Ipeciale ontwapeningszitting an VN een keerpunt? ipreidingsplan 'uidmolukkers Ondernemingsraad zelfstandig •lijft gehandhaafd r ficidóeGoiucmt Politieke splijtstof bij uranium-affaire Betere resultaten bij Estel GEMATIGDE BIJVAL VAKBEWEGING Hefbrug Rotterdam week later: werven tevreden Vier poliopatiënten naar huis ^fNENLAND LEIDSE COURANT ZATERDAG 20 MEI 1978 PAGINA 7 JP erl en mei begint de Speciale Zitting van de lene Vergadering van de Verenigde Na- gewijd aan ontwapening. Dat kan een [rijke gebeurtenis worden. Het zal, zoals IValdheim, de Secretaris-Generaal van de irklaarde, de omvangrijkste, en meest intatieve bijeenkomst zijn die ooit werd £^fceroepen om zich bezig te houden met M^pening. iPf!, rfrjen om tot wapenbeheersing en tot wapen- BsT^dering te komen zijn van het grootste voor de mensheid. Simpelweg omdat het ,VJ van de bestaande bewapening, die nog K' toeneemt, zo onvoorstelbaar groot is. <ver een enkel woord. Per dag wordt onge- V,. miljard dollar aan bewapening uitgege- %de wereld. Daarvan namen de tegenstan- Tn de koude oorlog, de NAVO en de jiau-Pact-Organisatie, 80% voor hun reke- ^®hie aard van de bestaande wapens is door i'-pighnologische kennis fundamenteel veran- ^tfjptnet name door de atomaire wapens en ietten. Rotterdam werd in 1940 verwoest >en bombardement van alles tezamen on- r 95 ton conventionele springstof (TNT), (aarste atoombom, die ooit tot ontploffing gebracht, had een explosieve kracht gelijk F miljoen ton TNT! Men kan er een klein |nee vernietigen. Met de bestaande voor- nucleaire wapens kan men méér dan 100 B mensen doden. Maar er zijn er maar Bird! Dat noemt men overbewapening. de raketten is geen bescherming moge eder van de supermachten kan de ander vernietigen, als ze kwaad wil. Om die wil te voorkomen heeft ieder van de nachten onkwetsbare wapens, die de aan- op zijn beurt kunnen vernietigen. Dat men het evenwicht van de verschrikking. deze feitelijke situatie durft geen van {partijen een oorlog te beginnen. Want elke kan ontaarden in een nucleaire, waarin aarste wapens gebruikt worden. Dit is een jdat ieder van de partijen ervan weerhoudt in aanvalsoorlog te beginnen. Maar dat !en oorlog in Europa niet uit. Er zijn ook [vilde" oorlogen, ontstaan omdat een con- en crisis, uit de hand loopt, of omdat een Ie partijen zich misrekende in de reactie e ander, of omdat vergissingen plaatsvon- »f omdat een locale burgeroorlog grenzen tverschrijden, en ontaardde in een super- Ien-strijd. loderne wapens zijn onbruikbaar gewor- lat is: ongeschikt om in de strijd gebruikt jrden. Maar ze zijn nog wel onmisbaar, als wij onze wapens eenzijdig zouden ïffen zouden de wapens van de tegenpartij bruikbaar worden. Hij zou oppermachtig Ên de oppermachtige misdraagt zich, dat de geschiedenis. Ieder land misdroeg zich p „Gouden Eeuw", in de eeuw van zijn dige ontwapening is dus geen oplossing, ringend nodig is, is gezamenlijke wapen- ndering. Over gezamenlijke ontwapening raat en onderhandeld sinds het einde van Veede Wereldoorlog. Maar zonder succes, ptaat slechts één ontwapeningsverdrag: het verdrag dat verbiedt om biologische wapens te bezitten. Andere verdragen die gesloten werden op wapengebied betroffen niet de ontwapening maar de niet-bewapening op plaatsen waar nog geen wapens waren (de hemellichamen, de ruim te, de Zuidpool, de zeebodem), of de niet-bewa pening met bepaalde wapens (bijvoorbeeld anti raketten) of boven een bepaald plafond. Alles tezamen een zeer teleurstellend resultaat. Prak tisch