Ipeciale ontwapeningszitting
an VN een keerpunt?
ipreidingsplan
'uidmolukkers
Ondernemingsraad zelfstandig
•lijft gehandhaafd
r
ficidóeGoiucmt
Politieke splijtstof bij
uranium-affaire
Betere resultaten bij Estel
GEMATIGDE BIJVAL VAKBEWEGING
Hefbrug Rotterdam week later: werven tevreden
Vier poliopatiënten
naar huis
^fNENLAND
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 20 MEI 1978
PAGINA 7
JP erl
en
mei begint de Speciale Zitting van de
lene Vergadering van de Verenigde Na-
gewijd aan ontwapening. Dat kan een
[rijke gebeurtenis worden. Het zal, zoals
IValdheim, de Secretaris-Generaal van de
irklaarde, de omvangrijkste, en meest
intatieve bijeenkomst zijn die ooit werd
£^fceroepen om zich bezig te houden met
M^pening.
iPf!, rfrjen om tot wapenbeheersing en tot wapen-
BsT^dering te komen zijn van het grootste
voor de mensheid. Simpelweg omdat het
,VJ van de bestaande bewapening, die nog
K' toeneemt, zo onvoorstelbaar groot is.
<ver een enkel woord. Per dag wordt onge-
V,. miljard dollar aan bewapening uitgege-
%de wereld. Daarvan namen de tegenstan-
Tn de koude oorlog, de NAVO en de
jiau-Pact-Organisatie, 80% voor hun reke-
^®hie aard van de bestaande wapens is door
i'-pighnologische kennis fundamenteel veran-
^tfjptnet name door de atomaire wapens en
ietten. Rotterdam werd in 1940 verwoest
>en bombardement van alles tezamen on-
r 95 ton conventionele springstof (TNT),
(aarste atoombom, die ooit tot ontploffing
gebracht, had een explosieve kracht gelijk
F miljoen ton TNT! Men kan er een klein
|nee vernietigen. Met de bestaande voor-
nucleaire wapens kan men méér dan 100
B mensen doden. Maar er zijn er maar
Bird! Dat noemt men overbewapening.
de raketten is geen bescherming moge
eder van de supermachten kan de ander
vernietigen, als ze kwaad wil. Om die
wil te voorkomen heeft ieder van de
nachten onkwetsbare wapens, die de aan-
op zijn beurt kunnen vernietigen. Dat
men het evenwicht van de verschrikking.
deze feitelijke situatie durft geen van
{partijen een oorlog te beginnen. Want elke
kan ontaarden in een nucleaire, waarin
aarste wapens gebruikt worden. Dit is een
jdat ieder van de partijen ervan weerhoudt
in aanvalsoorlog te beginnen. Maar dat
!en oorlog in Europa niet uit. Er zijn ook
[vilde" oorlogen, ontstaan omdat een con-
en crisis, uit de hand loopt, of omdat een
Ie partijen zich misrekende in de reactie
e ander, of omdat vergissingen plaatsvon-
»f omdat een locale burgeroorlog grenzen
tverschrijden, en ontaardde in een super-
Ien-strijd.
loderne wapens zijn onbruikbaar gewor-
lat is: ongeschikt om in de strijd gebruikt
jrden. Maar ze zijn nog wel onmisbaar,
als wij onze wapens eenzijdig zouden
ïffen zouden de wapens van de tegenpartij
bruikbaar worden. Hij zou oppermachtig
Ên de oppermachtige misdraagt zich, dat
de geschiedenis. Ieder land misdroeg zich
p „Gouden Eeuw", in de eeuw van zijn
dige ontwapening is dus geen oplossing,
ringend nodig is, is gezamenlijke wapen-
ndering. Over gezamenlijke ontwapening
raat en onderhandeld sinds het einde van
Veede Wereldoorlog. Maar zonder succes,
ptaat slechts één ontwapeningsverdrag: het
verdrag dat verbiedt om biologische wapens te
bezitten. Andere verdragen die gesloten werden
op wapengebied betroffen niet de ontwapening
maar de niet-bewapening op plaatsen waar nog
geen wapens waren (de hemellichamen, de ruim
te, de Zuidpool, de zeebodem), of de niet-bewa
pening met bepaalde wapens (bijvoorbeeld anti
raketten) of boven een bepaald plafond. Alles
tezamen een zeer teleurstellend resultaat. Prak
tisch een compleet falen!
