om niet te zeggen sleur)
op moeten wegen tegen de afwisseling.
De een zal met een wat mindere mate
afwisseling tevreden zijn dan de ander.
Voor mijzelf geloof ik dat de afwisselen
de werkzaamheden véél groter moeten
zijn dan de regelmatig terugkerenden.
De tweede mogelijkheid is van je hobby
je beroep te maken. Voor veel mensen is
dat daarentegen onmogelijk, hun hobby's
zich daar niet voor lenen. Dat doet de
mijne ook niet.
De derde mogelijkheid is de mogelijkheid
waar ik het meest voor voel. Door om
een bepaalde tijd van baan te verande
ren, kun je je leven tot op zekere hoogte
spannend houden. Je krijgt andere
collega's, een andere werksfeer, het is
dan weer noodzakelijk dat het werk met
plezier gedaan wordt
Wanneer je zo regelmatig van betrekking
veranderd, blijf je leven vol ups en
downs. Blijf je echter in een bepaald
ritme, (baan) geloof ik dat ik dan in een
voortdurende fase tussen up en down
blijf steken Het leven wordt dan a.h.w.
een geheel zonder einde. Daarom lijkt het
mij beter deze golfbeweging in stand te
houden door regelmatig van betrekking te
veranderen. De regelmaat hiervan wordt
door bepaalde zaken beïnvloed. Is de
werksfeer prettig, blijf je langer; is hij
dat niet, zoek je vlug een andere
werkgever.
Op zich lijkt dit een leuke oplossing,
maar er zijn enkele nadelen aan
verbonden. Op de eerste plaats moet je
een beroep hebben dat zich hiervoor
leent. Wat betreft het beroep dat ik mij
voor ogen heb, geloof ik niet dat dit een
probleem is.
Op de eerste plaats is het de laatste tijd
nogal moeilijk een baan te vinden, Iaat
staan een andere. Maar ook dit lijkt mij
geen obstakel.
Op de derde plaats is daar de financiële
achteruitgang. Dit doet vele schrikken. Ik
hoop niet dat het mij ook zal afschrikken.
Nu nog niet in ieder geval!
Aan de hand van het bovenstaande
stukje, wil ik nu een voorzichtige
conclusie trekken. Ik denk dat ik mijn
toekomst in het bedrijfsleven met een
gerust hart tegemoet kan zien, mits ik
een afwisselend bestaan kan leiden. In
zo'n situatie zal ik mij het gelukkigst
voelen.
Als ik in de schoolbank hang en behoor
te luisteren naar één van m'n zeven
oersaaie leraren, dan dan dwaal ik wel
eens af, en ga ik denken aan het
opwindende leventje dat ik zal krijgen als
maar eenmaal dat diploma in m'n zak
heb. Eerst 'n poosje werken, lekker geld
verdienen in 'n bejaardentehuis ofzo, en
dan drie weken naar Frankrijk, heerlijk
bruin worden, zwemmen en 'n heleboel
nieuwe ervaringen opdoen. Als ik dan
weer terug ben in dit kikkerlandje zal ik
nog een poosje gaan werken, en dan
begint er een nieuwe levensfase: een
H.B.O. opleiding. Welke dat zal zijn staat
nog niet vast: het wordt öf 'n éénjarige
secretaresse opleiding, zodat ik al vlug 'n
baan zal kunnen gaan zoeken en ik
eindelijk zelfstandig kan worden, öf 'n
opleiding tot museologe, die ook heel wat
interessante perspectieven biedt. Dan
word je immers opgeleid tot museumme
dewerkster, zodat je 'n hoop te weten
komt over kunst, schilderijen, antiqiteiten
enz. Van de stages die je moet lopen, zijn
er 'n paar in het buitenland, wat
natuurlijk nóg interessanter is. Het zal
een heel ander leven zijn dan datgene dat
ik nu leidt: me dag in, dag uit zitten te
vervelen in de schoolbanken en me
ergeren aan die vreselijke leraren, en
dingen moeten doen als gym- en
maatschappijleer lessen volgen, waar ik
niets voor voel.
Als ik eenmaal museologe ben, begint het
nieuwe leven pas goed: dan ga ik in 'n
museum werken met prachtige oude
dingen, bijvoorbeeld de sieraden van de
vrouw van Karei de Grote, of de
kinderstoel van Toetan-Amon. Ik zal het
hele museum even reorganiseren,
duizenden bezoekers trekken, miljoenen
guldens verdienen, door mijn inzet en
m'n vernuft, waarmee ik steeds waarde
volle voorwerpen uit zolders vol rommel
weet te halen.