een compleet falen! Waarom? Wat was de reden van dat falen? Het blijkt steeds duidelijker, dat de hoofdschuldigen de Supermachten zijn. Zij willen een globale politiek voeren, zij willen de machtsafstand bewaren met de rest in de wereld, ieder van hen wil vooral zorgen niet de mindere te worden van de andere. Zij vinden „het gevaar van de tegenstander" groter dan „het gevaar van de wapens". Vandaar hun wapenwedloop, die tel- door prof. mr. B. V. A. Röling (directeur van het Polemologisch Insti tuut van de Rijksu niversiteit Gronin gen) kens gevoed wordt door nieuwe uitvindingen (neutronenbom, kruisraket). Zij hebben ook een heel eigen opvatting van wat aan wapenmacht nodig is voor „vrede en veiligheid". Een burge roorlog aan de andere kant van de wereld is een veiligheidskwestie van Amerika, verklaarde McNamara in 1964. En de huidige minister van energie, Schlesinger, zei onlangs in een toe spraak tot marine-officieren, dat de regelmatige toevoer van olie een militaire verantwoordelijk heid was. Dat zijn verontrustende opvattingen, die in Amerika zowel als in de Sovjet-Unie steeds leidden tot méér en betere wapens. En de supermachten hebben de leiding bij de ontwape ningsbesprekingen, niet alleen bij de SALT besprekingen over strategische kernwapens, maar ook in Wenen, waar sinds jaren gepraat wordt over wederzijdse wapenvermindering in Centraal Europa, en in de Commissie voor Ontwapening (CCD), die sinds jaren in Genève onderhandelt, en waar de twee supermachten gezamenlijk voorzitter zijn. Bij de vraag: „hoeveel wapenmacht is nodig voor de veiligheid?" hebben de militairen een zwaarwegende stem. Zij zijn de deskundigen. Zij weten dingen die aan politici onbekend zijn (het militaire geheim). Zij zijn de natuurlijke raadgevers in de ontwapeningszaken. Men kan zich afvragen of zij de meest doeltreffende raadgevers zijn. De militair vraagt zich af: „Wat heb ik nodig aan wapenmacht, als de oorlog is uitgebroken?" Hij wil dan graag van alles méér hebben dan de tegenstander. Maar de meer belangrijke polemologische vraag is: „Wat heb ik nodig om te voorkomen dat de oorlog uitbreekt?" Dat is een andere vraag met een ander antwoord. De militaire vraag leidt tot streven naar superieuriteit, de wapenwedloop, en het falen in ontwapeningspogingen. De pole mologische vraag leidt tot een bewapening die sterk genoeg is om de andere van de aanval te doen afzien (dus heel sterk in de afweer), maar die niet geschikt is om zelf aan te vallen; die zichtbaar afstand doet van de capaciteit om de oorlog te winnen, die desnoods genoegen neemt met een weloverwogen mindere kracht. We spreken dan van „niet-offensieve afschrik king", of van een „defensieve afschrikking". Dan kan de angst bij de andere verdwijnen, en zijn argwaan. Dan groeien de kansen dat beide partijen als uitgangspunt aanvaarden: slechts wapenmacht om wapengebruik van de ander te voorkomen. Dat is het wapenstandpunt van kleine landen. Het is ook een gezonde basis om tot gemeenschappelijke regeling van wapenver mindering te komen. Militairen staan gewoonlijk huiverig tegenover deze opvatting. Zij geloven in macht. Dat be hoort bij hun beroep. Maar er zit iets merkwaar digs in de situatie dat een vraag: „Hoeveel macht is er nodig voor veiligheid?" wordt voor gelegd aan degenen die de producenten zijn van die macht, die een beroepsbelang hebben bij veel macht. Als we willen weten: „Hoeveel macht is goed voor de gezondheid?" zullen we dat toch bij voorkeur niet vragen aan melkfabri- kanten! In