Johan
Cruijff
SPITS
ZONDER
VOETBAL
4& tictac
Argentina'78
ra
MUNCHEN,-. In de Sabenerstrasse, in
een buitenwijk van München, ligt het
uitgebreide trainingscomplex van FC.
Bayern. Een wijk waar eensgezinswonin
gen worden afgewisseld door flatgebou
wen. Voor de hoofdingang van het ge
bouw waar de administratieve afdelingen
van FC Bayern zijn ondergebracht, stopt
een vuurrode Mercedes, het grootste
formaat dat de Duitse fabriek heeft te
leveren. Voor deze gelegenheid laat Gerd
Muller zich brengen. Hij grist zijn trai
ningsspullen uit de bagageruimte. Gerd
Muller is precies op tijd.
Gerd Muller loopt niet, hij „scharrelt" de
trappen op. Een krachtige figuur die zich
in het dagelijks leven precies zo beweegt
als op het voetbalveld; alsof hij op het
punt staat een prooi zal bespringen. Hij
zet zijn ene been niet naast het andere
maar hijst het erbij. De sweater spant om
zijn tors, de pantalon dreigt te knappen.
Eén bonk spier en kracht. Een atleet die
met elke stap zijn voet stevig op de
grond zet, gereed om toe te slaan, zoals
hij dat deed op de zevende juli 1974.
Ineens was hij er en scoorde, ineenge
drongen, meedogenloos uithalend en
West Duitsland de wereldtitel bezorgend.
Het tegenbeeld van het schriele jongetje
Johan Cruijff, van wie niemand in zijn
jeugdjaren geloofde dat hij ooit zou
uitgroeien tot de wereldtop. Ter gelegen
heid van de twintigste editie van het
toernooi om de Europa Cup in 1975 gaf
het blad „Football" een speciaal nummer
uit. Johan Cruijff wordt erin beschreven
als „de voetballer van de twintigste
eeuw", een niet geringe onderscheiding.
Johan Cruijff „de voetballer die doet
denken aan Di Stefano maar toch met
een geheel eigen stijl," stond er in.
Johan Cruijff beweegt zich soepel. Hij
mist het krachtige van Gerd Müller. Hij
heeft lange spieren die hem de loop van
een gazelle geven. In het sobere lichaam
is geen plaats voor vetafzetting maar het
is krachtiger dan het lijkt. Een ander
soort kracht dan Müller, gevoed door een
feilloze kijk op de situatie in het veld.
een kracht die hem in staat stelt met
grote passen, bal aan voet, over het veld
te zweven en opeens te versnellen of de
tackle van een tegenstander met een
luchtige sprong te ontwijken. En toch
hebben zij beiden, Müller en Cruijff,
dezelfde angst gekregen voor de hard
heid van het hedendaagse voetbal.
Gerd Müller zit weggedoken achter een
grote glazen kast, waarin de drie door
FC Bayern gewonnen Europa Cups 1 te
pronk staan, op losjes gedrapeerd flu
weel. Daarboven prijken koperkleurige
bekers voor het veroveren van de Duitse
titels in 1969, 1972, 1973 en 1974. Er was
ook nog een kampioenschap in 1939
maar daarvan ontbreekt de beker. Er
hangt een vitrine aan de muur met
souvenirs van FC Bayern: vaantjes, stic
kers, aanstekers, asbakken, een pas uit
gekomen boek over de club met als foto
op de kaft een actie van Gerd Müller met
op de achtergrond de Nederlandse
scheidsrechter Charles Corver, club
speldjes en een horloge met een zwarte
cijferplaat waarop elke vijftien seconden
de naam FC Bayern oplicht. Voor nege
nenzestig Mark is het uw eigendom.