Waarom? Wat was de reden van dat falen? Het
blijkt steeds duidelijker, dat de hoofdschuldigen
de Supermachten zijn. Zij willen een globale
politiek voeren, zij willen de machtsafstand
bewaren met de rest in de wereld, ieder van
hen wil vooral zorgen niet de mindere te worden
van de andere. Zij vinden „het gevaar van de
tegenstander" groter dan „het gevaar van de
wapens". Vandaar hun wapenwedloop, die tel-
door prof. mr. B. V.
A. Röling
(directeur van het
Polemologisch Insti
tuut van de Rijksu
niversiteit Gronin
gen)
kens gevoed wordt door nieuwe uitvindingen
(neutronenbom, kruisraket). Zij hebben ook een
heel eigen opvatting van wat aan wapenmacht
nodig is voor „vrede en veiligheid". Een burge
roorlog aan de andere kant van de wereld is
een veiligheidskwestie van Amerika, verklaarde
McNamara in 1964. En de huidige minister van
energie, Schlesinger, zei onlangs in een toe
spraak tot marine-officieren, dat de regelmatige
toevoer van olie een militaire verantwoordelijk
heid was.
Dat zijn verontrustende opvattingen, die in
Amerika zowel als in de Sovjet-Unie steeds
leidden tot méér en betere wapens. En de
supermachten hebben de leiding bij de ontwape
ningsbesprekingen, niet alleen bij de SALT
besprekingen over strategische kernwapens,
maar ook in Wenen, waar sinds jaren gepraat
wordt over wederzijdse wapenvermindering in
Centraal Europa, en in de Commissie voor
Ontwapening (CCD), die sinds jaren in Genève
onderhandelt, en waar de twee supermachten
gezamenlijk voorzitter zijn.
Bij de vraag: „hoeveel wapenmacht is nodig
voor de veiligheid?" hebben de militairen een
zwaarwegende stem. Zij zijn de deskundigen.
Zij weten dingen die aan politici onbekend zijn
(het militaire geheim). Zij zijn de natuurlijke
raadgevers in de ontwapeningszaken. Men kan
zich afvragen of zij de meest doeltreffende
raadgevers zijn. De militair vraagt zich af: „Wat
heb ik nodig aan wapenmacht, als de oorlog is
uitgebroken?" Hij wil dan graag van alles méér
hebben dan de tegenstander.
Maar de meer belangrijke polemologische vraag
is: „Wat heb ik nodig om te voorkomen dat de
oorlog uitbreekt?" Dat is een andere vraag met
een ander antwoord. De militaire vraag leidt tot
streven naar superieuriteit, de wapenwedloop,
en het falen in ontwapeningspogingen. De pole
mologische vraag leidt tot een bewapening die
sterk genoeg is om de andere van de aanval
te doen afzien (dus heel sterk in de afweer),
maar die niet geschikt is om zelf aan te vallen;
die zichtbaar afstand doet van de capaciteit om
de oorlog te winnen, die desnoods genoegen
neemt met een weloverwogen mindere kracht.
We spreken dan van „niet-offensieve afschrik
king", of van een „defensieve afschrikking".
Dan kan de angst bij de andere verdwijnen, en
zijn argwaan. Dan groeien de kansen dat beide
partijen als uitgangspunt aanvaarden: slechts
wapenmacht om wapengebruik van de ander te
voorkomen. Dat is het wapenstandpunt van
kleine landen. Het is ook een gezonde basis om
tot gemeenschappelijke regeling van wapenver
mindering te komen.
Militairen staan gewoonlijk huiverig tegenover
deze opvatting. Zij geloven in macht. Dat be
hoort bij hun beroep. Maar er zit iets merkwaar
digs in de situatie dat een vraag: „Hoeveel
macht is er nodig voor veiligheid?" wordt voor
gelegd aan degenen die de producenten zijn van
die macht, die een beroepsbelang hebben bij
veel macht. Als we willen weten: „Hoeveel
macht is goed voor de gezondheid?" zullen we
dat toch bij voorkeur niet vragen aan melkfabri-
kanten!