het Handvest van de VN wordt de bemoeienis met ontwapening vooral toegedacht aan de Vei ligheidsraad, waar de supermachten een veto hebben. Op initiatief van de niet-gebonden klei ne landen heeft de Algemene Vergadering (waarin geen veto geldt, en waarin de kleine landen de meeste stemmen hebben) tot een Speciale Zitting over ontwapening besloten. Het betekent dat het groeiend ongeduld van de kleine landen, hun groeiende ergernis over het falen van ontwapening, tot uitbarsting is geko men, in een soort opstand tegen de allermachtig- sten, die zich tevergeefs tegen zo'n speciale zitting hebben verzet. Kleine landen hebben nu eenmaal een andere opvatting over veiligheid, dan de grote. Zij zijn spoediger tevreden. En zij beseffen steeds meer, dat de praktijk van de supermachten op den duur onherroepelijk in een catastrofe moet eindigen. Vandaar deze revolte van de zwakken. Zij hebben het initiatief overgenomen. Zal er nu wat gebeuren? De Algemene Vergadering is geen wereldwetge ver. Haar beslissingen zijn niet bindend, behou dens de beslissingen van organisatorische aard. Maar zij zijn niet machteloos. Door haar resolu ties kan zij enorme invloed uitoefenen, het geestelijke klimaat veranderen. Dat hebben we ervaren op het gebied van de mensenrechten, de dekolonisatie, de strijd tegen de apartheid, de ontwikkelingshulp, de gedachte van een nieu we economische wereldorde. Zo kan de Algemene Vergadering ook een rol spelen bij de ontwikkeling van een Volkenrecht dat de nu bestaande nationale bewapeningsvrij heid zou beperken. Bepaalde excessieve bewapeningen zouden kun nen gaan beschouwd worden als verboden „dreiging met geweld", of als verboden „bedrei ging van de vrede". Het programma van de Speciale Zitting beoogt een „Verklaring over ontwapening" en een „Pro gram van actie". Het zal daar gaan om een terugdringen van de kernwapens (verbod van eerste gebruik, aanvaarding van gedenucleari- seerde zones, een volledig verbod van kernproe ven, beperking van overdracht van gevaarlijke technologie, internationalisatie van bewerkings processen), om het verbod van het hebben van chemische wapens, om beperking van de wapen handel, om verbod van het gebruik van „dubieu ze wapens". Het betekent een pressie op de hoogontwikkelde staten, op de supermachten, op de allianties. Die pressie is van grote betekenis. Zij kan verhoogd worden door een besluit om elke drie jaren zo'n Speciale Zitting te houden: om te zien wat er intussen gebeurd is, en om nieuwe suggesties te doen. De pressie kan ook in hoge mate versterkt worden door de instelling van een Internationale Ontwapenings Organisatie, geroepen om gegevens te verschaffen over wa pens en wapenontwikkeling, om die gegevens bekend te maken, om initiatieven te nemen voor ontwapening, om een rol te vervullen als ontwa peningsverdragen zijn gesloten (inspectie, oplos sen van geschillen). De Nederlandse regering heeft over zo'n organi satie een voorzidhtig en bescheiden voorstel ingediend. Zal de Speciale Zitting tot iets komen? Het zal mede afhangen van de vraag of de kleine partners in de bondgenootschappen de moed opbrengen om zo nu en dan stelling te nemen tegen de supermachten. Alle kleine landen heb ben een groot gemeenschappelijk belang: niet het slachtoffer te worden van de strijd tussen de giganten. De (op wapengebied) „proletariërs aller landen" dienen gezamenlijk op te treden. Dan kunnen ze sterk zijn en iets bereiken. Dan zou de „Speciale Zitting" kunnen worden wat Kurt Waldheim als