Natuurlijk kom ik dan in aanmerking
met de meest interessante mensen en
krijg ik waardevolle connecties, waardoor
ik tenslotte in staat zal worden gesteld
om in 'n zonnig, warm land een klein
museum vol gouden en zilveren schatten
te krijgen. Ik zal dan een paar aardige
mensen in dienst nemen, en zelf kunnen
doen wat ik wil in mijn luxe villa met de
verschrikkehjk knappe, leuke, lieve man,
die ik uit de hordes die om mij heen
stroomden uitgekozen heb.
Mocht het zo zijn dat ik niet uitverkoren
wordt om museologie te mogen studeren
aan het Reinwardt-Academie, waar
immers jaarlijks maar vijftig gegadigden
een plaats kunnen krijgen, dan is er nog
niets aan de hand, want dan ga ik
gewoon naar Schoevers. Dan studeer ik
daar 'n jaartje, en dan zal ik alle fijne
kneepjes onder de duim krijgen: steno,
typen, zakelijkheid en efficiency, en
vooral: weten hoe je met lastige
directeuren omspringt, en hoe je ze naar
je hand moet zetten. Mocht ik dat bij
Schoevers niet leren, dan kom ik er zelf
wel achter, uit ervaring.
Ook met dat diploma op zak zal ik 'n
leuke baan kunnen krijgen, en waar
schijnlijk heb ik dan meer keuzemogelijk
heden ook. Mijn bazen moeten natuurlijk
altijd jong en rijk zijn, anders begin ik er
niet aan, öf het moet een baantje zijn
waar je veel in aanraking met andere
jonge knapperds komt Een baantje bij
een uitgeverij trekt me wel aan, ik geloof
dat de meeste schrijvers tegenwoordig
aardig oversext zijn, en dat hoeft nou ook
weer niet. Een beetje romantiek hoort
erbij.
Nou, dan toch maar de jonge, knappe
baas met z'n prachtige huizen in het
zonnige zuiden, en z'n grote jachten en
sleeën van auto's. Natuurlijk wordt hij
meteen verliefd op zijn eenvoudige
secretaresse, en blijft haar tot in de
lengte van dage aanbidden, verafgoden,
en op handen dragen. Zit ik effe goed!
En mocht ik op geen enkel kantoor zo'n
knap, rijk manspersoon tegenkomen, ach
dan heb ik nog de kans dat iemand in
mij 'n verborgen talent ontdekt zodat ik
zélf rijk word.
De toekomst ziet er rooskleurig uit!
Joep Blanken (16), Boskoop
(klas 4 Maranatha Mavo te Boskoop)
Ik zie mijn toekomst als een gapend
groot zwart gat waarin bijna niets valt te
zien. De mensen uit deze tijd zien de
toekomst ontzettend negatief; grote
werkeloosheid, overbevolking,
hongersnood en de milieuvervuiling; we
stinken er in is een bekend gezegde.
Maar dan vraag ik me af: is dat wel zo,
zijn we tegenwoordig niet op zo'n hoog
wetenschappelijk niveau dat voor deze
problemen oplossingen kunnen worden
gevonden?
Zelf ben ik niet zo pessimistisch,
natuurlijk, ik weet dat de werkeloosheid
nu al een enorm probleem is en dat dit
probleem over 10 20 jaar nog groter zal
zijn, maar is dit een goede reden om zo
somber over ons aller toekomst te zijn?
Nee.mijn opinie is dat we ervan
moeten maken wat we kunnen, dat we de
problemen met frisse moed te lijf moeten
gaan.
Ons land heeft zo een ontzettend hoog
sociaal voorzieningenniveau dat we ons
eigenlijk daarover helemaal geen zorgen
hoeven te maken.
Denk maar eens aan de
honderdduizenden werklozen in ons land,
ze komen niet aan de slag maar ze
krijgen wel een werkeloosheidsuitkering,
waarvan ze ruim kunnen leven. Ook voor
de 65plussers wordt goed gezorgd, al
houden sommigen er niet van om met
werken op te moeten houden, maar dit is
helaas noodzakelijk om voor de jonge
generatie nieuwe werkplaatsen
(arbeidsplaatsen) te kunnen scheppen.
Renate Nieuwmans (16), Den Haag
(klas 4 Lüdger Mavo te Den Haag)
,JIoe zie ik m'n toekomst?"