In het Handvest van de VN wordt de bemoeienis
met ontwapening vooral toegedacht aan de Vei
ligheidsraad, waar de supermachten een veto
hebben. Op initiatief van de niet-gebonden klei
ne landen heeft de Algemene Vergadering
(waarin geen veto geldt, en waarin de kleine
landen de meeste stemmen hebben) tot een
Speciale Zitting over ontwapening besloten. Het
betekent dat het groeiend ongeduld van de
kleine landen, hun groeiende ergernis over het
falen van ontwapening, tot uitbarsting is geko
men, in een soort opstand tegen de allermachtig-
sten, die zich tevergeefs tegen zo'n speciale
zitting hebben verzet. Kleine landen hebben nu
eenmaal een andere opvatting over veiligheid,
dan de grote. Zij zijn spoediger tevreden. En
zij beseffen steeds meer, dat de praktijk van
de supermachten op den duur onherroepelijk in
een catastrofe moet eindigen. Vandaar deze
revolte van de zwakken.
Zij hebben het initiatief overgenomen. Zal er
nu wat gebeuren?
De Algemene Vergadering is geen wereldwetge
ver. Haar beslissingen zijn niet bindend, behou
dens de beslissingen van organisatorische aard.
Maar zij zijn niet machteloos. Door haar resolu
ties kan zij enorme invloed uitoefenen, het
geestelijke klimaat veranderen. Dat hebben we
ervaren op het gebied van de mensenrechten,
de dekolonisatie, de strijd tegen de apartheid,
de ontwikkelingshulp, de gedachte van een nieu
we economische wereldorde.
Zo kan de Algemene Vergadering ook een rol
spelen bij de ontwikkeling van een Volkenrecht
dat de nu bestaande nationale bewapeningsvrij
heid zou beperken.
Bepaalde excessieve bewapeningen zouden kun
nen gaan beschouwd worden als verboden
„dreiging met geweld", of als verboden „bedrei
ging van de vrede".
Het programma van de Speciale Zitting beoogt
een „Verklaring over ontwapening" en een „Pro
gram van actie". Het zal daar gaan om een
terugdringen van de kernwapens (verbod van
eerste gebruik, aanvaarding van gedenucleari-
seerde zones, een volledig verbod van kernproe
ven, beperking van overdracht van gevaarlijke
technologie, internationalisatie van bewerkings
processen), om het verbod van het hebben van
chemische wapens, om beperking van de wapen
handel, om verbod van het gebruik van „dubieu
ze wapens". Het betekent een pressie op de
hoogontwikkelde staten, op de supermachten,
op de allianties.
Die pressie is van grote betekenis. Zij kan
verhoogd worden door een besluit om elke drie
jaren zo'n Speciale Zitting te houden: om te zien
wat er intussen gebeurd is, en om nieuwe
suggesties te doen. De pressie kan ook in hoge
mate versterkt worden door de instelling van
een Internationale Ontwapenings Organisatie,
geroepen om gegevens te verschaffen over wa
pens en wapenontwikkeling, om die gegevens
bekend te maken, om initiatieven te nemen voor
ontwapening, om een rol te vervullen als ontwa
peningsverdragen zijn gesloten (inspectie, oplos
sen van geschillen).
De Nederlandse regering heeft over zo'n organi
satie een voorzidhtig en bescheiden voorstel
ingediend.
Zal de Speciale Zitting tot iets komen? Het zal
mede afhangen van de vraag of de kleine
partners in de bondgenootschappen de moed
opbrengen om zo nu en dan stelling te nemen
tegen de supermachten. Alle kleine landen heb
ben een groot gemeenschappelijk belang: niet
het slachtoffer te worden van de strijd tussen
de giganten. De (op wapengebied) „proletariërs
aller landen" dienen gezamenlijk op te treden.
Dan kunnen ze sterk zijn en iets bereiken.