haar roeping zag: een keerpunt in de pogingen om tot wapenverminde ring te komen. HET ziet er naar uit, dat de gecombineerde oppositiepar tijen in de Tweede- en Eerste Kamer in de huidige fase hun aanvallen vooral blijven richten op de minister van Buitenlandse Zaken, dr. Van der Klaauw. Vooral het beleid ten aanzien van het ultracentrifugeproject in Alme lo blijkt een geliefkoosd thema voor moties en interpella ties. Toen in de eerste twee maanden van het bestaan van het kabinet-Van Agt bleek, dat minister Van der Klaauw nog al wat te leren had iri de manier, waarop hij met het parlement moest omgaan, heeft de oppositie in zijn persoon kennelijk de zwakke schakel gezien. Dat daarbij bovendien ingespeeld kon worden op de angst bij grote groepen van de bevolking als het om kernenergie gaat, zal aan die strategie niet vreemd geweest zijn. INTUSSEN heeft het initiatief van premier Van Agt zelf om de uranium-leveranties op de topconferentie van Kopenhagen met de premier van het Verenigd Koninkrijk en de Duitse Bondskanselier te bespreken, toch wel vruchten afgeworpen. De briefwisseling, die daarop is gevolgd, kan binnenkort tot een afsluitend debat in de Kamer leiden. Hoewel de feitelijke inhoud van de ant woorden van de Engelse premier Callaghan en Bondskan selier Schmidt (nog) niet is gepubliceerd, mag men toch aannemen dat niet meer van een geïsoleerd Nederlands standpunt sprake is. De eisen, die aan het tegengaan van de verspreiding van kernwapens gesteld moeten worden, schijnen overeind te kunnen worden gehouden. Dat daar toe het uitsluitend vreedzaam gebruik van verrijkt ura nium door Brazilië, via Almelo te leveren, absolute voor waarde is wordt door alle partners in het internationale overleg erkend. HET zou daarom ook de oppositie sieren en het doel zeker dienen, indien de prikacties, die vooral tot doel hebben het kabinet in het algemeen en minister Van der Klaauw in het bijzonder hinderlijk voor de voeten te lopen, zouden worden gestaakt tot het kabinet de beloofde opening van zaken geeft. Die toezegging is immers voluit gedaan en geen, zichzelf respecterend, parlement zal een kabinet de kans geven daaronder uit te komen. Maar ook internationaal moeten premier Van Agt en minister Van der Klaauw de kans hebben een maximaal resultaat te halen, zonder eenmaal gesloten overeenkomsten te schen den. En onder die gesloten overeenkomsten staan ook de handtekeningen van zeer vooraanstaande leden van de huidige oppositie. NIJMEGEN De resultaten van Estel (Hoesch-Hoogovens) zijn in het eerste kwartaal van dit jaar ten opzichte van het bijzonder slechte vierde kwar taal belangrijk verbeterd- Het duidelijkst zichtbaar is dit, al dus de Raad van Bestuur in -een toelichting, in het bedrijfs resultaat, dat 42,1 min nega tief was tegen 102,3 min ne gatief in het laatste kwartaal van 1977, een verbetering dus met 60,2 min. Het verlies voor belasting daalde van 174,8 min in het vierde kwartaal vorig jaar met 53,4 De verbetering van het be drijfsresultaat in de eerste drie maanden van dit jaar ten op- zich te van het vierde kwartaal van 1977 is vooral in de divisie staal ontstaan. Hoewel de op- brengstprijzen nog niet het ge middelde niveau van 1977 heb ben bereikt, vertoonden zij ten opzichte van het vierde kwar taal van 1977 een lichte stij ging, wat o.m. aan de in Euro pees verband getroffen maatre gelen is toe te schrijven. merleden bij Urenco-fabriek het rieden van verschillende fracties in de Tweede Kamer hebben zich gisteren in Almelo