Regelmatig staan er fans voor het loket
om een of ander souvenir te kopen. Het
„Grüss Gott" als Beierse welkomstgroet
klinkt herhaaldelijk en hoewel Gerd" Mul
ler meent een beschut plekje te hebben
ontdekt, vindt een junior hem die
„Grüss Gott, bitte" vraagt om een
handtekening te zetten op het gipsbeen
dat hij heeft overgehouden aan een on
doordachte charge van een tegenstan
der.
Kracht en conditie
Gerd Müller voldoet vriendelijk aan het ver
zoek maar laat er meteen op volgen: „Tot
mijn dertigste ben Ik nooit geblesseerd ge
weest. Toen begon het: last van mijn knie
banden, twee keer een arm gebroken, een
stuk uit mijn schouder gehaald, wild vlees
dat woekerde. Als je zo'n twaalf jaren in de
spits speelt, altijd tegen twee of drie man
moet optornen, loop je tenslotte wat op. Je
bent, als je de dertig bent gepasseerd, niet
meer zo snel".
Bovendien is het normaal geworden om je
fors aan te pakken. Je mag er niet door, een
doelpunt moet hoe dan ook voorkomen wor
den. Het voetbal van tegenwoordig wordt dan
niet meer om het spel gespeeld. Het komt
neer op de kracht en conditie, overal ter
wereld. Soms wordt je er zo angstig van, zo
hard gaat het. Maar ik blijf doorgaan zo lang
het kan. Als ik merk dat ik te veel risico ga
lopen, stop ik."
„Je kunt jezelf wel voor de gek houden en
met een spuit de pijn verdrijven maar daarmee
is de blessure niet verdwenen. En ik heb nog
een heel leven voor me. Ik word op 3 novem
ber driëendertig, voor de manier waarop ik
speel nog niet te oud. Maar ik heb wei de
verantwoording voor mijn gezin. Ik heb een
dochtertje. En een vrouw. Dat telt. Ik heb
twee zaken in sportartikelen, die mijn aan
dacht eisen. Dan mag je geen onverantwoorde
risico's meer nemen. Dat is ook de reden
geweest dat ik vóór het wereldtoernooi 1974
al heb gezegd dat ik niet meer zou spelen
in 1978. Het werd me allemaal te veel: voetbal
len, zaken, gezin. Ik was nooit meer thuis
Als ik niet bij FC Bayern was, was ik wel bij
het nationale team. Trainingskampen, reizen,
altijd bezig met voetballen. Jawel, ik vond dat
lang fijn want ik heb van jongsaf voetballer
willen worden. Op mijn elfde jaar ging ik bij
Nördlingen spelen en op mijn achttiende bij
Bayern München. Ik hen nooit de behoefte
gevoeld ergens anders heen te gaan. Ik heb
het voetballen op straat geleerd en er is nooit
een andere sport in mijn leven geweest. Maar
er komt een tijd dat je je moet afvragen of
de risico's nog wel opwegen tegen je maat
schappelijk leven."
Gelijkenis
Een treffende gelijkenis met Hendrik Johan
nes Cruijff, geboren op 25 april 1947, opge
groeid in wat Amsterdam het Betondorp
noemt, niet weg te slaan van de straat waar
hij elk vrij moment voetbalde. Zijn ouderlijk
huis lag zowat tegenover het stadion van
Ajax in welke club hij als zeventienjarige
debuteerde in het eerste elftal tegen GVAV,
dat met 3-1 won maar Cruijff maakte het
doelpunt voor de Amsterdamse formatie.
Een bijna iele voetballer die voorbestemd leek
onder de builen en schrammen van het veld
te komen. Dat gebeurde ook maar hij ontwik
kelde een grandioos gevoel voor timing, was
wendbaar als weinig anderen, overzag met
èèn blik de mogelijkheden, was snel en attent.