Dan zou de „Speciale Zitting" kunnen worden
wat Kurt Waldheim als haar roeping zag: een
keerpunt in de pogingen om tot wapenverminde
ring te komen.
HET ziet er naar uit, dat de gecombineerde oppositiepar
tijen in de Tweede- en Eerste Kamer in de huidige fase
hun aanvallen vooral blijven richten op de minister van
Buitenlandse Zaken, dr. Van der Klaauw. Vooral het
beleid ten aanzien van het ultracentrifugeproject in Alme
lo blijkt een geliefkoosd thema voor moties en interpella
ties. Toen in de eerste twee maanden van het bestaan
van het kabinet-Van Agt bleek, dat minister Van der
Klaauw nog al wat te leren had iri de manier, waarop
hij met het parlement moest omgaan, heeft de oppositie
in zijn persoon kennelijk de zwakke schakel gezien. Dat
daarbij bovendien ingespeeld kon worden op de angst
bij grote groepen van de bevolking als het om kernenergie
gaat, zal aan die strategie niet vreemd geweest zijn.
INTUSSEN heeft het initiatief van premier Van Agt zelf
om de uranium-leveranties op de topconferentie van
Kopenhagen met de premier van het Verenigd Koninkrijk
en de Duitse Bondskanselier te bespreken, toch wel
vruchten afgeworpen. De briefwisseling, die daarop is
gevolgd, kan binnenkort tot een afsluitend debat in de
Kamer leiden. Hoewel de feitelijke inhoud van de ant
woorden van de Engelse premier Callaghan en Bondskan
selier Schmidt (nog) niet is gepubliceerd, mag men toch
aannemen dat niet meer van een geïsoleerd Nederlands
standpunt sprake is. De eisen, die aan het tegengaan van
de verspreiding van kernwapens gesteld moeten worden,
schijnen overeind te kunnen worden gehouden. Dat daar
toe het uitsluitend vreedzaam gebruik van verrijkt ura
nium door Brazilië, via Almelo te leveren, absolute voor
waarde is wordt door alle partners in het internationale
overleg erkend.
HET zou daarom ook de oppositie sieren en het doel
zeker dienen, indien de prikacties, die vooral tot doel
hebben het kabinet in het algemeen en minister Van der
Klaauw in het bijzonder hinderlijk voor de voeten te
lopen, zouden worden gestaakt tot het kabinet de beloofde
opening van zaken geeft. Die toezegging is immers voluit
gedaan en geen, zichzelf respecterend, parlement zal een
kabinet de kans geven daaronder uit te komen. Maar ook
internationaal moeten premier Van Agt en minister Van
der Klaauw de kans hebben een maximaal resultaat te
halen, zonder eenmaal gesloten overeenkomsten te schen
den. En onder die gesloten overeenkomsten staan ook de
handtekeningen van zeer vooraanstaande leden van de
huidige oppositie.
NIJMEGEN De resultaten
van Estel (Hoesch-Hoogovens)
zijn in het eerste kwartaal van
dit jaar ten opzichte van het
bijzonder slechte vierde kwar
taal belangrijk verbeterd- Het
duidelijkst zichtbaar is dit, al
dus de Raad van Bestuur in
-een toelichting, in het bedrijfs
resultaat, dat 42,1 min nega
tief was tegen 102,3 min ne
gatief in het laatste kwartaal
van 1977, een verbetering dus
met 60,2 min. Het verlies
voor belasting daalde van
174,8 min in het vierde
kwartaal vorig jaar met 53,4
De verbetering van het be
drijfsresultaat in de eerste drie
maanden van dit jaar ten op-
zich te van het vierde kwartaal
van 1977 is vooral in de divisie
staal ontstaan. Hoewel de op-
brengstprijzen nog niet het ge
middelde niveau van 1977 heb
ben bereikt, vertoonden zij ten
opzichte van het vierde kwar
taal van 1977 een lichte stij
ging, wat o.m. aan de in Euro
pees verband getroffen maatre
gelen is toe te schrijven.
merleden bij Urenco-fabriek
het rieden van verschillende fracties in de Tweede Kamer hebben zich gisteren in Almelo laten voorlichten
tie Urenco-fabriek. daartoe uitgenodigd door personeelsleden van de fabriek die de politici gebrek
lennis verweten. Premier Van Agt hoopt dat het kabinet voor het zomerreces de Tweede Kamer
landpunt bekend te maken.