laten voorlichten tie Urenco-fabriek. daartoe uitgenodigd door personeelsleden van de fabriek die de politici gebrek lennis verweten. Premier Van Agt hoopt dat het kabinet voor het zomerreces de Tweede Kamer landpunt bekend te maken. (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG Het kabinet-Van Agt heeft gisteren gematigde bijval gekregen van de vakbeweging met betrekking tot het thans formeel ingediende wijzi- gjngsontwerp voor de wet op de ondernemingsraden. De werkgeversorganisaties vinden het echter fout, dat het kabinet de reeds door het kabinet-Den Uyl voorgestelde verzelfstandiging van de o.r. handhaaft. Uit de gisteren gepubliceerde stukken blijkt, dat het huidige kabinet het vorige wetsontwerp, dat als gevolg van de kabinetscrisis niet geheel kon worden afgehandeld door het parlement, in grote lijnen heeft overgenomen. In het nog liggende wetsontwerp was al een aanzien lijke uitbreiding gegeven aan de bevoegdheden van de o.r. Het kabinet-Van Agt wil die bevoegdheden nog verder verruimen. Het initiatiefrecht van de raad is versterkt, het adviesrecht is uitgebreid tot besluiten van de ondernemer tot vestiging van een andere onderneming en tot het aangaan of beëindigen van een belangrijke financiële deelneming 'in een andere onderneming. De positie van de leden van een o.r. is onder meer versterkt door de instelling van een ontslagverbod. Vorige week was reeds bekendgemaakt, dat een o.r. alleen nog uit gekozen leden zal bestaan en dat de directeur, thans veelal voorzitter, er geen deel meer van zal uitmaken. Wel zal er een vorm van overleg met de bedrijfsleiding blijven bestaan: de bestuurder van de onderneming mag de vergadering van de o.r. op belangrijke momenten bijwonen en dan het woord voeren, maar hij heeft geen stemrecht. De invoering van een beroepsrecht voor de o.r. tegen ingrijpende economische beslissingen van de onder nemer, blijft gehandhaafd, niet echter het eerder voorgestelde beroepsrecht tegen een besluit tot benoe ming van een bestuurder. In een eerste reactie heeft vice-voorzitter Wim Spit van de FNV zich verheugd getoond, dat de verzelfstandiging van de o.r. tegen alle verzet in, gehandhaafd blijft. Maar hij vindt het weer een betutteling, dat heel formeel geregeld moet worden, dat de ondernemer in een o.r.-vergadering mag verschijnen. „De werknemers zijn verstandig genoeg om geen adviezen vast te stellen zonder eerst kennis te nemen van alle belangrijke feiten, ook van de mening van de bedrijfsleiding, aldus Spit, die het dan ook jammer vond, dat het door de FNV voortdu rend bestreden instituut van de overlegvergadering in feite toch overeind blijft. Het CNV is ook niet ontevreden over het standpunt van het kabinet, met name ook wat betreft de uitbreiding van de bevoegdheden van de o.r., maar vindt het overdreven om te spreken van een belang rijke maatschappijhervormende wet, zoals de rege ring doet. Daarvoor ontbreekt een duidelijke visie op de zeggenschapsverhoudingen binnen de onderne ming. Het vervallen van een beroepsrecht tegen de benoeming van directeuren vindt het CNV een ver slechtering. In dit opzicht moet de o.r. een duidelijke stem in het kapittel hebben, zeker nu de raad geen invloed heeft via de raad van commissarissen. Zeer ongewenst vindt de christelijke vakcentrale het, dat bij verschil van mening in een overlegvergadering niet de o.r. doch de directie gaat uitmaken wie deze vergadering zal leiden. „Een ongewenste bevoogding", aldus het CNV. WD-Kamerlid Keja noemde gisteravond het wetsont werp van nu een aanzienlijke verbetering ten opzichte van het ontwerp van het kabinet-Den Uyl. Die verbe tering zit hem volgens Keja vooral, in het spreekrecht van de ondernemer, stemrecht voor de directeur vond hij niet zo belangrijk. Dat spreekrecht werd echter door PvdA-Kamerlid Poppe juist een verarming van het oorspronkelijke wetsontwerp genoemd. Beide Ka merleden waren content over de versterking van de rechtspositie van o.r.