Eind mei doe ik examen MAVO met als
keuzevakken Frans, Duits, Engels,
Nederlands, Aardrijkskunde en Geschie
denis. Dan hoop ik het diploma in
ontvangst te kunnen nemen. We hebben
nu al twee schriftelijke schoolonderzoe
ken gehad; het derde is namehjk
mondeling. Deze laatste twee schoolonder
zoeken heb ik naar, eigen mening, goed
gemaakt De laatste twee jaren ben ik
eigenlijk pas goed over m'n toekomst na
gaan denken. In januari ben ik naar een
voorlichtingsavond geweest van M.B.O.-
C.D. (Middelbaar Beroeps Onderwijs
Civiele Diensten) en dit sprak mij erg
aan. Nu zeggen je ouders wel „daar laten
we je helemaal vrij in", maar dit is toch
ook wel erg moeilijk, want je kan zoveel
richtingen op. Ik wilde niet twee jaar
naar de Havo, hoewel ik dat best zou
halen, daar ik wilde iets wat meer
beroepsgericht was. Het M.B.O. heeft vele
studierichtingen maar degene die me het
meest aansprak was huishoudkunde. Deze
studierichting bestaat pas vier jaar. Het is
een driejarige opleiding met het tweede
jaar als stage-jaar. Het tweede jaar ziet
er als volgt uit: twee weken school, 16
weken grote instelling (ziekenhuis), 2
weken naar school, 8 weken kleine
instelling (bejaardentehuis, verpleegte
huis), dan weer 2 weken naar school, 8
weken naar iets wat je zelf leuk vindt
bijvoorbeeld een kindertehuis en dan
twee weken naar school. Als je op school
komt, het eerste jaar dus, krijg je de
volgende vakken; Nederlands, Engels,
expressie, natuur- en scheikunde,
administratie, lichamelijke oefening,
gezondheidsleer, psychologisch inzicht,
leiding en organisatie, maatschappelijk
inzicht, voeding, wonen, textiel, gezond
heidszorg en praktijkoriëntatie. In de hele
Randstad is hier maar één school;
namelijk Academie de Laan, Morsestraat
1, Den Haag. Over deze school heeft
onlangs ook wat in het Bivienhof
gestaan. Dit heb ik met volle belangstel
ling gelezen, maar nu weer terzake. Op 21
februari ben ik op een Open Dag
geweest. Daar kon je zien wat de
opleiding zowel te bieden had. Ik heb
zelfs nog met een meisje uit de opleiding
gepraat Je kunt bijvoorbeeld met het
diploma M.B.O.C.D. hoofd van een
huishoudelijke dinst van een kleine
inrichting, hoofd van een afdeling zoals
de groot keuken het zusterhuis of de
conversatiezaal worden. Ook kun je
hoofd van een huishouding in een
vormingscentrum verzorgingsflat of
studiecentrum worden. Je kunt een
functie in een hotelbedrijf krijgen,
ontwikkelingshulp doen en voorlichtwgs-
werk bij overheidsinstanties en bedrijven
gaan doen. Dat was dus ook weer een
welbestede middag geworden. In het
eerste jaar heb je corvee; dat houdt in
dat je in het restaurant van de school
voor eten moet zorgen want er komen
veel studenten en buurtbewoners eten.
Als je tegen bepaalde mensen zegt dat je
huishoudkundige wilt worden denken ze
meteen dat ik werkster wil worden maar
dat is absoluut niet waar. Ik zit tot m'n
negentiende op deze school. Daarna kan
je doorgaan naar H.B.O. (Hoger Beroeps
Onderwijs). Maar dat is nog te ver van
mijn bed. Als ik dat diploma heb, M.B.O.
dus, zou ik graag op een cruiseschip
meegaan. Dat kan ook met dat diploma.
En dit verruimt mijn horizon zal ik maar
zeggen en je ziet nog eens wat van de
wereld. Ik zou ook wel in een kinderte
huis willen werken, dat lijkt me ook leuk
werk. Ik heb alvast een formulier
ingevuld om vakantiewerk te doen bij het
Gulden Huis of zo maar ik denk dat ik
niet eens mag komen praten. Misschien
trouw ik nog wel eens maar dan wil ik
wel blijven werken want anders heb ik
voor niets geleerd. Nu zult u wel wat te
weten zijn gekomen over mijn toekomst
Ik vond het een moeilijk onderwerp want
je kan er niets bij fantaseren. Nu hoop ik
maar dat u mijn nDstel wel ened vindt