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG Het kabinet-Van Agt heeft gisteren
gematigde bijval gekregen van de vakbeweging met
betrekking tot het thans formeel ingediende wijzi-
gjngsontwerp voor de wet op de ondernemingsraden.
De werkgeversorganisaties vinden het echter fout,
dat het kabinet de reeds door het kabinet-Den Uyl
voorgestelde verzelfstandiging van de o.r. handhaaft.
Uit de gisteren gepubliceerde stukken blijkt, dat het
huidige kabinet het vorige wetsontwerp, dat als
gevolg van de kabinetscrisis niet geheel kon worden
afgehandeld door het parlement, in grote lijnen heeft
overgenomen.
In het nog liggende wetsontwerp was al een aanzien
lijke uitbreiding gegeven aan de bevoegdheden van
de o.r. Het kabinet-Van Agt wil die bevoegdheden
nog verder verruimen. Het initiatiefrecht van de raad
is versterkt, het adviesrecht is uitgebreid tot besluiten
van de ondernemer tot vestiging van een andere
onderneming en tot het aangaan of beëindigen van
een belangrijke financiële deelneming 'in een andere
onderneming. De positie van de leden van een o.r.
is onder meer versterkt door de instelling van een
ontslagverbod.
Vorige week was reeds bekendgemaakt, dat een o.r.
alleen nog uit gekozen leden zal bestaan en dat de
directeur, thans veelal voorzitter, er geen deel meer
van zal uitmaken. Wel zal er een vorm van overleg
met de bedrijfsleiding blijven bestaan: de bestuurder
van de onderneming mag de vergadering van de o.r.
op belangrijke momenten bijwonen en dan het woord
voeren, maar hij heeft geen stemrecht.
De invoering van een beroepsrecht voor de o.r. tegen
ingrijpende economische beslissingen van de onder
nemer, blijft gehandhaafd, niet echter het eerder
voorgestelde beroepsrecht tegen een besluit tot benoe
ming van een bestuurder. In een eerste reactie heeft
vice-voorzitter Wim Spit van de FNV zich verheugd
getoond, dat de verzelfstandiging van de o.r. tegen
alle verzet in, gehandhaafd blijft. Maar hij vindt het
weer een betutteling, dat heel formeel geregeld moet
worden, dat de ondernemer in een o.r.-vergadering
mag verschijnen. „De werknemers zijn verstandig
genoeg om geen adviezen vast te stellen zonder eerst
kennis te nemen van alle belangrijke feiten, ook van
de mening van de bedrijfsleiding, aldus Spit, die het
dan ook jammer vond, dat het door de FNV voortdu
rend bestreden instituut van de overlegvergadering
in feite toch overeind blijft.
Het CNV is ook niet ontevreden over het standpunt
van het kabinet, met name ook wat betreft de
uitbreiding van de bevoegdheden van de o.r., maar
vindt het overdreven om te spreken van een belang
rijke maatschappijhervormende wet, zoals de rege
ring doet. Daarvoor ontbreekt een duidelijke visie op
de zeggenschapsverhoudingen binnen de onderne
ming. Het vervallen van een beroepsrecht tegen de
benoeming van directeuren vindt het CNV een ver
slechtering. In dit opzicht moet de o.r. een duidelijke
stem in het kapittel hebben, zeker nu de raad geen
invloed heeft via de raad van commissarissen. Zeer
ongewenst vindt de christelijke vakcentrale het, dat
bij verschil van mening in een overlegvergadering
niet de o.r. doch de directie gaat uitmaken wie deze
vergadering zal leiden. „Een ongewenste bevoogding",
aldus het CNV.