-leden. De werkgeversorganisaties VNO en NCW hebben het ontnemen van het lidmaatschap van de o.r. aan de directeur fel afgewezen. Aldus wordt geen recht gedaan aan de opvatting, dat een o.r. een samenwerk ingsverband dient te zijn. Voor het overige vindt men het nieuwe ontwerp wel aanvaardbaar, ook wat be treft uitbreidingen van bevoegdheden, maar een abso luut ontslagverbod wordt overdreven gevonden; de huidige ontslagbescherming is al afdoende, zo menen de werkgeversverbonden. Rotterdam „We hebben weer wat meer soelaas gekre gen nu de brug pas volgende week weer op zijn plaats wordt getild", zo reageert een woordvoerder van het scheeps- reparatiebedrijf Boele te Rid derkerk, dat begin deze week aankondigde door de kapotte spoorbrug in Rotterdam ge dwongen te zijn werktijdver korting voor het personeel te vragen bij gebrek aan repara- tieopdrachtep. minister Tuijnman van Ver keer en Waterstaat bedongen dat de brug niet aanstaande zondag maar pas volgende week (28 mei) weer op zijn plaats zal worden getild, waar door men in ieder geval genoeg werk kan „binnenhalen". Na 28 mei blijft de terugplaatste brug nog twee weken lang dicht en daardoor het scheepvaartver keer gestremd met uitzonder ing van een half uur in de nacht van 3 op 4 juni, wanneer dtjvende bokken de brug spe- keer zullen opkrikken. Het rei zigersverkeer van de NS zal daar geen hinder van ondervin den. Meer dan andere reparatiewer- ven ondervindt Boele proble men van de stremming; de cliënten van de andere werven hebben kleinere schepen en de ze kunnen zonder veel proble men omvaren via Dordrecht. De schepen die naar Boele va ren moeten daarentegen de Maasbruggen passeren. D«f Spoorwegen betreuren het staande zondag weer op zijn plaats wordt teruggebracht. „Daardoor duurt de overlast voor het reizigersverkeer nog een week langer", aldus een woordvoerder, die opmerkt dat het technisch mogelijk was ge weest de brug aanstaande zon dag al terug të plaatsen. De Rotterdamse havenbedrij ven hebben geen stagnatie door de kapotte Koningshaven- brug omdat hun installaties Te weten van de brug zitten, aldus Scheepvaartvereemging Zuid. De binnenscheepvaart naar het achterland heeft aanvankelijk wel problemen gekend, maar kiest nu zo nodig de route via Dordrecht. De Rotterdamse Kamer van Koophandel heeft minister Tuijnman van Ver keer en Waterstaat per brief gevraagd haast te maken met de plannen voor een spoortun nel onder de Maas, zodat stremmingen als die nu in Rot terdam plaats hebben, in de toekomst vermeden kunnen lelinj J. ter Schure sdb vicaris Roermond ROERMOND (ANP) Bis schop J. Gijsen van Roermond heeft de salesiaan J. G. ter Schure (55) benoemd tot vica ris-generaal van zijn bisdom. Pater Ter Schure gaat de pas torale aspecten van het dioce saan bestuur en de permanen te vorming van priesters en leken behartigen. Hij is de der de vicaris-generaal in het bis dom. Pater Ter Schure werkte onder meer in het jeugdcentrum in Den Haag/Rijswijk. In 1961 werd hij overste van de Neder landse provincie der salesia- nen. gezinnen die