Er gloorde een superbe voetballoopbaan, cul
minerend in een miljoenencontract bij de FC
Barcelona, afgedwongen in een periode dat
hij een in 1971 zevenjarige overeenkomst
met Ajax had afgesloten. Maar toen kwam FC
Barcelona, welks president Agustin Montal
aan het eind van zijn vierjaarlijkse voorzitter
schap stond. Een wereldster aantrekken zou
hem verzekeren van nog een vierjaarlijkse
ambtperiode. Ajax kon Johan Cruijff niet hou
den. Tegen het bod en het salaris van
FC Barcelona kon de Amsterdamse club niet
op en Johan Cruijff vertrok in 1973.
Hij werd in april eenendertig jaar. Gezin en
gezondheid deden hem besluiten zijn carrière
te bëendigen. maar niet met een wereldtoer
nooi. Johan Cruijff werd de spits-zonder-voet-
bal. Ook voor hem gingen de risico's te zwaar
wegen. De aanslagen op zijn benen, de „aan
slag" die een gestoorde onlangs nog deed
op zijn gezin door zijn hyperluxe flat in
Barcelona binnen te dringen toen de heer des
huizes niet thuis was. Angst om weken van
huis te zijn en geen wakend oog op zijn gezin
te kunnen houden, angst voor zijn gezondheid
brachten hem tot zijn onwrikbare besluit.
Bijna het gehele afgelopen seizoen speelde
Johan Cruijff met een blessure. Als het even
kon, werd hij opgekalefaterd maar de blessure
bleef. Wat. zo ging er in zijn L
gebeurt er met mij als die blessure»
Het schrikbeeld van een lichamelijk)
nestelde zich'steeds vaster in hel
Johan Cruijff. Hij had (voetbal) daP!
bijna apathisch zijn wedstrijd spjr*
noch masseur konden de blessure.
bestrijden. Maar het ging. hoew(lf
weer speelde hij briljant, de echte,
op dreef zijnde Johan Cruijff. Darvf1
hij weer. zette spel en ploeg nar*"
was de „grote leider". Dat bracht
malen in conflict, zowel met de s
als met zijn ploeggenoten.
„Nee." zegt Gerd Müller. „Ik ben r
veld gezonden. Ik voetbal stevig
hoe ver ik kan gaan. Ik ben een c
speler dan Johan Cruijff. Hij Ie
hij maakte openingen, speelt veelal
aanval. Ik sta in de spits want mij
is doelpunten maken en anderen P
voor dat ik de kansen krijg."
Positie
Gerd Müller, de spits in de ond4ni
positie. Johan Cruijff, de spits iiid
heersende positie. Die verantwoord!
hij ook uit, niet .altijd op de rfe
anderen welgevallig was. De zwart]
de uit zijn indrukwekkende loopbA
november 1966 werd Johan Cioi
CORYFEEEN
Op de zevende juli 1974 werd Nederland in
het wereldtoernooi tweede. In de finale werd
in het Olympisch stadion van München met
2-1 verloren van West Duitsland. Twee
spelers, die een belangrijke rol vertolkten,
zullen er. straks in Argentinië niet meer bij
zijn: Gerd Müller, de spits van het team dat
het wereldkampioenschap moet verdedigen,
en Johan Cruijff, de spits van Oranje.
Beiden zagen uit vrije wil af van nóg een
wereldtoernooi. Gerd Müller, die het
beslissende doelpunt maakte ter
herinnering: Neeskens 1-0 uit een strafschop
nadat Cruijff was gevloerd, Breitner 1-1 ook
uit een strafschop en Gerd Müller 2-1 had
vóór de w.k. 1974 al aangekondigd niet
meer in de nationale ploeg te zullen
optreden. Er werd aan hem getrokken maar
hij herzag
besluit or
voor alsn
hem were
Zelfs coai
Barcelona
loopbaan te bëeindigei
Zorgen dat de populariteit niet verloren gaat. Een handte
kening op het veld kan er altijd wel af.
Links en rechts even sterk en feïllocs scoren.
iDe zwartste bladzijde uit zijn rijke car
$cheidsrechter Rudi Glöckner stuurt Cruijff
het veld tijdens de interland tegen Ts
Slowakije.