WD-Kamerlid Keja noemde gisteravond het wetsont
werp van nu een aanzienlijke verbetering ten opzichte
van het ontwerp van het kabinet-Den Uyl. Die verbe
tering zit hem volgens Keja vooral, in het spreekrecht
van de ondernemer, stemrecht voor de directeur vond
hij niet zo belangrijk. Dat spreekrecht werd echter
door PvdA-Kamerlid Poppe juist een verarming van
het oorspronkelijke wetsontwerp genoemd. Beide Ka
merleden waren content over de versterking van de
rechtspositie van o.r.-leden.
De werkgeversorganisaties VNO en NCW hebben het
ontnemen van het lidmaatschap van de o.r. aan de
directeur fel afgewezen. Aldus wordt geen recht
gedaan aan de opvatting, dat een o.r. een samenwerk
ingsverband dient te zijn. Voor het overige vindt men
het nieuwe ontwerp wel aanvaardbaar, ook wat be
treft uitbreidingen van bevoegdheden, maar een abso
luut ontslagverbod wordt overdreven gevonden; de
huidige ontslagbescherming is al afdoende, zo menen
de werkgeversverbonden.
Rotterdam „We hebben
weer wat meer soelaas gekre
gen nu de brug pas volgende
week weer op zijn plaats
wordt getild", zo reageert een
woordvoerder van het scheeps-
reparatiebedrijf Boele te Rid
derkerk, dat begin deze week
aankondigde door de kapotte
spoorbrug in Rotterdam ge
dwongen te zijn werktijdver
korting voor het personeel te
vragen bij gebrek aan repara-
tieopdrachtep.
minister Tuijnman van Ver
keer en Waterstaat bedongen
dat de brug niet aanstaande
zondag maar pas volgende
week (28 mei) weer op zijn
plaats zal worden getild, waar
door men in ieder geval genoeg
werk kan „binnenhalen". Na 28
mei blijft de terugplaatste brug
nog twee weken lang dicht en
daardoor het scheepvaartver
keer gestremd met uitzonder
ing van een half uur in de
nacht van 3 op 4 juni, wanneer
dtjvende bokken de brug spe-
keer zullen opkrikken. Het rei
zigersverkeer van de NS zal
daar geen hinder van ondervin
den.
Meer dan andere reparatiewer-
ven ondervindt Boele proble
men van de stremming; de
cliënten van de andere werven
hebben kleinere schepen en de
ze kunnen zonder veel proble
men omvaren via Dordrecht.
De schepen die naar Boele va
ren moeten daarentegen de
Maasbruggen passeren.
D«f Spoorwegen betreuren het
staande zondag weer op zijn
plaats wordt teruggebracht.
„Daardoor duurt de overlast
voor het reizigersverkeer nog
een week langer", aldus een
woordvoerder, die opmerkt dat
het technisch mogelijk was ge
weest de brug aanstaande zon
dag al terug të plaatsen.
De Rotterdamse havenbedrij
ven hebben geen stagnatie
door de kapotte Koningshaven-
brug omdat hun installaties Te
weten van de brug zitten, aldus
Scheepvaartvereemging Zuid.
De binnenscheepvaart naar het
achterland heeft aanvankelijk
wel problemen gekend, maar
kiest nu zo nodig de route via
Dordrecht. De Rotterdamse
Kamer van Koophandel heeft
minister Tuijnman van Ver
keer en Waterstaat per brief
gevraagd haast te maken met
de plannen voor een spoortun
nel onder de Maas, zodat
stremmingen als die nu in Rot
terdam plaats hebben, in de
toekomst vermeden kunnen
lelinj
J. ter Schure sdb
vicaris Roermond
ROERMOND (ANP) Bis
schop J. Gijsen van Roermond
heeft de salesiaan J. G. ter
Schure (55) benoemd tot vica
ris-generaal van zijn bisdom.
Pater Ter Schure gaat de pas
torale aspecten van het dioce
saan bestuur en de permanen
te vorming van priesters en
leken behartigen. Hij is de der
de vicaris-generaal in het bis
dom.