zich biïiten de woonwijken willen vestigen. Mede daardoor is de bewoningsdicht- heid binnen die woonwijken vrijwel overal naar redelijke maatstaven onaanvaardbaar hoog. Het regeringsbeleid is er in de eerste plaats op gericht op zo kort mogelijke termijn daarvoor een oplossing te vinden. De regering houdt ook vast aan de instelling van een gemengd Nederlands-Moluks advies- en overlegorgaan, dat te zijner tijd het bestaande Molukse Inspraakorgaan en de commissie Kob- ben-Mantouw zal vervangen. Zoals gemeld is het Inspraakorgaan sterk gekant tegen deze vervan ging. De regering stelt echter het element van de dialoog tussen de Nederlandse en de Molukse samenleving op de voorgrond.„Een advisering van Molukse zijde die in contact en overleg met vertegenwoordigers van Nederlandse organisa ties tot stand komt, zal, naar te verwachten is, doeltreffender zijn". Overigens sluit Wiegel handhaving van het Inspraakorgaan Molukkers niet helemaal uit. De belangstelling voor de oriëntatiereizen van Molukkers naar Indonesië is bijzonder groot, maar de mogelijkheden zijn beperkt. Dit jaar kunnen voorts dertig Molukse gezinnen terug naar Indonesië, zo zij dat wensen. In de loop der jaren zijn rond de tweeduizend Molukkers teruggekeerd. Vele van hen zijn echter niet veel verder dan Jakarta gekomen en daar vaak verarmd, waarna tweer financiële hulp uit Ne- (Van onze parlementaire redactie) HAAG De regering handhaaft haar ïpunt dat uitbreiding van de bestaande fkse woonwijken noch het stichten van fve zal worden bevorderd. Zij houdt dus aan het voorgenomen spreidingsbeleid ten jen van de Molukkers in Nederland. (schrijft vice-minister-president Wiegel in joord op vragèn van de bijzondere Tweede- jercommissie die zich bezighoudt met de ingsnota over de problematiek van de Mo- minderheid. De Kamercommissie gaat •ver op 29 mei en 5 juni in openbare kderingen met de betrokken bewindslieden kssiëren. |open en pluriforme karakter van de Neder- i samenleving verdraagt zich niet met de ing en handhaving van aparate lokaties I minderheden. Een innruimtelijk opzicht {leiden wonen en leven leidt tot een uitzon- •gspositie naast de overige samenleving", s Wiege. De regering ontkent niet dat het ïn in zekere concentraties voor het schep en handhaven van bijzondere voorzieningen behoeve van de eigen identiteit praktische [delen biedt, „maar dat hoeft niet de nood- van exclusief Molukse woonwijken in te len". groot probleem is nu, en dat geldt voor Vel alle Molukse woonwijken, het vinden [passende woonruimte in de omgeving (bijv. Staatssecretaris mevr. Veder-Smit van volksgezondheid heeft gisteren in Apeldoorn overleg gepleegd met gezondheidsautoriteiten en burgemeesters van plaatsen waar de poliogevallen zich hebben voorgedaan. Na afloop verklaarde zij dat voorlichting over de ziekte belangrijk blijft, met name over lichaamshygiëne. APELDOORN De indruk bestaat dat de polio-epidemie over haar hoogtepunt heen is. Er zijn in de laatste twee dagen geen nieuwe gevallen bekend geworden, hoewel dit niet betekent dat de medici de epidemie onder de knie hebben: zo lang er nog veel mensen niet gevacci neerd zijn, blijven nieuwe explosies mo gelijk, aldus de Gelderse inspecteur van de volksgezondheid. Vier kinderen heb ben vandaag het ziekenhuis verlaten om verder thuis te genezen. De lichte verlam mingsverschijnselen zijn bij hen verdwe nen. Vijf patiënten, onder wie een 22-jari- ge vrouw, blijven nog in het ziekenhuis.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 7