Pater Ter Schure werkte onder
meer in het jeugdcentrum in
Den Haag/Rijswijk. In 1961
werd hij overste van de Neder
landse provincie der salesia-
nen.
gezinnen die zich biïiten de woonwijken willen
vestigen. Mede daardoor is de bewoningsdicht-
heid binnen die woonwijken vrijwel overal naar
redelijke maatstaven onaanvaardbaar hoog. Het
regeringsbeleid is er in de eerste plaats op
gericht op zo kort mogelijke termijn daarvoor
een oplossing te vinden.
De regering houdt ook vast aan de instelling
van een gemengd Nederlands-Moluks advies- en
overlegorgaan, dat te zijner tijd het bestaande
Molukse Inspraakorgaan en de commissie Kob-
ben-Mantouw zal vervangen. Zoals gemeld is het
Inspraakorgaan sterk gekant tegen deze vervan
ging. De regering stelt echter het element van
de dialoog tussen de Nederlandse en de Molukse
samenleving op de voorgrond.„Een advisering
van Molukse zijde die in contact en overleg met
vertegenwoordigers van Nederlandse organisa
ties tot stand komt, zal, naar te verwachten is,
doeltreffender zijn". Overigens sluit Wiegel
handhaving van het Inspraakorgaan Molukkers
niet helemaal uit.
De belangstelling voor de oriëntatiereizen van
Molukkers naar Indonesië is bijzonder groot,
maar de mogelijkheden zijn beperkt. Dit jaar
kunnen voorts dertig Molukse gezinnen terug
naar Indonesië, zo zij dat wensen. In de loop
der jaren zijn rond de tweeduizend Molukkers
teruggekeerd. Vele van hen zijn echter niet veel
verder dan Jakarta gekomen en daar vaak
verarmd, waarna tweer financiële hulp uit Ne-
(Van onze parlementaire redactie)
HAAG De regering handhaaft haar
ïpunt dat uitbreiding van de bestaande
fkse woonwijken noch het stichten van
fve zal worden bevorderd. Zij houdt dus
aan het voorgenomen spreidingsbeleid ten
jen van de Molukkers in Nederland.
(schrijft vice-minister-president Wiegel in
joord op vragèn van de bijzondere Tweede-
jercommissie die zich bezighoudt met de
ingsnota over de problematiek van de Mo-
minderheid. De Kamercommissie gaat
•ver op 29 mei en 5 juni in openbare
kderingen met de betrokken bewindslieden
kssiëren.
|open en pluriforme karakter van de Neder-
i samenleving verdraagt zich niet met de
ing en handhaving van aparate lokaties
I minderheden. Een innruimtelijk opzicht
{leiden wonen en leven leidt tot een uitzon-
•gspositie naast de overige samenleving",
s Wiege. De regering ontkent niet dat het
ïn in zekere concentraties voor het schep
en handhaven van bijzondere voorzieningen
behoeve van de eigen identiteit praktische
[delen biedt, „maar dat hoeft niet de nood-
van exclusief Molukse woonwijken in te
len".
groot probleem is nu, en dat geldt voor
Vel alle Molukse woonwijken, het vinden
[passende woonruimte in de omgeving (bijv.
Staatssecretaris mevr. Veder-Smit van volksgezondheid heeft gisteren in Apeldoorn overleg
gepleegd met gezondheidsautoriteiten en burgemeesters van plaatsen waar de poliogevallen
zich hebben voorgedaan. Na afloop verklaarde zij dat voorlichting over de ziekte belangrijk
blijft, met name over lichaamshygiëne.
APELDOORN De indruk bestaat dat
de polio-epidemie over haar hoogtepunt
heen is. Er zijn in de laatste twee dagen
geen nieuwe gevallen bekend geworden,
hoewel dit niet betekent dat de medici
de epidemie onder de knie hebben: zo
lang er nog veel mensen niet gevacci
neerd zijn, blijven nieuwe explosies mo
gelijk, aldus de Gelderse inspecteur van
de volksgezondheid. Vier kinderen heb
ben vandaag het ziekenhuis verlaten om
verder thuis te genezen. De lichte verlam
mingsverschijnselen zijn bij hen verdwe
nen. Vijf patiënten, onder wie een 22-jari-
ge vrouw, blijven nog in het ziekenhuis.